LEXINGTON
JV
MAASTRICHT gnuift
nóg na om
monsieur Ie docteur
Fransman, Nederlander en Belg
op schattenjacht in Zuid-Afrika
Catastrofaal onweer
gelukkig zeldzaam
Vacantie
met Lexi
DE NIEUWE
KLEURENDE
SHAMPOO
Zwendelaar in „Lintjes" in het gevang
- t
In stilte aan
België uitgeleverd
Essoj
DE BOEKENPLANK
DONDERDAG 12 JULI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
9
j
w
'Sii
(Van onze correspondent)
„Monsieur le docteur", de kleine
ronde Waal die een jaar geleden
Maastricht deed schuddebuiken
van de lach als grossier in valse
pauselijke onderscheidingen, is ge
ruisloos uit Nederland verdwenen.
Percy Denise Pasleau (30) werd
door de vreemdelingenpolitie uit
geleverd aan de Belgische justitie.
Verleden jaar, zaterdag 1 juli, werd de
welbespraakte Belg uit Hoey, bij Luik,
door de Maastrichtse politie tijdens het
uitreiken van een vals „lintje" ten huize
van de Maastrichtse journalist P. van
K. gearresteerd. Bijna elf maanden ver
bleef de „hooggeleerde professor" met,
de rosse ringbaard en donkere bril, le
zend, studerend maar vooral goed etend
in het huis van bewaring te Maastricht,
Een verzoek van zijn verdediger de ge
vangenhouding, die al te lang duurde, op
te heffen, werd door de officier van jus
titie ingewilligd. Vergezeld door de
vreemdelingenpolitie werd hij in Eysden
aan de Belgische politie overgegeven.
Hij werd met open armen ontvangen,
want in België was zijn strafblad niet
zo humoristisch als de oplichting
munt slaan uit de ijdelheid in de
Limburgse hoofdstad.
Strafblad
Percy Pasleau was in België by ver
stek veroordeeld tot vyf maanden ge
vangenisstraf voor het dragen van
valse onderscheidingen, tot drie
maanden voor het veroorzaken van
een verkeersongeluk onder invloed
en drie jaar gevangenisstraf had hij
nog te goed voor een aanranding met
geweldpleging van een jongetje van
15 jaar, uit de omgeving van het
dorpje Iloef. Dat gebeurde in 1954
en sindsdien was Pasleau voortvluch
tig. Hij dook onder in Parys, avon-
turierde in Korea, in Casablanca en
Rabat.
Wat hij in Noord-Afrika uitspookte
bleef tot nu toe onopgehelderd. Tussen
zijn zwerftochten door verscheen hij
clandestien in Brussel in de pij van een
kloosterbroeder. Even voor carnaval
verleden jaar streek deze vreemde vo
gel, gekleed in een kakipak, op een
schoen en een slof in Maastricht neer.
Een onrustig man die van het ene ge
huurde zolderkamertje naar het andere
zwierf, van hotelletje naar hotelletje.
In bierdrinken, praten en pijproken was
hij een meester. Van z|jn moeder, die
in het Belgische industrieplaatsje Hoey
in de rue Sainte Cathrine, nummer 12,
een smalle levenloze straat, een winkel
tje drijft in tabak en zwak-alcoholische
dranken, kreeg hij geld gestuurd. Haar
enig kind Percy, was een verwend zoon
tje met een pienter stel hersens. Op de
lagere school al verslond hij de boeken
over het leven der Franse koningen.
Toen hij op het atheneum zat was er
geen boek over de geschiedenis van de
heraldiek en de adelyke families meer in
de stadsbibliotheek van Hoey, of stu
dent Percy had het gelezen.
Graff de Surmont
Na zyn eindexamen liet hy zich In
schreven aan de universiteiten van
Luik (archeologie) en Gent (filoso
fie). In Brussel voor een cursus jour
nalistiek en publiciteit. Geen enkele
studie maakte hy af. Zyn publikaties
bleken gekopieerd. Percy Pasleau
werd vertegenwoordiger in likeuren
en reed met een mooie wagen rond.
Zo kwam hy in contact met de jonge
adel in Namen en omgeving. Onder
scheidingen sierden z|jn knoopsgat.
