ZOUT
in het
bloed
HUISHOUDTIPS
KINDERKRANT
(Aw pagina
/H
eotcuH)
Vaste vloerbedekking en
bankstel hoog genoteerd
KUSSA: recepten voor
spiksplinternieuwe groente
Veefclessi
Jjootlwill
Wol wassen in benzine
Valse wenkbrauwen
Voorde slanken
JSBSL v_U!
u lllllp
De vrouw op het werk
(Van onze redactrice)
DIJKBOUW is mannenwerk
de maatschappij rond
baggermolens, zandzuigers en
zinkstukken is een mannen
maatschappij. Een vrouw hoort
daar niet. Tenminste: dat den
ken we. De werkelijkheid is an
ders! Zolang er in de lage lan
den aan dijken is gewerkt heeft
de vrouw „op het werk" een rol
gespeeld. Er waren vrouwen,
geboeid door de avontuurlijke
harde sfeer van deze inderdaad
zeer eigen gemeenschap, die met
de manneii meetrokken naar de
werken. Die zorgden voor de
maaltijden, die de keten schoon
hielden en meeleefden met het
wel en wee van het werk. Ze
kregen zelfs hoe kan het an
ders een plaats in de romans
over Nederlandse grote water
staatswerken, een dankbaar
thema, waaraan sommige
schrijvers een voortreffelijk re
liëf wisten te geven.
NOG ALTIJD zijn er vrouwen op het
werk. Maar men zal er goed aan
doen geen romantische verhalen
rond hen te weven, men zal er goed
aan doen te beseffen dat het hier
gaat om werk als elders, werk waar-
Dij even hard moet worden aange
pakt als waar ook. Dijkbouw is
mannenwerk, maar de vrouw kan er
niet bij women gemist: bij het siloe
plan bijvoorbeeld werken niet minder
dan tien meisjes in allerlei functies
en men zou zich onthand weten als
ze er niet waren. Twee van deze tien
hebben we ontmoet, twee „zwakken"
onder het dykleger der „sterken",
twee die zich overigens best thuis
voelen in die grote mannengemeen
schap.
Bij de twintigjarige Lenny Klap
kwamen we eigenlijk toevallig
terecht. We gingen naar de directie
keet van rijkswaterstaat in de Scho
rerpolder om te vragen waar we een
„koffiejuffrouw" konden vinden. Ze
verwees ons naar een gele werkkeet,
een eindje verderop. Maar toen wer
den we zo nieuwsgierig naar het
werk van Lenny, dat we daar eerst
maar met haar bleven praten.
Mejuffrouw Lenny Klap is officieel
„receptioniste" van de directies van
rijkswaterstaat van de arrondisse
menten Goes en Middelburg, die sa
men een directiekeet delen. Haar
werk bestaat uit telefoneren, type
werk en het ontvangen van bezoe
kers voor de beide directies. Ze'woont
in Nieuwland; haar werk bereikt ze
per fiets, soms per bromfiets.
..Ja, ook in de winter. Ach. het is
hooguit een kwartiertje fietsen. Al
leen als het heel slecht weer is ga ik
zetten voor de mensen, die in de
ik dan wel opgepikt door mensen van
het werk".
Voor een paar jaar
Sinds 1 september van het vorige
jaar zetelt Lenny in het lichte
kantoortje op de dijk. „Ik zit hier
leuk. Ik heb een heerlijk uitzicht en
ik kan iedereen zien aan- of langs
komen. Ik heb het hier best naar mijn
zin. Vroeger werkte ik als typiste in
Middelburg. Hier kon ik meer ver
dienen en daarom' nam ik deze baan
aan. Hier is het bovendien veel leu
ker dan in mijn vorige baan. Ik ga
dikwijls op het werk kijken. Dat is
reuze interessant om te zien. Ik ben
er ook wel eens 's avonds geweest.
Nu weet ik tenminste iets af van het
project, waarvoor ik werk".
Toen mejuffrouw Klap deze baan ac
cepteerde is haar gezegd, dat het
voor een tijd van twee drie jaar zou
zjjn.
