APOTHEKERSASSISTENTE Het zorgenkind porselein CKINDERKRANT tlft WNP Nederlandse uitvinding veelbelovend Arriveer net zo SUPRIMAL ontharing? depilan Cifo ^paqina /Heozoum Een herfstig voorproefje Belangstelling wordt groter door betere arbeids voorwaarden (Van onze redactrice) „Apothekersassistente is een verantwoordelijk beroep. Je moet altijd je hersens bij het werk hebben en je moet gecon centreerd kunnen werken. In het begin vooral is het heel griezelig maar je went er heel vlug aan om te gaan met verschillende vergiften". Dit is een uitspraak van mejuffrouw M. Melis uit Se- rooskerke, die het weten kan, want ze is al achttien jaar werk zaam als apothekersassistente in een Middelburgse apotheek. Mejuffrouw Melis houdt van haar taak, dat was al gauw dui delijk tijdens het vrij korte ge sprekje, dat wij met haar had den in de apotheek, waar zij werkzaam is. Hierbij dient men dan te bedenken, dat mejuf frouw Melis en haar collega's die ongeveer even lang of nog langer in dit vak werkzaam zijn de niet bijzonder rooskleurige arbeidsvoorwaarden heeft ge kend die annex waren aan dit werk. Desondanks is ze er met plezier aan begonnen en ze doet het nog steeds met liefde. De belangstelling voor het vak van apothekersassistente wordt nu gelei delijk aan wat groter. Sinds verleden jaar hebben de assistenten drie we ken vakantie; daarvoor hadden ze er maar twee. Apothekersassistenten hebben een 45-urjge werkweek, maar daarnaast hebben ze nog nachtdienst. Daarvoor mag overdag vrije tijd worden gegeven, maar in verband met de nogal moeilijke personeels bezetting lukt dat zelden of nooit- Die nachtelijke werkuren worden dus apart uitbetaald. Langzaam maar ze- kor is men nu bozig de arbeidsvoor waarden voor dit beroep wat aan trekkelijker te maken. NEDERLANDSE (615 pet. export) LEDERWAREN De Nederlandse lederwaren- industrieomvat 151 bedrij ven met in totaal 6300 werknemers, en 'produceert voor bijna honderd miljoen gul den per jaarwaarvan vijftien procent voor de export is be stemd. Van de Nederlandse vraag naar lederwaren wordt bijna tach tig procent door de eigen indu strie gedekt (vóór de oorlog vijf tien procent), want het produkt is in kwaliteit, stijl en prijs zo zeer vooruitgegaan, dat men het buitenland met succes concurren tie aandoet. Vooral in België, Luxemburgde Duitse Bondsre- publiek, Engeland en Zweden is j vraag naar Nederlandse lederwa- j De fabrikanten van koffers en: lederwaren in ons land delen deze bijzonderheden mee naar aanlei- ding van het feit, dat zij volgende maand voor het eerst een zomer- vakbeurs in de Utrechtse Jaar-1 beursgebouwen zullen houden. Ruim 110 fabrikanten en impor- teurs zullen daar hun najaars- en wintercollectie tonen. Hu i (Advertentie) Advertentie tijdig ingenomen, reisziekte voorkómen. (Inde blauwt ttrpahking Mop dtjuiilt dtttring) Naar onze mening een bijzonder dringende zaak, want het is één van die verantwoordelijke beroepen, waarin geen fouten mogen worden gemaakt. Een fout kan té ernstige gevolgen hebben. Van die verantwoordelijkheid is me juffrouw Melis zich ten volle bewust, maar dat bewustzijn hangt niet als een zwaard van Damocles hoven haar hoofd. STRENG EXAMEN Wie apothekersassistente wil wórden heeft nodig een mulo- of een gelijk waardige opleiding. De eigenlijke vakopleiding wordt gegeven in de apotheek door de apotheker. De cur sus duurt twee jaar. waarna examen moet worden afgelegd in één der universiteitssteden in ons land. Het bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Vooral het prak tijkexamen is zeer streng. De mini mum leeftijd is achttien jaar. Een van de boeiende aspecten van haar werk vindt mejuffrouw Melis de omgang met de mensen. Ze geeft daarbij weliswaar vlot toe, dat het helemaal niet gemakkelijk is tussen het bereiden van "de recepten dóór mensen te woord te staan. „Ze ko men voor belangrijke dingen en voor ditjes en datjes en ze