W. F. Hermans varieert
op thema pessimisme
STUDIO" reist met eigen podium
TEKORT AAN T.V.-SPELEN
Op zoek naar
nieuwe
toneelvorm
„De woeste wandeling"
en „Drie drama's"
Grootscheeps filmfestival
in Tsjechoslowakije
ZATERDAG 23 JUNI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
11
zijn niet geringe gaven om iets posi
tiefs te bereiken. „Toneelstukken of
romans schrijven zonder allesomvat
tende problemen aan te snijden, is nu
eenmaal niet mogelijk", schrijft hij.
Maar hij snijdt wel erg eenzijdig
aan. Hij slingert zijn wrok, zijn ver
achting, zijn haat de wereld in, kwelt
ons met zijn verfijnde geestelijke
martelingen en laat ons dan zitten.
Helaas is de instelling van vele
mensen tegenwoordig zo dat zij dan
nog, zij 't bedrukt en radeloos, dank
baar van bewondering zuchten in
plaats van de zerk energiek weg te
drukken die Hermans op hen wente
len wil.
Eén van de eisen die we aan een
kunstwerk, hoe dan ook, stellen,
is dat het ons transponeert in
een andere werkelijkheid, en die an
dere werkelijkheid die helemaal niet
aangenaam of prettig hoeft te wezen,
moet een zekere verlossing beteke
nen en daardoor niet aflaten te fas-
Letterkundige kroniek
door HANS WARREN
cineren, ook al kunnen we het niet
allemaal verstandelijk begrijpen of
omschrijven.
Om nu op Hermans' drama's terug
te komen; zij missen dit clement, en
daardoor blijven ze verstikkend. Men
wordt, althans wanneer men ze leest
(de opvoering hebben we niet ge
zien) niet getransponeerd; wat er
staat, wat er gezegd wordt, staat er,
wordt er gezegd, maar staat er niet
tevens ook voor iets anders, wordt
niet ook voor wat anders gezegd.
Het is uiteraard Hermans' goed
recht te proberen ons in dat geeste
lijke souterrain op te sluiten, de deur
dicht te slaan en ons er te laten
verkommeren, maar het is ons goed
recht daarvoor te passen. „De positie
van de mens in de kosmos" zoals
Hermans het stelt, kan ook die van
een openbreken in een ijle ruimte
zijn, met onbereikbare sterren om
zich aan te verschroeien desnoods,
met een dier om in weg te kruipen
en in te sterven, met een nieuwe
Ikaros, om groots te vallen. Ach,
duizenderlei mogelijkheden zijn er.
Hermans heeft 'deze ene gekozen,
zich razend vastgebeten in een "in
middels weer al onbereikbaar verle
den, omziend, of, als hij vooruitgaat,
werkend als een bezeten wroetende
mol in een vuilnishoop. Wat naar
boven komt kan, hoe knap en ener
giek opgeworpen ook, niet veel waar
devols zijn, en hy zelf blijft half blind
in de duisternis van zijn warnet van
tunnels.
Voor Hermans persoonlijk is dat
van zich afschrijven van ellende
en complexen mogelijk een zui
verende bezigheid die hem het dage
lijks leven aangenamer maakt, voor
vele van zijn lezers, of in dit geval
toeschouwers, is het ondergaan van
zijn fantasieën dit mogelijk even
eens. Wie echter dit niet nodig heeft
en ook meer eist, komt niet aan zijn
trek. Noch in „Het omgekeerde pen
sion", dat althans nog iets speels
heeft (en ook toneelmogelijkheden
biedt) noch in de loodzware, nutte
loze stukken „Dutch Comfort" en
„De psychologische test" (het laatste
heel knap overigens) hebben we dit
„extra" gevonden. Wel in het sce
nario „De woeste wandeling" dat
met zijn gechargeerde situaties af
en toe een wrang-ironisch of navrant
-komisch effect heeft. Het zou een
voortreffelijke film kunnen opleve
ren, zij het d?n dat het merendeel
der goede toeschouwers wel geeste
lijk knock-out geslagen huiswaarts
zou keren.
