Bergen? Niet moeilijk maar auto moet in orde z|jn Nieuwe vindingen perfectioneren de auto tot in de kleinste details WEGWIJS IN EUROPA w, MUSEUM MET WAT HUMOR DINSDAG 26 JUNI 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT t Oijn icuoort l. voorzien vi tóf al om dat uw aut trfó juist dan bijzondi Op papier staat uw ^vakantie misschien al fielemaal vast. letbergpasi VoofSieJipdiT uitkijken! U ként d< hergen nu rtiet ontzéi- iéts ma annen? Denk er/ akantie het jen en het hardèr teV&durenkrijgtddrTi^dp i het jaar. Uw auto verdient dus een zeer zorgvuldige behandeling vooraf en een bijzondere verzorging tijdens de reis. Ook daarover enkele tips en raadgevingen op onderstaande paginadie niet alleen over vakantie gaat Yoor wie van 3 tot 1 meter N.A.P. woont zijn duinen al bergen. En wie, zoals een ander groot deel der Nederlan ders. ergens tussen de 1 en 10 meter N.A.P. zijn dagelijk se ritten maakt, is de Camerigerberg al een héle „berg". Maar nog echt geen écl te. Die liggen zuidelijker. En daar zijn sommige Ne derlanders de eerste keer een beetje bang voor. Ten onrechte ove rigens en dat merken ze dan ook wel, als ze eenmaal in het berg land zijn aangekomen. Dat neemt niet weg, dat het bepaald roeke loos is, wanneer iemand zonder enige ervaring in het rijden in bergland zon zeggen dat „er niets aan is". Want dat is bepaald niet het geval. En veel erger nog is het, wanneer diezelfde man zich niet realiseert, dat op zijn bergvakantie de auto bepaald géén va kantie heeft in tegendeel. Zorg dat de radiator zowel van bin nen als van buiten goed schoon is en dat ook het hele verdere koel systeem perfect functioneert. 6e. Tenslotte moeten ook de carbu- ratie en brandstoffentoevoer prima in orde zijn. Voorbereiding begint thuis Op de lange ritten in heuvel- of berg land heeft een auto vaak meer te verduren dan gedurende de overige 41) weken hij het dagelijks werk. Ten eerste omdat de ritten langer zijn, ten tweede, omdat die auto in de vakantie gewoonlijk maximaal be last is, ten derde, omdat in de ber gen /.eer veel extra trekkracht van de motor wordt gevraagd en de tem peraturen hoog kunnen oplopen. Een wagen die liet hele jaar door in het huid goed zijn best deed, kan het op de eerste de beste helling of berg pas laten afweten. Nakijken rp cgenovcr zijn medereizigers en Zichzelf is men dan ook ver plicht. de wagen liefst een dag of .11 voor de reisdatum prima te laten nakijken, niet alleen doorsme- ren met wat daar bijhoort, maar ook laten inspecteren op vitale pun ten. Dat zijn dan: le. de handen deze moeten gaaf zijn, niet versleten en niet te vaak lek zijn geweest. Is er een band bij, die al eens enkele malen plat heeft gestaan, dan moet hij beslist afge nomen worden en van binnen op breuken gocontrolcërd. Eventueel nieuwe binnenband laten monteren. 2e, Stuurinrichting, wielstand, hoog te van de wagen, balans van de wie len. 3e. Ontsteking en elektrische instal latie. Ga niet weg met een niet per fect afgestelde ontsteking. •le. De remmen! Natuurlijk moeten die prima zijn. Het nare bij de mo derne hydraulische remmen is, dat ze perfect werken *tot het laatste moment. Laat dus één remtrommel afnemen en de mate van slijtage der voeringen controleren. En laat goed letten op de toestand van de remleidingen, met name of deze niet door corrosie zijn aangetast, fic. De koeling. Vooral in de bergen is deze van het grootste belang. Geen excuus Eigenlijk is dit alles heel gewoon en zou elke auto op al deze punten steeds