*j)aqina
/Heotóiitv
Vredestein in Wissenkerke:
„Net één groot gezin!"
KINDERKRANT
D
Het avontuur van Haagje Dis
HANDWEVEN: schone kunsi,
maar moeilijker dan hei lijkt
NOTEN ZIJN
GEZOND SNOEPGOED
Er
Veebless l
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 4 AUGUSTUS 1962
i Mejuffrouw L. A. Deurwaarder:
„Ik kan niet zo best meer zien
t maar breien gaat nog best".
(Van onze redactrice.)
Het komt eigenlijk allemaal
uit de doofpot, dit verhaal
over het bejaardentehuis Vre
destein in Wissenkerke.
Die doofpot staat in de kamer
van de dames L. A. Deurwaar
der en W. H. Maris-van der
Maas, waar wij eens een keer
terecht kwamen bij een toeval
lig bezoek aan het bejaarden
tehuis.
Het is een H»3ldschone antieke
doofpot, die momenteel in ge
bruik is als.... snoepdoos. Er zit
ten zuurtjes en chocolaatjes, in
•eierkoeken en kleine cakes. En
iedereen die op bezoek komt bij
de dames wordt gul getrakteerd
uit die doofpot, want „daar
blijft het zo lekker vers in". Zo
iets is met te versmaden en dat
zijn de vrolijke verhalen van de
beide bewoonsters al evenmin.
En daarom zijn we deze week
teruggegaan naar Vredestein.
We kregen prompt weer een
snoepje uit dc doofpot.
De beide dames zijn al vriendin
sinds haar kinderjaren, doordat
haar moeders ook vriendinnen wa-
„Negentien jaar hebben wij samen
gewoond in Wissenkerke", vertelt
mevrouw Maris. „Toen kreeg mijn
vriendin een oogaandoening. die
haar bijna blind maakte. Dat is nog
lang niet beter. Ik had geen lust
meer om alles in huis nog zelf te
doen. We wilden toen wel hier in
het bejaardenhuis. En laat er toen
net plaats wezen! Verleden jaar. net
op sinterklaas zijn we hier komen
wonen".
„Viel het dan niet tegen uw eigen
huishouding aan kant te doen?"
„Jawel, dat was naar. En het was
helemaal akelig, dat de meubelen zo
weinig geld opbrachten. Vier stoe
len en twee crapauds, nog goed in de
veren en het trijp, gingen voor vier
gulden weg. Kijk, dat was nou echt
jammer. Maar ja, we konden hier
niet zo veel plaatsen en zeker geen
zware meubelen. We hebben nieuwe
moderne stoelen gekocht".
Bureau voor niks
Voor het raam staat nog een oud
kabinet. Er staat een kamer
scherm omheen om het te bescher
men tegen de zon. „Oude meubelen
kunnen niet zo best tegen de droge
warmte van centrale verwarming",
vertelt mevrouw Maris. Een beetje
spijtig voegt ze er aan toe: „Ik had
hier een mooi antiek bureautje,
maar dat staat nu bij familieleden.
Het was niet bestand tegen de cen
trale verwarming. Jammer, want
het was zo'n mooi bureautje.
We hebben er nu een bergmeubel
staan, maar daar hebben we heel
wat meer voor moeten betalen, dan
voor het bureautje indertijd. Myn
schoonvader kocht het op een vendu
voor een tientje. En stel je voor,
toen hij he* thuis kreeg, bleek, dat er
nog een tientje inzat ook
Het wonen in een bejaardenhuis be
valt de dames best. Ook het samen
wonen in één kamer.
„Ach, als we al eens wat hebben,
dan zeggen we een tijdje niks tegen
elkaar en dan begint één van ons
wel weer te praten: dan is 't over!"
Huize Vredestein is in 1958 (toen
het 34 jaar in gebruik was) ver
groot en geheel gemoderniseerd. Het
ziet er van binnen én van buiten
bijzonder gezellig uit.
„Het is prettig, dat het maar betrek
kelijk klein is", vinden de dames.
„Weet D, mijn schoonzuster zit in het
nieuwe bejaardenhuis in Kortgene.
