W. F. Hermans varieert op thema pessimisme STUDIO" reist met eigen podium TEKORT AAN T.V.-SPELEN Op zoek naar nieuwe toneelvorm „De woeste wandeling" en „Drie drama's" Grootscheeps filmfestival in Tsjechoslowakije ZATERDAG 23 JUNI 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 11 zijn niet geringe gaven om iets posi tiefs te bereiken. „Toneelstukken of romans schrijven zonder allesomvat tende problemen aan te snijden, is nu eenmaal niet mogelijk", schrijft hij. Maar hij snijdt wel erg eenzijdig aan. Hij slingert zijn wrok, zijn ver achting, zijn haat de wereld in, kwelt ons met zijn verfijnde geestelijke martelingen en laat ons dan zitten. Helaas is de instelling van vele mensen tegenwoordig zo dat zij dan nog, zij 't bedrukt en radeloos, dank baar van bewondering zuchten in plaats van de zerk energiek weg te drukken die Hermans op hen wente len wil. Eén van de eisen die we aan een kunstwerk, hoe dan ook, stellen, is dat het ons transponeert in een andere werkelijkheid, en die an dere werkelijkheid die helemaal niet aangenaam of prettig hoeft te wezen, moet een zekere verlossing beteke nen en daardoor niet aflaten te fas- Letterkundige kroniek door HANS WARREN cineren, ook al kunnen we het niet allemaal verstandelijk begrijpen of omschrijven. Om nu op Hermans' drama's terug te komen; zij missen dit clement, en daardoor blijven ze verstikkend. Men wordt, althans wanneer men ze leest (de opvoering hebben we niet ge zien) niet getransponeerd; wat er staat, wat er gezegd wordt, staat er, wordt er gezegd, maar staat er niet tevens ook voor iets anders, wordt niet ook voor wat anders gezegd. Het is uiteraard Hermans' goed recht te proberen ons in dat geeste lijke souterrain op te sluiten, de deur dicht te slaan en ons er te laten verkommeren, maar het is ons goed recht daarvoor te passen. „De positie van de mens in de kosmos" zoals Hermans het stelt, kan ook die van een openbreken in een ijle ruimte zijn, met onbereikbare sterren om zich aan te verschroeien desnoods, met een dier om in weg te kruipen en in te sterven, met een nieuwe Ikaros, om groots te vallen. Ach, duizenderlei mogelijkheden zijn er. Hermans heeft 'deze ene gekozen, zich razend vastgebeten in een "in middels weer al onbereikbaar verle den, omziend, of, als hij vooruitgaat, werkend als een bezeten wroetende mol in een vuilnishoop. Wat naar boven komt kan, hoe knap en ener giek opgeworpen ook, niet veel waar devols zijn, en hy zelf blijft half blind in de duisternis van zijn warnet van tunnels. Voor Hermans persoonlijk is dat van zich afschrijven van ellende en complexen mogelijk een zui verende bezigheid die hem het dage lijks leven aangenamer maakt, voor vele van zijn lezers, of in dit geval toeschouwers, is het ondergaan van zijn fantasieën dit mogelijk even eens. Wie echter dit niet nodig heeft en ook meer eist, komt niet aan zijn trek. Noch in „Het omgekeerde pen sion", dat althans nog iets speels heeft (en ook toneelmogelijkheden biedt) noch in de loodzware, nutte loze stukken „Dutch Comfort" en „De psychologische test" (het laatste heel knap overigens) hebben we dit „extra" gevonden. Wel in het sce nario „De woeste wandeling" dat met zijn gechargeerde situaties af en toe een wrang-ironisch of navrant -komisch effect heeft. Het zou een voortreffelijke film kunnen opleve ren, zij het d?n dat het merendeel der goede toeschouwers wel geeste lijk knock-out geslagen huiswaarts zou keren. Het vreemde versehynsel doet zich voor dat men, hoeveel