Vogeltje bewaakt „rivierpaard"
Met Esso bent u
beter uit
£sso
Mercatorwerd museum
Fotograaf ontdekt een klok
Hobby houdt hersens jong
Pastoor wist
van niets
Tuinlieden op
de zeebodem
VOOR DE KADE VAN ANTWERPEN
Driemaster „aan de ketting
WOENSDAG 5 SEPTEMBER 1962
PROV1NC1ALB ZEEUWSE COURANT
9
iJoordeliqe
vv\ewdscl\
De kudde koperkleurige nijl
paarden plonsde zorgeloos in
het water rond. Het waren
twintig sterke beesten, 2500
kilo per stuk, en er waren ook
een paar jongen bij. Meestal
zag men er niet meer van dan
de kogelronde, op kleine bul
tjes geplaatste ogen. Als ze on
derdoken sloten de openingen
van hun neus zich en dan ble
ven ze vier tot vijf minuten on
der het wateroppervlak. Proes
tend, snuivend en brullend do
ken ze vele malen op, beten
speels in het spekzwoerd van
hun kameraden en sperden
hun geweldige muil open.
Het was maar een ondiep wa
ter waarin ze speelden. In de
modder hadden ze gangen ge
graven, die met elkaar in ver
binding stonden. In die gan
gen stond het water natuurlijk
hoger dan in de overige bed
ding. Als er gevaar was ver
dwenen ze in hun loopgraven.
Zodra een van de logge dieren met
zy'n lijf aan de oppervlakte
kwam, streek snel een kleine vogel
op de rug van het nijlpaard neer. Hij
pikte een paar keer met zijn snavel,
hipte bedrijvig heen en weer, en
speurde met zijn scherpe ogen naar
ongedierte, naar teken, vliegen en
bloedzuigers die zich in het vel had
den vastgezogen. Hij vloog weer op
zodra dc dikhuid aanstalten maakte
zich weer in het water te storten.
De buffelpikker zo heet het in
vergelijking met het onbehouwen nijl
paard nietige vogeltje vloog dan
het in staat dc drie mensen te zien
die door het bos liepen en op de ri
vier afkwamen.
Opgewonden meldde de vogel het ge
vaar. Hij suisde in duikvlucht naar
beneden, over de hoofden van de op
merkzaam geworden nijlpaarden
heen, en zijn gekras klonk over de
hele vlakte. In minder dan drie se
conden waren alle dikhuiden verdwe
nen. Ze wachtten in hun gangen af of
het gevaar op hen af zou komen.
Maar do drie mannen gingen alleen
maar naar een nederzetting, een
eindje verder stroomopwaarts, en ze
merkten niet eens, toen ze langs de
rivier liepen, dat nog geen tien meter
van hen vandaan een kudde van
twintig nijlpaarden stond.
„Rivierpaard"
Alleen als het rivier-paard („rivier
paard" is een betere benaming
dan „nijlpaard", want het dier leeft
niet alleen in en langs de N(jl) een
zuigend jong bij zich heeft, wordt het
onverdraagzaam. Anders gaat het al
le gevaren zoveel mogelijk uit dc
weg. Als het wordt aangevallen kan
het echter heel ongemoedelijk wor
den. Het nijlpaard loopt sneller dan
een mens en zijn wanstaltige poten
dragen de dikke buik, die vaak over
de grond sleept, schijnbaar moeite
loos over de hindernissen van de wil
dernis. Zijn twee slagtanden kunnen
afschuwelijke wonden veroorzaken.
Het vreet, als het in vrijheid leeft,
alleen planten, liefst planten die in
rivieren groeien, maar het heeft toch
een gebit van een schrikwekkend
roofdier.
Het duurt vaak uren voor deze dik
huiden hun glanzende lijven aan
land schuiven, om op een zandbank
hun zonnebad te nemen. Terwijl zij
zich lui uitstrekken, huppelen op hun
lijven de drukke buffelpikkers heen
en weer, en in de tijd dat zij het vel
van lastige bloedzuigers zuiveren,
houden hun gastheren zich gewillig
stil. Rivierpaard cn vogel zjjn vrien
den, en beiden trekken uit deze
vriendschap hun voordeel.
