Mevrouw DE ROO
wist dat 'ie het kon
moe RENTMEESTER
was er tegen
j
(Atv ^aéjjina /Héozcmo
Niet alle gehuwde vrouwen
werken „voor de
aardigheid'
KINDERKRANT
Oyer ijs en zandlopers
ontharing?
depilan
Grobbe de graver
IV
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 2 JUNI 1062
(Van onze redactrice),
o de Roo heeft gewonnen!", riepen (Zeeuwse) wieier-
enthousiasten, toen zondag de uitslag bekend werd van de
monsterrit Bordeaux-Parijs. „Mooi", zeiden we, weinig geïnteres
seerd, want we kennen vagelijk enkele namen van wielrenners,
maar verder weten we van deze sport eigenlijk niets. „Rentmees
ter zesde", hoorden we ook nog. „Mooie Zeeuwse prestatie", dach
ten we toen.
Maar om eerlijk te wezen: we hadden ondanks al die mooie pres
taties weinig interesse voor de heren wielrennners. Wel vroegen we
ons af: hoe zou toch het „thuisfront" van deze mensen zijn. Kan
men als vrouw begrip opbrengen voor dat voor de buitenstaander
toch wel zonderlinge wereldje van de wielrennerij? En zelfs al
zou men als moeder of vrouw van een wielrennner niets voor
die sport voelen hetgeen toch mogelijk is dan nóg zal een
overwinning als die van Jo de Roo op het vrouwelijk deel van
de familie enige indruk maken. Daarom zijn we eens naar de moe
der van Piet Rentmeester en de vrouw van Jo de Roo gegaan,
gewoon uit nieuwsgierigheid: hoe ter wereld reageren zij toch
op de prestaties van hun zoon en man. En we moeten zeggen: het
waren twee leuke gesprekken. Een moeder, die toch wel een
beetje huiverig staat tegenover een zoon, die van de wielrennerij
een beroep maakt, een vrouw die zich helemaal thuis voelt in de
voor ons zo vreemde wereld.
Mevr. T. Rentmeester-Vermue was
in de, keuken bezig toen we kwamen.
„Nee", vertelde ze hoofdschuddend;
ze was er nooit vóór geweest, dat
haar zoon in de wielrennerij ging
Maar dat hielp allemaal niets. Piet
Rentmeester was voor het tweede
jaar op de h.b.s. in Goes en toen
waa het voor hem wel bekeken. Hij
ging spijbelen en zijn zo verworven
vrije tijd gebruikte hij om op zijn
„gewone' fiets door de Zeeuwse dre
ven te fietsen.
MEVROUW DE ROO
Spijbelen
„Hij kon best leren", zegt zijn moe
der. Maar op zfln vijftiende jaar
faf zoonlief de brui aan de school en
ij kwam uit in de Ronde van Ede
voor nieuwelingen.
„Ik had liever gezien, dat hij eerst
wat geleerd had. Dat kun je een
mens niet afnemen. Wielrennnen is
zo'n rare sport; zo ben je alles en
zo ben je niks meer!", zegt mevrouw
Rentmeester bedachtzaam. De vader
van Piet Rentmeester, die er ook bij
is komen zitten, vult de inlichtingen
van zijn vrouw over de carrière van
zoon Piet aan.
Trots laat het ouderpaar ons ten
slotte nog de speciaal voor dit doel
in de voorkamer gebouwde kast met
prijzen zien. Want ondanks alle be
zwaren, die mevrouw Rentmeester
heeft tegen de wielersport, één ding
Is zeker, ze is trots op de prestaties
van haar zoon.
Naar Kruiningen
In Kruiningen vertelden 2 school
jongetjes ons dat Jo de Roo bij
het station woonde. Dicht by het
station troffen we een jonge vrouw
met een kinderwagen, die we nog
eens naar het huis van de wielren
ner vroegen. Het huls was vlakby en
de jonge mama, die het ons wees,
was mevrouw De Roo.
De dochter van zes weken werd in
de wagen in de tuin gezet en me
vrouw De Roo maakte snel even een
kopie lekkere koffie. En toen ont
wikkelde zich een gezellig gesprekje.
Mevrouw De Roo heeft haar man 's
winters wel veel thuis, maar 's zo
mers ziet ze hem niet veel.
Voor de baby werd geboren ging ze
veel mee naar koersen; „Gezellig, je
leert de andere renners kennen en
hun vrouwen". Maar nu is het voor
lopig afgelopen, want de dochter
neemt veel tijd in beslag.