bezwaren men ook hebben mag, door Hermans tel kens weer gefascineerd, ja, haast gebiologeerd wordt. Wie in zo'n stuk begint te lezen, leest door, demonisch geboeid. Vooral „De woeste wande ling" is een bewonderenswaardig produkt, men meent onder het dia bolische masker zelfs af en toe een trek van mededogen te zien spelen, zoals ook mededogen met Henri Osewoudt even te voelen was. (In „De donkere kamer van Damocles"). Dit versehynsel is mogelijk toch iets hoopvols. Willem Frederik Hermans: Drie drama's en De woeste wandeling. De Bezige Bij, Amsterdam, Literaire pockets 76 en 77. Het is een uitspraak met schijnbaar een dubbele bodem wanneer Kees van Ier- sel, de nieuwe artistieke leider van de to neelgroep Studio zegt: „Het toneel moet van liet toneel af". Hij bedoelt hiermee dat het toneelstuk vanuit de lijst van het schouwburgtoneel moet stappen, over het voetlicht heen en terecht moet komen tus sen het publiek. Het is geen idee van Kees van Iersel zelf. De Amerikaanse toneel schrijver Thornton Wilder heeft al jaren geleden gezegd: „Weg met die schoenen dozen!" Het is daarbij niet alleen een kwestie van de bouwwijze van de schouw burgen, maar ook van het soort toneel dat in de toneelzalen zou moeten worden ge speeld. Het toneel moet niet langer een zaak zijn waar het publiek tegenaan kijkt, maar dut het publiek in zich opneemt, naar speelvorm en naar wat het te zeggen heeft. Het nu acht jaar bestaande sprei dingsgezelschap heeft in „De Brakke Grond" achter het Rokin in Amster dam, dat jarenlang een feest- en vergadergebouw is geweest, een vast theater gevonden. „De Brakke Grond" heeft geen toneel met een lijst, met voetlichten en met een voordoek. Deze nood is voor Studio een deugd. Aan een van de korte einden van de zaal wordt een podium gebouwd, waar het publiek voor en naast kan zitten. Het is een midden vorm tussen het volledige theater in „het rond, dat het einddoel is van de voorstanders van open toneel, en het normale lijsttoneel, de kijkdoos. Kees van Iersel wil dat de voorstel lingen in het land getrouwe kopieën zijn van de voorstellingen in het standplaatstheater. Op de kleine dorpstoneeltjes, waarop Studio tot dusverre vaak heeft moeten spelen, blijft er van de oorspronkelijke mon tering, en dus van het stuk zelf, weinig over- Daarom heeft decoront werper Wim Vesseur, die ook er varing heeft als adviseur by de bouw van nieuwe schouwburgen, een reis- toneel ontworpen; dat naar vorm en maten geheel gelijk is aan dat in het theater „De Brakke Grond". In zalen met een vast toneel wordt het speelvlak' met zyn achterste helft op het bestaande podium gelegd. De voorste helft wordt de zaal in ge stoken. De eerste ryen stoelen moe ten daarvoor wyken en komen links en rechts van het uitsteeksel te staan. Is de zaal te klein om het speelvlak uit de toneellijst te halen, de zaal in; of als het om andere re denen niet kan, dan heeft Studio een complete podiumoutillage beschik baar, welke in elke willekeurige lege ruimte, van gymnastiekzaal tot vei ling- en fabriekshal, kan worden op gesteld. Dit reispodium is voor Nederland een unieke zaak. Het bestaat uit een speelvlak van negen meter breed en zeven meter diep. Aan de achterkant heeft het speelvlak een bovenbouw voor decors en belichting. De boven bouw reikt tot zeven meter. Achter het toneel zijn de kleedkamers voor de spelers- Voor de opbouw van het geheel hebben drie mannen een dag nodig. Studio is in de gelegenheid gesteld het reispodium te laten bou