Neushoorn; eenzelvig
aps-
i al-
tens
drie dieren tegelijk tegen, die m een
vaste volgorde over het land lopen:
voorop de vader, dan de moeder en
achteraan het jong. Hoe eenzelvig de
neushoorn ook loeft de buffelpik
ker die bij deze giganten meestal 'n
z.g. koereiger is, is zijn enige, graag
gedulde begeleider. Onderzoekers be
weren dat deze dikhuid een hele die
pe slaap heeft. De vogel wekt hem
zodra er gevaar dreigt. Dan staat de
neushoorn bliksemsnel op, kijkt drif
tig naar alle kanten, waarbij zijn
pantserhuid in alle richtingen ver
schoven wordt (de huid bestaat uit
hoornen platen), buigt zijn rechthoe
kige kop met de hoorn naar de grond
en vlucht of valt aan.
Hij Is onberekenbaar. Maar als hij
aanvalt, dan lykt hy op een pantser
wagen die alle hindernissen met de
grond gelyk maakt. Het stof stuift
aan alle kanten op als liy op zijn
prooi afrent en hij houdt zyn draf
niet in, ook niet als het doelwit snel
opzij springt. De neushoorn ziet erg
slecht, hij hoort en ruikt echter des
te beter. Hij kan kilometers lange
sporen volgen dank zy zijn uitstekend
reukorgaan, maar levende wezens
kan hij alleen zien als ze in beweging
zijn.
Wapen
Zyn hoorn is een schrikwekkend
wapen. De spits dringt diep in
het vlees van zijn slachtoffers, en
wat hij eenmaal aan de spits heeft
geregen is verloren. De machtige kop
slingert zijn tegenstander naar vo
ren en dan stampen de poten alles
wat neervalt tot moes.
De neushoorn heeft vele duizenden
jaren geleden ook in Europa, o.a. in
Zuid-Duitsland, gewoond. Tegen
woordig komt hij alleen nog in Zuid-
Azië en Airika voor. De mens heeft
hem bijna volledig uitgeroeid. Hy
trok zich terug in gebieden, waar hij
ongestoord kan verblijven. Hoewel
hij niet van grote hitte houdt, woont
hij toch in de hete streken van Afri
ka. Daardoor werd hij daar een
nachtdier. Vanaf drie uur in de vroe
ge morgen tot zes uur is hy onder
weg om voedsel te zoeken. Overdag
staat of ligt hij in de schaduw van
struiken, doezelt of laat zich door
zyn bewaker, de koereiger, verzorgen
en schoonmaken. Het is de enige
plaats, waar hij vaak zijn voorzich
tigheid vergeet.
Plichtsgetrouw
Maar zyn gevederde vriend houdt
steeds de wacht. Onderzoekers ver
tellen dat de vogel ook niet van de
zijde van een gedode neushoorn wykt.
Opgewonden tracht de reiger zijn ge
weldige vriend uit de vermeende
slaap te wekken.
Nog nooit heeft men waargenomen
dat een dikhuid door onachtzaamheid
een van die vogeltjes verpletterd
heeft of zelfs maar gewond. Het
komt heel vaak voor, dat de spitse
snavel van de madenpikker, de neus
hoorn of het nylpaard pijn doet, min
der by het pikken naar ongedierte
als wel bij hot reinigen van hun bui
len en wonden en toch weet de
dikhuid dat do vogel zijn vriend en
helper is en houdt hij zich geduldig
stil.
Er zijn vertellingen, waarin over wil
de gevechten tussen neushoorns en
nijlpaarden, tussen neushoorns, tij
gers en leeuwen wordt gesproken. In
werkelijkheid komen zulke gevechten
niet voor. Het gebeurt wel eens dat
een gewone neushoorn, zonder naar
links of naar rechts te kijken, op een
kudde olifanten toeraast, maar dan
stappen de wijze olifanten een beetje
opzy en laten de woesteling rustig
voorbijrennen.
Neushoorn met jong. De huidplaten var
het kleine dier zyn nog soepel, maar na
enkele jaren heeft het dezelfde pantse
ring als zyn onverzettelijke ouders.
