ZOUT in het bloed HUISHOUDTIPS KINDERKRANT (Aw pagina /H eotcuH) Vaste vloerbedekking en bankstel hoog genoteerd KUSSA: recepten voor spiksplinternieuwe groente Veefclessi Jjootlwill Wol wassen in benzine Valse wenkbrauwen Voorde slanken JSBSL v_U! u lllllp De vrouw op het werk (Van onze redactrice) DIJKBOUW is mannenwerk de maatschappij rond baggermolens, zandzuigers en zinkstukken is een mannen maatschappij. Een vrouw hoort daar niet. Tenminste: dat den ken we. De werkelijkheid is an ders! Zolang er in de lage lan den aan dijken is gewerkt heeft de vrouw „op het werk" een rol gespeeld. Er waren vrouwen, geboeid door de avontuurlijke harde sfeer van deze inderdaad zeer eigen gemeenschap, die met de manneii meetrokken naar de werken. Die zorgden voor de maaltijden, die de keten schoon hielden en meeleefden met het wel en wee van het werk. Ze kregen zelfs hoe kan het an ders een plaats in de romans over Nederlandse grote water staatswerken, een dankbaar thema, waaraan sommige schrijvers een voortreffelijk re liëf wisten te geven. NOG ALTIJD zijn er vrouwen op het werk. Maar men zal er goed aan doen geen romantische verhalen rond hen te weven, men zal er goed aan doen te beseffen dat het hier gaat om werk als elders, werk waar- Dij even hard moet worden aange pakt als waar ook. Dijkbouw is mannenwerk, maar de vrouw kan er niet bij women gemist: bij het siloe plan bijvoorbeeld werken niet minder dan tien meisjes in allerlei functies en men zou zich onthand weten als ze er niet waren. Twee van deze tien hebben we ontmoet, twee „zwakken" onder het dykleger der „sterken", twee die zich overigens best thuis voelen in die grote mannengemeen schap. Bij de twintigjarige Lenny Klap kwamen we eigenlijk toevallig terecht. We gingen naar de directie keet van rijkswaterstaat in de Scho rerpolder om te vragen waar we een „koffiejuffrouw" konden vinden. Ze verwees ons naar een gele werkkeet, een eindje verderop. Maar toen wer den we zo nieuwsgierig naar het werk van Lenny, dat we daar eerst maar met haar bleven praten. Mejuffrouw Lenny Klap is officieel „receptioniste" van de directies van rijkswaterstaat van de arrondisse menten Goes en Middelburg, die sa men een directiekeet delen. Haar werk bestaat uit telefoneren, type werk en het ontvangen van bezoe kers voor de beide directies. Ze'woont in Nieuwland; haar werk bereikt ze per fiets, soms per bromfiets. ..Ja, ook in de winter. Ach. het is hooguit een kwartiertje fietsen. Al leen als het heel slecht weer is ga ik zetten voor de mensen, die in de ik dan wel opgepikt door mensen van het werk". Voor een paar jaar Sinds 1 september van het vorige jaar zetelt Lenny in het lichte kantoortje op de dijk. „Ik zit hier leuk. Ik heb een heerlijk uitzicht en ik kan iedereen zien aan- of langs komen. Ik heb het hier best naar mijn zin. Vroeger werkte ik als typiste in Middelburg. Hier kon ik meer ver dienen en daarom' nam ik deze baan aan. Hier is het bovendien veel leu ker dan in mijn vorige baan. Ik ga dikwijls op het werk kijken. Dat is reuze interessant om te zien. Ik ben er ook wel eens 's avonds geweest. Nu weet ik tenminste iets af van het project, waarvoor ik werk". Toen mejuffrouw Klap deze baan ac cepteerde is haar gezegd, dat het voor een tijd van twee drie jaar zou zjjn. „Als uw werk hier afgelopen is, wat dan?" „Tja. dat weet ik nog niet. Liefst iets dergelijks. Maar ik wil liever niet te ver van huis. Ergens in de kost gaan is duur en ongezellig!" Nadelen van dit werk? We hebben er van Lenny Klap maar één ge hoord: „Vervelend is-het alleen maar dan, wanneer ik weinig te doen heb. Dan ga ik wat zitten lezen". Eerste meisje Op een steenworp afstand van Len ny Klap zetelt Marga Brasser in een „houten huis". Marga: tenger, een vriendelijk gezichtje dat omlijst wordt door Jang blond haar, negen