Hulde
De jonge mevrouw De Roo weet
heel veel van de wielersport,
want als heel jong meisje was
ze al een „wielermaniak". Ze knipte
alles oit wat met de wielersport te
maken had. Dat „alles" werd be
perkt, toen Jo en zy het wat eens
begonnen te raken. Toen werden het
De Jonge mevrouw De Roo is hele
maal niet ondersteboven van de over
winning van haar man: „Ik wist, dat
hij het kon! Zo'n rit op de lange af
stand is net iets voor hem", zegt ze.
Natuurlijk, ze was dolblij en heel
gelukkig. De uitslag hoorde ze bij
haar ouders thuis („Alleen in mijn
eigen huis had ik het niet uitgehou
den" via de Franse zender, 't Was
wel spannend.
In de gezellig Ingerichte kamer van
de familie De Roo liggen allerlei
kranten, die het succes van Jo de
Roo bejubelen, en er ligt ook een
stapeltje gelukstelegrammen. Er is
MOEDER VAN PIET
wel meegeleefd met het succes. Dat
mag dan mee gezien worden als een
hulde aan de vrouw van de wielren
ner. Aan het einde van deze week
ziet ze heni één dag thuis, want hij
moet daarna weer fietsen in Parijs.
Ze hoopt dit seizoen nog wel een
keertje met hem mee te gaan. Wagen
met baby in de auto, als het kan.
Je bent een goeie wielrennnersvrouw,
of je bent het niet!
Zo is dus het „thuisfront": een
moeder, die in haar hart „nee"
zegt tegen de sport van haar
zoon, die hem maar liever een
„gewone betrekking" zou willen
zien uitoefenen. Maar die daar
naast toch wel heel trots er op
is dat hij in die sport een boven
ste beste is.
Zouden we niet allemaal zo rea
geren? Daarnaast een vrouw,
die haar man bewondert en die
helemaal „in" is, zoals dat te
genwoordig heet. Ziehier een
ongewone kant van de (door ons
allen tocli wel een beetje met
argwaan bekeken) wielrennerij.
Een ongewone kant, die eigen
lijk héél gewoon is!
U/EET U/AT UU
huishouding kost
Weet U, wat uw huishouding
kost?" Het valt niet mee
op zo'n vraag zonder aarze
len antwoord te geven vooral wan
neer de vraag gesteld wordt door
deskundigen op financieel gebied! In
dit geval zijn het de deskundigen
van het Gezinsbegrotingsinstitiiut
de vraag is namelijk het onderwerp
van een der vele lezingen over actue
le onderwerpen, die in dit
uw huishouding kost" propageert het
maken van een „financieel zelfpor
tret" via het bijhouden van een kas
boek, en kan eventueel gecombineerd
worden met de lezing „Modern finan
cieren" die de moderne methoden en
hulpmiddelen bespreekt met behulp
waarvan de huisvrouw kan voorko
men, dat de gezinsfinanciën haar
(letterlijk) uit de hand lopen.
Wat is de invloed van de zogenaam
de vaste lasten op het gezinsbudget?
Ook aan dit onderwerp wijdt het
G.B.I. een lezing, evenals aan de
aanschaf van moderne apparaten in
de huishouding een wel uitermate
actuele kwestie. Kredietsystemen voor
de huishouding, de huisvrouw en
haar inkopen, financiële regelingen
met de kinderen zijn ook zaken, die
voor menig gezin van groot belang
zijn. Daarnaast dacht het Gezinsbe-
grotingsinstituut speciaal aan de
streekverbeteringsgebieden bij het
samenstellen van de lezing „Finan
ciering in het boerengezin -
Verder zijn er nog „Gezinsuitbreiding
en gezinsbudget'7 (voor aanstaande
ouders), „Van de week op de maand"
(voor hen die van weekloon op
maandsalaris overgaan) en een spe
ciale lezing voor alleen wonenden:
„Moderne financiering in de 1-per-
soons huishouding". In dit program
ma 1962-'63 dat op aanvraag koste
loos wordt toegezonden staan nog
diverse andere activiteiten van de
G.B.I. vermeld, terwijl er bovendien
een lijstje in voorkomt van de di
verse brochures die het instituut uit
geeft. Het adres van het Gezlnsbe-
grotingsinstituut; postbus 1046, Rot
terdam.