(Van onze correspondent)
Kampens historie, even interessant en
belangwekkend als van andere zeer
welvarende Hanzesteden, is doorwe
ven met tal van humoristische voor
vallen, die in de wandeling dc naam
van „Kamncr uien" hebben meege
kregen. U kent ze natuurlijk, de ver
halen over de steur, gevangen om te
dienen als hoofdgerecht bij een wel
verzorgd diner, die met een bel weer
in het water werd geworpen toen de
belangrijke gast uitbleef en over de
koe, die naar het platform op de to
ren werd gehesen, omdat daar weel
derig mals gras groeide.
Die verhalen dateren uit lang vervlo
gen tijden. Nieuwe „Kamper uien"
worden er eigenlijk niet meer
maakt. Tot voor kort: althans
meer. Fotograaf J. van der Wal
komt echter dc eer toe, dat hij na
jaren van stilstand in de produktie de
'allernieuwste op het spoor is geko
men.
In beroepsHvcr beklom hij een aantal
van de Kamper kerktorens, teneinde
wat overzichtsfoto's van zijn zo im
posante stad te maken. Daarbij be
landde hij ook in de r.-k. Onze Lie
ve Vrouwekerk. Tot zijn verbazing
een goede Kampenaar weet letter
lijk alles van zbn stad trof hij in
die toren een Klok aan. Niet zo'n
grote (57 kilo), maar het was ei
klok. Toch werd deze bij zijn w
ten nooit on to nimmer geluid.
„Daar hangt geen klok", oordeelde
journalist Hans YVicrsma, toen hij
van de ervaring hoorde. Dat was ook
de mening van de directeur ir. C. H.
Grootcn van openbare werken, aan
wie de zorg voor de toren is toever
trouwd.
Verbaasde pastoor
Fotograaf en journalist met
zich de klok op de foto waren er
nog niet tevreden mee. Dus belden
ze pastoor Spelbrink. „Wat vertelt
U me nou? Hangt er een klok in
onze toren? Dat heb ik in de vier
jaar, dat ik in Kampen ben niet ge
weten", zo reageerde hij. „Toen ik
hier kwam", zo voegde hy er aan
toe, „heb ik wel naar de klokken
gevraagd, maar mijn kerkbestuur
zei dat de Duitsers de klokken had
den meegenomen en dat in de toren
nooit een klok was teruggekomen".
Om heel zeker van zijn zaak te zijn,
belde do pastoor ziin voorganger,
emeritus-pastoor M. D. Gasman, die
van v.oor de oorlog tot vier jaar ge
leden herder van de Kamper pa
rochie was. Ook in zijn herinnering
paste niet de aanwezigheid van een
klok in do toren. Do Duitsers hebben
de klokken in 1943 gehaald, zo ver
telde oud-pastoor Gasman. Er is
nimmer een spoor van de klokken
teruggevonden en er is ook geen
vervangend exemplaar gekomen.
Raadsel
Daarmeo zit Kampen met een grappig
raadsel. Een Kamper ui anno 1962.
Dat de klok echt in de toren hangt,
zullen do Kampenaren weer spoedig
merken. De lclok is cr, er hangt een
klepel in, maar er is nog geen klok-
ketouw. Het zal echter zo spoedig
inogelyk besteld worden, zodat het
klokje zich weer als vanouds kan
gaan voegen In het concert van bron
zen klanken, dat Kamper klokken
voor de aanvang van de godsdienst
oefeningen over de stad uitstorten.
(Van een correspondent)
Acht dagen lang willen twee
medewerkers van het be
roemde Franse diepzeeïnsti-
tuut van kapitein Cousteau
in een „huis op de zeebodem"
leven.
Dit unieke experiment moet die
nen om na te gaan, hoe de levens
voorwaarden onder water zijn. De
beide mannen, die Cousteau voor
het experiment heeft uitgekozen,
zijn twee van zijn beste medewer
kers, de marineofficieren Falco en
Wesly. Op het ogenblik bereiden
zij zich met duikoefeningen voor
op het experiment, dat begin sep
tember zal plaatsvinden.
Het „huis onder water" is een sta
len cilinder van vijf meter lang
en een doorsnee van 2,50 meter,
die twee ton weegt en met een
extra gewicht van 30 ton naar be
neden gelaten wordt tot een diep
te van 15 mete ronder het zeeop
pervlak Na een serie van proeven
nabij Marseille, zal het „huis"
voor het eiland Frioul aan de
Franse zuidkust worden veran
kerd.
