Mevrouw DE ROO wist dat 'ie het kon moe RENTMEESTER was er tegen j (Atv ^aéjjina /Héozcmo Niet alle gehuwde vrouwen werken „voor de aardigheid' KINDERKRANT Oyer ijs en zandlopers ontharing? depilan Grobbe de graver IV PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT ZATERDAG 2 JUNI 1062 (Van onze redactrice), o de Roo heeft gewonnen!", riepen (Zeeuwse) wieier- enthousiasten, toen zondag de uitslag bekend werd van de monsterrit Bordeaux-Parijs. „Mooi", zeiden we, weinig geïnteres seerd, want we kennen vagelijk enkele namen van wielrenners, maar verder weten we van deze sport eigenlijk niets. „Rentmees ter zesde", hoorden we ook nog. „Mooie Zeeuwse prestatie", dach ten we toen. Maar om eerlijk te wezen: we hadden ondanks al die mooie pres taties weinig interesse voor de heren wielrennners. Wel vroegen we ons af: hoe zou toch het „thuisfront" van deze mensen zijn. Kan men als vrouw begrip opbrengen voor dat voor de buitenstaander toch wel zonderlinge wereldje van de wielrennerij? En zelfs al zou men als moeder of vrouw van een wielrennner niets voor die sport voelen hetgeen toch mogelijk is dan nóg zal een overwinning als die van Jo de Roo op het vrouwelijk deel van de familie enige indruk maken. Daarom zijn we eens naar de moe der van Piet Rentmeester en de vrouw van Jo de Roo gegaan, gewoon uit nieuwsgierigheid: hoe ter wereld reageren zij toch op de prestaties van hun zoon en man. En we moeten zeggen: het waren twee leuke gesprekken. Een moeder, die toch wel een beetje huiverig staat tegenover een zoon, die van de wielrennerij een beroep maakt, een vrouw die zich helemaal thuis voelt in de voor ons zo vreemde wereld. Mevr. T. Rentmeester-Vermue was in de, keuken bezig toen we kwamen. „Nee", vertelde ze hoofdschuddend; ze was er nooit vóór geweest, dat haar zoon in de wielrennerij ging Maar dat hielp allemaal niets. Piet Rentmeester was voor het tweede jaar op de h.b.s. in Goes en toen waa het voor hem wel bekeken. Hij ging spijbelen en zijn zo verworven vrije tijd gebruikte hij om op zijn „gewone' fiets door de Zeeuwse dre ven te fietsen. MEVROUW DE ROO Spijbelen „Hij kon best leren", zegt zijn moe der. Maar op zfln vijftiende jaar faf zoonlief de brui aan de school en ij kwam uit in de Ronde van Ede voor nieuwelingen. „Ik had liever gezien, dat hij eerst wat geleerd had. Dat kun je een mens niet afnemen. Wielrennnen is zo'n rare sport; zo ben je alles en zo ben je niks meer!", zegt mevrouw Rentmeester bedachtzaam. De vader van Piet Rentmeester, die er ook bij is komen zitten, vult de inlichtingen van zijn vrouw over de carrière van zoon Piet aan. Trots laat het ouderpaar ons ten slotte nog de speciaal voor dit doel in de voorkamer gebouwde kast met prijzen zien. Want ondanks alle be zwaren, die mevrouw Rentmeester heeft tegen de wielersport, één ding Is zeker, ze is trots op de prestaties van haar zoon. Naar Kruiningen In Kruiningen vertelden 2 school jongetjes ons dat Jo de Roo bij het station woonde. Dicht by het station troffen we een jonge vrouw met een kinderwagen, die we nog eens naar het huis van de wielren ner vroegen. Het huls was vlakby en de jonge mama, die het ons wees, was mevrouw De Roo. De dochter van zes weken werd in de wagen in de tuin gezet en me vrouw De Roo maakte snel even een kopie lekkere koffie. En toen ont wikkelde zich een gezellig gesprekje. Mevrouw De Roo heeft haar man 's winters wel veel thuis, maar 's zo mers ziet ze hem niet veel. Voor de baby werd geboren ging ze veel mee naar koersen; „Gezellig, je leert de andere renners kennen en hun vrouwen". Maar nu is het voor lopig afgelopen, want de dochter neemt veel tijd in beslag. Hulde De jonge mevrouw