„Als uw werk hier afgelopen is, wat
dan?"
„Tja. dat weet ik nog niet. Liefst
iets dergelijks. Maar ik wil liever niet
te ver van huis. Ergens in de kost
gaan is duur en ongezellig!"
Nadelen van dit werk? We hebben
er van Lenny Klap maar één ge
hoord: „Vervelend is-het alleen maar
dan, wanneer ik weinig te doen heb.
Dan ga ik wat zitten lezen".
Eerste meisje
Op een steenworp afstand van Len
ny Klap zetelt Marga Brasser in
een „houten huis". Marga: tenger,
een vriendelijk gezichtje dat omlijst
wordt door Jang blond haar, negen
tien jaar afkomstig uit West-Sou
burg. Zij is koffiejuffrouw of, zoals
dat ook wel heet, keetmeisje, maar
„dat klinkt niet leuk", vindt ze zelf.
Haar werk bestaat uit koffie en thee
zetten voor den mensen, die in de
keet werken en voor bezoekers, het
schoonhouden van de keet, de vele
ramen zemen („maar dat doe ik al
leen als het mooi weer is!") en als
-j
(Van onze medewerkster)
Een groente met een wat onwennige naam ligt sinds enkele weken
in de winkels: de „kussa", een voor Nederland geheel nieuwe
zomergroente die tijdens de afgelopen weken in ons land voor het
eerst in belangrijke hoeveelheden geveild is. De kwekers spreken
van een „komkommerachtige" vrucht, veel huisvrouwen zullen in
het uiterlijk eerder overeenkomst met kalebassen ontdekken. De
„kussa" is echter noch komkommer, noch kalebas het is een ge
was dat eigenlijk thuishoort in de tropen en de subtropen, maar
Nederlandse kwekers hebben kans gezien uit het zaad een soort
te kweken dat ook in ons klimaat een ruime oogst geeft zonder
smaak- of kwaliteitsverlies.
(Van onze medewerkster)
Het bankstel is vaak „status-sym-
bool" voor het Nederlandse gezin
genoemd, al leek het er in de afge
lopen jaren dikwijls op dat de glans
van dit symbool verbleekte gevolg
van de woningnood die vele pas be
ginnende huwelijken situeerde in zit
kamertjes waarin nauwelijks een eet-
hoek kon staan. Desondanks blykt
het bankstel toch nog hoog genoteerd
te staan by de Nederlanders! De
Stichting Propaganda Woninginrich
ting heeft dit ontdekt toen ze een
prijsvraag annex enquête uitschreef
onder het motto „Nederlanders en
hun wensen t.a.v. de inrichting van
woon- en slaapkamers". Vijftiendui
zend antivoorden kwamen binnen op
het vragenlijstje van de stichting:
antwoorden waarin bankstel, vaste
vloerbedekking en overgordijnen
doorgaans bovenaan stonden geno
teerd.
Leeftyd of sexe bleken hierbij geen
rol te spelen: wel hadden jonge man
nen (tot de leeftijd van vijfentwintig
jaar) nog een tweede hartewens voor
de inrichting van hun woonkamer.
Die tweede wens omvat een boeken
kast, en de Stichting Propaganda
Woninginrichting tekent hierbij aan
dat het met de problemen van de
vrijetijdsbesteding der Nederlandse
(mannelijke) „tieners en twens" dus
nogal schijnt mee te vallen... Slapen
vinden deze tieners en twens voorals
nog blijkbaar minder belangrijk,
want het bed noteren zij pas op de
vijfde plaats.
Ook voor mannen
Maar nummer één is ook voor de
jonge mannen „het bankstel" en de
vrouwelijke tieners en twens van Ne
derland sluiten zich bij dit verlangen
aan. Voor deze jonge vrouwen blijkt
daarnaast een toilettafel voor de
slaapkamer een begerenswaardig
meubelstuk; een verlangen dat ze
overigens delen met de wat oudere
mannen zo tussen de vijfentwintig
en de vijfendertig jaar.
Naarmate de Nederlandse mannen en
vrouwen ouder worden, wordt voor
hen de vloerbedekking belangrijker.