Het vreemde versehynsel doet zich
voor dat men, hoeveel bezwaren men
ook hebben mag, door Hermans tel
kens weer gefascineerd, ja, haast
gebiologeerd wordt. Wie in zo'n stuk
begint te lezen, leest door, demonisch
geboeid. Vooral „De woeste wande
ling" is een bewonderenswaardig
produkt, men meent onder het dia
bolische masker zelfs af en toe een
trek van mededogen te zien spelen,
zoals ook mededogen met Henri
Osewoudt even te voelen was. (In
„De donkere kamer van Damocles").
Dit versehynsel is mogelijk toch iets
hoopvols.
Willem Frederik Hermans: Drie
drama's en De woeste wandeling. De
Bezige Bij, Amsterdam, Literaire
pockets 76 en 77.
Het is een uitspraak met schijnbaar een
dubbele bodem wanneer Kees van Ier-
sel, de nieuwe artistieke leider van de to
neelgroep Studio zegt: „Het toneel moet
van liet toneel af". Hij bedoelt hiermee dat
het toneelstuk vanuit de lijst van het
schouwburgtoneel moet stappen, over het
voetlicht heen en terecht moet komen tus
sen het publiek. Het is geen idee van Kees
van Iersel zelf. De Amerikaanse toneel
schrijver Thornton Wilder heeft al jaren
geleden gezegd: „Weg met die schoenen
dozen!" Het is daarbij niet alleen een
kwestie van de bouwwijze van de schouw
burgen, maar ook van het soort toneel dat
in de toneelzalen zou moeten worden ge
speeld. Het toneel moet niet langer een
zaak zijn waar het publiek tegenaan kijkt,
maar dut het publiek in zich opneemt, naar
speelvorm en naar wat het te zeggen heeft.
Het nu acht jaar bestaande sprei
dingsgezelschap heeft in „De Brakke
Grond" achter het Rokin in Amster
dam, dat jarenlang een feest- en
vergadergebouw is geweest, een vast
theater gevonden. „De Brakke
Grond" heeft geen toneel met een
lijst, met voetlichten en met een
voordoek. Deze nood is voor Studio
een deugd. Aan een van de korte
einden van de zaal wordt een podium
gebouwd, waar het publiek voor en
naast kan zitten. Het is een midden
vorm tussen het volledige theater in
„het rond, dat het einddoel is van de
voorstanders van open toneel, en het
normale lijsttoneel, de kijkdoos.
Kees van Iersel wil dat de voorstel
lingen in het land getrouwe kopieën
zijn van de voorstellingen in het
standplaatstheater. Op de kleine
dorpstoneeltjes, waarop Studio tot
dusverre vaak heeft moeten spelen,
blijft er van de oorspronkelijke mon
tering, en dus van het stuk zelf,
weinig over- Daarom heeft decoront
werper Wim Vesseur, die ook er
varing heeft als adviseur by de bouw
van nieuwe schouwburgen, een reis-
toneel ontworpen; dat naar vorm en
maten geheel gelijk is aan dat in
het theater „De Brakke Grond". In
zalen met een vast toneel wordt het
speelvlak' met zyn achterste helft
op het bestaande podium gelegd. De
voorste helft wordt de zaal in ge
stoken. De eerste ryen stoelen moe
ten daarvoor wyken en komen links
en rechts van het uitsteeksel te
staan. Is de zaal te klein om het
speelvlak uit de toneellijst te halen,
de zaal in; of als het om andere re
denen niet kan, dan heeft Studio een
complete podiumoutillage beschik
baar, welke in elke willekeurige lege
ruimte, van gymnastiekzaal tot vei
ling- en fabriekshal, kan worden op
gesteld.
Dit reispodium is voor Nederland
een unieke zaak. Het bestaat uit een
speelvlak van negen meter breed en
zeven meter diep. Aan de achterkant
heeft het speelvlak een bovenbouw
voor decors en belichting. De boven
bouw reikt tot zeven meter. Achter
het toneel zijn de kleedkamers voor
de spelers- Voor de opbouw van het
geheel hebben drie mannen een dag
nodig. Studio is in de gelegenheid
gesteld het reispodium te laten bou
wen door een subsidie van het Prins
Bernhardfonds.