De Roo weet heel veel van de wielersport, want als heel jong meisje was ze al een „wielermaniak". Ze knipte alles oit wat met de wielersport te maken had. Dat „alles" werd be perkt, toen Jo en zy het wat eens begonnen te raken. Toen werden het De Jonge mevrouw De Roo is hele maal niet ondersteboven van de over winning van haar man: „Ik wist, dat hij het kon! Zo'n rit op de lange af stand is net iets voor hem", zegt ze. Natuurlijk, ze was dolblij en heel gelukkig. De uitslag hoorde ze bij haar ouders thuis („Alleen in mijn eigen huis had ik het niet uitgehou den" via de Franse zender, 't Was wel spannend. In de gezellig Ingerichte kamer van de familie De Roo liggen allerlei kranten, die het succes van Jo de Roo bejubelen, en er ligt ook een stapeltje gelukstelegrammen. Er is MOEDER VAN PIET wel meegeleefd met het succes. Dat mag dan mee gezien worden als een hulde aan de vrouw van de wielren ner. Aan het einde van deze week ziet ze heni één dag thuis, want hij moet daarna weer fietsen in Parijs. Ze hoopt dit seizoen nog wel een keertje met hem mee te gaan. Wagen met baby in de auto, als het kan. Je bent een goeie wielrennnersvrouw, of je bent het niet! Zo is dus het „thuisfront": een moeder, die in haar hart „nee" zegt tegen de sport van haar zoon, die hem maar liever een „gewone betrekking" zou willen zien uitoefenen. Maar die daar naast toch wel heel trots er op is dat hij in die sport een boven ste beste is. Zouden we niet allemaal zo rea geren? Daarnaast een vrouw, die haar man bewondert en die helemaal „in" is, zoals dat te genwoordig heet. Ziehier een ongewone kant van de (door ons allen tocli wel een beetje met argwaan bekeken) wielrennerij. Een ongewone kant, die eigen lijk héél gewoon is! U/EET U/AT UU huishouding kost Weet U, wat uw huishouding kost?" Het valt niet mee op zo'n vraag zonder aarze len antwoord te geven vooral wan neer de vraag gesteld wordt door deskundigen op financieel gebied! In dit geval zijn het de deskundigen van het Gezinsbegrotingsinstitiiut de vraag is namelijk het onderwerp van een der vele lezingen over actue le onderwerpen, die in dit uw huishouding kost" propageert het maken van een „financieel zelfpor tret" via het bijhouden van een kas boek, en kan eventueel gecombineerd worden met de lezing „Modern finan cieren" die de moderne methoden en hulpmiddelen bespreekt met behulp waarvan de huisvrouw kan voorko men, dat de gezinsfinanciën haar (letterlijk) uit de hand lopen. Wat is de invloed van de zogenaam de vaste lasten op het gezinsbudget? Ook aan dit onderwerp wijdt het G.B.I. een lezing, evenals aan de aanschaf van moderne apparaten in de huishouding een wel uitermate actuele kwestie. Kredietsystemen voor de huishouding, de huisvrouw en haar inkopen, financiële regelingen met de kinderen zijn ook zaken, die voor menig gezin van groot belang zijn. Daarnaast dacht het Gezinsbe- grotingsinstituut speciaal aan de streekverbeteringsgebieden bij het samenstellen van de lezing „Finan ciering in het boerengezin - Verder zijn er nog „Gezinsuitbreiding en gezinsbudget'7 (voor aanstaande ouders), „Van de week op de maand" (voor hen die van weekloon op maandsalaris overgaan) en een spe ciale lezing voor alleen wonenden: „Moderne financiering in de 1-per- soons huishouding". In dit program ma 1962-'63 dat op aanvraag koste loos wordt toegezonden staan nog diverse andere activiteiten van de G.B.I. vermeld, terwijl er bovendien een lijstje in voorkomt van de di verse brochures die het instituut uit geeft. Het adres van het Gezlnsbe- grotingsinstituut; postbus 1046, Rot terdam. (Advertentie) Maar dan modern, veilig, snel en mild met de prettig geparfumeerds "n Hamol