Mannen en vrouwen boven de vijfen
dertig prefereren nieuwe vaste vloer
bedekking boven alles, en deze voor
keur geldt zowel de woon- als de
slaapkamers.
sse- spyt
sa- Meju
Marga werkt bij het Sloeplan
sinds 1 juni van het vorige jaar. „Ik
was, geloof ik, het eerste meisje
hier", zegt ze. „Eigenlijk hebben ze
me van straat opgepikt. Dat klinkt
gek, maar het is toch zo. Ze vroegen
of ik wat voelde voor dit werk. Na
tuurlijk hebben we het eerst thuis
goed besproken. Ik kon hier meer
verdienen en het werk is bovendien
plezieriger. Ik heb er nog steeds geen
>ijt van".
ejuffrouw Brasser was, voor ze
hier kwam, verkoopster in een tex
tielzaak.
Direct gewend
Nou lijkt het me afschuwelijk op
zaterdagmiddag te werken.
Toen viel me dat niet zo op. Hier
ben ik bovendien eigen baas. Ik mag
zelf regelen hoe ik mijn werk indeel,
't Is nu niet zo druk meer als ver
leden jaar. Toen zat ik in een andere
keet. Daar woonde de hoofduitvoer
der. Voor hem kookte ik ook. Omdat
het daar veel drukker was, was het
eigenlijk ook wel gezelliger!"
Over een paar maanden is het afge
lopen.
Dan zijn Marga's diensten als koffie
juffrouw niet langer nodig. Ze heeft
nog geen plannen voor de nabije toe
komst. Ook zij zou het liefst dit werk
blijven doen. Deze baan, waar ze,
voor ze eraan was begonnen, wel erg
tegenop zag: zij heel jong meisje
tussen al die mannen.
„Maar de middag van de allereerste
dag was ik al gewend", zegt Marga
lachend. „En als ik straks terugmoet
naar eenzelfde soort baan als die ik
hiervoor had. dan zal het wel even
tegenvallen, maar ik denk maar zo:
gehad is gehad!"
Marga is evenals Lenny al ver
schillende keren naar het werk ge
weest. Ze is er enthousiast over. Dat
is weliswaar begrijpelijk, maar de
nadrukkelijke belangstelling voor het
„werk" heeft ons toch wel in het
bijzonder getroffen. We proefden er
toch de eigen sfeer uit, een sfeer die
inderdaad alleen is te vinden in de
waterbouw. Wellicht dat de meisjes
en vrouwen, die in verschillende func
ties meewerken aan het Sloeplan,
zich dat helemaal niet zo bewust zijn
en dat ze het vanzelfsprekend vinden
grote belangstelling te hebben voor
de vorderingen van het werk. Maar
als men als buitenstaander even in
die eigen wereld binnenkomt, is men
geboeid door dat bijzondere, dat eige
ne, misschien het beste aan te geven
als: dat „puur-Ncderlandse".
Want puur-Ncderlands is de sfeer!
De sfeer van het klinkt wat pa
thetisch, maar het is liet in wezen
helemaal niet. het vechten tegen
het water, de worsteling met de zee,
die aan banden moet worden gelegd.
Wanneer men er als vrouw of meisje
werkt, dan wordt men in die sfeer
opgenomen. Nuchter en zonder ro
mantiek. Zolang er in Nederland dij
ken worden gebouwd zullen vrouwen
De mensen op het Sloeplan zijn via
een aantal telefoonnummers te be
reiken, maar als U aan de andere
kant ïioort: „Rijkswaterstaat, direc
tie Zuid-Sloe" dan is het waarschijn
lijk wel Lenny Klap, die U te woord
staat. Foto boven).
Marga Bra
ze zet lekkere koffie,
kunnen proeven.
GEKOOKT
OF GEVULD
De slechte voorzomer heeft tot ge
volg gehad, dat de oogst van deze
nieuwe groente dit jaar later dan
normaal is eigenlijk hoort de
voornaamste oogst in de maanden
juli en augustus te vallen.