Als Kees van Iersel het uitlegt, be
grijpt men dat zijn reispodium niet
alleen maar een nieuwlichtersidee is,
een modeverschijnsel, maar een nood
zaak,
Studio is een spreidingsgezelschap.
Van de 450 voorstellingen, welke
voor het volgend seizoen zijn
gepland, worden er 300 in het land
gegeven. Maar in het land gaat het
publiek nog steeds meestal niet naar
de schouwburg om het toneel, maar
om het uitgaansavondje. En in con
sequentie daarvan gaat het naar de
schouwburg om de namen. De pro
vincie wil Paul Steenbergen zien en
Ank van der Moer. Of zij staan te
spelen in de helft van de decors van
hun standplaats-theaters, dat de
voorstelling dus maar half is, doet
niet ter zake.
De drie grote gezelschappen, de Ne
derlandse Comedie, de Haagse Come-
die en het Rotterdams Toneel doen er
niet langer aan mee. Met toestem
ming van de staatssecretaris van o.
k. en w. laten zij niet te bespelen
theaters voortaan links liggen. Kees
van Iersel is het daarmee eens. „De
toneelspreiding heeft alleen zin",
zegt hij, „als niet de spreiding er
door wordt gediend, maar de cultuur.
De spreiding is alleen goed, als het
toneel, dat het land te zien krijgt,
goed is- Een voorstelling die goed
is in een behoorlijk geoutilleerd
theater, kan slecht zijn in een zaal
waar het toneel niet deugt. Dat is
deprimerend voor het publiek en
voor de spelers. Het moeten spelen
op slechte toneeltjes doet afbreuk
aan het toneel als cultuuruiting en
het jaagt de toneelspelers in het har
nas tegen het vele reizen. Studio
wil heel graag de provincie in. Niet
omdat we moeten, maar omdat we
menen met onze stukken iets te zeg
gen te hebben. Maar wij willen dat
op verantwoorde wijze doen. met een
toneeltechnisch verantwoorde voor
stellingen. Vandaar ons reispodium
en ook de vorm van ons podium."
Ter verduidelijking van de noodzaak
van het spelen op een open podium:
toneel in de provincie groeit uit bo
ven de sfeer van de uitgaansavond-
jes, wanneer, zoals Kees van Iersel
dat uitdrukt, „de toneelspelers de be
hoefte hebben van een innerlijke
waarheid uit te gaan en wanneer het
publiek er eerlyk voor gaat zitten.
Dat is meewerken van beide kanten
uit. En als je dat wilt, kom je auto
matisch terecht by het spelen in
liet rond. Het is de eis van deze tijd."
Mei versterkte groep
de provincie in
Een van de stukken waarmee Stu
dio het komend seizoen het pu
bliek wil aanspreken is „Roots",
(Planten zonder wortels) van de
jonge Engelse toneelschrijver Arnold
Wesker. Het gaat over een platte
landsgezin, dat in een grote stad is
terechtgekomen. „Als nu de toe
schouwers niet vier of vijf meter bij
de spelers vandaan zitten en over een
voetlicht moeten turen, maar ze bij
wijze van spreken kan aanraken,
dan gaat er van dit soort stukken
een dwingende kracht uit. Als je
eerlijke stukken speelt, is het boven
dien niet meer van overwegend be
lang, steracteurs op je podium te
hebben."
Over een gebrek aan acteurs met
grote namen heeft Studio het nieu
we seizoen inmiddelse niet meer te
klagen. Andrea Domburg is tot het
gezelschap toegetreden en Henk van
Ulsen en Nell Koppen, mensen die
Er zijn in de internationale toneelwereld
fervente aanhangers van deze nieuwe
zienswijze. Kees van Iersel is er een van.
Hij is dus een idealist. Zelf ziet hij het an
ders. „De nieuwe toneelvorm is noodzake
lijk wil het toneel levend zijn" zegt hij. ,Jk
ben dus geen idealist, maar een realist".