produke uit Zwitserland tube 1.50 en 2.95 Vlekkeloos „Vlekken op kleding, zélfs op de kostbaarste kledij, zijn binnen kort geen problemen meer!" Dit optimistische geluid komt uit Amerika, waar geleerden een nieuwe „vezelbeschermingsstof" hebben ontdekt: het permei plus" dat bij een temperatuur van 150 graden als het ware in de stof wordt „gebakken". Is dit een maal gebeurd, dan kan geen vloei stof meer in de vezel dringen en geen vlek zal meer achterblijven wanneer tijdens een feestje een leegloopt. De kleding zal zelfs nauwelijks nat worden.... Foor de Amerikaanse televisie hebben Newyorlcse mode-ontwer pers deze xoonderlijke vinding al gedemonstreerd. Ze dompelden en kele van hun creaties er waren kostbare zijden avondtoiletten bij in zwarte koffie, en de stoffen kwamen vlekkeloos en vrijwel droog weer boven. Zoete dranken waaronder cocktails bleken evenmin invloed op het materiaal te hebben. (Van onze medewerkster). Gehuwde vrouwen die niet „erbij werken", zijn snel geneigd om te denken dat haar wél-werkende (eveneens gehuw de) zus ter en dit alleen doen van wege „de luxe". Eerst voor de wasmachine die ze graag willen hebben, vervolgens voor de cen trifuge naast die wasmachine, daarna misschien nog voor een koelkast en nu ze toch een maal aan het werk zijn kunnen er nog wel een paar jaartjes bij, zodat de automobieldroom reali teit kan worden. Dat die luxe niet altijd drijfveer is, viel indertijd al te lezen in het rap port dat de sociologe mevrouw A. J. Schellekens-Ligthart heeft samenge steld in opdracht van de Nederlandse Huishoudraad. Financiële motieven zijn vaak wel drijfveer voor de ge huwde buitenshuis werkende vrouw, maar lang niet altijd omdat ze het verdiende geld onmiddellijk in alle mogelijke concrete zaken wil omzet ten. Vaak werkt ze omdat haar op groeiende kinderen binnenkort gaaii studeren en veel geld zullen kosten, dikwijls ook omdat ze het graag doet en baar beroep of werkkring van vóór het huwelijk weer met veel ple zier heeft opgevat. Gescheiden vrouwen en weduwen werken om iets te doen te hebben én financieel wat meer armslag te krij gen, sommige vrouwen gaan tijde lijk werken om een tekort aan be paalde arbeidskrachten te helpen ver lichten en kunnen er dan niet meer mee ophouden, omdat ze ontdekken dat de huishouding-alléén haar toch maar weinig voldoening geeft. En een enkele werkende vrouw geeft als reden op dat ze geen zwaar huishou delijk werk mag doen, dientengevolge een (dure) huishoudelijke hulp heeft moeten aannemen en vervolgens een werkkring buitenshuis heeft gezocht teneinde die hulp te kunnen betalen... Niet alles „luxe" Het is dus écht niet alles „luxe" wat de klok slaatal bewe ren boze tongen dat graag! Maar er zijn Janden waar de zaken voor de gehuwde werkende vrouw heel anders liggen. De volgende cij fers spreken duidelijke taal over de positie van de gehuwde werkende vrouw in sommige andere Europese landen: In Oost-Duitsland heerst personeels tekort en omdat men het daar niet kan aanvullen met buitenlandse werkkrachten, heeft men de gehuwde vrouw ingeschakeld in het arbeids proces. En men heeft het- intensief gedaan: van de 9% miljoen vrouwen in de oostzone werkt 4 miljoen de «hele dag. Bovendien werkt nog 2 mil joen voor halve dagen en dat bete kent, dat 70 procent van alle Oost- duitse vrouwen in het arbeidsproces is ingeschakeld! Kinderen opbergen Meen niet dat deze vrouwen „voor de aardigheid" werken, opdat ze eens iets extra's kunnen doen! Het is uit pure noodzaak dat ze werken en de ene kinderbe- war.rplaats na de andere wordt dan ook gebouwd. Daaronder zyn ook te huizen, bestemd voor kinderen waar van de moeders 's nachts moeten werken. In