in top-conditie moeten zijn. Maarnu ja, de praktijk is, dat kleine ongemakken in dit vlakke land met zijn korte afstanden tussen garages niet zo gauw tot groot ongemak voeren en men dusDaar kunt ge dan van alles invullen, maar wat dat „alles" ook zijn mag, op een grote buiten landse reis bestaat er geen excuus. Is de auto voor de reis werkelijk goed verzorgd dan blijft nog het on derhoud tijdens de reis. Controleer vaker dan gewoonlijk het oliepeil hogere temperaturen! de accu, het waterpeil en do remvloeistof. Zorg wat olie van het eigen merk mee te nemen en vul onderweg niet bij met een ander merk olie. Pas bij een volledige olieverversing mag men op een ander merk overgaan maar waarom eigenlijk? Neem verversing of nog beter: als de wa gen er aan toe is, doo dit dan vóór de grens, want zowel olie verversen als doorsmeren gebeurt in deze lan den nog vaak erg primitief. Wat duorsmeren betreft: een enkele extra doorsmeerbeurt, vooral na het rij den op stoffige wegen kan bepaald geen kwaad! Tenslotte de vraag: wat nemen we aan onderdelen mee? Is de auto af komstig uit het vakantieland, dan zijn er geen problemen. Dan zijn re servelampjes eigenlijk al voldoende. In andere gevallen is het goed, een onderdelenpakket mee te nemen, waarover de garagehouder het beste adviseren kan. Gaat men naar Snan- je, Portugal, Joego-Slavië of Grie kenland, is het aan te bevelen, bo vendien een benzinepomp of al thans de vitale delen daarvan een bobine en een spanningsregelaar mee te nemen en verder, indien men tubeless banden rijdt, een binnen band van de juiste maat, omdat men in die landen nog niet altijd met binnenbandloze banden overweg kan. Spookbeelden ie zich zo voorbereidt en equi- peert kan eigenlijk weinig gebeu ren. Tenminste als hij redelijke rij ervaring heeft, als hij niet .e veel uil doen, als hij zich aan de buiten landse verkeersregels houdt en als hij weet, wat hem in de' bergen te wachten staat. Spookbeelden zijn o.a. een kokende radiator, te smalle wegen, hairpins, die niet in een keer genomen kunnen worden. Wat het eerste betreft, een kokende motor hoeft niet, mits men tijdig terugschakelt, zodat de motor en bij gevolg ook de ventilator flink toeren maakt (vergeet niet een ventilator- riem in het onderdelenpakket!). De ventilator moet doen wat de rijwind door te lage snelheid niet meer aan kan. En gaat de zaak toch eens ko ken, stop dan, maar laat de motor stationnair doordraaien, dat koelt het beste. Smalle wegentja, daar is maar een raad op te geven: vermijd ze de eerste keer. Zoek een gemakkelijke route op de kaart, die dan best hoog en bochtig mag zijn, als hij maar niet smal is. Er zijn maar weinig vakantieoorden, die niet langs goede wegen te bereiken zijn. En tenslotte de hairpins: daarvoor geldt hetzelfde. De grotere passen zijn tegenwoordig alle ruim genoeg om elke bocht in één keer tc maken. Dat tijdens afdalingen op de motor moet worden geremd en zo weinig mogelijk op de remmen, durven we nauwelijks onbekend te veronder stellen. Maar nog wel twee andere raadgevingen. Ten eerste: in veel bergwegen komen tunnels of tunnel tjes voor. Zet bij het inrijden direct de zonnebril af en steek groot licht niet gedimd licht op en be denk, dat de weg in die tunnels vaak nat en glad is. En een tweede raad: rijdt ge aan de afgrondkant, kijk dan alleen naar weg en berm, vergeet het landschap en kijk niet opzij. En als de weg eens wat moeilijk is, maak de passagiers dan duidelijk, dat het geen onbeleefdheid is, wan neer