Graaf Pasleau de Surmont. noemde
hy zich. Toen kwam de autohotsing
onder invloed en de aanranding. De
pseudo-graaf vluchtte naar het bui
tenland.
Zo raakte hij ook in Maastricht ver
zeild, Net voor carnaval. Op het drie
daags feest der zotheid verscheen Pas
leau op straat als stuurman van de
koopvaardij. Drie gouden banden tooi
den zijn mouw. Ringbaard en pijp waren
echt. Niet zijn kapiteinspet, visitiekaart-
je „Pierre de Surmont, kapitein ter
koopvaardij" zijn paspoort en ver
halen. Hij zag de rinkelende blinkende
schertsonderscheidingen van carnavals
prinsen en „ministers". Hij zag de in
ieder mens schuilende ijdelheid. De vro
lijke Limburgse hoofdstad was een pro
vinciestad naar zyn hart. Een tempera
mentvolle stad, vertelde de „kapitein"
ieder die het noren wilde: „Deze stad
ligt me. Ik ben latinist en in Franse
geest opgevoed". Met verve vertelde de
ze uitstekende causeur zijn verhalen
over Zuid-Amerika, Japan, Afrika en
India. Zo „tussen twee zeereizen door",
was hij naar Maastricht gekomen om
een studie te maken van de twee zus
tersteden Luik en Maastricht en het
Belgisch Gallië. Die studie „Romeins-
Byzantijnse historie is mijn specialiteit"
maakt hij L. het stadsarchief en in
de beroemde bibliotheek van het Cani-
sianum der Paters JeSuïten aan Ton-
gerseweg. „In die bibliotheek vindt ik
alles wat ik voor mijn studie nodig
heb". Dat was géén leugen. Uit de kost
bare nu waardeloos geworden
standaardwerken, sneed de Belg met
een scheermesje heraldieke afbeeldin
gen.
Foto-copieën
In zijn pensionkamertje, tegenover
het klooster, maakte h(j er fotoco-
pieën van. Een tekenaar kreeg de
opdracht de afbeeldingen, met een
kleine wijziging, na te tekenen. Zo
fabriceerde hij de valse diploma's
voor zijn onderscheidingen en de be
noemingsbrieven. De onderscheiding
zelf een paars-blauw gestreept
draaglint met bewerkt kruis liet
hij met dozijnen uit Brussel ko
men.
Zelf schreef hij met de gegevens uit de
bibliotheekboeken, een geschiedenis over
de gefantaseerde Vaticaanse orde. Met
een kleine variant op een bestaande on
derscheiding in Constantinopel noemde
hij zijn decoratie „Ordre équestre de Mi-
lice de Jésus Christ" (Ridder in de orde
van de militie van Jezus Christus). Met
de diploma's liet hij tegelijkertijd nieuwe
visitekaartjes drukken. Op het ene
kaartje was hy „Doctor honoris causa
Percy Pasleau de Surmont, lid van de
academie der klassieke Philologie te
Rome", op een ander „Graaf Percy Pas
leau de Surmont", of „Prof. P. Pasleau
de Surmont, dr. h.c. in de letteren en
wijsbegeerte". Kwistig reikte hij zijn
naamkaartje uit. Het liefst in hogere
kringen. Vertrouwelijk liet hij zich
„Monsieur le docteur" in Maastricht
noemen. De handige „Kapitein van
Köpenick" kreeg contacten. In de ge
sprekken bracht hij met zijn klaterende
woordenwaterval de gesprekken op deze
bijzonder hoge privé-onderscheiding van
het Vaticaan.
De paus, de nuntius
„Écoute", zei de doctor honoris
causa. Deze orde, ik ben zelf pas che
valier officier, wordt erkend door de
Paus, die zijn bevoegdheden echter
heeft gedelegeerd aan de grootmees
ter Don Carlos, de zoon van koning
Alphons van Spanje. In Nederland
kan ze alleen worden uitgereikt door
de apostolische nuntiatuur te Brus
sel. Deze decoratie een beschei
den handgebaar naar zijn knoopsgat
wordt in Nederland alleen gedra
gen door een bisschop, een hofmaar
schalk, enkele groot-industriëlen zo
als Fokker, een baron uit Den Haag
en een commissaris der koningin.