willen graag een praatje maken eh dat komt ons niet altijd gelegen", vertelt mejuf frouw Melis. MEER RECEPTEN In de loop der jaren is er trouwens ook in de apotheek veel veranderd. Een groot aantal ncvenprodukten wordt kant en klaar verpakt in de handel gebracht. Dat verlicht de taak van het personeel. Maar aan de an dere kant is het ook veel drukker geworden. „De mensen lopen gauwer naar de dokter", is de mening van mejuffrouw Melis, „en dus komen er meer recepten". Ér" komen trouwens niet alleen re cepten van de dokter in de apotheek terecht. Er zijn ook wel recepten uit kranten en vrouwenbladen, die men daar te bereiden krijgt. En dat gebeurt dan natuurlijk ook. Mejuffrouw Melis vertelt het alle maal plezierig en gezellig. Ze vindt alle kanten van dit werk prettig. Over ervaringen in baar vverlc zou ze veel kunnen vertellen, maar het beroepsgeheim verbiedt haar uit de school oftewel de apotheek te klap pen. Praat overigens nooit mot iemand uit een apotheek over de toonbank, want die hebben ze daar niet. Zoiets heet een receptcertafel! MEJUFFROUW M. MELIS: ...apothekersassistente, een verantwoordelijk beroep..." Maar dan modern, veilig, snel en mild met de prettig geparfumeerde 'n Hamol produkt uit Zwitserland tube 1.50 en 2.95 Tuisvrouwen van honderd jaar geleden zouden een hedendaagse keuken bekijken met gevoelens die, afhankelijk van haar aard en instelling, wel licht varieerden van beleefde verwondering tot sprakeloze verbijstering. Maar zelfs de meest flegmatieke onder haar zou waarschijnlijk een appel flauwte krijgen, wanneer ze zou zien, dat haar achterkleindoch ter met achteloos gebaar een porseleinen bord op het vuur of in de oven zette! Toch kan dat in de huishouding van 1962 dank zij een Nederlandse vinding die door deskundigen „veel belovend" wordt genoemd. Het is een, ontdekking van een der directeuren van een bekende Zuidhollandse pla teelbakkerij en het resultaat is volgens de fabrikanten een pro dukt dat elegant is en toch een bij zondere weerstand tegen stoten en temperatuursveranderingen vertoont. Het spreekwoord over de voorzichtig heid die altijd de moeder van de porseleinkast is geweest, mag dus in de toekomst de doofpot in. Na eeuwen, want het porselein is een eeuwenoud produkt, dat in China al omstreeks het jaar 300 werd ge maakt; het werd daar „Tz'u" ge noemd. Het woord porselein echter, zo weten technisch-ingewijden te ver tellen, stamt uit Italië en is afgeleid van het Italiaanse woord „porcella- ne", dat weer afstamt van „porcella". Dit porcella het is een lang ver haal! blijkt een verkleinwpord van Dit porcella - het i Bakje troost' en ,gérende lijn' De Nederlandse huisvrouw krijgt „opvoeding" in het koffie zettenVia advertenties met foto's van stralende mensen heeft ze geruime tyd achtereen kunnen constateren hoeveel geluk de mensheid aan goed gezette, sterke koffie kan beleven; binnenkort zullen ook jeugdige adspirant-hiiisvrouwtjes de nodige voorlichting krijgen over alles wat aan het „bakje troost" vastzit. De Stichting Koffie-propaganda Nederland stelt namelyk de leerkrachten van ruim vijfhonderd Nederlandse huishoud- en nijverheidsscholen In de gelegenheid, de leerlingen voor te lichten over alles wat met koffie verband houdt. Men denkt daarbij aan de geschiedenis der cultures, maar ook aan de talrijke recepten waarin de koffieboon kan worden verwerkt. Grote aandacht zal worden besteed aan de diverse manieren waarop de koffie kan worden gezet. Een „dress and knickcr set": zo noemen de Engelsen een kinderjurkje met een bijpassend broekje, dat net even onder de zoom vanjde jurk mag uitko men. Eén bekend Engels ontiverpster van kinderkleding' stelt voor zo'n set te maken aan de hand van de huidige grote-mensen-mode: in „gérende" lijn. Het rokje moet dus naar de zoom wijder uitlopen en op de „geernaden" twee in het voor- en twee in het achterpand wordt als garnering van