U geen antwoord geeft, als zij tegen u praten. En zijn er passa giers, die „meerijden", zet ze dan uit de auto! Dit was maar een greep uit de vele raadgevingen. Voor meer nuttige wenken verwijzen wij naar het gra tis door de ANWB verstrekte vouw blad „Rijden in de bergen" en de ove rige lectuur op dit gebied. Elke wenk is meegenomen en daarom ook het advies, van deze gegevens kennis te nemen, maar moeilijk is rijden in de bergen, althans op de grote wegen, bepaald niet. En ook niet gevaarlijk. fWVWWWWWW. W\WVVWWWVWWVVVVVW\MWIW/VVWWWWW«WIWWM»WMW^^WMWVWWWWMWVVVW WWVAVAXWWVWWWVWWVW/VVWVVWMSWWVtMMWVVMAMMAMMVWVtMWMMMMWIl W' zijn nog niet op het eind punt, waar proffessor Be- linfantc op aanstuurt: één uni forme Europese verkeersrege ling. Veel van de verkeersre gels, die wij in Nederland ken nen zijn in het buitenland ge lijk, er zijn ook afwijkende. De krant is geen handhoek, even min een vademecum en het ge ven van een volledig overzicht van de afwijkende verkeersre gels in het buitenland is ondoen lijk. Niettemin volgen hier een paar zeer belangrijke afwijkin gen. Do voorningsrcgclRECHTS GAAT VOOR, of ge nu in Nederland beat of in Duitsland. Italië, Oosten rijk. Frankrijk of België Mé&r geen van deze landen en ook geen van de onbenoemde Europese landen kent de Nederlandse onderscheiding tussen snelverkeer en langzaam ver klei Dn! wil dus zeggen, dat een van rechts komende fietser ALTIJD VOORRANG licéft, tcnz|j hij een voorrangsweg nadert. Zwitserland kent ircen voorrangswegen, alleen voorrangski uislngen. De aanduiding van voorrangswegen is (nog) niet uniform geregeld ,maar meestal we' duidelijk. Yrrki-crsplrim-ii: let op in West- DulLsland! Daar geldt namelijk op het doer liet ronde blauwe bord met de elkaar achtervolgende pijlen aan geduide verkeersplein een andere re gel dun uH ons Het verkeer op HET VERKEERSPLEIN heeft daar na melijk STEEDS VOORRANG. Clignoteur ot richtingaanwijzer ge bruiken bij het INHALEN is in de meeste Europese landen voorschrift cn zo niet, dan toch gebruik Doe dus mee. maat maak er geen misbruik van cn bedenk vooral ook. dat in die landen vaal' wél misbruik wordt ge maakt van het knippersignaal. Parken n cn stoppen: ONS boro voor Stationecrverbod (parkeerver bod) wordt in de Bondsrepubliek ge bruikt ais STOPverbod Hetzelfde gold: voor België Er z|jn nogal wat afwijkende parkeerregels In de ver schillend- Europese landen, vaak aan geduid met kleuren op de stoepran den Denk vooral niet, dat men het zondigen daartegen door een buiten lander door de vingers ziet dat is In vele landen bepaald niet het geval! Overschrijden vun de witte getrok ken lij-* op het wegdek is nergens toegestaan behalve in Nederland en wordt bijvoorbeeld in Frankrijk als de ergste verkeerszonde be schouwd en bijgevolg met forse boe tes, ook voor buitenlanders, gestraft. Vijftig tor honderd N.F. is als straf op deze overtreding heel gewoon en of U maar direct wilt betalen. En dit is ook begrijpelijk: in een land met onoverzichtelijke bochten en heu vels moet elke weggebruiker er op kunnen vertrouwen, dat de onzicht bare tegenligger zich aan de goede kant var de streep bevindt De volgende maximumsnelheden gel den in de ons omringende landen: land in bebouwde kom België/Luxemburg: 60 km/u in Brus sel, Antwerpen, Charleroi, Gent, Luik, elders géén. West-Duitse Bondsrepubliek: 50 km/ uur. Frankrijk: Geen, tenzij aangegeven. Italië: 50 km/uur. Oostenrijk: 50 km/uur. Zwitserland: 60 km/uur. Dit zijn zo enkele van de voornaam