tien jaar afkomstig uit West-Sou burg. Zij is koffiejuffrouw of, zoals dat ook wel heet, keetmeisje, maar „dat klinkt niet leuk", vindt ze zelf. Haar werk bestaat uit koffie en thee zetten voor den mensen, die in de keet werken en voor bezoekers, het schoonhouden van de keet, de vele ramen zemen („maar dat doe ik al leen als het mooi weer is!") en als -j (Van onze medewerkster) Een groente met een wat onwennige naam ligt sinds enkele weken in de winkels: de „kussa", een voor Nederland geheel nieuwe zomergroente die tijdens de afgelopen weken in ons land voor het eerst in belangrijke hoeveelheden geveild is. De kwekers spreken van een „komkommerachtige" vrucht, veel huisvrouwen zullen in het uiterlijk eerder overeenkomst met kalebassen ontdekken. De „kussa" is echter noch komkommer, noch kalebas het is een ge was dat eigenlijk thuishoort in de tropen en de subtropen, maar Nederlandse kwekers hebben kans gezien uit het zaad een soort te kweken dat ook in ons klimaat een ruime oogst geeft zonder smaak- of kwaliteitsverlies. (Van onze medewerkster) Het bankstel is vaak „status-sym- bool" voor het Nederlandse gezin genoemd, al leek het er in de afge lopen jaren dikwijls op dat de glans van dit symbool verbleekte gevolg van de woningnood die vele pas be ginnende huwelijken situeerde in zit kamertjes waarin nauwelijks een eet- hoek kon staan. Desondanks blykt het bankstel toch nog hoog genoteerd te staan by de Nederlanders! De Stichting Propaganda Woninginrich ting heeft dit ontdekt toen ze een prijsvraag annex enquête uitschreef onder het motto „Nederlanders en hun wensen t.a.v. de inrichting van woon- en slaapkamers". Vijftiendui zend antivoorden kwamen binnen op het vragenlijstje van de stichting: antwoorden waarin bankstel, vaste vloerbedekking en overgordijnen doorgaans bovenaan stonden geno teerd. Leeftyd of sexe bleken hierbij geen rol te spelen: wel hadden jonge man nen (tot de leeftijd van vijfentwintig jaar) nog een tweede hartewens voor de inrichting van hun woonkamer. Die tweede wens omvat een boeken kast, en de Stichting Propaganda Woninginrichting tekent hierbij aan dat het met de problemen van de vrijetijdsbesteding der Nederlandse (mannelijke) „tieners en twens" dus nogal schijnt mee te vallen... Slapen vinden deze tieners en twens voorals nog blijkbaar minder belangrijk, want het bed noteren zij pas op de vijfde plaats. Ook voor mannen Maar nummer één is ook voor de jonge mannen „het bankstel" en de vrouwelijke tieners en twens van Ne derland sluiten zich bij dit verlangen aan. Voor deze jonge vrouwen blijkt daarnaast een toilettafel voor de slaapkamer een begerenswaardig meubelstuk; een verlangen dat ze overigens delen met de wat oudere mannen zo tussen de vijfentwintig en de vijfendertig jaar. Naarmate de Nederlandse mannen en vrouwen ouder worden, wordt voor hen de vloerbedekking belangrijker. Mannen en vrouwen boven de vijfen dertig prefereren nieuwe vaste vloer bedekking boven alles, en deze voor keur geldt zowel de woon- als de slaapkamers. sse- spyt sa- Meju Marga werkt bij het Sloeplan sinds 1 juni van het vorige jaar. „Ik was, geloof ik, het eerste meisje hier", zegt ze. „Eigenlijk hebben ze me van straat opgepikt. Dat klinkt gek, maar het is toch zo. Ze vroegen of ik wat voelde voor dit werk. Na tuurlijk hebben we het eerst thuis goed besproken. Ik kon hier meer verdienen en het werk is bovendien plezieriger. Ik heb er nog steeds geen >ijt van". ejuffrouw Brasser was, voor ze hier kwam, verkoopster in een tex tielzaak. Direct gewend Nou lijkt het me afschuwelijk op zaterdagmiddag te werken. Toen viel me dat niet zo op. Hier ben ik bovendien eigen baas. Ik mag zelf regelen hoe ik mijn werk indeel, 't Is nu niet zo druk meer als ver leden jaar. Toen zat ik in een andere keet. Daar woonde de hoofduitvoer