„Studio" geeft de noodzaak van een nieu
we toneelvorm op twee wijzen praktisch
gestalte.
heel gemakkelijk ook bij" de grote
gezelschappen terecht hadden ge
kund en dan niet zoveel hadden
hoeven reizen. Maar ze zien iets in
Studio in zijn nieuwe vorm onder zijn
nieuwe leider.
Kees van Iersel gelooft zeker, dat
hij met het open toneel en met de
soort-stukken die hij wil brengen,
een publiek voor toneel ontvankelijk
weet te maken, dat normaal nooit
naar de schouwburg gaat- Hij ge
looft daarbij ook dat stukken van
eigen bodem hem daarbij behulp
zaam kunnen zijn. Want Nederlandse
auteurs schrijven vanuit hun Neder
landse, en dat is ons aller, gedach-
tenwereld. Het nieuwe toneelseizoen
zal met twee Nederlandse stukken
worden geopend. Dat getuigt van
durf, want het is een gok op naam
van het publiek dat moet komen, en
het getuigt ook van vertrouwen in
de kwaliteiten van Nederlandse to-
neelschrijvei's, een vertrouwen dat
de andere toneelgezelschappen niet
hebben. Hun subsidie verplicht ze
per jaar minstens één Nederlands
stuk op de planken te brengen. Het
Rotterdams Toneel gaf met „Com
missaris Fennedy" een kans aan
Gerard van het Reve; de Nederland
se Comedie had als redmiddel zijn
jaarlijkse Gysbreght van Vondel bij
de hand en de Haagse Comedie liet
het afweten. Studio begint gelijk
maar met twee Nederlandse toneel
stukken.
Het eerste wordt geschreven door
Manuel van Loggem en gaat „Jeugd
proces" heten. Het ontstaat in direc
te samenwerking met de regisseur
van het stuk, Peter Oosthoek, die
aan het eind van het seizoen weg
gaat bij de Nederlandse Comedie.
Samen bouwen zij het stuk op. Peter
Oosthoek geeft de toneelaanwijzin
gen en Manuel van Loggem schrijft
de tekst. Daarbij houdt hij by voor
baat rekening met de acteurs, die in
het stuk worden geplaatst: Joop Ad
miraal, Jules Hamel, Erik Plooyer en
Jack Horn. Paul Rodenko schrijft,
in samenwerking met Kees van Ier
sel zelf aan het blijspel „De man die
zichzelf bedroog."
ONLUSTGEVOELENS EN WROKCOMPLEXEN
Filmregisseur Ronald Neame maakte in de omgeving van de kathedraal
I van Canterbury opnamen voor de nieuwe film „The lonely stage", toen
I het hoofd van de King's school bezwaar kwam maken omdat enige figu-
I ranten het schooluniform droegen. Hij beklaagde zich bij dr. Johnson,
J de 87-jarige deken van Canterbury.
5 De deken nam de kwestie met de regisseur op en na een kort onderhoud
5 verklaarde hij te hopen, dat de gewraakte scène uit de film zou worden
I gehaald.
I Op de foto: de deken in discussie met de regisseur en op de achtergrond,
in het midden. Judy Garland en links Dirk Bogarde, die de hoofdrollen j
in de film spelen.
wwwwwwwwwwwwwuvwvwwvwwwwvwvwwwwvwwuwwwuwwvwwwwwvuvwwvww
O nlangs verschenen van W. F. Hermans twee boekjes, het ene,
„Drie drama's" met toneelwerk, het andere, „De woeste wande
ling" met eer» filmscenario. Het oudste der drama's, de eenakter
„Het omgekeerde pension" dateert van 1952, het scenario werd in
1961 voltooid. Werk dns dat een tiental jaren bestrijkt, en dat door
zijn gelijke grondtoon (een toon die ook dezelfde is als die van
Hermans' romans en novellen) bewijst dat de schrijver weinig evo
lueert en met virtuositeit men is geneigd toe te voegen: een be
tere zaak waardig één thema varieert: dat van het pessimisme
en de intense onlust. Hij is er ten onzent beroemd door geworden,
bet is geen maniertje, hij kan met anders en wil mogelijk ook niet
anders. En daar vele van zijn lezers ook niet anders willen, vindt
hij een grote weerklank.