ste regels. Volledig z|jn we bepaald niet geweest en dat zou ook in dit bestek niet kunnen. Niettemin moet iedereen geheel op de hoogte z|jn van de verkeersregels in de landen, die h|j bezoekt. Dat is heel eenvoudig te be reiken le. Zojuist heeft het Verbond voor Veilig Verkeer een extra vakantie nummer van het blad „WEGWIJS" uitgegeven, waar alle afwijkende ver keersregels zeer volledig in staan met nog vele zeer nuttige tijss. Zo lang de voorraad strekt is dit num mer te verkrijgen b|j het Verbond voor Veilig Verkeer, Servetstraat 5. Utrecht. Bestellen op briefkaart met tweemaal 12 cent extra aan postze gels en de vermelding: Vakantienum mer Wegwijs, plus eigen adres. Spoed gewenst 2c. De A.N.W.B. geeft gratis aan le den twee orochures uit onder de titel „Toeristische gegevens voor uw reis". In het eerste deel worden de hierbo ven genoemde landen behandeld en in het tweede de wat verder gelegen landen. Indien men een reisroute Iaat klaarmaken door de A.N.W.B., dan wordt dit boekje er automatisch bij gevoegd Zowel in Wegwijs ais in deze twee boekjes vindt men bovendien nog veel meer wetenswaardigheden, tips, koerstabellen. prijzen van levensmid delen en logies, werkelijk de moeite waard om even naar een bijkantoor te gaan of een kaartje te schrijven. 3e. De officiële toeristenbureaus van de Europese landen geven folders uit met de belangrijkste verkeersregels. We denker, tegenwoordig allemaal een beetje Europees. Dat is plezierig, maar het geeft ook verplichtingen, namelijk dat men zich echt niet meer met goed fatsoen kan beroepen op Een blik in de ioekomsi Het was zo stil, dat Sisz met verwondering naar de honderden mensen keek, die de finish-streep omzoomden. Hij, de Fransman met zijn Renault, had deze eerste Grote Prijs voor Automobielen in 1906 verreden op het bekende circuit van Le Mans, toch gewonnen? Gisteren had hij gemiddeld 106 km per uur gereden en vandaag was geen wagen op het slechte Wegdek hem voorbij gekomen. Waarom applaudiseerde men dan niet? Sisz kou niet. weten, dat het publiek alleen maar stom van verwondering en bewondering was. Zó onder de indruk, dat het alleen in doodse stilte kon staren naar de man en de wagen, die het gepresteerd hadden op de rechte einden van het circuit meer dan 130 km per uur te rijden. En er levend af te komen! Het kon eenvoudig niet begrijpen, dat een mens van vlees en bloed die verschrikkelijke snelheid zou doorstaan en dan bovendien nog zo'n duivelskunstenaar kon zijn, dat hij bij dat ongelooflijke tempo z|jn wagen op de weg kon houden. onbekendheid met verkeersregels over de grens nog geheel afgezien van he' grote gevaar, dat er schuilt in het niet-wetcn. Dat gebeurde nog geen 60 jaar gele den. Men kan geen beter beeld krjjgen van de razendsnelle ontwikkelingsgang van de auto dan door een krantebe- richt over een auto-race in de eerste jaren van de 20ste eeuw en een folder over een middenklasse auto, model 1962 naast elkaar te leggen. Wat 'op het ene papier als een wonder wordt besèhreven, wordt op het andere maar achteloos vermeld. Het feit dat die snelheid geen uitzon dering, maar regel geworden is, moe ten we dan ook zoeken in de facetten van die automobiel 1962, die in de folder wél naar voren gebracht zijn. Dat zijn de onderdelen en het com fort, die geweldig verbeterd zijn in de afgelopen tientallen jaren. Juisi de details hebben het mogelijk ge maakt, dat „iedereen" met de hoge snelheden kan rijden. De banden, de remmen, de stuur-inrichtingen, de ve ren, konden