wen door een subsidie van het Prins Bernhardfonds. Als Kees van Iersel het uitlegt, be grijpt men dat zijn reispodium niet alleen maar een nieuwlichtersidee is, een modeverschijnsel, maar een nood zaak, Studio is een spreidingsgezelschap. Van de 450 voorstellingen, welke voor het volgend seizoen zijn gepland, worden er 300 in het land gegeven. Maar in het land gaat het publiek nog steeds meestal niet naar de schouwburg om het toneel, maar om het uitgaansavondje. En in con sequentie daarvan gaat het naar de schouwburg om de namen. De pro vincie wil Paul Steenbergen zien en Ank van der Moer. Of zij staan te spelen in de helft van de decors van hun standplaats-theaters, dat de voorstelling dus maar half is, doet niet ter zake. De drie grote gezelschappen, de Ne derlandse Comedie, de Haagse Come- die en het Rotterdams Toneel doen er niet langer aan mee. Met toestem ming van de staatssecretaris van o. k. en w. laten zij niet te bespelen theaters voortaan links liggen. Kees van Iersel is het daarmee eens. „De toneelspreiding heeft alleen zin", zegt hij, „als niet de spreiding er door wordt gediend, maar de cultuur. De spreiding is alleen goed, als het toneel, dat het land te zien krijgt, goed is- Een voorstelling die goed is in een behoorlijk geoutilleerd theater, kan slecht zijn in een zaal waar het toneel niet deugt. Dat is deprimerend voor het publiek en voor de spelers. Het moeten spelen op slechte toneeltjes doet afbreuk aan het toneel als cultuuruiting en het jaagt de toneelspelers in het har nas tegen het vele reizen. Studio wil heel graag de provincie in. Niet omdat we moeten, maar omdat we menen met onze stukken iets te zeg gen te hebben. Maar wij willen dat op verantwoorde wijze doen. met een toneeltechnisch verantwoorde voor stellingen. Vandaar ons reispodium en ook de vorm van ons podium." Ter verduidelijking van de noodzaak van het spelen op een open podium: toneel in de provincie groeit uit bo ven de sfeer van de uitgaansavond- jes, wanneer, zoals Kees van Iersel dat uitdrukt, „de toneelspelers de be hoefte hebben van een innerlijke waarheid uit te gaan en wanneer het publiek er eerlyk voor gaat zitten. Dat is meewerken van beide kanten uit. En als je dat wilt, kom je auto matisch terecht by het spelen in liet rond. Het is de eis van deze tijd." Mei versterkte groep de provincie in Een van de stukken waarmee Stu dio het komend seizoen het pu bliek wil aanspreken is „Roots", (Planten zonder wortels) van de jonge Engelse toneelschrijver Arnold Wesker. Het gaat over een platte landsgezin, dat in een grote stad is terechtgekomen. „Als nu de toe schouwers niet vier of vijf meter bij de spelers vandaan zitten en over een voetlicht moeten turen, maar ze bij wijze van spreken kan aanraken, dan gaat er van dit soort stukken een dwingende kracht uit. Als je eerlijke stukken speelt, is het boven dien niet meer van overwegend be lang, steracteurs op je podium te hebben." Over een gebrek aan acteurs met grote namen heeft Studio het nieu we seizoen inmiddelse niet meer te klagen. Andrea Domburg is tot het gezelschap toegetreden en Henk van Ulsen en Nell Koppen, mensen die Er zijn in de internationale toneelwereld fervente aanhangers van deze nieuwe zienswijze. Kees van Iersel is er een van. Hij is dus een idealist. Zelf ziet hij het an ders. „De nieuwe toneelvorm is noodzake lijk wil het toneel levend zijn" zegt hij. ,Jk ben dus geen idealist, maar een realist". „Studio" geeft de noodzaak van een nieu we toneelvorm