Het is daar wel mooi hoor. Alles is
een beetje luxer hè? Maar het is
twee keer zo groot als dit huis. Hier
voel je je net een groot gezin met
z'n allen.
We eten ook met z'n allen en dat is
ook veel fijner, dan eten. op je kamer.
Mevrouw leeft met alles mee en me
neer is bijzonder netjes op de tuin!"
prijst mevrouw Maris.
„Mevrouw en meneer" zijn mevrouw
B. Pattenier-den Engelsman en de
heer P. Pattenier- Zij hebben de lei
ding in dit huis sinds november van
het vorige jaar. Toen ging er een
hartewens van mevrouw Pattenier in
vervulling. Zij had al in heel wat te
huizen praktijk opgedaan, maar ze
wilde nu dan toch wel graag zelf
standig leiding geven. Haar echtge
noot brengt heel wat uren van de dag
door in de tuin van het bejaarden
huis. Er is weliswaar een tuinman,
maar er blijft nog genoeg over voor
de heer Pattenier, die met name
trots mag zijn op de prachtige rozen
tuin.
„Het enige, wat aan dit verder doel
matig ingerichte huis mankeert is
een ziekenkamer", vertelt de heer
Pattenier. „Dat gemis voel je vooral,
,,'fc Heb het hier best hoor en ik j
i verveel me niet", horen we van
mejuffrouw G. van der Maas.
Gebonden" saus
Voor soepen en sausen die een klein beetje bindmiddel nodig hebben maar
beslist niet echt „gebonden" mogen worden, neme men géén bloem maar
maizena. Een theelepeltje of anderhalf wordt aangeroerd met water én een
scheutje worcestershiresaus, en aan de kokende vloeistof toegevoegd. Het
resultaat: een heel lichte binding en een pittiger smaak.
Interieurmode
Ook de Amerikaanse vrouw doet mee aan de nieuwe modegril op inte
rieurgebied: ouderwetse glazen apothekersflessenin allerlei vormen
en grootten doen dienst als decoratief element in haar woning. Om ze nog
decoratiever te maken, stopt ze ze vol met schelpjes, bizar-gevormde stenen
of stukjes gekleurd glas, of ze vult ze voor tweederde met gekleurd water:
blauw bijvoorbeeld. Andere nouveautés op interieurgebied uit Amerika:
brokken ruwe bazaltkei niet té groot natuurlijk worden achteloos ge
deponeerd tussen de bloempotten op de vensterbank, matglazen badkamer
ruitjes worden geschilderd in een kleurig mozaxekachtig dessin. En wie een
tuin met vruchtbomen bezit, hakt daar een paar flinke takken af, zet ze
klem" tussen wat bakstenen in een mand of pot en geeft vervolgens de hele
creatie een plaats in de hal als extravagante kapstok voor hoedjes en sjaals
Laaisie druppel
- laatste druppel parfum of lotion krijgt men tóch niet uit het flesje
En omdat goede parfums en lotions peperduur plegen te zijn, trekt men
van dat laatste druppeltje geur nog zoveel mogelijk profijt door het flesje
(zonder dop) tussen de lingerie te leggen, of het met een dun koordje in
de klerenkast te hangen. Liever niét in de k lerenkast van uw echtgenoot
want mannen mogen dan met plezier af en toe veel geld uitgeven voor zo n
flesje reukwater voor de beminde, de geur zélf houden ze liever verre
van zich!
Bouwnieuwijes
- keukenkruk is, in de eenvoudigste uitvoering, wel in elke keuken aan-
Ej wezig: een meer „veredeld" exemplaar met kunstleren rugleuning
en zitting draaibaar op vier chroomstalen poten is ongetwijfeld een
wensdroom van huisvrouwen met een zware dagtaak. Wie zoveel mogelijk
huishoudelijke karweitjes zittend afdoet en vurig verlangt naar zo'n tot
zittend nodend krukje: het Bouwcentrum te Rotterdam exposeert een fraai
en handig exemplaar in één van zijn modelkeukens.