De bedoeling van het experiment
is, meer te weten te komen over
de voorwaarden voor een langer
verblijf van de mens onder water.
Dit kan in de toekomst belangrijk
zijn bij het onderzoek naar mine
ralen olie en zeldzame metalen
op de zeebodem.
En wellicht zullen eens ook „tuin
lieden" op de zeebodem algen
„oogsten". Want de wetenschap
heeft reeds lang ontdekt, dat deze
eens enorme mogelijkheden kun
nen bieden voor de voeding van de
mens en misschien ook moeten
bieden, wanneer het aardopper
vlak de mens niet meer kan voe-
U ontdekt het in uw eigen wagen. Gespecialiseerd©
technici kunnen het bewijzen met ingewikkelde cijfer
reeksen: ESSO EXTRA voor méér kracht, fellere accele
ratie, pingelvrij rijden. Neem één keer de proef om voor
altijd plezieriger te rijden: TANK ESSO EXTRA!
STOP'N TIJGER INUWTANK!
pruiken van l\el 3»e&enfowtis
(Van onze correspondent)
De kaalhoofdigen in de Zweedse stad Uppsala kunnen in het
vervolg financiële steun krijgen bij het aanschaffen en onder
houden van een pruik. Daar gaat namelijk het ziekenfonds voor
zorgen.
Zij hoeven hiertoe slechts een doktersattest over te leggen. De zieken
fondsen van Uppsala hebben namelijk voor de eerste maal een bedrag
van ongeveer 3500 gulden voor dit doel in de begroting opgenomen.
Dat men tot dit ongewone besluit kwam hebben de burgers te danken
aan enige onbemiddelde meisjes, die hun haar verloren en de plaatselijke
sociale dienst om een pruik verzochten. Deze instantie stelde zich op het
standpunt, dat kaalhoofdigheid noch voor een vrouw of meisje, noch ook
voor mensen in haar naaste omgeving erg plezierig is. En bovendien
een handicap bij het verkrijgen van een betrekking. Een pruik kost in
Zweden echter zo'n vierhonderd gulden en bovendien heeft een vrouw
minstens twee pruiken nodig, omdat er steeds een „in onderhoud" is. Men
zal in de naaste toekomst in Uppsala, en omgeving 29 gevallen van kaal
hoofdigheid steunen, waaronder ookJ enkele jongemannen, die volkomen
kaal zijn tengevolge van een ziekte.
't is een Liga-kindje!
Kerngezond, fris en fleurig door
de rijke schakering bouwstoffen
en beschermende nutriënten
die iedere Liga bevat.
de veelzijdige voeding
Krachtige Kost voor het Kind
Wie eeil beroep heeft, dat hem Waarom? Terwyl in het algemeen het
ouder worden berust op natuurlijke slij-
werkelijk ligt, waarin hij geeste
lijk geheel opgaat, waaraan hij
werkelijk plezier beleeft, is een ge-
lokkig mens. Miljoenen mensen is
dit geluk echter niet vergund. Zij
hebben daarom een compensatie
nodig, een liefhebberij, een hobby.
In het bijzonder oudere mensen,
die spoedig met hun beroep op
houden, doen er goed aan een hob
by te zoeken. Liefhebberijen en de
geestelijke belangstelling daarvoor
houden jong.
(Van een onzer verslaggevers)
AAN GENE ZIJDE van de rivier heeft België
twee jaar geleden in Antwerpen zijn trotse op
leidingsschip voor koopvaardij en marine
Mercatorte ruste gelegd. Wanneer er een
gure storm langs de kale linker Scheldeoever
jaagt ligt de hoge drie-master barkentijn ruste
loos te sjorren aan de bolders op de kade. De
voorzichtige deining door de huttende
kooien, over de brug en door het strakke
want wekt op zulke ogenblikken bij „wal-kapi-
Maar dat alles is historie. Sinds twee jaar blijven de zeilen ge
streken. De „Mercator" komt de havens van Antwerpen niet meer
uit. De voorname driemaster is een museum geworden. Een levend
souvenir van zijn eigen gescliiedenis: de opleiding van zijn cadet
ten en matrozen, zijn 41 lange reizen tot een gezamenlijke afstand
van achttienmaal de omtrek van de aarde (gemeten langs de eve
naar), zijn wetenschappelijke expedities en dit jaar ook als een
open boek over do man, wiens naam het zeilscliip draagt. Mercator,
de uitgever van de voor de scheepvaart zo nuttige „kaart met de
wassende breedtegraden", werd 450 jaar geleden in het Belgische
Scheldestadje Itupelmonde geboren.