der. Voor hem kookte ik ook. Omdat het daar veel drukker was, was het eigenlijk ook wel gezelliger!" Over een paar maanden is het afge lopen. Dan zijn Marga's diensten als koffie juffrouw niet langer nodig. Ze heeft nog geen plannen voor de nabije toe komst. Ook zij zou het liefst dit werk blijven doen. Deze baan, waar ze, voor ze eraan was begonnen, wel erg tegenop zag: zij heel jong meisje tussen al die mannen. „Maar de middag van de allereerste dag was ik al gewend", zegt Marga lachend. „En als ik straks terugmoet naar eenzelfde soort baan als die ik hiervoor had. dan zal het wel even tegenvallen, maar ik denk maar zo: gehad is gehad!" Marga is evenals Lenny al ver schillende keren naar het werk ge weest. Ze is er enthousiast over. Dat is weliswaar begrijpelijk, maar de nadrukkelijke belangstelling voor het „werk" heeft ons toch wel in het bijzonder getroffen. We proefden er toch de eigen sfeer uit, een sfeer die inderdaad alleen is te vinden in de waterbouw. Wellicht dat de meisjes en vrouwen, die in verschillende func ties meewerken aan het Sloeplan, zich dat helemaal niet zo bewust zijn en dat ze het vanzelfsprekend vinden grote belangstelling te hebben voor de vorderingen van het werk. Maar als men als buitenstaander even in die eigen wereld binnenkomt, is men geboeid door dat bijzondere, dat eige ne, misschien het beste aan te geven als: dat „puur-Ncderlandse". Want puur-Ncderlands is de sfeer! De sfeer van het klinkt wat pa thetisch, maar het is liet in wezen helemaal niet. het vechten tegen het water, de worsteling met de zee, die aan banden moet worden gelegd. Wanneer men er als vrouw of meisje werkt, dan wordt men in die sfeer opgenomen. Nuchter en zonder ro mantiek. Zolang er in Nederland dij ken worden gebouwd zullen vrouwen De mensen op het Sloeplan zijn via een aantal telefoonnummers te be reiken, maar als U aan de andere kant ïioort: „Rijkswaterstaat, direc tie Zuid-Sloe" dan is het waarschijn lijk wel Lenny Klap, die U te woord staat. Foto boven). Marga Bra ze zet lekkere koffie, kunnen proeven. GEKOOKT OF GEVULD De slechte voorzomer heeft tot ge volg gehad, dat de oogst van deze nieuwe groente dit jaar later dan normaal is eigenlijk hoort de voornaamste oogst in de maanden juli en augustus te vallen. Als huisvrouw staat men een beetje vreemd tegen zo'n nieuw gewas aan te kijken: moet het gekookt of ge smoord, is het pittig-van-zichzelf of moet er de nodige kruiderij aan te pas komen? Beproefde recepten Nederlands kookdeskundige-num- mer-één, mevrouw R. Lotgering- Hillebrand, heeft deze vragen onder de loep genomen, ze heeft geëxperi menteerd met de nieuwe groente en kan als resultaat van haar culinaire naspeuringen de Nederlandse huis vrouw een aantal beproefde kussa- recepten aanbieden. Ze tekent er nog bij aan dat deze nieuwe groente ge makkelijk is schoon te maken, vlug klaar is. een aardige afwisseling van de traditionele zomergroenten kan vormen en ook rauw heel lekker kan smaken. Rauw: als salade bijvoorbeeld, waar voor een grote kussa van ongeveer driekwart kilo nodig is. De vrucht wordt gewassen, geschild, op de komkommerschaaf tot plakjes ver werkt en tenslotte tot salade aange maakt met een paar lepels mayo naise, sandwiclispread of slasaus. Chinese sla krijgt men door de plak jes aan te maken met een mengsel van twee lepels olie, drie lepels zach te azijn, een theelepel suiker, wat zout, een theelepel soya en wat gem- berstroop. De sla mag niet te nat zijn en wordt gegarneerd met fijnge sneden gember. (Advertentie) BINNENVERINGBED het beste bed ooit gemaakt en meisjes naar het water trekken. Er is een Engels boek over Neder landse zeevaarders, een boek dat tot titel kreeg: „Zout in het bloed". Heel wat vrouwen van de waterkant heb ben er ook last van, van „zout in het bloed Door net tekort