Eveneens in het Bouwcentrum is sinds kort in het kader van de tentoon
stelling „Kopen en knopen" een „automatische winkel m bedrijf te
zien Een opzienbarend apparaat, bestaande uit een „etalagewaarin ge
nummerde en geprijsde artikelen liggen waaruit (na geldinworp) met een
nummerschijf kan worden gekozen. Achter de schermen gaat dan een ver
bijsterend systeem van draadjes en transportbanden werken, waarna het
gewenste artikel in een kastje aan de voorkant verschijnt en met één hand
greep kan worden gepakt. De winkel-van-de-toekomst? Het apparaat opent
wel perspectieven voor het soort huisvrouw, dat op de vreemdste ogenblik
ken de was wil opzetten en dan ontdekt, dat de zeeppoeder op isOveri
gens is het automatisch winkelen in deze provisorische opzet een opvallend
luidruchtige aangelegenheid! Maar daar zullen de ontwerpers hopenlijk iets
op vinden, wanneer hun geesteskind te zijner tijd een perhianente verschijning
in de winkelcentra gaat worden.
Zo heerlijk als vandaag is de wereld nog nooit ge
weest" dacht Haagje Dis, „dit is een heel bij
zondere dag. Ik voel dat er vandaag grote dingen
gaan gebeuren". Het was ook heerlijk buiten. De zon
scheen aan een lucht zonder wolken. Vlinders dwar
relden boven de hei, de wilde roos had ai haar bloe
men tegelyk opengedaan en de vogels zongen al van
het eerste morgenlicht af. Haagje Dis, het kleine hage
disje had eerst gekke spelletjes gedaan. Hij had gezig
zagd tussen de varentjes in het bos; tjoep, een groepje
varentjes in en dan tjoep er weer uit en net gedaan
alsof hy heel verbaasd was als hy uit het groene licht
opeens weer terug in de zon was.
Daarna had hij een hele sen moeten zuchten van be-
poos geritseld in de heg. wondering.
Wal ritselen precies was Haagje Dis wachtte af. En
kon Haagje Dis je ook niet opeens... Daar was het.
vertellen. Het was zoiets „Zoef... zoef", hoorde hij.
als heen en weer schuiven Hij sperde zijn oogjes wijd
op je buik en de droge tak- open en daér van een klein
jes die er lagen laten knap- heuveltje af rolde het grote
pen en tikken. Een heel verschrikkelijk dier op hem
leuk spel, vond Haagje Dis, af. Het ging zó hard dat je
maar je moest toch ook zqn poten niet eens kon
weer eens iets anders. En tellen en het was zó groot
daarom lag hij nu op een dat Haagje Dis van angst
platte steen, die door de bijna was teruggeschoten
zon zo warm als een oven- in de veilige heistruikjes,
tje was gestoofd, na te den- Maar nee. In plaats van
ken over wat hij nu zou achteruit schoot hij vooruit
gaan doen. Het moest iets en kwam midden op het
groots zijn, iets bijzonders, pad, nog maar een paar
dat stond vast. meter van het vreselijke
Eigenlijk kon Haagje Dis dier vandaan terecht- Het
niet eén dier bedenken dat grote zoef-dier stoof op
gevaarlijk genoeg was. Het hem toe en even ging het
moest een dier zijn, waar- door de kop van Haagje Dis
over je aan je vrienden kon heen, dat er nooit meer
vertellen. „Raad nou eens zig-zag-spelletjes. ritselen
voor wie z'n voeten ik ben in varentjes en liggen op
gaan lopen!" zou je moeten warme stenen voor hem zou
zeggen. En als je dan ver- bestaan. Maar toen
telde wélk dier het was, „Pie...iep", deed het mon-
zouden de andere hagedis- ster-dier en met een schok
stond het stil. Haagje Dis
durfde het eerst niet te ge
loven. Voor hém, het grote
zoef-dler hield stil voor
hém! Eén seconde nog
wachtte hij af of er nu niet
iets vreselijks gebeurde,
maar nee: het dier wachtte
werkelijk. Haagje Dis had
gewonnen. Hij was een heel
bijzonder dier en dit was de
grootste dag van zijn leven!
Met één vlugge zig-zag was
hfl terug in de hei. Achter
hem zette het dier zich
weer in beweging. „Jon
gens!" riep Haagje Dis, die
in een bremstruik was ge
klommen van waar hij de
hole hel kon overzien, „jon
gens! Kom!"