de zware industrie van Oost- Duitsland vindt men ongeveer een miljoen vrouwelijke arbeidskrachten van wie ongeveer 90 procent in de laagste loongroep is ingedeeld. Zij zijn nameiyk ongeschooïd arbeidster maar dat zij zo weinig verdienen ligt aan haarzelf, zo vindt men „van hogerhand", want ze zouden immers een opleiding tot een of ander beroep kunnen volgen. Er zyn inderdaad werkende vrouwen te vinden die de moed kunnen opbrengen 's avonds na het werk nog technische of weten- schappeiyke cursussen te volgen: vyf procent bedraagt hun aantal... En men stelt dan ook gaarne als lich tend voorbeeld" de vrouwen van de Sowjet-Unie, want van hen brengt veertig procent het enthousiasme op om 's avonds nog eens in de leer te gaan. Een blik op Polen leert ons, dat hier de werkende vrouwen zelfs in de meerderheid zyn! Er werkt één mil joen vrouwen meer dan mannen en ongeveer tweederde deel der Poolse arbeidskrachten bestaat uit vrouwen. Ze verdienen een derde deel van het loon, dat de Poolse man ontvangt en het merendeel der Poolse werk lozen bestaat uit vrouwen. Meerderheid In Hongarije biykt 58 procent der vrouwen te werken, in Roemenië vormen de vrouwen „een grote macht bij de opbouw van het so cialisme", zoals het daar in fraaige- kozen woorden heet. Werkende gehuwde vrouw: bij ons mag het, maar het hoeft niet el ders móet het.' De arbeidskrachten in de lichte en voedingsmiddelenindustrie wordt voor zeventig procent door vrou wen gevormd, van de ruim drie miljoen industrie-arbeiders be hoort een derde deel tot het zwak ke geslacht. In Tsjecho-Slowakije werkt 42 pet. der vrouwen en officieel hebben ze „gelij ke rechten" in de praktijk evenwel worden ze slechter betaald dan de mannen en in de industrie verdie nen ze zelfs dertig procent minder dan de man. Ook Bulgarye krijgt steeds meer vrouwelijke arbeidf- krachten, want de echtgenoten ver dienen niet genoeg om het huishou den te bekostigen. Minstens vyftig procent van het werk op boerderyen wordt door vrouwen gedaan, groot moeder zorgt voor de kinderen en is er geen grootmoeder, dan heeft de staat kinderbewaarplaatsen, gaar keukens en wasseryen. Concreet gevolg van dit werken van vrouwen in de fabriek en op de ak ker is ceh daling van het geboorte- cijfer in by na alle oostblok-Ianden. men dan leest dat In het afgelopen jaar zelfs mél genschappen door een medlscho in greep werden verydeld dan er babys ter wereld kwamen dan voelt men zicli, advertenties lezend in een ge makkelijke stoel, toch wel bevoor rechtWo kunnen gaan werken als we willen, we hóeven gelukkig nog nieten dat is meer dan do vrouwen in een ander deel van Euro pa kunneu zeggen. Er z(}n verse asperges en ze zyn niet goedkoop evenmin als andere groenten. Maar misschien wilt U er voor het zondagsmaai een bosje soep- asperges aan wagen om een zondagse soep of tafel te zetten? Maak dan de booillcn eens van kippepoulet te koop in handige kleine diepvriesstukjes en doe de stokjes kip by het afmaken terug in de soep. De combinatie van asperge en kippevlees: exquis! Mochten uw vakantieplannen naar het Zuidhollandse polderland leidendan kan er misschien een bezoekje aan het frame oude Schoonhoven in het reis schema wórden opgenomen. In het Edelambachtshuis van dit stadje wordt gedurende de hele zomer een expositie van goud, zilver en aardewerk gehou den die tot 15 september te bezichtigen valt. Er zijn rondleidingen en demon straties. De expositie is op werkdagen geopend van 9 tot half 1 en van hal] 2 tot 5 uur. In recepten voor luxe-puddingen en diverse yssoorten staat by de ingrediënten niet zelden de „kookroom" vermeld. Een produkt dat blijkbaar by de melk handel ai even onbekend is alB