Als huisvrouw staat men een beetje
vreemd tegen zo'n nieuw gewas aan
te kijken: moet het gekookt of ge
smoord, is het pittig-van-zichzelf of
moet er de nodige kruiderij aan te
pas komen?
Beproefde recepten
Nederlands kookdeskundige-num-
mer-één, mevrouw R. Lotgering-
Hillebrand, heeft deze vragen onder
de loep genomen, ze heeft geëxperi
menteerd met de nieuwe groente en
kan als resultaat van haar culinaire
naspeuringen de Nederlandse huis
vrouw een aantal beproefde kussa-
recepten aanbieden. Ze tekent er nog
bij aan dat deze nieuwe groente ge
makkelijk is schoon te maken, vlug
klaar is. een aardige afwisseling van
de traditionele zomergroenten kan
vormen en ook rauw heel lekker kan
smaken.
Rauw: als salade bijvoorbeeld, waar
voor een grote kussa van ongeveer
driekwart kilo nodig is. De vrucht
wordt gewassen, geschild, op de
komkommerschaaf tot plakjes ver
werkt en tenslotte tot salade aange
maakt met een paar lepels mayo
naise, sandwiclispread of slasaus.
Chinese sla krijgt men door de plak
jes aan te maken met een mengsel
van twee lepels olie, drie lepels zach
te azijn, een theelepel suiker, wat
zout, een theelepel soya en wat gem-
berstroop. De sla mag niet te nat
zijn en wordt gegarneerd met fijnge
sneden gember.
(Advertentie)
BINNENVERINGBED
het beste bed ooit gemaakt
en meisjes naar het water trekken.
Er is een Engels boek over Neder
landse zeevaarders, een boek dat tot
titel kreeg: „Zout in het bloed". Heel
wat vrouwen van de waterkant heb
ben er ook last van, van „zout in het
bloed
Door net tekort aan woonruimte wordt tegenwoordig veelvuldig gébruik
gemaakt van de souterrains als woonruimte, bijvoorbeeld voor
de opgroeiende zoon of dochter. De afvoer- of verwarmingsbuizen vormen
dan een storend element. Ze kunnen gemakkelijk worden gecamoufleerd
zoals U hierbij ziet door de kroonlijst van de ramen door te trekken over
de pijpen. Natuurlijk kan het ook met stof of hardboard.
Nylons vragen een bijzondere opbergplaats. Bekleed een houten lade met
stof of zachtboard en stof (ook de bodem van de lade!). U zult dan geen last
meer hebben van de hinderlijke houtsplinters, die zo ongemerkt uw kousen
vernielen.
SCHUIMRUBBERBED
met versterkte middensector
fabrieken Zevenbergen i
Jeertig gram boter, een eetlepel
V kerrie, een uitje of wat fruitjes,
zout en aardappelmeel zijn nodig om
gesmoorde kussa te maken. De
vrucht wordt gewassen en in vier of
zes parten verdeeld, geschild en in
blokjes gesneden. Boter en kerrie
worden in een platte pan verhit. Fruit
hierin de ui (of strooi er de fruitjes
in), doe de blokjes kussa in de boter
en verwarm ze zachtjes, zodat zich
wat vocht uit de vrucht in de pan
verzamelt. Schep de groentestukjes
telkens voorzichtig wat om (indien
nodig wat water toevoegen om aan
branden te voorkomen) en laat het
gerecht tien tot twaalf minuten smo
ren. Als de blokjes glazig zijn ge
worden, wordt het vocht met wat
aardappelmeel gebonden.
Een gevulde kussa is eenvoudig te
maken: de vrucht wordt gewassen,
overlangs in twee helft gesneden en
met een lepel ontdaan van het mid
dengedeelte van het vruchtvlees en
eventuele zaadjes. Strooi wat zout in
de uitholling, kook de helften in wa
ter met zout en een beetje azijn bijna
gaar (draai de helften af en toe met
twee lepels om), leg de vruchten na
even uitlekken in een ovenschotel en
doe de vulling erin. Die vulling kan
bestaan uit roerei, uit een rest rijst
met vlees en kerrie, een stevige
kaassaus of een ragoüt (van padde
stoelen, van vlees of van vis), en wie
het erg gemakkelijk wil hebben kan
als vulling een blikje haché gebrui
ken. Met weinig kooknat wordt de
kussa goed heet gemaakt; voor het
opdienen wordt er nog paneermeel of
beschuit over gestrooid.