op twee wijzen praktisch gestalte. heel gemakkelijk ook bij" de grote gezelschappen terecht hadden ge kund en dan niet zoveel hadden hoeven reizen. Maar ze zien iets in Studio in zijn nieuwe vorm onder zijn nieuwe leider. Kees van Iersel gelooft zeker, dat hij met het open toneel en met de soort-stukken die hij wil brengen, een publiek voor toneel ontvankelijk weet te maken, dat normaal nooit naar de schouwburg gaat- Hij ge looft daarbij ook dat stukken van eigen bodem hem daarbij behulp zaam kunnen zijn. Want Nederlandse auteurs schrijven vanuit hun Neder landse, en dat is ons aller, gedach- tenwereld. Het nieuwe toneelseizoen zal met twee Nederlandse stukken worden geopend. Dat getuigt van durf, want het is een gok op naam van het publiek dat moet komen, en het getuigt ook van vertrouwen in de kwaliteiten van Nederlandse to- neelschrijvei's, een vertrouwen dat de andere toneelgezelschappen niet hebben. Hun subsidie verplicht ze per jaar minstens één Nederlands stuk op de planken te brengen. Het Rotterdams Toneel gaf met „Com missaris Fennedy" een kans aan Gerard van het Reve; de Nederland se Comedie had als redmiddel zijn jaarlijkse Gysbreght van Vondel bij de hand en de Haagse Comedie liet het afweten. Studio begint gelijk maar met twee Nederlandse toneel stukken. Het eerste wordt geschreven door Manuel van Loggem en gaat „Jeugd proces" heten. Het ontstaat in direc te samenwerking met de regisseur van het stuk, Peter Oosthoek, die aan het eind van het seizoen weg gaat bij de Nederlandse Comedie. Samen bouwen zij het stuk op. Peter Oosthoek geeft de toneelaanwijzin gen en Manuel van Loggem schrijft de tekst. Daarbij houdt hij by voor baat rekening met de acteurs, die in het stuk worden geplaatst: Joop Ad miraal, Jules Hamel, Erik Plooyer en Jack Horn. Paul Rodenko schrijft, in samenwerking met Kees van Ier sel zelf aan het blijspel „De man die zichzelf bedroog." ONLUSTGEVOELENS EN WROKCOMPLEXEN Filmregisseur Ronald Neame maakte in de omgeving van de kathedraal I van Canterbury opnamen voor de nieuwe film „The lonely stage", toen I het hoofd van de King's school bezwaar kwam maken omdat enige figu- I ranten het schooluniform droegen. Hij beklaagde zich bij dr. Johnson, J de 87-jarige deken van Canterbury. 5 De deken nam de kwestie met de regisseur op en na een kort onderhoud 5 verklaarde hij te hopen, dat de gewraakte scène uit de film zou worden I gehaald. I Op de foto: de deken in discussie met de regisseur en op de achtergrond, in het midden. Judy Garland en links Dirk Bogarde, die de hoofdrollen j in de film spelen. wwwwwwwwwwwwwuvwvwwvwwwwvwvwwwwvwwuwwwuwwvwwwwwvuvwwvww O nlangs verschenen van W. F. Hermans twee boekjes, het ene, „Drie drama's" met toneelwerk, het andere, „De woeste wande ling" met eer» filmscenario. Het oudste der drama's, de eenakter „Het omgekeerde pension" dateert van 1952, het scenario werd in 1961 voltooid. Werk dns dat een tiental jaren bestrijkt, en dat door zijn gelijke grondtoon (een toon die ook dezelfde is als die van Hermans' romans en novellen) bewijst dat de schrijver weinig evo lueert en met virtuositeit men is geneigd toe te voegen: een be tere zaak waardig één thema varieert: dat van het pessimisme en de intense onlust. Hij is er ten onzent beroemd door geworden, bet is geen maniertje, hij kan met anders en wil mogelijk ook niet anders. En daar vele van zijn lezers ook niet anders willen, vindt hij een grote weerklank. Wie van een andere geestelijke structuur is, zoekt