schouder tot zoom vrolijk geborduurd band genaaid, uitlopend in een strikje. Het bijpassende broekje krijgt langs de pijpen dezelfde bandgarnering het resultaat is een ensemble in échte „prinsessenlijn" voor de jongedame. „porco" oftewel varken. Een var kensruggetje zou namelijk grote ge lijkenis vertonen met de „porcella" oftewel Venusschelp en via die Venusschelp komt men dan weer terug bij het porselein. Porselein is, wat men noemt, een „echt keramische stof met het ken merk van doorschijnendheid". Het woord keramiek komt, tussen twee haakjes, uit het Grieks en wel van „keramos" dat aardewerk en in het bijzonder serviesgoed betekent. Het porselein nu dankt zijn transparant karakter voornamelijk aan de aan wezigheid van het zogenaamde „ka- olien", maar er komen bij het porse- leinbakken nog meer stoffen te pas: magnesium en kalk bijvoorbeeld. EERST IN MIDDELBURG Porselein is er in soorten; de ken ners spreken van „pate tendre" oftewel zacht porselein als het gebakken wordt tussen 350 en 1200 graden. Het bevat meer smeltmidde len dan hard porselein, heeft minder weerstand tegen stoof of druk en wordt dan ook hoofdzakelijk voor kunst- en luxe voorwerpen gebruikt. Men kent voorts het Engelse fosfaat porselein dat met fosfaatzure kalk wordt vervaardigd, en het Franse „fritte-porselein" dat meer glas dan keramische stof bevat. In Nederland zag men voor het eerst het porselein in grote hoeveelheden, toen in 1602 een Portugese „karaak" (een bepaald scheepstype) door Ne derlandse bodems naar Middelburg werd opgebracht. De lading die uit achtentwintig kisten met porseleinen borden en koppen bestond, werd als geschenk aan burgemeester en wet houders van Middelburg overhandigd. Uit die tijd stamt het woord kraak porselein dat had dus niets te maken met een grote breekbaarheid of met het begrip „craquelé", maar alleen met het scheepstype waarmee dit eerste porselein werd aangevoerd. Kort daarna begon de Verenigde Oostindische Compagnie met het ex porteren van Chinees en Japans por selein naar Europa en nog- voor het eind van die eeuw waren meer dan een miljoen stukken naar Europa overgebrachteen hoeveelheid die echter niet voldoende bleek, want men was in Europa zeer onder de indruk van dit prachtige Oosterse produkt. Het decoreren van porselein nam in onze contreien een grote vlucht en in 1614 vroeg (en kreeg) een zekere Claes Jansz. Wijtmans in Den Haag octrooi voor de fabri cage van porselein. In 1629 richtte hij een porseleinfabriek in Utrecht op; in het museum voor Oudheid kunde in Amsterdam is waarschijn lijk nog porselein uit deze fabriek aanwezig. BEROEMDE THEEPOTTEN Nederland kende in de zeventiende eeuw voorts een beroemd pla teelbakker: de pottenbakker Ary de Milde wiens specialiteit de „rode theepotten" waren, imitaties van de rode theepotten die uit China werden ingevoerd. Die potjes kregen nog een hele nasleep, daar nog een Ne derlands fabrikant het monopolie van de fabricage opeiste. In Italië bewonderde men intussen het uit China ingevoerde porselein al evenzeer en het werd al in de vijf tiende eeuw door een Venetiaans al chemist nagemaakt. Van zijn werk zijn alleen maar beschrijvingen over, maar honderd jaar later maakte de hertog van Toscane in Florence het zogenaamde „pate tendre" waarvan nog diverse stukken in beroemde musea te zien zijn. IN PLAATS VAN GOUD In 1709 is het eerste harde porselein door de Duitser Johann Friedrich Böttger gemaakt. Pikante bijzon derheid: hij had de koning beloofd. Modern Nederlands porselein: zet het maar in de oven of op het vuur.... goud te maken en kreeg daarom een laboratorium op het koninklijk kas teel, waarin hij na vele jaren van mislukt experimenteren er in slaagde, porselein in plaats van goud te maken. Dat eerste porselein was niet wit, maar rood, evenals het zo genaamde „Boccaro steengoed" dat toen in Europa algemeen porselein werd genoemd en in de vorm van