Van over de grenzen
Tenslotte twee buitenlandse recep
ten: eentje uit Italië en een uit
het Verre Oosten. Kussa met spa
ghetti wordt gemaakt door een ons
mager ontbijtspek zachtjes bruin te
bakken, het boven de pan te laten
uitlekken en het vervolgens in kleine
stukjes te breken. Liefhebbers van
knoflook bakken nu in het spekvet
eerst een teentje knoflook uit. Intus
sen zijn acht plakken kussa met pe
per, zout en aroma bestrooid. Het
knoflookteentje wordt uit het spek
vet gehaald en vervangen door een
gesneden ui, die na het fruiten bij
het spek wordt gelegd. Bak nu de
kussa, schuif ze opzij in de pan, bak
vervolgens een ons champignons en
tenslotte vier in plakken gesneden to
maten. Leg dit groentenmengsel op
een verwarmde schotel, strooi uitjes
en spek erover en geef er spaghetti
bij.
„Kussa by de rijsttafel" is een ge
makkelijk te maken bijgerecht voor
een echte, ouderwetse Indische maal
tijd. Bak een ui met. zout en kruiden,
doe1 er vlees of garnalen en dunne
reepjes kussa bij en wat melk of
klappermelk. Klaargemaakt op deze
manier zal de kussa geen slecht fi
guur slaan tussen de traditionele bij
gerechten van de rijsttafel.
ttet feest van de Waterman
F'
22
n groot feest!" schalde de stem van Triton de water
man. Als hij praatte leek het of er een groot orgel
2ee begon te spelen, zodat zelfs de kleinste garnaal
op de achterste rij hem verstaan kon.
„Ja, een groot feest", herhaalde het hele onderwatervolk,
„het moet een groot feest worden".
Triton de waterman was bijna driehonderd jaar oud. Van
daag had hij zijn volk bij elkaar geroepen. En iedereen
was gekomen, zelfs de kleine doorzichtige garnaaltjes, de
rose krabjes en heel kleine mosseltjes, want iedereen wist
waar het over ging. Het feest! Het feest voor de driehcyi-
derdste verjaardag van de waterman! Met een icaterman
van driehonderd jaar oud als koning teas het natuurlijk
altijd al een beetje feest, omdat hij in zijn lange leven
zoveel had meegemaakt dat hij dag en nacht door verha
len kon vertellen. En waar verhalen verteld xvorden is het
een beetje feest, waar of niet f
Maar nu kwam er een gróót feest.
Mocht U de laatste bankbiljetten uit uw „zomerkleding-spaarpotje'' aan een
extra wollen vest besteed hebben, dan is hier een tip om dat nieuwe vest
voor krimpen te behoeden. Was het de eerste keer niet met water en zeep,
maar leg het een paar uur in benzine en hang het vest daarna te luchten.
Pus deze behandeling het liefst in de buitenlucht toe in verband met het
brayulgevaar! Een tweede keer kan het kledingstuk gerust met water en
wasmiddel toorden behandeld, het zal dan niet meer krimpen. Wie er tegenop
-iet om zelf met wasbenzine te gaan manipuleren kaf haar vest ook voor
de eerste reinigingsbeurt naar de stomerij brengen; ccn chemische, behande
ling heeft hetzelfde resultaat.
Mondaine vrouwen kunnen in het vervolg niet alleen met valse wimpers,
maar ook met valse wenkbrauwen door het leven gaan. Een Parijs
schoonheidsspecialist heeft ze uitgevonden; ze zijn zacht en zyde-achtig. bijna
niet van echt te onderscheiden en volgens de uitvinder bljjven ze zitten
geen angst dus dat U ze tijdens een wat rumoerige feestelijkheid verliest
Amerikaanse mode-ontwerpers willen de vrouw Insnoeren met een zeer
brede ceintuur van lakleer, voorzien van een grote gesp. Zwart en wit
zjjn favoriet, diverse kleuren doen het echter ook goed. „De taille lykt er
smaller door", zeggen ze voor zover die taille van zichzelf natuurlyk niet
(il te breed is.