van de auto een massa- produkt maken, dat niet alleen steeds meer mensen kunnen kopen, maar dat ook door bijna ieder mens kan worden bediend. Waf er te wachten staat Het is daarom interessant eens na te gaan, in welk „stadium" die verschil lende onderdelen thans verkeren en wat ons binnen afzienbare tijd nog te wachten staat op dit gebied. En onder die onderdelen mogen we dan dit keer ook verstaan, de verschillende con structies, die de fabrikanten toepas sen om hun wagens ruimer te maken en beter op de weg te doen liggen. Om bij dat laatste punt eerst te be ginnen, mogen we er dan op wijzen dat de motor achterin, de achterwie len aandrijvend, of de motor voorin, de voorwielen aandrijvend, construc tieopvattingen zijn, die steeds meer opgeld doen. Ze werden vooral moge lijk, omdat de materialen steeds beter werden en omdat de constructeurs steeds meer theoretische kennis ge kregen hebben over de factoren, die bijv. de wegligging van een wagen beïnvloeden. Wat de voorwielaandrij ving betreft bijv. weet men thans koppelingen te fabriceren die niet al leen geweldig lang meegaan, maar die ook het zware sturen, dat inhae- rent was aan voorwiel-aandrijving, praktisch elimineren. Daardoor k^n men, met behoud van goede weglig- gingseigenschappen van voorwiel- aandrijving, dit systeem veel alge mener toepassen, zodat niet alleen de fanatieke, maar kleine groep enthou siasten voor voorwielaandrijving, maar iedereen een dergelijke wagen zal kunnen appreciëren. Mede daar door werd het mogelijk wagens met een grotere interieur-ruimte te creë ren Zo ziet men tegenwoordig wa gens met voorwiel-ltandrijving uit landen, die dat systeem vroeger niel kenden. Voorbeelden zijn de Austin Seven en de Morris 850 uit Engeland en de Lancia Flavia uit Italië. Hetzelfde geldt voor de plaatsing van de motor achterin Vroeger was een wagen met de motor achterin veelal sterk „overstuurd", met andere woor den, een auto die in de bocht wel ach ter weg wilde schuiven. De kleine naoorlogse automobielen, zoals Re nault en Volkswagen, waarhij dit be zwaar minder was. waren de pioniers van de motor achter in en tegenwoor dig is men al zover, dat ook veel gro tere merken de motor achter in plaat sen Dat heeft nu geen invloed meet op de wegligging, maar wel op de ruimte die motor en transmissie no dig hebben en dan alleen maar in gunstige zin. Naast deze nieuwe opvattingen ovet aandrijving onder de autofabrikanten die de auto comfortabeler en ruimer maken en vooral de kleine auto's meer geschikt maken voor gezinsver- voer, staan we op het ogenblik voor nog andere ontwikkelingen. Onder deze ontwikkelingen is die van de remmen wel het belang rijkst en daarbij doelen we natuur lijk op de schijfrem, die eindelijk- zijn opmars is begonnen onder de „normale" toer-auto's en die niet langer het privilege van de dure sportwagens is. Het is nog niet zo, dat we iedere as pirant koper al kunnen zeggen: „wel ke auto U koopt is niet belangrijk, als het maar een auto met schijfrem men is", maar in de midden-klasse en de grotere wagens komen er steeds meer typen met de schijfrem. We kunnen hier niet uitgebreid in gaan op de kwaliteiten en voordelen van de schijfremmen, maar een feit is dat ze een groter effect hebben en weinig neiging vertonen om na lang gebruik warm te lopen. Vroe ger werd daarbij een vr|j grote pe- daaldruk van de bestuurder ge vraagd, maar dat behoort bij de nieuwste typen tot het veleden. De vering van de automobiel is eeu hoofdstuk apart. Maar