teifi' Marcel Theunen herinneringen aan zijn
eigen training op het zeilschip. Belevenissen
uit de bijna dertigjarige periode dat deze
„kathedraal van de zeezijn zestienhonderd
vierkante meter zeil hees en de zeehavens van
België de achtersteven toekeerde. Voor maan
denlange reizen door baaien en golven, over
windstille zeeën en woeste oceanen. Meer dan
eens liet de Mercatorzich onder de besten
klasseren in de „Tall ship race", die kort ge
leden van Torbay naar Hoek van Holland
werd gezeild.
tage, die het prestatievermogen der or
ganen of het gehele organisme doet ver
minderen, ligt dat bij de hersencellen
anders. Een slechts oppervlakkig on
derzoek van oudere mensen toont aan,
dat men deze ruwweg in twee groepen
kan indelen: de ene groep gaat geeste
lijk van een bepaald moment af zo
snel achteruit, dat wij schrikken van
de snelheid van dit verval. Bij de an
dere groep is van achteruitgang van
geestelijke krachten niets te bemerken.
Ondanks hun pensionering tonen zy een
opmerkelijke frisheid en een verrassen
de levendigheid en zij leven gewoonlijk
ook langer dan de anderen. Vraagt men
naar hun (vroegere) beroep, dan vindt
men onder hen opvallend veel geleerden,
onderzoekers, dichters, kunstenaars,
industrieëlen en geestelijken. Het is een
te opvallend verschijnsel om er aan
voorbij te gaan.
Onderzoekingen hebben aangetoond,
dat de cellen van bepaalde hersencentra
bij geestelijke belasting niet sneller ver
bruikt raken, doch daarentegen tot gro
ter prestatievermogen en een langere
levensduur worden gestimuleerd. Inacti
viteit of een plotseling ophouden van
geestelijke arbeid bespoedigen het ver
ouderen van de hersencellen.
Intussen blijft wel de vraag open, of
heftige gemoedsbewegingen of een ster
ke vermindering van de slaap niet toch
tot slijtage voeren. In elk geval is wel
zeker, dat de hersencellen door onvol
doende voeding, bijvoorbeeld tengevolge
van aderverkalking, voortijdig veroude
ren.
Met deze, bepaald nog niet afgesloten,
onderzoekingen is een indruk beves
tigd, die naturlijk al lang bestond. Wie
zegt „Werken houdt jong" bedoelt
daarmee zeker niet de zware arbeid
van een grondwerker! Wat zijn nu de
praktische conclusies?
De ouder wordende mens moet, nadat
hy zyn beroep heeft neergelegd, in geen
geval met geestelijke arbeid ophouden.
Hy moet met dezelfde belangstelling als
tevoren zijn geestelijke arbeid blijven
verrichten en wellicht zelfs verhogen
door hiervoor een ander gebied te kie
zen dan zyn beroep van voorheen.
Stop 'n tijger in uw tank!
Daarom is 1962 voor onze zuider
buren het „Mercator-jaar". Aan
boord van het nu rustende oplei
dingsschip is een zaaltje tot zijn
nagedachtenis ingericht. Duizenden
Belgen en buitenlandse toeristen heb
ben er de afgelopen maanden een
kykje genomen op hun rondleiding
door het drijvende scheepvaartmu
seum. De twaalf „opvarenden", de
suppoosten met zeebenen, vertellen
honderd uit over alle wetenswaardig
heden en anekdotes uit de actieve
dienst van het nu voorgoed ver
ankerde zeilschip. Zij ontvangen hun
asten vorig jaar waren het er
5.000 met een vriendelijke glim
lach. Zij nemen hen mee over dc dek
ken, tussen de wirwar van tuigage
onder de torenhoge masten, naar de
geheel open brug, zij brengen hen
bij de boegspriet en bij de hangmat
ten van de marine- en koopvaardij-
mannen-in-spé. Het museumperso
neel van kapitein Theunen laat de
bezoekers voor een luttel aantal
franksites de omgeving nog vol
komen intact zien, waarin iedere
reis ongeveer honderd jongens de
eerste praktijkervaring voor nun toe
komst op het water ontvingen.
geu. Ieder jaar werden twee reizen
gemaakt: een tocht die zes maanden
duurde en een trip van twee maan
den. Een wereldkaart in een van de
expositiezaaltjes Iaat zien, welke ha
vens het Belgische zeilschip is bin
nengevallen. Ze liggen over de hele
aardbol verspreid.