„Maar", zei de waterman,
„ik heb nog een plannetje.
Al mijn vrienden moeten op
dat feest worden uitgeno
digd. Niet alleen onderwa
terdieren, maar ook boven-
waterdieren: het paard van
de schelpenkar, die zijn voe
ten alt(jd zo voorzichtig
neerzet om geen kleine
krabbetjes te raken, de
ezeltjes die de kinderen
over het strand dragen, de
meeuwen die ons altijd
waarschuwen als er gevaar
in de buurt is of als er
een storm opsteekt. En dan
natuurlijk het kleine meisje
dat me uit het net van de
visser heeft gered". Er viel
een stilte. De onderwater
dieren keken elkaar aan.
Een heel oude bruinvis, die
zelf al twee keer door de
mensen gevangen was en
daarom wist hoe ze waren,
schoot naar voren tot vlak
bij de troon van de water
man en schudde zyn kop.
„Heel oude Triton", zei hy
eerbiedig, „U vergeet één
ding. Onderwatermensen
leven honderden en honder
den jaren, maar kleine
mensjes worden oud en
groot. Dat kleine meisje dat
U toen uit het net van de
visser heeft gered is nu
misschien wel tachtig jaar
oud. En hoe zullen we haar
ooit kunnen vinden?"
„Heel oude Triton vergeten
nooit iets", zei de water
man, „het zal heus niet
makkelijk zyn om dat klei
ne meisje van toen terug te
vinden. Maar als zij ir niet
geweest was dan zat ik nu
in een glazen huisje in een
museum. Dan was ik vast
en zeker nooit driehonderd
jaar geworden. En daarom,
mijn geliefd onderwatervolk,
moeten jullie haar voor mij
vinden. Het zou voor my
het mooiste cadeau zyn op
myn driehonderdste ver
jaardag".
Hij greep zijn drietand van
rood koraal die hy altijd in
de hand had en zwom met
grote slagen zijn paleis in.
Druk pratend bleef zijn
volk achter.
„De vissen zouden natuur
lijk tot aan de rand van
het water kunnen zwem
men", zei de oude bruinvis
na enig nadenken, „maar
het is gevaarlijk en de heel
oude Triton zal toch niet
willen dat ze zelf gevan
gen worden om zijn kleine
meisje van vroeger terug te
vinden".
„Maar wij", zeiden de klei
ne krabbetjes, „wy kunnen
best ongezien tot op het
strand kruipen en kijken
of we daar het kleine
meisje vinden".
„Maar waarom zou het klei
ne meisje dat nu een oud
mensje is op het strand
zijn?" vroeg de bruinvis.
Daar moest iedereen hem
gelyk in geven. Kopschud-
dend en hun staarten in
kronkels draaiend van het
denken zwom iedereen rond.
„En toch moet ze te vin
den zijn", bromde een oude
krab, „een meisje dat een
waterman uit het net van
de vissers redt, moet heel
veel van de zee houden. We
moeten dus zoeken naar
een oud mensje dat héél
veel van de zee houdt en
vast nog wel weet wat er
lang geleden met die water
man is gebeurd".
„Wacht eens", riep een
bijdehande garnaal, „de
meeuwen, zouden de meeu
wen ons niet kunnen hel
pen?"
De kleine garnaal kreeg er
een heleboel klopjes voor
op zijn stevige ruggetje,
want iedereen vond het, ze
ker voor een garnaal, een
schitterend voorstel.
Het hele onderwatervolk
steeg daarna omhoog en
als je op het strand zou
hebben gestaan zou je vast
hebben gezien hoe het op
één plek in de golven op
eens begon te draaien en
te kolken en dat daar dui
zenden happende bekjes,
snorren, scharen en sprie
ten boven water staken. De
meeuwen zagen het meteen
en schoten er pijlsnel op af.