een hoofdstuk dat in de voortdurende belangstelling staat van de constructeurs. Enkele tientallen iaren geleden kon men bij het merendeel van de gewone perso nenwagens nog bladveren aantreffen aan de achterzijde, terwijl toen de on afhankelijke voorwielvering in op komst was. Op het ogenblik en dat heeft o.a. de plaatsing van de motor achterin krachtig bevorderd, treft men steeds meer onafhankelijke ach terwielvering aan, waardoor de weg ligging aanzienlijk werd verbeterd. Daarmede is men nog niet aan het einde van zijn veerlatijn gekomen. Citroen met zijn bekende DS en ID serie was een van de eerste, die het metaal als veer-element ver liet en olie en lucht als veer-ele ment gebruikte. Het is geen re clame, maar algemeen bekend dat deze typen daardoor over een bij zondere wegligging en een groot comfort beschikken. Maar ook de andere fabrikanten zit ten niet stil en zo zien we dat „rub ber" reeds als veer-element gebruikt wordt (bij sommige wagens van de British motor-corporation) en dat ook lucht thans zijn intrede gedaan heeft. We menen dan ook geen loze voor spellingen te doen, als we schrijven ervan overtuigd te zijn, dal in de naaste toekomst meer en meer auto's zullen verschijnen die van aparte en meer comfortabele veersystemen zullen z|jn. Nieuw licht Er zijn talloze details, die ook con stant beter worden, al is het effect minder spectaculair. De koplampen bijvoorbeeld. Het asymmetrische dim licht is alweer de gewoonste zaak van de wereld, maar verschillende nieuwe autotypen hebben thans ovaal gevormde koplampen. Dat is bepaald niet alleen gebeurd vanwege de mode of bet fraaie uiterlijk, al beeft dat er ook wel iets mee te maken. De lampen-fabrikanten hebben echter tegelijk met de nieuwe lampen, nieu we reflectoren ontwikkeld, die yeel beter licht geven of dit beter sprei den. Bekijken we dan tot slot van deze be schouwing over de huidige stand van de auto-onderdelen, nog even die on derdelen die typisch bij de auto-motor behoren, dan blijken we ook daar in een tijdperk van belangrijke verbete ringen te zijn aangeland. Verbeterin gen. die de motor niel alleen be trouwbaarder maken maar ook zuini ger, eenvoudiger en goedkoper in on derhoud. Zo zien we in de eerste Dlaats, dat het aantal luchtgekoelde motoren nog steeds toeneemt, als ge volg van het feit dat men de proble men rond de koeling (het lawaai cn net vermogen dat een ventilateui kostweet op te lossen. De voordelen van de luchtkoeling. geen water, geen anti-vries, een constanter tempera tuur komen daardoor meer naar vo ren. Aan de andere kant, gaat hel ook met de vvatergekoelde motor bergopwaarts. Men heeft nameijjk vloeistoffen ontwikkeld, die niet ver dampen, niet bevriezen en vervuiling tegengaan. Over liet „Nationaal Museum van de Automobiel" te Driebergen Is wel eerder geschreven. Maar sinds de rage voor oude automobielen ont stond ,is aan de oorspronkelijke verzameling van de heer Riemer, di recteur van het museum en tevens van het Instituut voor de Autohandel een en ander toegevoegd, niet alleen in de vorm van oude automobielen, maar ook van affiches en platen. Wat hier is tentoongesteld herinnert aan een voorbije tijd, die toch nog heel dicht achter ons ligt: aan het „fin de siècle" met zijn sociale tegen stellingen, de eerste pogingen tot moderne vormgeving, aan steeds weer andere probeersels, die aan de gevestigde constructies van nu vooraf gingen, aan gedegen vakmanschap zoals we niet meer kennen en dat ook niet meer mogelijk zou zjjn nu