Maar in de apostolische nuntiatuur te
Brussel was hij bevriend met „mon
seigneur Dudot", de secretaris van de
kanselarij, en de groot-officier baron de
Rancalli": twee vrienden van de fan
tast, die het spel meespeelden en de
luisarme „graaf" aan geld hielpen. De
een was betonfabrikant in Marcinelle,
de „baron" vertegenwoordiger van een
Brusselse firma. Bij de uitreiking tra
den zijn twee handlangers als scherts-
dignitarissen op. Hiervoor had het trio
zelfs een bisschopsgewaad met mijter en
zwaar gouden ring achter de hand.
Een oud-wethouder en edelsmid in Maas
tricht was hun eerste slachtoffer.
„Graaf Pasleau de Surmont" „mijn
voorvaderen kwamen van Ubbergen (de
Surmont) bij Nijmegen" en „baron
de Rancalli" reikte in intieme kring de
onderscheiding uit, na betaling van de
administratiekosten van 2000 Belgische
franks plus een diner, dat rijkelijk
overgoten werd met champagne, wijn,
cognac en whisky. Voor een fijne keu
ken en stromen drank stak de gastro
noom zijn rossige baard door een strop.
Na het copieus diner kwamen dan diep
in de nacht de wagens voor gehuur
de taxis die de baron en de graaf
naar huls brachten. In het kleine pen
sion bulderden ze van plezier over „zo'n
ouwe nozem" de bewoners wakker. De
mop was geslaagd. Kerkelijke en we
reldlijke autoriteiten, vrienden en rela
ties, gingen de Maastrichtenaar met zijn
hoge onderscheiding feliciteren.
„Monsieur le docteur" zat er de vol
gende dag weer met een geleerd ge
zicht bij -en dronk als de beste. Een
naar zfln hart. Om de familie niet
te „derangeren" liet hij in een uitste
kend restaurant, liefst „Chaine des
Vergeet niet uw «sloffen» mee te
FROM AMERICA'S JTOBACCOS
WERELDMERK
Op zoek naar het
wrak van de
„Grosvenor"
In de komende herfst gaan ee
Belg, een Fransman en een Ne
derlander op schattenjacht naar
Zuid-Afrika, waar aan de Oost
kust ter hoogte van Port Lon
don nabij Durban, diep verbor
gen onder brede lagen zand en
leem het wrak rust van het in
1782 vergane Britse schip
„Grosvenor". Het vaartuig was
op thuisreis van voor-Indië. Het
Rotisseurs" of „Confrérie de Taste
Vin", een tafel bespreken voor
„Graaf de Surmont".
Een klein „hapje", dat de vereerde
decoreerde natuurlijk voor zijn rekening
nam. De kleine Waal genoot achter zijn
donkere brilleglazen en leefde als God
in Frankrijk. Zijn bruisende fantasie
verkocht hij met een talenrijkdom, die
varieerde van voortreffelijk Frans naar
vloeiend Engels, Italiaans, Spaans en
wat gebroken Duits. Tót zijn masker
werd afgerukt. Het luimige Maastricht
lachte zich een kriek over de grap. Er
verheugde zich bij voorbaat op de
rechtszitting met „Monsieur le docteur'
in de hoofdrol.
Een feest, dat jammer genoeg niet door
gaat. Percy Pasleau, met stille trom
.ekomen, verdween weer met stille
rom naar de gevangenis van Luik. De
graaf zal er drie-en-een-half jaar in
cognito verblijven.
Dacht u echt dat alle benzines het
zelfde waren? Neem dan de proef
met ESSO EXTRA, Zo ontdekt u
zelf in de praktijk, wat specialisten
metcijferskunnen bewijzen: ESSO
EXTRA geeft méér kracht, fellere
acceleratie, geen gepingel. Geniet
van plezieriger autorijden in ieder
opzicht: TANK ESSO EXTRA!
MET ESSO BENT
liep op een klip en brak door
midden. Ruw geschat moet er in
dit schip voor een waarde van
ruim één miljard Belgische fr.
verborgen zitten aan goud, zil
ver en edelstenen.