Van alle kanten schoten
hagedissen toe, want zo'n
opgewonden stem op een
dag dat je alleen maar lui
kunt zijn, moest iets heel
bijzonders betekenen. Nou,
en dat was het ook. Met
open bekjes luisterden ze
naar het verhaal van Haag
je Dis. die het verschrikke
lijke dier voor de voeten
had gelopen en het had la
ten stilstaan en wachten
tot hij, Haagje Dis, zin had
om opzij te gaan. Alleen de
jonge hagedissen, die na
tuurlijk verschrikkelijk ja
loers waren op hun vriend
je, wilden het verhaal niet
geloven. „O, wacht maar",
riep Haagje Dis, „dan zal ik
het nog eens doen. Waar
één zo'n verschrikkelijk
dier is, zullen er wel meer
zijn. Kom maar mee. Dan
laat ik er nog één stoppen".
Een lange rij hagedissen
volgde Haagje Dis naar het
rijwielpad dat dwars over
de hei liep. Ze stelden zich
langs de kant op en keken
met open bekje hoe Haagje
Dis midden op dat harde,
droge pad ging zitten.
„Ach, hij weet naturlijk al
lang dat er helemaal niet
zo'n zoef-dier bestaat!" rie
pen de kleine hagedissen
plagend. Ze waren met z'n
allen in een van de paaltjes
langs het pad geklommen
en keken jaloers naar hun
vriend. Maar ze waren nog
maar net uitgesproken of
„zoef-zoef", daar naderde
weer zo'n verschrikkelijk
dier. De kleine hagedissen
vielen van angst van hun
paaltje, de andere doken
verder terug in de hei,
maar Haagje Dis bleef zit
ten. Zó zeker was hij ervan
dat het zoef-dier wel weer
zou stoppen. „Zoef... zoef...
RinkeldekinkelRing-
kink... deed het dier. Maar
Haagje Dis ging niet opzij
en daarom deed het dier:
„pie-iep..." en stond stil.
Maar het ging niet als de
vorige keer. Van de rug van
het grote zoef-dler af
sprong een tweede dier: een
tweevoeter! „Ai... ai...!"
deden alle hagedissen langs
dc kant, want de tweevoe
ter bleek ook nog twee
voorpoten te hebben en
daarmee greep hij Haagje
Dis, die verlamd van schrik
op het rijwielpad zat en
niet meer weg kon komen.
„Een hagedis!" riep Hansje
Stins, die van zijn fiets was
gesprongen en nu het kleine
hagedisje in zijn hand hield.
Hü wachtte op zijn vriend
jes die een beetje achter
waren geraakt bij het trap
pen tegen het heuveltje op
en liet hun zijn vangst zien.
„Leuk, joh!" riep Hansjes
vriend Gys, „je moet hem
in je terrarium doen en dan
nemen we hem na de va
kantie mee naar school!"
„Terrarium? School? Niet
één van de hagedissen ken
de die woorden, maar ieder
een begreep dat het iets
vreselijks moest zijn en alle
oogjes langs de kant vulden
zich met tranen, want al
was Haagje Dis dan een
eigenwijsje, zó iets gunde
toch niemand hem.
„Hoe nemen wc hem mee?"
vroeg Hans.
„Wacht maar, joh, in mijn
petje!" zei Gijs en hij zette
zijn wielrennerspetje af en
deed Haagje Dis daarin.
Voorzichtig ging het petje
toen weer op zijn hoofd, alle
jongens beklommen hun
zoef-dieren en zoef... zoef..,
weg waren ze, nagestaard
door een leger hagedissen.
In het kriebelige haar van
Gys en onder dat donkere
petje zat Haagje eerst ver
stijfd van schrik. Maar hij
wist: als ik er ooit nog uit
kom, dan nu! En daarom
begon hij te kronkelen en te
zigzaggen in het haar van
Gijs. Gijs schaterde, slinger
de inet zijn stuur van het
lachen en kwam aan de
leant van het rijwielpad te
recht. „O, jongens", grin
nikte hij, terwijl hij het pet
je van zijn hoofd nam, „zó
kan ik niet rijden. H(j krie
belt me".