(Advertentie)
Maar dan modern,
veilig, snel en mild
met de prettig geparfumeerds
"n Hamol produke uit Zwitserland
tube 1.50 en 2.95
Vlekkeloos
„Vlekken op kleding, zélfs op de
kostbaarste kledij, zijn binnen
kort geen problemen meer!" Dit
optimistische geluid komt uit
Amerika, waar geleerden een
nieuwe „vezelbeschermingsstof"
hebben ontdekt: het permei
plus" dat bij een temperatuur
van 150 graden als het ware in de
stof wordt „gebakken". Is dit een
maal gebeurd, dan kan geen vloei
stof meer in de vezel dringen en
geen vlek zal meer achterblijven
wanneer tijdens een feestje een
leegloopt. De kleding zal zelfs
nauwelijks nat worden....
Foor de Amerikaanse televisie
hebben Newyorlcse mode-ontwer
pers deze xoonderlijke vinding al
gedemonstreerd. Ze dompelden en
kele van hun creaties er waren
kostbare zijden avondtoiletten bij
in zwarte koffie, en de stoffen
kwamen vlekkeloos en vrijwel
droog weer boven. Zoete dranken
waaronder cocktails bleken
evenmin invloed op het materiaal
te hebben.
(Van onze medewerkster).
Gehuwde vrouwen die niet
„erbij werken", zijn snel
geneigd om te denken dat haar
wél-werkende (eveneens gehuw
de) zus ter en dit alleen doen van
wege „de luxe". Eerst voor de
wasmachine die ze graag willen
hebben, vervolgens voor de cen
trifuge naast die wasmachine,
daarna misschien nog voor een
koelkast en nu ze toch een
maal aan het werk zijn kunnen
er nog wel een paar jaartjes bij,
zodat de automobieldroom reali
teit kan worden.
Dat die luxe niet altijd drijfveer is,
viel indertijd al te lezen in het rap
port dat de sociologe mevrouw A. J.
Schellekens-Ligthart heeft samenge
steld in opdracht van de Nederlandse
Huishoudraad. Financiële motieven
zijn vaak wel drijfveer voor de ge
huwde buitenshuis werkende vrouw,
maar lang niet altijd omdat ze het
verdiende geld onmiddellijk in alle
mogelijke concrete zaken wil omzet
ten.
Vaak werkt ze omdat haar op
groeiende kinderen binnenkort gaaii
studeren en veel geld zullen kosten,
dikwijls ook omdat ze het graag doet
en baar beroep of werkkring van
vóór het huwelijk weer met veel ple
zier heeft opgevat.
Gescheiden vrouwen en weduwen
werken om iets te doen te hebben én
financieel wat meer armslag te krij
gen, sommige vrouwen gaan tijde
lijk werken om een tekort aan be
paalde arbeidskrachten te helpen ver
lichten en kunnen er dan niet meer
mee ophouden, omdat ze ontdekken
dat de huishouding-alléén haar toch
maar weinig voldoening geeft. En
een enkele werkende vrouw geeft als
reden op dat ze geen zwaar huishou
delijk werk mag doen, dientengevolge
een (dure) huishoudelijke hulp heeft
moeten aannemen en vervolgens een
werkkring buitenshuis heeft gezocht
teneinde die hulp te kunnen betalen...
Niet alles „luxe"
Het is dus écht niet alles „luxe"
wat de klok slaatal bewe
ren boze tongen dat graag!
Maar er zijn Janden waar de zaken
voor de gehuwde werkende vrouw
heel anders liggen. De volgende cij
fers spreken duidelijke taal over de
positie van de gehuwde werkende
vrouw in sommige andere Europese
landen:
In Oost-Duitsland heerst personeels
tekort en omdat men het daar niet
kan aanvullen met buitenlandse
werkkrachten, heeft men de gehuwde
vrouw ingeschakeld in het arbeids
proces. En men heeft het- intensief
gedaan: van de 9% miljoen vrouwen
in de oostzone werkt 4 miljoen de
«hele dag. Bovendien werkt nog 2 mil
joen voor halve dagen en dat bete
kent, dat 70 procent van alle Oost-
duitse vrouwen in het arbeidsproces
is ingeschakeld!
Kinderen opbergen
Meen niet dat deze vrouwen „voor
de aardigheid" werken, opdat
ze eens iets extra's kunnen
doen! Het is uit pure noodzaak dat
ze werken en de ene kinderbe-
war.rplaats na de andere wordt dan
ook gebouwd. Daaronder zyn ook te
huizen, bestemd voor kinderen waar
van de moeders 's nachts moeten
werken.