aan woonruimte wordt tegenwoordig veelvuldig gébruik gemaakt van de souterrains als woonruimte, bijvoorbeeld voor de opgroeiende zoon of dochter. De afvoer- of verwarmingsbuizen vormen dan een storend element. Ze kunnen gemakkelijk worden gecamoufleerd zoals U hierbij ziet door de kroonlijst van de ramen door te trekken over de pijpen. Natuurlijk kan het ook met stof of hardboard. Nylons vragen een bijzondere opbergplaats. Bekleed een houten lade met stof of zachtboard en stof (ook de bodem van de lade!). U zult dan geen last meer hebben van de hinderlijke houtsplinters, die zo ongemerkt uw kousen vernielen. SCHUIMRUBBERBED met versterkte middensector fabrieken Zevenbergen i Jeertig gram boter, een eetlepel V kerrie, een uitje of wat fruitjes, zout en aardappelmeel zijn nodig om gesmoorde kussa te maken. De vrucht wordt gewassen en in vier of zes parten verdeeld, geschild en in blokjes gesneden. Boter en kerrie worden in een platte pan verhit. Fruit hierin de ui (of strooi er de fruitjes in), doe de blokjes kussa in de boter en verwarm ze zachtjes, zodat zich wat vocht uit de vrucht in de pan verzamelt. Schep de groentestukjes telkens voorzichtig wat om (indien nodig wat water toevoegen om aan branden te voorkomen) en laat het gerecht tien tot twaalf minuten smo ren. Als de blokjes glazig zijn ge worden, wordt het vocht met wat aardappelmeel gebonden. Een gevulde kussa is eenvoudig te maken: de vrucht wordt gewassen, overlangs in twee helft gesneden en met een lepel ontdaan van het mid dengedeelte van het vruchtvlees en eventuele zaadjes. Strooi wat zout in de uitholling, kook de helften in wa ter met zout en een beetje azijn bijna gaar (draai de helften af en toe met twee lepels om), leg de vruchten na even uitlekken in een ovenschotel en doe de vulling erin. Die vulling kan bestaan uit roerei, uit een rest rijst met vlees en kerrie, een stevige kaassaus of een ragoüt (van padde stoelen, van vlees of van vis), en wie het erg gemakkelijk wil hebben kan als vulling een blikje haché gebrui ken. Met weinig kooknat wordt de kussa goed heet gemaakt; voor het opdienen wordt er nog paneermeel of beschuit over gestrooid. Van over de grenzen Tenslotte twee buitenlandse recep ten: eentje uit Italië en een uit het Verre Oosten. Kussa met spa ghetti wordt gemaakt door een ons mager ontbijtspek zachtjes bruin te bakken, het boven de pan te laten uitlekken en het vervolgens in kleine stukjes te breken. Liefhebbers van knoflook bakken nu in het spekvet eerst een teentje knoflook uit. Intus sen zijn acht plakken kussa met pe per, zout en aroma bestrooid. Het knoflookteentje wordt uit het spek vet gehaald en vervangen door een gesneden ui, die na het fruiten bij het spek wordt gelegd. Bak nu de kussa, schuif ze opzij in de pan, bak vervolgens een ons champignons en tenslotte vier in plakken gesneden to maten. Leg dit groentenmengsel op een verwarmde schotel, strooi uitjes en spek erover en geef er spaghetti bij. „Kussa by de rijsttafel" is een ge makkelijk te maken bijgerecht voor een echte, ouderwetse Indische maal tijd. Bak een ui met. zout en kruiden, doe1 er vlees of garnalen en dunne reepjes kussa bij en wat melk of klappermelk. Klaargemaakt op deze manier zal de kussa geen slecht fi guur slaan tussen de traditionele bij gerechten van de rijsttafel. ttet feest van de Waterman F' 22 n groot feest!" schalde de stem van Triton de water man. Als hij praatte leek het of er een groot orgel 2ee begon te spelen, zodat zelfs de kleinste garnaal op de achterste rij hem verstaan kon. „Ja, een groot feest", herhaalde het hele onderwatervolk, „het moet een groot feest worden". Triton de waterman was bijna driehonderd jaar oud. Van daag had hij zijn volk bij elkaar geroepen. En iedereen was gekomen, zelfs de kleine doorzichtige garnaaltjes, de