de reeds eerder genoemde theepotten voor het eerst m Europa arriveerde. Sinds de uitvinding van het porselein heeft Nederland een woordje meegi sproken op dit gebied. Nederlandse Ïjottenbakkers werden in het buiten and geëngageerd om fabrieken van Delfts aardewerk op te richten, Ne derlanders waren vooraanstaande krachten in buitenlandse fabrieken. Het Nederlandse aardewerk had suc ces, totdat de omliggende landen hoge invoerrechten gingen heffen en zelf een inheemse industrie opbouw den. De vroegere afnemers werden concurrenten en zo kon het gebeuren dat het Engelse aardewerk de Delft- se produkten tenslotte verdrong. Tegenwoordig concentreert de Ne derlandse porseleinfabricage zich vooral in Gouda en Maastricht. Uit de Pijpenstad stamt dan de nieuwe uitvinding: het vuurvaste porselein dat voor gebruik op eettafel en in keuken bedoeld is. Koren op de mo len dus van de moderne huisvrouw: wéér minder afwas wéér een mo gelijkheid om de maaltijden zó van het vuur op tafel te brengen! Huis vrouwen van honderd jaar terug zou den inderdaad oprecht verbijsterd zijn, wanneer ze liaar achterklein dochters zagen „huishouden De paardebloem en de rups Eén voor één vouwde de-paardebloem haar gele blaadjes open. Eerst de puntige rafeltjes van de buitenste krans, toen de kortere van de volgende en tenslotte de doorzich tige blaadjes van haar hartje. De zon stond er naar te kijken en had er plezier in, zodat de paardebloem toen ze helemaal paardebloem was geworden als een gouden ster in het weiland stond te blinken. „Wat ben ilc*", was het eerste wat ze vroeg. Ze kreeg geen antwoord, want het gras om haar heen ruiste in de wind en verstond haar niet. ,_JHallo, hallo, wat ben ikf", riep ze, nu xoat harder. Geen antwoord. Ze richtte haar stengeltje op en keek om zich heen. Naast haar zag ze nog meer paardebloemen die nog niet zoals zij, waren opengegaan. Maar er waren ook madeliefjes, kleiner dan zij en hondsdraf van een diepe paarse kleur. En boterbloemen, hoog op hun steel die met de grasstengels meewuifden. p Het lijkt er eindelijk op, dat we nog een beetje zomer krijgen, maar het S zomerseizoen betekent in de modewereld hard werken voor de komende 5 I herfst en winter. En om U van de komende herfstmode een voorproefje te geven: een (Engels) slci-jacket van bedrukte popelinc. Het is gewat- 5 teerd en het schijnt gemakkelijk wasbaar te zijn. I^AAIVVnA/NAA/WUWWWVWWVWVUWVn/V/VWVWXAA/WWnA/WVWUWWWWWlAA^WVWUWMWWWV „O, wat zou ik zijn?" zucht te de paardebloem, „ben ik zo'n madeliefje, zo'n blauwe of paarse hondsdraf of zo'n trotse boterbloem? Of ben ik misschien één van die wilde rose rozen daar in de heg? O, ja, dat zou ik het liefste zijn. Zo'n bloem die gemaakt is om een feest- rozet te zijn. Vast wel, ik ben vast wel zo'n roos „Verbeeld je maar niets", zei een eigenwijs madeliefje, dat haar nu toch gehoord had. „Je bent maar een ge wone paardebloem. Nog veel minder dan wij, weet je dat? Kinderen plukken je niet, want ze houden niet van het sap in je stengel, mensen ruiken niet aan je, want je ruikt niet lekker. Paarden en kooien lusten je niet eens. Hoogstens zal er eens een haas aan je blaad jes komen knabbelen, maar meer gebeurt er niet met jou." De dunne gouden blaadjes van de paardebloem tril den van schrik toen ze die narde woorden van het ma deliefje hoorde. Eerst wilde ze het niet geloven; ze was toch van goud, de zon had toch plezier in haar en zo vvas groter dan de made liefjes en de boterbloemen mochten dan hoger zijn, hun bloemblaadjes waren nog niet half wat die van haar waren. Maar toen de zon hoger klom ca er nog meer paardebloemen hun blaadjes openvouwden, toen de kinderen bloemen kwa men plukken, de mensen voorbij wandelden en de paarden en koeien kwamen grazen, toen merkte de paardebloem dat het waar was: niet één bekeek haar. De kinderen plukten haar niet, de mensen roken niet aan haar, zoals ze met het