In de zware industrie van Oost-
Duitsland vindt men ongeveer een
miljoen vrouwelijke arbeidskrachten
van wie ongeveer 90 procent in de
laagste loongroep is ingedeeld. Zij
zijn nameiyk ongeschooïd arbeidster
maar dat zij zo weinig verdienen
ligt aan haarzelf, zo vindt men „van
hogerhand", want ze zouden immers
een opleiding tot een of ander beroep
kunnen volgen. Er zyn inderdaad
werkende vrouwen te vinden die de
moed kunnen opbrengen 's avonds
na het werk nog technische of weten-
schappeiyke cursussen te volgen: vyf
procent bedraagt hun aantal... En
men stelt dan ook gaarne als lich
tend voorbeeld" de vrouwen van de
Sowjet-Unie, want van hen brengt
veertig procent het enthousiasme op
om 's avonds nog eens in de leer
te gaan.
Een blik op Polen leert ons, dat hier
de werkende vrouwen zelfs in de
meerderheid zyn! Er werkt één mil
joen vrouwen meer dan mannen en
ongeveer tweederde deel der Poolse
arbeidskrachten bestaat uit vrouwen.
Ze verdienen een derde deel van het
loon, dat de Poolse man ontvangt
en het merendeel der Poolse werk
lozen bestaat uit vrouwen.
Meerderheid
In Hongarije biykt 58 procent der
vrouwen te werken, in Roemenië
vormen de vrouwen „een grote
macht bij de opbouw van het so
cialisme", zoals het daar in fraaige-
kozen woorden heet.
Werkende gehuwde vrouw: bij ons
mag het, maar het hoeft niet el
ders móet het.'
De arbeidskrachten in de lichte en
voedingsmiddelenindustrie wordt
voor zeventig procent door vrou
wen gevormd, van de ruim drie
miljoen industrie-arbeiders be
hoort een derde deel tot het zwak
ke geslacht.
In Tsjecho-Slowakije werkt 42 pet. der
vrouwen en officieel hebben ze „gelij
ke rechten" in de praktijk evenwel
worden ze slechter betaald dan
de mannen en in de industrie verdie
nen ze zelfs dertig procent minder
dan de man. Ook Bulgarye krijgt
steeds meer vrouwelijke arbeidf-
krachten, want de echtgenoten ver
dienen niet genoeg om het huishou
den te bekostigen. Minstens vyftig
procent van het werk op boerderyen
wordt door vrouwen gedaan, groot
moeder zorgt voor de kinderen en is
er geen grootmoeder, dan heeft de
staat kinderbewaarplaatsen, gaar
keukens en wasseryen.
Concreet gevolg van dit werken van
vrouwen in de fabriek en op de ak
ker is ceh daling van het geboorte-
cijfer in by na alle oostblok-Ianden.
men dan leest dat In
het afgelopen jaar zelfs mél
genschappen door een medlscho in
greep werden verydeld dan er babys
ter wereld kwamen dan voelt men
zicli, advertenties lezend in een ge
makkelijke stoel, toch wel bevoor
rechtWo kunnen gaan werken
als we willen, we hóeven gelukkig
nog nieten dat is meer dan do
vrouwen in een ander deel van Euro
pa kunneu zeggen.
Er z(}n verse asperges en ze zyn niet goedkoop evenmin als andere
groenten. Maar misschien wilt U er voor het zondagsmaai een bosje soep-
asperges aan wagen om een zondagse soep of tafel te zetten? Maak dan
de booillcn eens van kippepoulet te koop in handige kleine diepvriesstukjes
en doe de stokjes kip by het afmaken terug in de soep. De combinatie
van asperge en kippevlees: exquis!
Mochten uw vakantieplannen naar het Zuidhollandse polderland leidendan
kan er misschien een bezoekje aan het frame oude Schoonhoven in het reis
schema wórden opgenomen. In het Edelambachtshuis van dit stadje wordt
gedurende de hele zomer een expositie van goud, zilver en aardewerk gehou
den die tot 15 september te bezichtigen valt. Er zijn rondleidingen en demon
straties. De expositie is op werkdagen geopend van 9 tot half 1 en van hal]
2 tot 5 uur.
In recepten voor luxe-puddingen en diverse yssoorten staat by de ingrediënten
niet zelden de „kookroom" vermeld. Een produkt dat blijkbaar by de melk
handel ai even onbekend is alB by de meeste huisvrouwen! Desondanks kan
men die chlpolata-puddlng of dat roomijs toch wel maken; men neemt een
voudig koffieroom, of half melk half slagroom. Waarbij men er wel rekening
mee moet houden, dat niet iedere melkhandelaar koffieroom op zyn kar
meevoert; soms moet de koffieroom een dag tevoren worden besteld.