rose krabjes en heel kleine mosseltjes, want iedereen wist waar het over ging. Het feest! Het feest voor de driehcyi- derdste verjaardag van de waterman! Met een icaterman van driehonderd jaar oud als koning teas het natuurlijk altijd al een beetje feest, omdat hij in zijn lange leven zoveel had meegemaakt dat hij dag en nacht door verha len kon vertellen. En waar verhalen verteld xvorden is het een beetje feest, waar of niet f Maar nu kwam er een gróót feest. Mocht U de laatste bankbiljetten uit uw „zomerkleding-spaarpotje'' aan een extra wollen vest besteed hebben, dan is hier een tip om dat nieuwe vest voor krimpen te behoeden. Was het de eerste keer niet met water en zeep, maar leg het een paar uur in benzine en hang het vest daarna te luchten. Pus deze behandeling het liefst in de buitenlucht toe in verband met het brayulgevaar! Een tweede keer kan het kledingstuk gerust met water en wasmiddel toorden behandeld, het zal dan niet meer krimpen. Wie er tegenop -iet om zelf met wasbenzine te gaan manipuleren kaf haar vest ook voor de eerste reinigingsbeurt naar de stomerij brengen; ccn chemische, behande ling heeft hetzelfde resultaat. Mondaine vrouwen kunnen in het vervolg niet alleen met valse wimpers, maar ook met valse wenkbrauwen door het leven gaan. Een Parijs schoonheidsspecialist heeft ze uitgevonden; ze zijn zacht en zyde-achtig. bijna niet van echt te onderscheiden en volgens de uitvinder bljjven ze zitten geen angst dus dat U ze tijdens een wat rumoerige feestelijkheid verliest Amerikaanse mode-ontwerpers willen de vrouw Insnoeren met een zeer brede ceintuur van lakleer, voorzien van een grote gesp. Zwart en wit zjjn favoriet, diverse kleuren doen het echter ook goed. „De taille lykt er smaller door", zeggen ze voor zover die taille van zichzelf natuurlyk niet (il te breed is. „Maar", zei de waterman, „ik heb nog een plannetje. Al mijn vrienden moeten op dat feest worden uitgeno digd. Niet alleen onderwa terdieren, maar ook boven- waterdieren: het paard van de schelpenkar, die zijn voe ten alt(jd zo voorzichtig neerzet om geen kleine krabbetjes te raken, de ezeltjes die de kinderen over het strand dragen, de meeuwen die ons altijd waarschuwen als er gevaar in de buurt is of als er een storm opsteekt. En dan natuurlijk het kleine meisje dat me uit het net van de visser heeft gered". Er viel een stilte. De onderwater dieren keken elkaar aan. Een heel oude bruinvis, die zelf al twee keer door de mensen gevangen was en daarom wist hoe ze waren, schoot naar voren tot vlak bij de troon van de water man en schudde zyn kop. „Heel oude Triton", zei hy eerbiedig, „U vergeet één ding. Onderwatermensen leven honderden en honder den jaren, maar kleine mensjes worden oud en groot. Dat kleine meisje dat U toen uit het net van de visser heeft gered is nu misschien wel tachtig jaar oud. En hoe zullen we haar ooit kunnen vinden?" „Heel oude Triton vergeten nooit iets", zei de water man, „het zal heus niet makkelijk zyn om dat klei ne meisje van toen terug te vinden. Maar als zij ir niet geweest was dan zat ik nu in een glazen huisje in een museum. Dan was ik vast en zeker nooit driehonderd jaar geworden. En daarom, mijn geliefd onderwatervolk, moeten jullie haar voor mij vinden. Het zou voor my het mooiste cadeau zyn op myn driehonderdste ver jaardag". Hij greep zijn drietand van rood koraal die hy altijd in de hand had en zwom met grote slagen zijn paleis in. Druk pratend bleef zijn volk achter. „De vissen zouden natuur lijk tot aan de rand van het water kunnen zwem men", zei de oude bruinvis na enig nadenken, „maar het is gevaarlijk en de heel oude Triton zal toch niet willen dat ze zelf gevan gen worden om zijn kleine meisje van vroeger terug te vinden". „Maar wij", zeiden de klei ne krabbetjes, „wy kunnen best ongezien tot op