„Nou, laat hem dan maar",
zei Hans, die zag hoe ang
stig het hagedisje in het
petje heen en weer spartel
de. Voor Haagje het zelf
begreep was hij vrij. Om
hem heen was hei, warme
stenen, vlinders, bijen en
vriendjes-hagedissen. Haag
je Dis deed zijn ogen wel
tien keer open en weer
dicht omdat hij niet durfde
geloven dat het voorbij was.
Maar het w&s zo. Haagje
Dis had zyn avontuur ge
had en de grote dag van
z(jn leven beleefd. Wijs als
een oude hagedis zocht hij
de warmste steen, waar je
hem als je over de hei
fietst, vast zult zien zitten.
Mies Bouhuys
(Van onze medewerkster)
Het lijkt er op, dat de Neder
landse vrouw bezig is met de
her-ontdekking van een oud am
bacht: het handweven. De be
langstelling voor de weefkunst
is op hel ogenblik stijgende in
ons land aspect van het zoe
ken naar een interessante en
duurzame vrijetijdsbesteding
Of alleen maar een mode-ver
schijnsel?
„Misschien is het een reactie op
Nederlandse vrouwen gaan fT~~*7Kj
oud handwerk her-onidekken
Zo'n zakje eierkoeken hou je
lekker vers in de doofpot. En zo
iets is zo lekker voor je naar
bed gaat", zegt mevrouw W. H.
Maris-Van der Maas.
Noten liggen tegenwoordig in zo
veel soorten in de winkels, dat
het moeilijk is om ze uit elkaar te
houden. Amandelen, hazelnoten, de
cashewnoot en de okkernoot: ze zijn
er in gezouten en ongezouten toestand
en ze mogen in geen enkel bittergar
nituur ontbreken. Eigenlijk zijn no
ten „snoep voor grote mensen"
snoep die echter ook voor kleine
mensjes geschikt is en voor de laat
ste categorie heel wat gezonder is
dan kleverige zoetigheid!
Veel noten bevatten vrij veel eiwit,
ze hebben bovendien een niet te ver
waarlozen gehalte aan vitamine B.
Geef opgroeiende kinderen gerust
eens noten bij wijze van snoepgoed
en laat het hele gezin van tijd tot tijd
eens een nootje kraken door noten in
de maaltijd te verwerken. In sommi
ge koude salades smaken walnoten
heel opmerkelijk, in alle mogelijke
desserts kunen noten worden ver
werkt: heel, of in geroosterde en ge
malen (of gehakte) toestand. Roer
eens wat noten door een vanille- of
chocoladevla, door caramelvla of
griesmeelpudding het is weer eens
een ander smaaitje en de gezondheid
van de dierbare gezinsleden vaart er
wél bij
als e.r iemand van een twee-persoons
kamer ziek wordt". Maar verder
heeft het echtpaar niets dan lof.
Vrije tijd geen probleem
En wat doet men nu zo'n hele
dag? Voor de meeste bewoners
"bestaat er echt geen vrijetijdspro-
bleem. De dames helpen wat in de
huishouding, als ze daar voor voelen.
Er zijn afwas- en afdroogploegen, er
worden aardappels geschild en dan
zijn er ook nog de pnvéliefhebberijen.
Men kan gaan wandelen, breien, ha
ken en lezen bijvoorbeeld.
Mejuffrouw Deurwaarder breit, on
danks het feit, dat ze het bijna niet
kan zien, pannelappen en washand
jes voor het Rode Kruis en ze brengt,
als dat zo uitkomt, haar medebe
woonsters medicijnen. Mevrouw Ma-
ris breit voor haar neefjes en nicht
jes.
Eén mevrouw in het huis. die al over
de tachtig is, leest boeken van Char
les Dickens, dat is toch echt geen
simpele kost.
Nee hoor, wie denkt, dat het een
saaie boel is in zo'n bejaardenhuis,
die komt bedrogen uit. Men heeft nog
genoeg om handen om zich niet te
vervelen.