de auto gebruiksvoorwerp is geworden. Het herinnert ook aan de grote affiche-tekenaars uit het Frank rijk voor '14 en tussen de twee wereldoorlogen en aan de revolutie, die de auto teweegbracht. In het museum te Driebergen is een hoekje ingeruimd voor „Humor en de Automobiel" en daar is, in prenten en karikaturen, nog wel wat van dit alles terug te vinden. Zo bijvoorbeeld in een prent uit een links blad van omstreeks 1910: Een auto overrijdt een arme landarbeider en r|jdt door. De bestuurder zegt tegen zijn vriend: „Hé, dat is grappig, een mens krijst blijkbaar net zo als een varken, als het wordt overredenGeluk kig is er ook veel goedmoedige humor uit de laatste zestig jaar bijeenge bracht. Genoeg om nog eens een uurtje extra aan te besteden. Het automuseum te Driebergen is leerzaam en verrassend. Men kan zich verbazen over gedurfde constructies, die het „toen" niet haalden, omdat de technologie achter bleef bij de vindingrijkheid en die nu pas „als geheel nieuw" worden toegepast. Men kan leren, hoe de mens oude vormen lang bleef toepassen in een nieuwe techniek. En men kan er glimlachen over wat grootmoeder nog mooi en luxueus vond. Driebergen is bepaald de moeite waard, in een dagtocht opgenomen te worden. Elke dag open in Bij de foto's: (boven). Een elektrische Landaulette uit het jaar 1907. On der de bestuurderszitplaats en achter, waar normaal de kofferruimte was waren de batterijen opgeborgen, die hun stroom leverden aan de twee elektromotoren, die rechtstreeks aan de voorwielen waren gekoppeld. De wagens liepen trillingvrij, geruisloos en redelijk betrouwbaar doch kon den op één lading slechts 05 km afleggen (Onder). Een iron de oudste auto's in het museum te Driebergen is een Benz-Vélo uit 1893/9$. Benz had dit wagentje zo licht mogelijk gehouden. De horizontale motor achterin had nog geen carter, de onderzijde van de cilinder was dus open en onder de „motorkap" was het dan ook een ver schrikkelijke smeerboel, omdat die zuiger natuurlijk toch gesmeerd moest worden. Het motortje leverde S pk. en gaf de wagen een snelheid van tO km per uur. Transistor ontsteking De ontsteking van de automotor, een punt waarvoor men in het algemeeD weinig belangstelling heeft, staat eveneens voor een nieuw tijdperk. Nog volkomen nieuw is namelijk de transistor ontsteking, die betrouw baarder werkt, een vastere vonkspan- oing heeft, een juister ontstekings- tijdstip voor alle cilinders aanhoudt en geen storing geeft voor televisie ontvangers. Onderhoud vraagt de transist-ontsteking praktisch niet. zodat dit naast een geringer benzine verbruik nog andere voordelen heeft Dezelfde transistoren hebben trou wens ook mogelijk gemaakt een wis selstroom-dynamo op automobielen te gebruiken. Daarmede kan men niet alleen lichtere en kleinere accu's gaan februiken, maar bovendien wordt er eter stroom geleverd bij lagere toe rentallen, zodat ook bjj veel In de stad rijden de accu volledig geladen wordt en men radio en verwarming onbe straft lang kan gebruiken. Ook de oudere automobilisten zijn al weer vergeten, dat nog niet zo bijzon der lang geleden een lekke band lang geen uitzondering was. Dat is het te genwoordig wel geworden en daar over zullen we het dan ook niet heb ben. Maar wel mogen we er wel eens bij stilstaan, dat de tegenwoordige snelheden niet bereikt konden worden door de doorsnee-chauffeur en ook zonder gevaar konden worden volge houden, als de banden niet verbeterd

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 13