De ouderwetse zandloper is verdrongen door de moderne keukenwekker
dat dachten wij tenminste, maar nu blijken sommige zaken in huishoudelijke
artikelen toch nog een allerliefst zandlopertje te verkopen, dat tegen een
gladde keukenwond een tegelwand bijvoorbeeld geplakt kan worden en
in verschillende tandkleuren" te koop is. Zélfs al gebruikt men zo'n zand
lopertje niet, dan is het toch een leuke goedkope keukendecoratie het kost
namelijk nog geen gulden.
Grobbe was een reus; niet een mens-reus, maar een
machine-reus: een graafmachine. Met zijn bemodderde gele
jas en zijn lange ijzeren grijparm, waaraan hij een grie-
zelig-grote knijp-hand had zittenzag hij er niet erg vrien
delijk uit. De mooie glimmende auto's op de weg reden
hem daarom ook altijd met een vaartje voorbij, scooters
en bromfietsen weken haastig opzij als ze hem aan zagen
komen. En toch zat er onder dat bemodderde pak een heel
vriendelijk hart. Maar ja, dat moest je weten. En wie
wist het Een paar hijskranen en tractors die met hem
samenwerkten en met wie hij 's nachts in de grote schuur
bij de bouwplaats stond ivisten dat dat grote grommende
ding de mooiste verhaaltjes vertellen kon over duinen
waarin hij gegraven had, over rivieren die hij met zijn
grote hand door het land had getrokken en over de dijken
die hij had helpen maken om water, dat de mensen be
dreigde, tegen te houden.
Ja, zij wisten ook dat Grob
be maar wat blij was als
er eens iemand aardig te
gen hem was. Jongetjes, die
naar het werk kwamen kij
ken, liet hij zien hoe die
grote arm van hem in elk
aar zat en hoe die knyp-
hand die het zand opschep
te, Werkte.
Maar jongetjes heben elk
aar en hun honden, hun kat
ten en hun vissen waar ze
vriendjes mee zyn; niet één
dacht er aan dat die grote
Grobbe stond te hunkeren
om ook een vriendje te heb
ben.
Een maand lang had Grob
be midden in de stad ge
werkt.
„Weet jy waar we nu heen
gaan?" vroeg Grobbe aan
de tractor, die samen met
hem aan de kant was gere
den omdat het werk in de
stad klaar was.
„Nee", zei de tractor.
,,'t Zal wel weer niks zijn",
bromde Grobbe, want al het
alleen zyn had hem somber
gemaakt.
Nieuwsgierig keek Grobbe
om zich heen toen ze de
laatste huizen van de stad
achter zich lieten. Waar zou
de reis naar toe zijn? Zou
cr ergens op de wereld zo'n
vriendje bestaan als hy
zocht? Zou hij het tegen
komen of er net voorby
rijden?
Hij was zo diep in gedach
ten dat hij schrok toen zijn
chauffeur de rem intrapte.
Grobbe keek verbaasd om
zich heen. „Hier?" vroeg
hij, „hier? Maar dat is ver-
schrikkeiyk. Hier is hele
maal niks Niet eens een
oud mannetje dat blijft
staan kyken, niet eens één
jongetje, niet eens een hond
of een kat. Ja, een paar
schapen en koeien, die heb
ben het al op een lopen ge
zet toen ze ons zagen aan
komen."
Hij keek de tractors aan.
„Wat vinden jullie ervan?"
„Niks gedaan", bromden ze,
„kale boel".
„En we blijven hier twee
jaar!" riep de hyskraan op
eens uit de hoogte, „ik heb
het net gehoord- Dat boe
renland hier voor je, hè, dat
gaat allemaal weg. Er ko
men hier huizen zover als
je ziet- Nou, dat betekent
twee jaar hysen, graven en
werken."
Gróbbe zuchtte. „Dan zal ik
nooit moer een vriendje
hebben", zei hy, „ik graaf
al heel wat jaartjes mee.
Over twee jaar, als ik al
dit land heb opgehoogd,
zal ik versleten zijn. Jam
mer Jammer".
Tot de volgende morgen
toen het grote werk op het
boerenland begon, zei hij
geen woord meer, maar
toen zyn Ijzeren hand de
eerste hap grond wegschep-
te, wist hij het heel zeker.
Voor hem geen vriendje.