Fijn uitzicht
Dat zegt ook mejuffrouw G. van
der Maas, die een hoekkamer
boven bewoont. Het trappenklimmen
is voor deze 79-jarige dame geen en
kel bezwaar. „Fijn uitzicht heb ik
hier hè?" en ze wijst trots uit de
beide ramen". Lekker zonnig is het
hier ook". Dat zien we, want hele
rissen geraniums zijn in een hoek
van de kamer gezet, omdat ze in de
vensterbank te veel zon zouden krij
gen.
„Krijgt U wel eens bezoek?" is on
ze laatste vraag.
„Ja hoor, we mogen hier net zo veel
eh net zo vaak bezoek ontvangen als
we willen. Op elk uur van de dag".
„Als U in de buurt komt. komt U
maar langs", knipoogt mevrouw Ma-
ris bij het afscheid, „kunnen we nog
eens snoepen uit de doofpot".
de massaproduktie waarvan de
resultaten in alle winkels liggen
misschien een kwestie van
zoeken, iets dat weer voorbij
kan gaan. Maar de belangstel
ling van de zijde der huisvrou
wen voor de weefkunst is in
ieder geval groot op het ogen
blik", zegt mejuffrouw H. A.
Koopmans te Amersfoort.
Ze is zelf handweefster, ze geeft
bovendien les in de weefkunst.
Men kan haar vinden in het verruk
kelijke oude gebouw nummer 11 in
de Amersfoortse Krankeledenstraat:
het eeuwenoude Kapelhuis. In het
smaakvolle visitekaartje van het Ka
pelhuis staat haar naam, Hyke Koop-
mans, bij de afdeling handgeweven
stoffen tussen de namen van vele
andere kunstenaars die hier onder
het motto „Kunst in het Ambacht"
exposeren: met edelsmeedwerk,
handgeweven en handbedrukte stof
fen, met hout en ivoor, keramiek, mo
zaïek en leerwerk.
De eigenlijke weverij is niet meer in
het Kapelhuis gevestigd; men „groei
de eruit" en daarom verhuisde de we
verij naar een ander historisch stukje
Amersfoort: de Koppelpoort. Het Ka
pelhuis werd showroom al past
deze gestroomlijnde naam slecht bij
dit oude gebouw!
„Twaalf jaar bestaat de weverij nu",
zegt mejuffrouw Koopmans, „op ze
ker ogenblik zijn we gaan speciali
seren in het maken van japon- en
rokstoffen. We werken met vier da
mes voornamelijk met leerlingen.
Soms zyn het al wat oudere meisjes
met een behoorlijke vooropleiding die
„het" tot dan toe niet hebben kun
nen vinden soms meisjes die
eigenlijk naar de Kunstnijverheids
school hadden gewild.
De opleiding voor de vereiste vak
diploma's duurt ongeveer twee jaar,
de gegadigden moeten zich dan ook
voor twee jaar verbinden. Maar
eigenlijk zou zo'n opleiding net zo
goed tien jaar kunnen duren er
komt zo veel kyken by dit vak!"
Met de laatste opmerking zit hand-
weefster Hyke Koopmans met
een midden in de problemen die met
de weverij samenhangen. „Want een
vak is het", zegt ze, „men moet het
materiaal leren kennen, ontdekken
hoe het op de juiste manier kan wor
den gebruikt en dat leren duurt
lang! Heus, de meeste mensen weten
niet waaraan ze beginnen als ze op
een goede dag het weven als „hobby"
willen gaan nemenOok het les
geven in dit vak is moeilijk, er ko
men zoveel technische zaken bq.
Maar al te technisch mag het onder
richt natuurlqk ook weer niet zqn".
Zelf kreeg mejuffrouw Koopmans
haar opleiding aan de Nederlandse
Kunstnijverheidsschool in Amster
dam. „De enige gedegen vakopleiding
in ons land andere scholen hebben
het weven ook wel op het lesrooster,
maar als bijvak".
Een ander probleem is, dat de Ne
derlandse fabrieken die de materia
len leveren, niet op de activiteiten
van amateur-weefsters zyn ingesteld.