het strand kruipen en kijken of we daar het kleine meisje vinden". „Maar waarom zou het klei ne meisje dat nu een oud mensje is op het strand zijn?" vroeg de bruinvis. Daar moest iedereen hem gelyk in geven. Kopschud- dend en hun staarten in kronkels draaiend van het denken zwom iedereen rond. „En toch moet ze te vin den zijn", bromde een oude krab, „een meisje dat een waterman uit het net van de vissers redt, moet heel veel van de zee houden. We moeten dus zoeken naar een oud mensje dat héél veel van de zee houdt en vast nog wel weet wat er lang geleden met die water man is gebeurd". „Wacht eens", riep een bijdehande garnaal, „de meeuwen, zouden de meeu wen ons niet kunnen hel pen?" De kleine garnaal kreeg er een heleboel klopjes voor op zijn stevige ruggetje, want iedereen vond het, ze ker voor een garnaal, een schitterend voorstel. Het hele onderwatervolk steeg daarna omhoog en als je op het strand zou hebben gestaan zou je vast hebben gezien hoe het op één plek in de golven op eens begon te draaien en te kolken en dat daar dui zenden happende bekjes, snorren, scharen en sprie ten boven water staken. De meeuwen zagen het meteen en schoten er pijlsnel op af. De burgemeestersmeeuw streek op de rug van de oude bruinvis neer en hoor de het hele verhaal aan. Hij knikte. „Ja, natuurlyk komen wy veel op het land. We hebben zelfs veel vrien den onder de mensen. Ook oude dametjes. Maar of jul lie kleine meisje van vroe ger daarbij is, weet ik niet". „Toch proberen", zei de oude bruinvis, het gaat er om onze heel oude Triton een plezier te doen. Dus doe je best". De burgemeestersmeeuw verzamelde alle meeuwen om zich heen op het strand en stuurde ze toen naar de mensen. „Net doen of je honger hebt. En zo gauw je een oud dametje ziet dat je niet wegjaagt omdat ze weet dat je van zee komt, let je heel goed op. Mensen die van de zee houden we ten wel hoe een zeemeeuw eruit ziet. Doe je best, jongens!" Naar alle kanten vlogen de meeuwen uit, recht op de huizen en tuinen van de mensen aan. Die keken na tuurlijk wel wat verbaasd om hun vrienden van de winter daar opeens allemaal te zien verschynen, maar ze kwamen toch met stuk jes brood en kliekjes voor de dag. Maar ja. daar ging het de meeuwen nie( om. Uit beleefdheid aten ze na tuurlijk wel iets, maar zo gauw ze merkten dat er geen oude dametjes in de buurt waren, vlogen ze weer verder. Sjoerd, een kleine meeuw met een zwart petje op, vloog met de groten mee. „Blyf jij maar thuis", had den ze eerst gezegd, „want de tocht i? te ver voor jou". Maar Sjoerd had niet willen luisteren en stiekem was hij toch meegevlogen. Maar toen de meeuwen al langer dan jen halve dag aan het zoeken waren, merkte Sjoerd dat ze gelyk hadden gehad. Zyn vleugeltjes wa ren nog niet sterk genoeg voor zo'n grote tocht. Hy kon niet meer. Toen ze weer opstegen van een tuin zonder oud dametje bleef Sjoerd achter in een kas tanjeboom in die tuin. Na een half uurtje toen hij toch maar weer eens wou probe ren of hy de anderen kon terugvinden, stak hij voor zichtig zijn kopje om één van de grote bladeren heen. De tuin waar de meeuwen waren neergestreken, was leeg en ook mensen zag Sjoerd niet meer. Wacht eens, wat bewoog daar ach ter het raam van een klein huisje dat tegenover het grote huis van de kater stond? Een oud dametje, maar erg gevaarlyk zag ze er niet uit- Ze had een kar tonnen doos op haar schoot en haalde daar kleine rose en witte dingetjes uit die ze voorzichtig voor zich op ta fel legde. Wat dat waren kon Sjoerd met zijn scher pe meeuwenoogjes best zien. *nen bh' bet zag ging er een schok door hem heen! Schelpjes, dat oude dametje bekeek een doos vol schelpjes. Ze moest vast veel van de zee houden, want telkens streek ze met haar vingers over de rose en witte schelpjes. Een hele grote schelp hield ze een