De burgemeestersmeeuw
streek op de rug van de
oude bruinvis neer en hoor
de het hele verhaal aan.
Hij knikte. „Ja, natuurlyk
komen wy veel op het land.
We hebben zelfs veel vrien
den onder de mensen. Ook
oude dametjes. Maar of jul
lie kleine meisje van vroe
ger daarbij is, weet ik niet".
„Toch proberen", zei de
oude bruinvis, het gaat er
om onze heel oude Triton
een plezier te doen. Dus doe
je best".
De burgemeestersmeeuw
verzamelde alle meeuwen
om zich heen op het strand
en stuurde ze toen naar de
mensen. „Net doen of je
honger hebt. En zo gauw
je een oud dametje ziet dat
je niet wegjaagt omdat ze
weet dat je van zee komt,
let je heel goed op. Mensen
die van de zee houden we
ten wel hoe een zeemeeuw
eruit ziet. Doe je best,
jongens!"
Naar alle kanten vlogen de
meeuwen uit, recht op de
huizen en tuinen van de
mensen aan. Die keken na
tuurlijk wel wat verbaasd
om hun vrienden van de
winter daar opeens allemaal
te zien verschynen, maar
ze kwamen toch met stuk
jes brood en kliekjes voor
de dag. Maar ja. daar ging
het de meeuwen nie( om.
Uit beleefdheid aten ze na
tuurlijk wel iets, maar zo
gauw ze merkten dat er
geen oude dametjes in de
buurt waren, vlogen ze
weer verder.
Sjoerd, een kleine meeuw
met een zwart petje op,
vloog met de groten mee.
„Blyf jij maar thuis", had
den ze eerst gezegd, „want
de tocht i? te ver voor jou".
Maar Sjoerd had niet willen
luisteren en stiekem was
hij toch meegevlogen. Maar
toen de meeuwen al langer
dan jen halve dag aan het
zoeken waren, merkte
Sjoerd dat ze gelyk hadden
gehad. Zyn vleugeltjes wa
ren nog niet sterk genoeg
voor zo'n grote tocht. Hy
kon niet meer. Toen ze
weer opstegen van een tuin
zonder oud dametje bleef
Sjoerd achter in een kas
tanjeboom in die tuin. Na
een half uurtje toen hij toch
maar weer eens wou probe
ren of hy de anderen kon
terugvinden, stak hij voor
zichtig zijn kopje om één
van de grote bladeren heen.
De tuin waar de meeuwen
waren neergestreken, was
leeg en ook mensen zag
Sjoerd niet meer. Wacht
eens, wat bewoog daar ach
ter het raam van een klein
huisje dat tegenover het
grote huis van de kater
stond? Een oud dametje,
maar erg gevaarlyk zag ze
er niet uit- Ze had een kar
tonnen doos op haar schoot
en haalde daar kleine rose
en witte dingetjes uit die ze
voorzichtig voor zich op ta
fel legde. Wat dat waren
kon Sjoerd met zijn scher
pe meeuwenoogjes best zien.
*nen bh' bet zag ging
er een schok door hem
heen! Schelpjes, dat oude
dametje bekeek een doos
vol schelpjes. Ze moest vast
veel van de zee houden,
want telkens streek ze met
haar vingers over de rose
en witte schelpjes. Een hele
grote schelp hield ze een
poosje aan haar oor. „Dat",
zei de kleine Sjoerd tegen
zichzelf, „is een oud dame
tje dat van de zee houdt!"
En toen deed die kleine
Sjoerd iets wat je van zo'n
klein meeuwtje helemaal
niet verwacht zou hebben.
Hij liet zich gewoon uit de
boom vallen. Met een plof
kwam hy neer in het kleine
tuintje vol bloemen, vlak
voor het raam waarachter
het oude dametje naar de
schelpjes keek. Ze stond op
en drukte haar neusje te
gen het raam om te zien
wat er gebeurd was. De
kleine Sjoerd had zich ge
lukkig niet bezeerd, maar
toch hield hij zich heel stil
net alsof hij niet meer vlie
gen ken. „Hé", zei het oude
dametje toen ze naar bui
ten getrippeld kwam, „een
kleine zeemeeuw. Wat raar.