by de meeste huisvrouwen! Desondanks kan men die chlpolata-puddlng of dat roomijs toch wel maken; men neemt een voudig koffieroom, of half melk half slagroom. Waarbij men er wel rekening mee moet houden, dat niet iedere melkhandelaar koffieroom op zyn kar meevoert; soms moet de koffieroom een dag tevoren worden besteld. De ouderwetse zandloper is verdrongen door de moderne keukenwekker dat dachten wij tenminste, maar nu blijken sommige zaken in huishoudelijke artikelen toch nog een allerliefst zandlopertje te verkopen, dat tegen een gladde keukenwond een tegelwand bijvoorbeeld geplakt kan worden en in verschillende tandkleuren" te koop is. Zélfs al gebruikt men zo'n zand lopertje niet, dan is het toch een leuke goedkope keukendecoratie het kost namelijk nog geen gulden. Grobbe was een reus; niet een mens-reus, maar een machine-reus: een graafmachine. Met zijn bemodderde gele jas en zijn lange ijzeren grijparm, waaraan hij een grie- zelig-grote knijp-hand had zittenzag hij er niet erg vrien delijk uit. De mooie glimmende auto's op de weg reden hem daarom ook altijd met een vaartje voorbij, scooters en bromfietsen weken haastig opzij als ze hem aan zagen komen. En toch zat er onder dat bemodderde pak een heel vriendelijk hart. Maar ja, dat moest je weten. En wie wist het Een paar hijskranen en tractors die met hem samenwerkten en met wie hij 's nachts in de grote schuur bij de bouwplaats stond ivisten dat dat grote grommende ding de mooiste verhaaltjes vertellen kon over duinen waarin hij gegraven had, over rivieren die hij met zijn grote hand door het land had getrokken en over de dijken die hij had helpen maken om water, dat de mensen be dreigde, tegen te houden. Ja, zij wisten ook dat Grob be maar wat blij was als er eens iemand aardig te gen hem was. Jongetjes, die naar het werk kwamen kij ken, liet hij zien hoe die grote arm van hem in elk aar zat en hoe die knyp- hand die het zand opschep te, Werkte. Maar jongetjes heben elk aar en hun honden, hun kat ten en hun vissen waar ze vriendjes mee zyn; niet één dacht er aan dat die grote Grobbe stond te hunkeren om ook een vriendje te heb ben. Een maand lang had Grob be midden in de stad ge werkt. „Weet jy waar we nu heen gaan?" vroeg Grobbe aan de tractor, die samen met hem aan de kant was gere den omdat het werk in de stad klaar was. „Nee", zei de tractor. ,,'t Zal wel weer niks zijn", bromde Grobbe, want al het alleen zyn had hem somber gemaakt. Nieuwsgierig keek Grobbe om zich heen toen ze de laatste huizen van de stad achter zich lieten. Waar zou de reis naar toe zijn? Zou cr ergens op de wereld zo'n vriendje bestaan als hy zocht? Zou hij het tegen komen of er net voorby rijden? Hij was zo diep in gedach ten dat hij schrok toen zijn chauffeur de rem intrapte. Grobbe keek verbaasd om zich heen. „Hier?" vroeg hij, „hier? Maar dat is ver- schrikkeiyk. Hier is hele maal niks Niet eens een oud mannetje dat blijft staan kyken, niet eens één jongetje, niet eens een hond of een kat. Ja, een paar schapen en koeien, die heb ben het al op een lopen ge zet toen ze ons zagen aan komen." Hij keek de tractors aan. „Wat vinden jullie ervan?" „Niks gedaan", bromden ze, „kale boel". „En we blijven hier twee jaar!" riep de hyskraan op eens uit de hoogte, „ik heb het net gehoord- Dat boe renland hier voor je, hè, dat gaat allemaal weg. Er ko men hier huizen zover als je ziet- Nou, dat betekent twee jaar hysen, graven en werken." Gróbbe zuchtte. „Dan zal ik nooit moer een vriendje hebben", zei hy, „ik graaf al heel wat jaartjes mee. Over twee jaar, als ik al dit land heb opgehoogd, zal ik versleten zijn. Jam mer Jammer". Tot de volgende morgen toen het grote