Wie van een andere geestelijke structuur is, zoekt niet bij voorkeur
deze verstikkende, morbide atmosfeer op, ook al erkent hij het on
gewone formaat van deze auteur, en eventueel het nut dat het op
treden van een schrijver als Hermans in een literatuur kan hebben.
Er is niemand die zal willen be- van onlustgevoelens en wrok-
weren dat we in een prettige complexen, zó virtuoos en be-
tijd leven, of dat in het bijzon- klemmend verbeeld dat men wel
der de generatie van Hermans van een geestelijk sadisme kan
(geb. 1921), dat zijn dus de om- spreken.
streeks 40-jarigen, opgegroeid Hermans hooft zich om die persoon
zijn in een aangenaam tiidsge- li-ike gevoelens af te reageren met
-i, 1 4. een hardnekkige moedwilligheid
wricht. Men diaagt er het vastgebeten in de menselijke condi-
brandmerk voorgoed van mee in Lie van heden en het nabije verleden,
de ziel Zou iemand nl^ JTer een conditie waarvan hij, zoals tal-
ue lemana ais lier loze andere kunstenaars, alleen één
mans echter m een andere tijd zijde wil zien: de zwarte, uitzichts
geboren zijn, dan was hij een loze' absurde, slechte, hatelijke,
even grote pessimist geweest.
Thans heeft het samengaan van geboren wordt die onbevangen een
deze persoonlijke dispositie met ^^7° Sm'SS6 °oR™to
een zwarte tijd (de zwartste maar hij houdt er onvoldoende reke-
tijd, mogelijk) geleid tot een nins mede. en, wat erger is. hij be-
haast ondraaglijke verheviging
i'tin u«o lunimuuewerKerj
U ct aantal mensen, dat in de-
ze dagen te Karlovy Vary,
het vroegere Karlsbad in Tsje-
cho-Slowakije, op straat uit de
speciale porseleinen kannetjes
het geneeskrachtige bronwater
loopt te drinken, is nog heel wat
groter dan anders. Er zijn nu
namelijk vele honderden film
mensen en -critici in die mooie
Boheemse badplaats te zamen
gekomen, niet in de eerste
plaats vanwege dat bronwater,
maar voor een internationaal
filmfestival, het grootste van
dit jaar.
Aan dezo manifestatie nemen 47 lan
den deel. Er zyn kleintjes bij, zoals
Liechtenstein maar ook de film
reuzen als «le Verenigde Staten, Ja
pan. India, de SowJol-IJnie, China,
Engeland, Frankrijk, Italië, enz. zyn
vertegenwoordigd on ons eigen land
ontbreekt niet in de ry. Nederland is
overigens niet vertegenwoordigd met
nieuwe films; blijkbaar op grond van
dc overweging, dat de meeste van
onze films toch nieuw zijn voor Oost-
Europa, zond men Dc Lage Landen,
van George Slulzer, elders reeds ver
scheidene raaien bekroond, en Pale
ontologie van Han van Gelder.
De Lage Landen is reeds vertoond en
wel met veel succes: er was het hier
bij goede films gebruikelijke vriende
lijke applaus en na afloop van de
voorstelling was er van alle kanten
bewondering. Dc Verenigde Staten
nemen voor het eerst officieel deel
aan het festival, dat reeds voor de
dertiende maal wordt gehouden;
vroeger waren ze wel door een of
meer producenten vertegenwoordigd,
maar nu geschiedt de deelneming op
regeringsniveau. Men heeft de nieuw
ste film van de bekwame Martin
Ritt. The Adventures of a Young
Man (Do avonturen van een jonge
man) voor dit festival gereserveerd
het werk komt tegen het slot van
dc manifestatie in vertoning en
men zond als gedelegeerde niemand
minder dan de beroemde cineast
Frank Capra.