Als de registers van de verzekeraars
Lloyds uit die tijd mogen worden ge
loofd bevatte de „Grosvenor" acht
tien ton goudstaven, 1450 zilversta
ven en tevens negentien kisten met
allerlei edelstenen, zoals robijnen,
saffieren en diamanten. Natuurlijk is
deze geschiedenis in de loop der tijd
omweven geworden door allerlei le-
fenden. Zo wordt beweerd dat aan
oord van dit schip zich ook de zoek
geraakte „Pauwentroon" van de
Groot-mogol bevond.
Een Amerikaanse geschiedkundige
schatte de waarde van deze troon op
honderd miljoen dollar. Hij was,
steeds volgëns de legende, volledig
vervaardigd uit het zuiverste goua
en bovendien bezet met talloze edel
stenen. Het is dus werkelijk iets als
uit een sprookje van Duizend en één
nacht.
Veel geloof hechten de schattenjagers
aan dit laatste verhaal echter niet,
maar de in de registers van Lloyds
opgesomde fantastische schat is
reeds groot genoeg om een en ander
te wagen.
Dit is tenminste de mening van de
uit de Belgische stad Geeraardsber-
gen afkomstige turnleraar De Bac
ker, die ook het diepzeeduiken be
oefent. Hij zal in elk geval zyn kans
wagen en hiervoor heeft hij de mede
werking gekregen van de bekende
Franse diepzeeduiker Manganelli en
de Nederlandse expert in scheeps
bouw en bergingswerk Jan Haal-
meyer.
Het grootste gedeelte van ,het kapitaal
is reeds bij elkaar gebracht en voor
de ontbrekende tien miljoen francs
zullen aandelen worden uitgeschre
ven.
Natuurlijk zijn deze drie schattengra-
vers niet de eersten, die zullen pogen
het wrak van de „Grosvenor" te be
reiken. Velen zijn hen inderdaad
reeds voorafgegaan.
Reeds een vijftiental jaren na het ver
gaan van het schip werd een eerste
poging ondernomen, die echter mis
lukte. Hetzelfde gebeurde op het ein
de van de 18e eeuw. Later stak een
Amerikaans financier er vijftig dui
zend dollar in, maar ook deze onder
neming leverde niets op.
Een Canadees ingenieur bereikte op
een bepaald ogenblik de kiel van het
vaartuig, maar hij haalde er geen
goud of èdelstenen uit, maar wel
lood. De Amerikaanse zakenman
wilde echter geen cent meer in de
onderneming steken, zodat men van
verdere pogingen moest afzien.
Nederlanders
In 1936 waagden twee Nederlanders hun
kans. Het waren de gebroeders Van
Delden. Zij poogden een stuk klip en
kustlijn, waartussen het wrak vol
gens de oude zeekaarten moest lig
gen, droog te leggen, maar het
kunstwerk, dat ze daartoe bouwden,
werd door de storm weggespoeld.
In de zeevaartwereld is het vergaan van
de „Grosvenor" een bekend feit. De
kapitein van de boot was een zekere
Cockson, die voor de Oostindische
Compagnie voer. Hij moet door een
verkeerde berekening ver uit de
koers geraakt zijn. Hij meende vlak
in de buurt van Kaap de Goede Hoop
te zijn en in werkelijkheid geraakte
hij honderden mijlen oostwaarts in
de buurt van het huidige Durban.
Vlak bij de kust geraakte het 450 ton
metende schip op een klip.
Het achterschip, waarin zich ook de
kluis, vervaardigd uit hout, cement
en lood moet bevinden dreef zo dicht
af naar het land, dat de beman
ningsleden, die zich hierop bevonden,
wadend de wal konden bereiken.
Slechts enkelen onder hen brachten
het er levend van af, omdat de inlan
ders velen van hen ombrachten.
T unnel
De heer De Backer laat niet zo heel
veel los over zijn plannen. Wel staat
het vast dat hij met zijn medewer
kers een tunnel wil graven, waarna
het secure werk moet opgeknapt
worden door ervaren duikers. Men
echter niets aan het toeval overla
ten. Het wordt beslist geen ama-
teurswerk.