Pas als men gediplomeerd is kan
men materialen rechtstreeks van de
fabriek betrekken, wat het weven
financieel gesproken natuurlijk aan
trekkelijker maakt.
In Zwitserland en in de Scandina
vische landen bijvoorbeeld zijn de
fabrieken wel ingesteld op het zelf-
weven van de bewoners van die lan
den. „In sommige delen van Zwit
serland", zegt Hyke Koopmans, „me
ren de meisjes haar eigen uitzet nog.
In Nederland daarentegen is het we
ven nooit een echte volkskunst ge
weest
Daarby komt dat er in Nederland
tot nu toe weinig voorlichting over
de weefkunst is gegeven, er is bo
vendien weinig vakliteratuur. Hand
weefster Hyke Koopmans is bezig
met het samenstellen van een boek
over deze materie, waarin ze ongc-
twyfeld zal trachten om de weef
kunst te verlossen van het aureool
der „leuke vryetijdsbesteding!"
Niet eventjes weven"
jjlITant als de mensen zich een-
W maal in het hoofd hebben ge
zet om de weefkunst machtig te wor
den, denken ze: en dan weet ik zelf
aparte gordynen, en een nieuwe stoel-
bekleding en ook nog eventjes een
theemutsDat „eventjes" zal
Het Kapelhuis te Amersfoort
binnen de muren van dit fraaie
oude gebouwtje kan men veel ho
ren over en zien van de hand
weefkunst, die op het ogenblik
bijzonder in de gunst staat bij
de Nederlandse vrouxo. Het Ka
pelhuis is elke maandag, donder
dag en zaterdag van 9 uur 's mor
gens tot half 6 's avonds geopend.
voor heel wat nieuwbakken weefsters
een harde noot worden om te kraken.
Want weven moet men niet „even
tjes". Weven is, om mejuffrouw
Koopmans te citeren, „niet een beet
je bezigheid in verloren uurtjes; het
is het combineren van de eisen en
eigenschappen der materialen met
nog een aantal andere factoren
het resultaat moet een kunstuiting
met een alleszins persoonlijk cachet
zyn. En één van de belangrijkste fac
toren is zelfwerkzaamheid: weven
krygt pas betekenis als men met al
deze factoren zelf iets helemaal heeft
gewrocht misschien is dit het bes
te woord ervoor!"
Bedekselsuit de tijd
De amateur-weefster zal op zeker
ogenblik met nog een ander
vraagstuk te kampen krijgen: wdt
gaat ze weven? Want kleedjes, lo-
pertjes en soortgelijke „bedeksels"
zyn uit de tijdMet kussenover
trekken en handtassen kan men ook
niet eeuwig blijven doorgaan, en voor
het maken van sjaals, rokken en
soortgelijke kledingstukken is weer
méér vakkennis, smaak en aanleg
nodig. Bovendien kan men dus voor
al die zaken het materiaal niet voor
delig genoeg inkopen.
Ilandweefster Hyke Koopmans wil
de Nederlandse vrouwen die zich tot
de oude weefkunst aangetrokken
voelen, bepaald niet ontmoedigen
daarvoor houdt ze zelf te veel van dit
ontegenzeglijk boeiende bedryf. Maar
wel wil ze iedereen die eraan wil be
ginnen, liet „bezint eer ge begint"
voorhouden. Want het is altijd jam
mer wanneer een met enthousiasme
begonnen hobby op niets uitloopt
het is dubbel jammer wanneer die
hobby studie, tyd én geld heeft ge
kost!
Advertentie)
BINNENVERINGBED
hel beste bed ooit gemaakt
i
Jjootlwill
SCHUIMRUBBERBEDT
met versterkte mlddenscctor
fabrieken Zevenbergen i
Dit warme pakje voor de volgende herfst uit de collectie van Harella s
in Londen, is gemaakt van wol, verweven met zogenaamd „Mousbryl".
De rok klokt zeer wijd, het nauwsluitende jasje heeft grote zwarte knopen
I en een zwart patentlederen ceintuur. Een zwarte bontkraag siert de hals.
rWWWVWWVWWV\nAAA/WWWWVWWWWWVVWVV\/WVWWWVWWVWVVWWVWVVWVVU