poosje aan haar oor. „Dat", zei de kleine Sjoerd tegen zichzelf, „is een oud dame tje dat van de zee houdt!" En toen deed die kleine Sjoerd iets wat je van zo'n klein meeuwtje helemaal niet verwacht zou hebben. Hij liet zich gewoon uit de boom vallen. Met een plof kwam hy neer in het kleine tuintje vol bloemen, vlak voor het raam waarachter het oude dametje naar de schelpjes keek. Ze stond op en drukte haar neusje te gen het raam om te zien wat er gebeurd was. De kleine Sjoerd had zich ge lukkig niet bezeerd, maar toch hield hij zich heel stil net alsof hij niet meer vlie gen ken. „Hé", zei het oude dametje toen ze naar bui ten getrippeld kwam, „een kleine zeemeeuw. Wat raar. Hoe komt die nou In mijn tuintje Heb je je bezeerd Kom maar gauwJa, je bent een zeemeeuw, dat zie ik best- Vroeger vlogen er net zulke meeuwen als jij boven het strand als ik aan het schelpjes zoeken was. Ja, en die keer dat de visser een waterman in zijn net gevangen had. waren er ook zulke meeuwen boven zee. Ik weet het nog heel goed!" De kleine Sjoerd hield zich heel stil, maar hy had wel kunnen zingen van trots. Het kleine meisje! Het klei ne mei3je dat nu een oud dametje was! Daar stond ze en hij, de kleinste meeuw van allemaal had haar ge vonden! Maar nu de ande ren, de anderen moesten net nog weten! Hoe kwam hy terug naar zee om het te vertellen? O, stil eens. wat zei het dametje? „Je rr-jt maar eens een nachtje goed uitrusten, kleine meeuw. Dan nemen wy morgen samen de bus naar het strand en breng ik je terug. Ja, ik ben wel te oud geworden om die hele weg door t»e duinen te lopen, maar misschien kun je het van het busstation af zelf wel verder vinden". En zo gebeurde het. Net toen het oude mevrouwtje was uitgestapt uit de bus en Sjoerd, die ze in haar boodschappenmandje mee- ^g|L genomen had, wou laten vliegen, kwamen de strand- ezeltjes het plein van de bussen op. „Ho, ho", riep Sjoerd, die wist dat ook zij naar het dametje zochten. „Hier is ze, hier is ze! Ik heb haar gevonden." De ezeltjes stonden stokstyf van verbazing stil. Hun baas, een heel oude man al, begreep er niets van. Hy keek zijn ezels aan, keek naar Sjoerd op de rand van het mandje en toen naar het oude dametje. „Nee'maar", zei hij, „als dat niet het kleine meisje is waarmee ik vroeger op het strand „Dag Martijn", zei het da metje, want zij had de ezel drijver ook herkend. „Nee maar", zei hij nog eens, „hoe is het mogelyk. Na zo veel jaar. En nog altijd dol op de zee". „Ja", zei het dametje een beetje treurig, „alleen kan ik de zee niet meer zien. 't Is te ver voor me zie je, die hele weg door de dui nen." „Wacht even!" lachte Mar ty n en met zyn nog altijd heel sterke armen tilde hij het dametje op de rug van de voorste ezel. En zo zag de oude bruinvis die net een luchtje hapte, haar aankomen. Ze zat als een koningin op de ezel en op haar schouder, dat snap je, zat Sjoerd. Boven haar vloog een hele wolk meeu wen die het verhaal natuur lyk al in geuren en kleuren van de kleine meeuw had den gehoord. Mensen die die dag op het strand waren hebben met hun eigen ogen gezien hoe uit zee ccn grote baardige waterman met een drietand in de hand oprees en vro lijk wuifde naar een oud dametje op een ezel. De meeste mensen vinden het zo'n raar verhaal dat ze het niet geloven. Die men sen moeten ook maar nooit naar het huisje van het oude dametje toegaan. Maar wi' er meer van wil weten moet haar maar eens gaan vragen hoe het verder ging. Ze kan je urenlang vertellen over de driehon derdste verjaardag van de watet.iian waar ze zelf Dy is geweest, samen met de ezeltjes, het schelpenpaard, de meeuwen en alles wat op of onder het water van de zee leeft. En heel trots zegt ze iedere keer: „en ik was het mooiste cadeautje!" Mies Bouhuys

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 5