Voor de zware arbeid zal men een be
roep doen op de plaatselijke bevol
king. Het is een geschiedenis, die veel
geld zal kosten, maar die, naar ik
hoop een ontzaglijk kapitaal zal op
brengen, aldus de heer De Backer,
die er van overtuigd is aanzienlijke
kansen op slagen te hebben.
Prins Rainier van Monaco heeft in een
uiterst iuxueuse buitenwijk van Rome een
villa gekocht. Het huis, waaraan voor zeker
zeventig miljoen lire moet worden verbouwd,
kostte 500 miljoen lire (circa 3 miljoen gul
den). Dit is bekendgemaakt door het Ro
meinse dagblad „Telesera". Het blad brengt
de aankoop van deze villa in verband met
het bericht dat prinses Gracia, de echtgeno
te van het staatshoofd van Monaco, een rol
zou gaan spelen in een te Rome te vervaar
digen film.
In 18 prachtige, natuurlijke tinten
Geeft Uw haar de kleur die
U wenst
In grote tube voor 2 Meur»
spoelingen f. 2,25
WAST EN KLEURT
TEGELIJK
(Van onze weerkundige medewerker)
Langdurige zeer zware onweders waarbij door de bliksem vele dieren
en soms ook mensen dodelijk worden getroffen, waarbij door het he
melvuur tal van huizen en boerderijen afbranden en waarbij zware
slagregens on dikke hagelstenen voor vele tienduizenden guldens
schade aanrichten, komen gelukkig Ln ons land sporadisch voor. Het
is opmerkelijk dat dit de laatste jaren zelfs minder dikwijls voorkomt
dan vroeger, zoals uit de jaarlijkse overzichten van alle onweersver-
schijnselen in Nederland, samengesteld door het K.N.M.I. te De Bilt,
blijkt.
Wanneer wij alleen al het aantal dode
lyk getroffen personen per jaar in ons
land van 1901) af bekyken dan zien wy
dat er dit vroeger veel meer waren dan
in de laatste 10 a 20 jaar.
Al vele jareu is dit cyfer beneden de tien
gebleven. In 1951 nog 14. Sinds 1900
zijn er dikwijls 20 of meer landgenoten
dodelyk getroffen namelijk in 1908 26;
1910 34; 1914 36; 1920 32; 1925 24 en in
1938 waren het er nog 20, welk cyfer
daarna (gelukkig) niet meer is bereikt.
Een juiste oorzaak hiervan is moeilijk
te geven al lijkt ons een meer deskundi
ge voorlichting niét onwaarschijnlijk.
Juli-rampnacht
Rampzalige onweders vergezeld van
zware windhozen waarbij enorm veel
schade wordt aangericht komen zoals
wij al opmerkten, vrij zelden voor. Dat
neemt niet weg dat er gemiddeld elk
jaar nog 6 a 7 mensen dodelyk worden
getroffen; en ruim 85 runderen; 16 paar
den, 140 gebouwen en 35 boerderijen.
Een catastrofaal onweer kreeg ons land
begin juli juist tien jaar geleden name
lijk tussen de avonduren van 3 en de
morgenuren van 4 juli. Overal in Neder
land onweerde het die avond en nacht en
het aantal blikseminslagen was enorm
hetgeen ook van de plaatselijke neerslag
en de orkaanachtige winden gezegd kon
worden.
Die avond en nacht (3 op 4 juli 1952)
is er enorm veel schade aangericht.
Er werden in ons land 97 runderen
dodelijk getroffen (meer dan normaal
in een heel jaar!); zes paarden en
twee andere dieren. Verder- verbrand
den er in door blikseminslag in brand
geraakte boerderijen nog 22 varkens,
5 koeien, 12 kippen, 2 paarden en drie
honden. Van een landbouwer in De-
demsvaarc werden 8 koeien dodelijk
getroffen. Er brandden 34 (normaal
in een heel jaar 37) boerderijen af,
12 hooibergen, 20 landbouwschuren,
5 woonhuizen en 1 fabriek. Wellicht
als gevolg van het meest nachtelijke
zware onweer werd slechts een mens
dodelijk getroffen.