Het programma van filmvertoningen
is niet overladen. Weliswaar draaien
do projectoren van 's ochtends vroeg
tot diep in de nacht, maar slechts
een deel van de films (waaronder
de beide Nederlandse documentaires)
neemt deel aan de internationale
wedstrijd. Voorts vertoont men vele
films van enkele jaren geleden, zoals
uijvuuiucBiu a-u uoicc tuu, waar
voor het Tsjechische publiek leven
dige belangstelling toont, en boven
dien heeft men een vriendelijke op
lossing gevonden voor het probleem
van de films van jonge naties welker
cinematografie nog ln de kinder
schoenen staat: die films zijn aan
gebracht in een apart symposium,
waarbij men ook prijzen zal uittrek
ken. Eén bijdrage uit het sympo
sium block trouwens belangrijker
dan sommige films van het gewone
festivalDat betrof een bijdrage
van de Vietnamese Volksrepubliek,
die heel wat beter bleek dan een film
van Finland, dat tot do „volwasse
nen" wilde behoren.
Het festival is uitstekend ingezet
met de vertoning in een
groot openluchtteater van de
Tsjechische trucfilm Baron van
Munchhausen. waarin de cineast Ka
rei-Zemen, net als in zijn vorige,
ook hij ons vertoonde film „Een uit
vinding van de duivel", tekenfilm en
speelfilm combineert en daarbij tel
kens opmerkelijke effecten bereikt.
Hij vertelt de avondturen van de
fantasierijke baron met veel esprit;
de film is geestig, zij heeft vaart en
is ook m technisch opzicht heel knap
gemaakt. Bij de openingsvoorstelling
waren natuurlijk tal van autoriteiten
en ook o.a. mevrouw Kroesjtsjcw
aanwezig.
Op de volgende dagen wisselde de
kwaliteit van de vertoonde films nog
al eens. zoals op de meeste festivals.
Tot de beste werken behoorden toen
een film uit Mexico en een uit Bul
garije. Uit Mexico zagen we Tlayu-
ean, een werk dat onder gewone
mensen speelt en dat zowel herin
nerde aan het neorealisme van de
Italianen, hoewel die sterker werk
plegen te leveren, als aan de sarcas
men van Bunuel. hoewel deze film
vriendelijker was.
Uit Bulgarije zagen we „De Zon en
de Schaduw", een bijzonder gevoeli
ge film over de liefde tussen een
jongen uit de oostelijke en een meis
je uit de westelijke wereld, een lief
de in de schaduw van de atoom
dreiging. Daarbi j is de zaak niet een
zijdig voorgesteld, maar algemeen
menselijk, De film bleek voortreffe
lijk gefotografeerd geheel in bui
tenopnamen en zij wordt, goed
gespeeld, door jonge mengen. Regis
seur Ranghei Vulchanow doet zich
kennen als een gevoelig artiest en
een goed vakman, maar zijn betoog
tegen de atoonulreiging heeft hij
enigszins verzwakt door teveel na
drukkelijkheid; het wordt niet he
lemaal aannemelijk, dat dc jonge
mensen zo veel over dit probleem
discussiëren on zulk een zonnige dag
aan het strand.
Oorspronkelijk werk gevraagd
voor Nederland en Vlaanderen
(Van onze radio- en t.v.-redaclie)
Televisie-spelwedstrijd Ingevolge een overeenkomst tussen de
1 Nederlandse Televisie Stichting en Belgische Radio en Televisie
op de laatste conferentie der Nederlandse letteren te Antwerpen in
november 1961, schrijven beide instituten een wedstrijd uit voor t.v.-
spelen. Hef doel van deze wedstrijd is het bevorderen van het t.v.-
spel als genre in Nederland en Vlaanderen. Vereiste taal Nederlands.
Zo begon een perscommuniqué, dat te
kenend is voor twee belangrijke za
ken: het tekort aan toneel- en t.v.-
schrijvers in beide gebieden cn de
snel groeiende samenwerking tussen
Nederland en Vlaanderen op cultureel
terrein, met name op dat der letter
kunde. Een groei, die in Vlaanderen
wordt versterkt door de taalstrijd en
die in tempo is versneld juist door de
televisie; door het medium, dat zo
gemakkelijk óver de grenzen heen
kijkt.
Het tekort aan uuteurs bestaat reeds
lang, ja, heeft in Nederland eigenlijk
altijd bestaan op dramatisch gebied.