niet bij voorkeur deze verstikkende, morbide atmosfeer op, ook al erkent hij het on gewone formaat van deze auteur, en eventueel het nut dat het op treden van een schrijver als Hermans in een literatuur kan hebben. Er is niemand die zal willen be- van onlustgevoelens en wrok- weren dat we in een prettige complexen, zó virtuoos en be- tijd leven, of dat in het bijzon- klemmend verbeeld dat men wel der de generatie van Hermans van een geestelijk sadisme kan (geb. 1921), dat zijn dus de om- spreken. streeks 40-jarigen, opgegroeid Hermans hooft zich om die persoon zijn in een aangenaam tiidsge- li-ike gevoelens af te reageren met -i, 1 4. een hardnekkige moedwilligheid wricht. Men diaagt er het vastgebeten in de menselijke condi- brandmerk voorgoed van mee in Lie van heden en het nabije verleden, de ziel Zou iemand nl^ JTer een conditie waarvan hij, zoals tal- ue lemana ais lier loze andere kunstenaars, alleen één mans echter m een andere tijd zijde wil zien: de zwarte, uitzichts geboren zijn, dan was hij een loze' absurde, slechte, hatelijke, even grote pessimist geweest. Thans heeft het samengaan van geboren wordt die onbevangen een deze persoonlijke dispositie met ^^7° Sm'SS6 °oR™to een zwarte tijd (de zwartste maar hij houdt er onvoldoende reke- tijd, mogelijk) geleid tot een nins mede. en, wat erger is. hij be- haast ondraaglijke verheviging i'tin u«o lunimuuewerKerj U ct aantal mensen, dat in de- ze dagen te Karlovy Vary, het vroegere Karlsbad in Tsje- cho-Slowakije, op straat uit de speciale porseleinen kannetjes het geneeskrachtige bronwater loopt te drinken, is nog heel wat groter dan anders. Er zijn nu namelijk vele honderden film mensen en -critici in die mooie Boheemse badplaats te zamen gekomen, niet in de eerste plaats vanwege dat bronwater, maar voor een internationaal filmfestival, het grootste van dit jaar. Aan dezo manifestatie nemen 47 lan den deel. Er zyn kleintjes bij, zoals Liechtenstein maar ook de film reuzen als «le Verenigde Staten, Ja pan. India, de SowJol-IJnie, China, Engeland, Frankrijk, Italië, enz. zyn vertegenwoordigd on ons eigen land ontbreekt niet in de ry. Nederland is overigens niet vertegenwoordigd met nieuwe films; blijkbaar op grond van dc overweging, dat de meeste van onze films toch nieuw zijn voor Oost- Europa, zond men Dc Lage Landen, van George Slulzer, elders reeds ver scheidene raaien bekroond, en Pale ontologie van Han van Gelder. De Lage Landen is reeds vertoond en wel met veel succes: er was het hier bij goede films gebruikelijke vriende lijke applaus en na afloop van de voorstelling was er van alle kanten bewondering. Dc Verenigde Staten nemen voor het eerst officieel deel aan het festival, dat reeds voor de dertiende maal wordt gehouden; vroeger waren ze wel door een of meer producenten vertegenwoordigd, maar nu geschiedt de deelneming op regeringsniveau. Men heeft de nieuw ste film van de bekwame Martin Ritt. The Adventures of a Young Man (Do avonturen van een jonge man) voor dit festival gereserveerd het werk komt tegen het slot van dc manifestatie in vertoning en men zond als gedelegeerde niemand minder dan de beroemde cineast Frank Capra. Het programma van filmvertoningen is niet overladen. Weliswaar draaien do projectoren van 's ochtends vroeg tot diep in de nacht, maar slechts een deel van de films (waaronder de beide Nederlandse documentaires) neemt deel aan de internationale wedstrijd. Voorts vertoont men vele films van enkele jaren geleden, zoals