Meer dan 100 mm regen
Dit onweer kenmerkte zich niet alleen
door een bijzonder groot aantal bliksem
inslagen maar ook door een af en toe
noordoostenstorm met orkaanstoten en
in een groot deel van ons land enorm
veel regen. Binnen 24 uur viel in Steen
bergen (West-Brabant) 124 mm, In het
gebied van het Hollandse Diep waren
vijf plaatsen met meer dan 100 mm re
gen. Een brede regenbaan met 80 tot
100 mm regen trok in noordoostelijke
richting van Zuid-Holland over Utrecht-
Gelderland-Overijssel-Zuidoost Drente
en Zuidoost Groningen naar Duitsland.
Plaatselijk vielen daarbij hagelstenen als
walnoten. Ook de Waddeneilanden, Lim
burg en Zeeland kregen hun deel al was
het onweer daar niet bijzonder zwaar.
Om half vijf 's middags bereikten de c
ste buien Zeeland en trokken daarna
met een snelheid van 60 kilometer per
uur naar het noordoosten voortgestuwd
door een sterke zuidwestelijke boven
wind tussen 4 en 8 kilometer hoogte. Het
CU
'an en voor
Zo zijn onze manieren
De Amsterdamse journalist Henri
Knap, die ook als radio-jauseur be
kendheid kreeg, vertelde vorig jaar
de luisteraars iets over onze manie
ren en over onze ongemanierdheid.
Bij de Bezige Bij zijn deze causerieën
gebundeld verschenen. Maar Henri
zou Knap niet zijn, als het een nor
maal etiquetteboek zou zijn gewor
den.
Daarvoor staat de schrijver te zeer
tussen de levende mensen om ook
afstand van veel dwaasheid te nemen,
die doorgaat voor „zoals het eigen
lijk hoort." Moet een vrouw altijd
voorgaan? Knap betwijfelt het, ster
ker nog hij ontkent het. Moet men
zijn kinderen dresseren of opvoe
den, of allerlei? Hoe staat het met
de hoffelijkheid thuis Vragen waar
op Knap een antwoord weet. Geen
schoolse beschouwing, maar een hu
morvolle dosis beschaving in nog
geen honderd bladzijden.'
bijzondere was dat de wind aan de grond
juist 180 graden anders woei, namelijk
uit het noordoosten.
Dergelijke onweders hebben een enor
me grote elektrische energie. Tal van
waarnemers o.a. uit Vriezenveen,
Gouda, Wageningen en Wildervank
noteerden geruimen tijd twee blik-
semontladingen per seconden hetgeen
een hoge frequentie mag worden ge
noemd.
Vliegtuigen die van Keulen, Frankfort
en Parijs naar Schiphol vlogen stootten
tussen Antwerpen en West-Duitsland op
een zware buienmuur en waren gedwon
gen terug te keren. Eerst de volgende
morgen tegen acht uur verdwenen de
laatste onweershaarden over de oost
grens naar Duitsland.
Evenals het zware onweer met cycloon
dat 10 augustus 1925 Borculo teisterde
behoren dergelijke onweders in ons land
tot de zeldzamen, maar mogelijk zyn ze.
Dit neemt niet weg dat het onweer zelf,
vooral by avond en nacht een zeer in
drukwekkend natuurverschijnsel is.
Fraai wanneer men het op enige afstand
kan bewonderen.
Persoonlijke Lening
CENTRALE VERWARMING
|H#
Voor de aanschaffings- en installatiekosten van een Centrale Ver
warming kunt u bij de N.H.M. een Persoonlijke Lening aangaan.
Aantrekkelijke voorwaarden: *5% rente over het bedrag dat aan
het begin van elk jaar uitstaat duur van de lening en aflossingen
in overleg te regelen in geval van overlijden vervalt de resterende
schuld; familieleden of erfgenamen worden hiervoor dus niet aan
sprakelijk gesteld.
Vraagt gratis toezending lift
j van de folder CV-PL,
NEDERLANDSCHE HANDEL-MAATSCHAPPIJ, N.V.
Hoofdkantoor: Amsterdam, Vijzelstraat 32