werk op het boerenland begon, zei hij geen woord meer, maar toen zyn Ijzeren hand de eerste hap grond wegschep- te, wist hij het heel zeker. Voor hem geen vriendje. De paarden, koeien en scha pen, die hier vroeger ge graasd hadden zag hij in een lange stoet over de weg gaan naar hun nieuwe wei landen. Ze keken niet op of om naar die reus met z\1n gryparm, uit kwaadheid, dat ze zo maar uit hun eigen veld verdreven wa ren. Harder dan ooit sloeg Grob be zyn knuist in de grond. „Hard werken, niet meer aan denken," zei hij tegen zichzelf en hy groef en groef, zodat de zandwagens die het zand moesten weg rijden hem haast niet kon den byhouden. „I-Iohoho piepte opeens een angstig stemmetje vlak voor zijn grote knuist. „Kyk uit, wat je doet, leiyk beest! M'n kinderen!" Grobbe schrok zó dat zyn machine er van afsloeg. Hij bukte zich voorover en zag een piepklein vogeltje dat met haar vleugeltjes twqe nog piepkleinere vogeltjes probeerde te bedekken. „O, wat goed dat je riep", zei Grobbe met een zucht van opluchting dat hij zijn grote wielen nog net: had kunnen inhouden. „Wat doe je ook hier, klein ding?" „Wat doe jij hier?" vroeg het vogeltje eigenwys. „Ik ben Lizzie Leeuwerik en ik woon hier al jaren. Dit is mijn land, leiyke lomperd." „Ik begrijp best dat je boos bent", zei Grobbe, „maar ik kan het ook niet helpen. Ik ben Grobbe, de graver en ik moet wel doen wat de mensen me zeggen." „Jaja," piepte het vogeltje, „maar wat moet ik en m'n twee kleine kinderen nu be ginnen? Ik weet me geen raad." Grobbe dacht na. Z'n chauf feur was achter het stuur vandaan gekomen en liep mopperend om zyn machine heen. „Zie je, dat heb je cr nou van", bromde hy, „eerst werkt hij als een razende en dan slaat ie stuk. Nou, dan ga ik eerst maar een bakje koffie halen." Toen hy een eindje by Grob be vandaan was, strekte de graafmachine zyn lange arm uit en sloeg met zyn ijzeren vuist om de grond waarop Lizzie zat. „Niet bang zyn, Lizzie", fluisterde hy vricndelyk. „Blijf maar heel stil zitten, 't Is mis schien wel even griezelig om te zweven zonder je vleugeltjes te gebruiken, maar dat moet." „Wat ga je doen?" vroeg de kleine leeuwerik die al tussen hemel en aarde zweefde. „Ik draag je weg naar de overkant van de sloot, waar de machines niet zullen komen", zei Grobbe en met liet nestje in z'n yzeren vuist hobbelde hy over het land naar de slootkant- „Hohoho!" riep de chauf feur, die zyn machine zag gaan, „ho, pas op! Die ma chine komt in de sloot te recht!" Maar niks, hoor. Op het randje van het water hield Grobbe stil, zwaaide z'n lan ge arm naar de overkant, opende zyn vuist en zette Lizzie en haar kinderen met nestje en al in het vei lige weiland- „O, dank je wel! Dank je wel!" riep Lizzie, „ik had nooit ge dacht dat zo'n groot dier zó aardig kon zyn. Ik zal elke morgen voor je komen zingen, Grobbe, en als het avond wordt kruip ik met myn kinderen by jou weg. Hou je van verhaaltjes?" „Nou en of!" riep Grobbe en hij glom van plezier. „Afgesproken!" zei Lizzie, „iedere avond een verhaal over wat we allemaal be leefd hebben!" Grobbe huppelde van ple zier toen zijn chauffeur hem bij de slootkant weghaalde. „Een vriendinnetje!" zong hy zachtjes, „nee, wat zeg ik Een vriendinnetje en twee vriendjes. En dat op één dag tegelijk! O. wat ben ik gelukkig!" En dat bleef hy, want Liz zie hield woord. Elke avond als de machines stilstaan, strijkt ze met haar kinderen by Grobbe neer en vertellen ze elkaar verhalen. En 's morgens nog vóór de zon op is, stijgt Lizzie loodrecht in de lucht en zingt en zingt, zodat de oude graafmachine ervan trilt op zyn wielen- Mies Bouhuys

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 10