uijvuuiucBiu a-u uoicc tuu, waar voor het Tsjechische publiek leven dige belangstelling toont, en boven dien heeft men een vriendelijke op lossing gevonden voor het probleem van de films van jonge naties welker cinematografie nog ln de kinder schoenen staat: die films zijn aan gebracht in een apart symposium, waarbij men ook prijzen zal uittrek ken. Eén bijdrage uit het sympo sium block trouwens belangrijker dan sommige films van het gewone festivalDat betrof een bijdrage van de Vietnamese Volksrepubliek, die heel wat beter bleek dan een film van Finland, dat tot do „volwasse nen" wilde behoren. Het festival is uitstekend ingezet met de vertoning in een groot openluchtteater van de Tsjechische trucfilm Baron van Munchhausen. waarin de cineast Ka rei-Zemen, net als in zijn vorige, ook hij ons vertoonde film „Een uit vinding van de duivel", tekenfilm en speelfilm combineert en daarbij tel kens opmerkelijke effecten bereikt. Hij vertelt de avondturen van de fantasierijke baron met veel esprit; de film is geestig, zij heeft vaart en is ook m technisch opzicht heel knap gemaakt. Bij de openingsvoorstelling waren natuurlijk tal van autoriteiten en ook o.a. mevrouw Kroesjtsjcw aanwezig. Op de volgende dagen wisselde de kwaliteit van de vertoonde films nog al eens. zoals op de meeste festivals. Tot de beste werken behoorden toen een film uit Mexico en een uit Bul garije. Uit Mexico zagen we Tlayu- ean, een werk dat onder gewone mensen speelt en dat zowel herin nerde aan het neorealisme van de Italianen, hoewel die sterker werk plegen te leveren, als aan de sarcas men van Bunuel. hoewel deze film vriendelijker was. Uit Bulgarije zagen we „De Zon en de Schaduw", een bijzonder gevoeli ge film over de liefde tussen een jongen uit de oostelijke en een meis je uit de westelijke wereld, een lief de in de schaduw van de atoom dreiging. Daarbi j is de zaak niet een zijdig voorgesteld, maar algemeen menselijk, De film bleek voortreffe lijk gefotografeerd geheel in bui tenopnamen en zij wordt, goed gespeeld, door jonge mengen. Regis seur Ranghei Vulchanow doet zich kennen als een gevoelig artiest en een goed vakman, maar zijn betoog tegen de atoonulreiging heeft hij enigszins verzwakt door teveel na drukkelijkheid; het wordt niet he lemaal aannemelijk, dat dc jonge mensen zo veel over dit probleem discussiëren on zulk een zonnige dag aan het strand. Oorspronkelijk werk gevraagd voor Nederland en Vlaanderen (Van onze radio- en t.v.-redaclie) Televisie-spelwedstrijd Ingevolge een overeenkomst tussen de 1 Nederlandse Televisie Stichting en Belgische Radio en Televisie op de laatste conferentie der Nederlandse letteren te Antwerpen in november 1961, schrijven beide instituten een wedstrijd uit voor t.v.- spelen. Hef doel van deze wedstrijd is het bevorderen van het t.v.- spel als genre in Nederland en Vlaanderen. Vereiste taal Nederlands. Zo begon een perscommuniqué, dat te kenend is voor twee belangrijke za ken: het tekort aan toneel- en t.v.