De paarden, koeien en scha
pen, die hier vroeger ge
graasd hadden zag hij in
een lange stoet over de weg
gaan naar hun nieuwe wei
landen. Ze keken niet op of
om naar die reus met z\1n
gryparm, uit kwaadheid,
dat ze zo maar uit hun
eigen veld verdreven wa
ren.
Harder dan ooit sloeg Grob
be zyn knuist in de grond.
„Hard werken, niet meer
aan denken," zei hij tegen
zichzelf en hy groef en
groef, zodat de zandwagens
die het zand moesten weg
rijden hem haast niet kon
den byhouden.
„I-Iohoho piepte opeens
een angstig stemmetje vlak
voor zijn grote knuist. „Kyk
uit, wat je doet, leiyk beest!
M'n kinderen!"
Grobbe schrok zó dat zyn
machine er van afsloeg. Hij
bukte zich voorover en zag
een piepklein vogeltje dat
met haar vleugeltjes twqe
nog piepkleinere vogeltjes
probeerde te bedekken.
„O, wat goed dat je riep",
zei Grobbe met een zucht
van opluchting dat hij zijn
grote wielen nog net: had
kunnen inhouden. „Wat doe
je ook hier, klein ding?"
„Wat doe jij hier?" vroeg
het vogeltje eigenwys. „Ik
ben Lizzie Leeuwerik en ik
woon hier al jaren. Dit is
mijn land, leiyke lomperd."
„Ik begrijp best dat je boos
bent", zei Grobbe, „maar ik
kan het ook niet helpen. Ik
ben Grobbe, de graver en
ik moet wel doen wat de
mensen me zeggen."
„Jaja," piepte het vogeltje,
„maar wat moet ik en m'n
twee kleine kinderen nu be
ginnen? Ik weet me geen
raad."
Grobbe dacht na. Z'n chauf
feur was achter het stuur
vandaan gekomen en liep
mopperend om zyn machine
heen. „Zie je, dat heb je cr
nou van", bromde hy, „eerst
werkt hij als een razende
en dan slaat ie stuk. Nou,
dan ga ik eerst maar een
bakje koffie halen."
Toen hy een eindje by Grob
be vandaan was, strekte de
graafmachine zyn lange
arm uit en sloeg met zyn
ijzeren vuist om de grond
waarop Lizzie zat. „Niet
bang zyn, Lizzie", fluisterde
hy vricndelyk. „Blijf maar
heel stil zitten, 't Is mis
schien wel even griezelig
om te zweven zonder je
vleugeltjes te gebruiken,
maar dat moet."
„Wat ga je doen?" vroeg
de kleine leeuwerik die al
tussen hemel en aarde
zweefde. „Ik draag je weg
naar de overkant van de
sloot, waar de machines
niet zullen komen", zei
Grobbe en met liet nestje
in z'n yzeren vuist hobbelde
hy over het land naar de
slootkant-
„Hohoho!" riep de chauf
feur, die zyn machine zag
gaan, „ho, pas op! Die ma
chine komt in de sloot te
recht!"
Maar niks, hoor. Op het
randje van het water hield
Grobbe stil, zwaaide z'n lan
ge arm naar de overkant,
opende zyn vuist en zette
Lizzie en haar kinderen
met nestje en al in het vei
lige weiland- „O, dank je
wel! Dank je wel!" riep
Lizzie, „ik had nooit ge
dacht dat zo'n groot dier
zó aardig kon zyn. Ik zal
elke morgen voor je komen
zingen, Grobbe, en als het
avond wordt kruip ik met
myn kinderen by jou weg.
Hou je van verhaaltjes?"
„Nou en of!" riep Grobbe
en hij glom van plezier.
„Afgesproken!" zei Lizzie,
„iedere avond een verhaal
over wat we allemaal be
leefd hebben!"
Grobbe huppelde van ple
zier toen zijn chauffeur hem
bij de slootkant weghaalde.
„Een vriendinnetje!" zong
hy zachtjes, „nee, wat zeg
ik Een vriendinnetje en
twee vriendjes. En dat op
één dag tegelijk! O. wat ben
ik gelukkig!"
En dat bleef hy, want Liz
zie hield woord. Elke avond
als de machines stilstaan,
strijkt ze met haar kinderen
by Grobbe neer en vertellen
ze elkaar verhalen. En 's
morgens nog vóór de zon op
is, stijgt Lizzie loodrecht in
de lucht en zingt en zingt,
zodat de oude graafmachine
ervan trilt op zyn wielen-
Mies Bouhuys