Hoe komt die nou In mijn
tuintje Heb je je bezeerd
Kom maar gauwJa, je
bent een zeemeeuw, dat zie
ik best- Vroeger vlogen er
net zulke meeuwen als jij
boven het strand als ik aan
het schelpjes zoeken was.
Ja, en die keer dat de visser
een waterman in zijn net
gevangen had. waren er
ook zulke meeuwen boven
zee. Ik weet het nog heel
goed!"
De kleine Sjoerd hield zich
heel stil, maar hy had wel
kunnen zingen van trots.
Het kleine meisje! Het klei
ne mei3je dat nu een oud
dametje was! Daar stond ze
en hij, de kleinste meeuw
van allemaal had haar ge
vonden! Maar nu de ande
ren, de anderen moesten net
nog weten! Hoe kwam hy
terug naar zee om het te
vertellen? O, stil eens. wat
zei het dametje? „Je rr-jt
maar eens een nachtje
goed uitrusten, kleine
meeuw. Dan nemen wy
morgen samen de bus naar
het strand en breng ik je
terug. Ja, ik ben wel te oud
geworden om die hele weg
door t»e duinen te lopen,
maar misschien kun je het
van het busstation af zelf
wel verder vinden".
En zo gebeurde het. Net
toen het oude mevrouwtje
was uitgestapt uit de bus
en Sjoerd, die ze in haar
boodschappenmandje mee-
^g|L
genomen had, wou laten
vliegen, kwamen de strand-
ezeltjes het plein van de
bussen op. „Ho, ho", riep
Sjoerd, die wist dat ook zij
naar het dametje zochten.
„Hier is ze, hier is ze! Ik
heb haar gevonden."
De ezeltjes stonden stokstyf
van verbazing stil. Hun
baas, een heel oude man
al, begreep er niets van. Hy
keek zijn ezels aan, keek
naar Sjoerd op de rand van
het mandje en toen naar het
oude dametje. „Nee'maar",
zei hij, „als dat niet het
kleine meisje is waarmee
ik vroeger op het strand
„Dag Martijn", zei het da
metje, want zij had de ezel
drijver ook herkend.
„Nee maar", zei hij nog
eens, „hoe is het mogelyk.
Na zo veel jaar. En nog
altijd dol op de zee".
„Ja", zei het dametje een
beetje treurig, „alleen kan
ik de zee niet meer zien.
't Is te ver voor me zie je,
die hele weg door de dui
nen."
„Wacht even!" lachte Mar
ty n en met zyn nog altijd
heel sterke armen tilde hij
het dametje op de rug van
de voorste ezel.
En zo zag de oude bruinvis
die net een luchtje hapte,
haar aankomen. Ze zat als
een koningin op de ezel en
op haar schouder, dat snap
je, zat Sjoerd. Boven haar
vloog een hele wolk meeu
wen die het verhaal natuur
lyk al in geuren en kleuren
van de kleine meeuw had
den gehoord.
Mensen die die dag op het
strand waren hebben met
hun eigen ogen gezien hoe
uit zee ccn grote baardige
waterman met een drietand
in de hand oprees en vro
lijk wuifde naar een oud
dametje op een ezel. De
meeste mensen vinden het
zo'n raar verhaal dat ze
het niet geloven. Die men
sen moeten ook maar nooit
naar het huisje van het
oude dametje toegaan.
Maar wi' er meer van wil
weten moet haar maar eens
gaan vragen hoe het verder
ging. Ze kan je urenlang
vertellen over de driehon
derdste verjaardag van de
watet.iian waar ze zelf Dy
is geweest, samen met de
ezeltjes, het schelpenpaard,
de meeuwen en alles wat op
of onder het water van de
zee leeft. En heel trots zegt
ze iedere keer: „en ik was
het mooiste cadeautje!"
Mies Bouhuys