- schrijvers in beide gebieden cn de snel groeiende samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen op cultureel terrein, met name op dat der letter kunde. Een groei, die in Vlaanderen wordt versterkt door de taalstrijd en die in tempo is versneld juist door de televisie; door het medium, dat zo gemakkelijk óver de grenzen heen kijkt. Het tekort aan uuteurs bestaat reeds lang, ja, heeft in Nederland eigenlijk altijd bestaan op dramatisch gebied. Om onduidelijke redenen is de Neder landse letterkunde in hoofdzaak op de roman gericht, en zijn we met Vondel cn Heyormans eigenlijk uitgepraat voor toneel. In de Vlaamse letter kunde heeft altijd méér aandacht voor hot drama bestaan, misschien onder Franse invloed. Maar in beide gebieden heeft dc groei van het le vend toneel cn de onstelbare honger van de televisie amper weerslag ge vonden in verhoogde interesse by dc schrijvers. Van de kant der schrijvers is de laatste jaren nog al eens gesteld dat het niet „loont" om voor de televisie te schrijven. Dat was be twistbaar. en is momenteel pure non sens. Want juist door die gegroeide samenwerking tussen NTS cn BRT, alsmede door het feit dat Curasao te levisie heeft gekregen, is het taalge bied voor Nederlandse stukken enorm gegroeid, en zyn ook de mogelijke auteursrechten evenredig toegeno men. Een uitzending, die door BRT en NTS beide wordt gerelayeerd, kan voor een toneelstuk van anderhalf uur een honorarium waarborgen van 4500 ii 0000, afhankelijk van de kwaliteit en naam van de schrijver. Lonend kan t.v.-schrijven dus zeker zijn, cn de wedstrijd, die boven de honoraria nog prijzen beschikbaar stelt van ƒ3500 voor de eerste prijs tot 1400 voor de vierde, bevat een grote financiële prikkel. Maar zy is. en dat bezwaar, deelt zij met alle overheidsprijsvragen en dergelijke op subsidiëring gerichte initiatieven, een gok. Een auteur, die zich minstens zes maanden zou moeten vrij maken om een goed stuk te schrijven, moet inderdaad in de prijzen vallen, wil hij die zes maanden zijn brood verdienen. Er zijn zeer weinig auteurs, die van hun pen leven. De meesten hebben een baan als journalist, als employé by een persdienst of een uitgeverij. Zij durven geen half jaar ontslag te nemen met een kans, dat hun stuk niet bekroond wordt Nederland en Vlaanderen zijn in snel tempo bezig één markt te worden voor levend toneel en t.v. Uitwisseling van toneelgroepen, van spelers, van stukken, vindt steeds meer plaats. Overname van t.v.-uit- zendingen eveneens. Maar het pro bleem blijft op schrijversgebied het zelfde: men moet het hebben van „amateurs", van schrijvers die in hun „vrye" tyd literair creatief zijn. Dat remt hun produktie in omvang, maar vooral ook in kwaliteit. Voor het rij pen, schrijven en herschrijven van een belangrijk werk zijn vele maanden, soms meer dan een jaar, nodig. En de enige afdoende oplossing zou der halve zijn: opdrachten geven. Dat doet nien met name in Engeland, Frankrijk en Duitsland. Maar daar is de t.v. zo aanzienlijk veel rijker, dat zij zich kan veroorloven om een au teur een jaarloon te geven, in de hoop dat er binnen dat jaar een bruikbaar stuk uit zijn pen vloeit. Maar die lioop kan men zelf helpen verwerkelijken, omdat de schrijver dan geestelijk en lichamelijk geheel ter beschikking staat; omdat hij door geroutineerde regisseurs geholpen kan worden, omdat hy vertrouwd ge mankt kan worden met het medium en de specifieke mogelijkheden. Dat kost allemaal tijd, en die tijd kan men voor Nederlands-schrijvende li teratoren voorshands niet betalen. Zij blyven dus, wat liet theater en de t.v. betreft, „amateurs", liefhebbende buitenstaanders. Zodat men des te meer respect moet hebben voor de paar auteurs, die desondanks goed werk leveren! Maquette van het volledige reispodium, dat de toneelgroep Studio zul gebruiken bij voor stellingen in zalen, waar in het geheel geen podium is: in vei- 'inghallen en fabrieksruimten i/ijvoorbeeld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 7