Om onduidelijke redenen is de Neder
landse letterkunde in hoofdzaak op de
roman gericht, en zijn we met Vondel
cn Heyormans eigenlijk uitgepraat
voor toneel. In de Vlaamse letter
kunde heeft altijd méér aandacht
voor hot drama bestaan, misschien
onder Franse invloed. Maar in beide
gebieden heeft dc groei van het le
vend toneel cn de onstelbare honger
van de televisie amper weerslag ge
vonden in verhoogde interesse by dc
schrijvers.
Van de kant der schrijvers is de
laatste jaren nog al eens gesteld
dat het niet „loont" om voor de
televisie te schrijven. Dat was be
twistbaar. en is momenteel pure non
sens. Want juist door die gegroeide
samenwerking tussen NTS cn BRT,
alsmede door het feit dat Curasao te
levisie heeft gekregen, is het taalge
bied voor Nederlandse stukken enorm
gegroeid, en zyn ook de mogelijke
auteursrechten evenredig toegeno
men. Een uitzending, die door BRT
en NTS beide wordt gerelayeerd, kan
voor een toneelstuk van anderhalf
uur een honorarium waarborgen van
4500 ii 0000, afhankelijk van de
kwaliteit en naam van de schrijver.
Lonend kan t.v.-schrijven dus zeker
zijn, cn de wedstrijd, die boven de
honoraria nog prijzen beschikbaar
stelt van ƒ3500 voor de eerste prijs
tot 1400 voor de vierde, bevat een
grote financiële prikkel. Maar zy is.
en dat bezwaar, deelt zij met alle
overheidsprijsvragen en dergelijke op
subsidiëring gerichte initiatieven, een
gok. Een auteur, die zich minstens
zes maanden zou moeten vrij maken
om een goed stuk te schrijven, moet
inderdaad in de prijzen vallen, wil hij
die zes maanden zijn brood verdienen.
Er zijn zeer weinig auteurs, die van
hun pen leven. De meesten hebben
een baan als journalist, als employé
by een persdienst of een uitgeverij.
Zij durven geen half jaar ontslag te
nemen met een kans, dat hun stuk
niet bekroond wordt
Nederland en Vlaanderen zijn in
snel tempo bezig één markt te
worden voor levend toneel en t.v.
Uitwisseling van toneelgroepen, van
spelers, van stukken, vindt steeds
meer plaats. Overname van t.v.-uit-
zendingen eveneens. Maar het pro
bleem blijft op schrijversgebied het
zelfde: men moet het hebben van
„amateurs", van schrijvers die in hun
„vrye" tyd literair creatief zijn. Dat
remt hun produktie in omvang, maar
vooral ook in kwaliteit. Voor het rij
pen, schrijven en herschrijven van een
belangrijk werk zijn vele maanden,
soms meer dan een jaar, nodig. En
de enige afdoende oplossing zou der
halve zijn: opdrachten geven.
Dat doet nien met name in Engeland,
Frankrijk en Duitsland. Maar daar is
de t.v. zo aanzienlijk veel rijker, dat
zij zich kan veroorloven om een au
teur een jaarloon te geven, in de
hoop dat er binnen dat jaar een
bruikbaar stuk uit zijn pen vloeit.
Maar die lioop kan men zelf helpen
verwerkelijken, omdat de schrijver
dan geestelijk en lichamelijk geheel
ter beschikking staat; omdat hij door
geroutineerde regisseurs geholpen
kan worden, omdat hy vertrouwd ge
mankt kan worden met het medium
en de specifieke mogelijkheden. Dat
kost allemaal tijd, en die tijd kan
men voor Nederlands-schrijvende li
teratoren voorshands niet betalen.
Zij blyven dus, wat liet theater en de
t.v. betreft, „amateurs", liefhebbende
buitenstaanders. Zodat men des te
meer respect moet hebben voor de
paar auteurs, die desondanks goed
werk leveren!
Maquette van het volledige
reispodium, dat de toneelgroep
Studio zul gebruiken bij voor
stellingen in zalen, waar in het
geheel geen podium is: in vei-
'inghallen en fabrieksruimten
i/ijvoorbeeld.