hondsdraf en de witte dove- netel die naast de wilde roos groeide, doden. De koeien scheerden mot hun rose tong door liet gras, maai- ze hielden stil als ze bij zo'n paardebloem kwa men. „Die niet, die niet", leek alles te zeggen en be halve de zon ging iedereen aan de paardebloem voor bij. „En dan ïe bedenken dat het leven maar één dag duurt", zuchtte de paarde bloem toen de zon op zijn hoogst stond, „één dag waarop niemand naar jc heeft gekeken." „Beklaag je maar niet", fluisterde plotseling een stemmetje vlakbij de gou den blaadjes van de paar debloem, „voor mij duurt het leven véél langer dan een dag. Maar dat is juist het verschrikkelijke." Het was een groene rups- die dat zachtjes in hét hart van de paardebloem fluis terde. „Weet je", zei ze. „naar jou kijken ze niet. Maar van mij griezelen ze Kinderen hollen weg als ze me bij het bloemen plukken tegenkomen. Mensen duwen me met een stokje van dc bloem die ze geplukt heb ben en vogels pikken naai me, zodat ik me moet ver schuilen tussen het groen Zelfs de zon wil niets van mo weten." De paardebloem keek naar de rups en vergat haar eigen treurigheid, want wat dat groene dier vertelde was allemaal nog zoveel erger dan wat ze zelf op die ene dag van haar leven meemaakte, dat er een traan op haar gouden blaad jes viel van medelijden. De rups kroop dicht tegen de stengel van de paarde-, bloem aan en dc paarde bloem boog haar gouden hoofd. En zo, alsof ze elk aar troosten wilden, wacht ten ze af tot alles voorbij zou zijn. Maar de zon, die geen domheid en treurig heid zien kon, vond het nu hoog tijd om er zich mee te bemoeien. Hij stuurde een heel leger straaltjes naar de oude wilgenboom. De straaltjes drongen door het dichte groen naar bin nen en maakten de vlinders wakker die daar woonden. „Werk aan de winkel! Werk aan de winkel!" rie pen de zonnestraaltjes en roetsjdaar zwermden de vlinders uit. Ze dansten weg uit het groen en warrelden in een witte wolk boven het weiland, tot ze de rups en de paardebloem gevon den hadden. „Wat gebeurt er?" riepen die, toen de schaduwen van de vlinders over hun wegge doken hoofden vielen. „Moe ten jullie ons nu nog komen plagen ook en ons laten zien hoe heerlijk het leven voor jullie is?" riep de paardebloem, „kijk toch eens, zweven door de lucht, dansen en warrelen, alles zien wat er te zien is. Toe ga weg, ga weg- Wij willen het niet zien. Wij willen wachten tot het voorbij is." „Maar jullie zullen ook zweven en dwarrelen!" riep de grootste vlinder, die bij hen was neergestreken. „Jij, lelijke groene rups, zult op een dag net als wij naar de wilgenboom kruipen en je verstoppen voor de we reld. En als je weer wakker wordt, ben je een witte vlin der die danst en warrelt. Mensen en kinderen zullen je met hun ogen volgen en bloemen zullen blij zijn als je bij ze neerstrijkt". „En ik En ik dan vroeg de paardebloem. „Jij," glimlachte de vlinder, „uit jouw gouden blaadjes, waar nu niemand van we- ten wil, wordt een bol van pluisjes geboren. Kinderen zullen er mee spelen. Men sen zullen er tegen blazen en als een wolkje zullen al die pluizen wegzweven en dwarrelen en alles zien wat er op de wereld te zien is." De paardebloem en de rups konden wel huilen van blijd schap, want aan de stem van de vlinder hoorden ze dat het waar was wat ze zei. „Mooier dan een sprookje", fluisterde de rups en de paardebloem richtte zich nog hoger op en keek naar alles om zich heen: naar de madeliefjes, de grashalmen, de boterbloemen en de wilde roos. En toen ze alles ge zien had wist ze dat ze met geen van allen zou wil len ruilen en niets liever wilde zijn dan een paarde bloem. „Goed zo", knipoogde de zon en hij stuurde een zee van lachende zonnestraal tjes over het weiland, waar het nog mooier werd dan het al was. Mies Bouhuys ZATERDAG 16 JUNI 1962 P R O VIN CIA L E Z E E U W S E COURANT

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 9