Zo werd bijvoorbeeld in de winter
van 1934-'35 een expeditie onderno
men naar het Paaseiland. Op dit
eiland onder de zuidpunt van Chili
had een Frans-Belgische missie we-
tenschappeiyk werk verricht. By de
onderzoekingen vond men originele
beelden, die meer dan een ton wo-
een. Opmerkelijke ontdekkingen wa
ren het: de bodem van de uitgedoof
de vulkaan hield er van deze soort
tot een hoogte van 30 meter verbor
gen. De „Mercator'' deed het Paas
eiland aan en nam de missieploeg
met twee grote beelden aan boord.
Een ervan staat thans in het Louvre
te Parijs; het andere in Brussel.
Nieuwe vissoorten
Twee jaar lang maakte de „Merca
tor" zelf wetenschappelijke reizen.
Naar de Middellandse Zee en de
Golf van Genua. Er werd gespeurd
naar biologische fenomenen op de
zeebodem. Het resultaat was verras
send. Men haalde 52 geheel nieuwe
vis- en schelpensoorten naar de op
pervlakte. Enkele ervan zijn thans in
het binnenste van het zeilschip uit
gestald. Iri de oorlogsjaren week de
driemaster uit naar Kongo, waar het
schip werd ingezet voor militaire
doeleinden.
Het is een avontuurlijke geschiedenis,
die zich ontrolt voor de bezoekers
van Belgiës nieuwste scheepvaartmu
seum. Een historie, die haar einde
heeft gevonden aan de kade van Ant
werpen. Maar daar honderden malen
per dag weer voor andere ogen tot
leven komt. Om haar gasten nog
even in de sfeer van de scheepvaart
te houden is „Flandria" op het ogen
blik bezig met het aanleggen van
een openluchtexpositie op een stuk
grond achter de hoge raas van de
„Mercator". Een heuse vuurtoren,
brulboeien en geweldige ankers krijgt
men er te zien en al die andere attri
buten, waarmee de zeewegen zijn be-
balcend.
Een nieuw opleidingsschip heeft
België momenteel niet. Het drama
met de Duitse „Pamir" heeft de
beslissing daarover wat vertraagd.
De „Mercator" ligt- voor goed
„aan de ketting". Op eigen bodem.
De barkentyn is het drukst be
zochte museum van Antwerpen
Twaalf bemanningsleden telt het
I trotse opleidingsschip Mercator"
van België op het ogenblik. Het
1 zijn suppoosten, want de drie-
master heeft uitgediend en ligt
I als scheepvaartmuseum in de ha- j
ven van Antwerpen.
(Foto P.Z.C.
Non-stop-film
Voordat de belangstellenden een voet
aan dek van de „Mercator" zetten,
hebben ze op de ponton in een groene
legertent al een kort illmpje kunnen
bekyken, dat de titel „Mercator in
volle zee" draagt. In oen non-stop
tempo worden hier gomiddeld 35
voorstellingen per dag gegeven. De
exploitante van het drijvende scheep
vaartmuseum de N.V. Interpro
vinciale Stoombootdiensten „Flan
dria" brengt op deze handige ma
nier haar bezoekers in contact met
het leven op het opleidingsschip, dat
nu als symbool voor de kaai ligt,
maar voor de opvarenden byna der
tig jaar harde werkeiykheid was.
Aldus geïnstrueerd kan men daarop
ronddolen door de „ingewanden"
van de stoere bark, die geheel opge
tuigd een snelheid van twaalf kno
pen haalde. Do „Mercator" leidde
vier verschillende soorten leerlingen
op: cadetten en aankomende matro
zen, koks en scheepswerktuigkundi-