Twee Haagse
dames in een
huis met
86 katten
TINNEN SOLDAATJES, speelgoed
voor volwassenen
'jËÊm
WOENSDAG 30 MEI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
13
(Van een correspondent)
wee nogal ongewone dames hebben haar leven gewijd aan het
welzijn van katten. Alles wat de zusters mevrouw Post-Hen-
driks en mej. Hendriks aan liefde en affectie in zich dragen, schen
ken zij aan hun zesentachtig poezen en katers.
En niet alleen liefde en toewijding schenken zij! Het bescheiden
kapitaaltje, dat zij erfden, is geheel opgegaan aan kattenvoedsel.
De zusters leiden een zeer sober, zo niet karig bestaan, want het
gehele inkomen is nodig voor de bijna negenhonderd gulden kat
tenvoer per maand. Zij slapen op een harmonicabed, dat overdag
als bed dient voor zes mismaakte poesjes. Het harmonicabed is
nagenoeg het enige „mensen"-meubel in huis. De vier ruime ka
mers, de keuken, de gang en de binnenplaats zijn verder gemeubeld
met plastic afwasteiltjes. De teiltjes dienen beurtelings als slaap
plaats of als kattebak.
Dit alles is wat vreemd en velen zullen het hoofd schudden over
deze wonderlijke oude dames.
Mevrouw Post-Hendriks riep de
stichting „Kat in Nood" in het leven,
die ijvert voor een stad voor katten:
kosten zes miljoen gulden. Ze heeft
zware, donkere wallen onder de ogen.
'Niet alleen zorgen om leven en wel
zijn van haar zesentachtig poezen en
katers, maar ook geldzorgen en een
chronisch tekort aan slaap hebben
haar getekend. Immers, zij was lera
res Engels aan een middelbare school
maar nu is zy van 's morgens vroeg
tot diep in de nacht constant in de
weer met het legen van de bijna
honderd kattebakken. Zij staat ge
heel alleen voor de bijna hopeloze
taak het huis rein te houden.
„Ilc begrijp niet, hoe mensen onschul
dige, pasgeboren katjes kunnen af
maken. Dagelijks worden er arme,
nog blinde katjes in koele bloede ver
moord", zegt mevrouw Post-Hen-
driks. Voor elke poes en voor elk ka
tertje is er ergens op deze wereld
toch een plekje in de zon, is haar
vaste overtuiging. Haar stichting
„Kat in Nood" neemt fel stelling te
gen het doden van katten.
Zieke dieren moeten worden verzorgd
en behoeven liefde, over de gezonde
katten behoeft niet eens te worden ge
praat. De stichting geeft op onregel
matige tijden een gestencild orgaan
uit, waarin behalve aan verenigings-
niouws, ruime aandacht wordt ge
schonken aan misstanden.
Maandelks inkomen
gaat op aan
kattenvoer
Kattenwagen
voorbeeld de „kattenwagen" van
dierenbescherming, waarmee zieke,
mismaakte, mishandelde katten eu
ongewenste, pasgeboren katjes wor
den opgehaald. „Het woord „dieren
beul" is voor die man nog veel te
goed, het is een afgrijselnke sadist",
zegt mevrouw Post-Hendriks, spre
kend over de inspecteur van de die
renbescherming, een onbezoldigd
rijksveldwachter.
Op het harmonicabed in de altijd af
gesloten tussenkamer zonder ramen
is het hospitaaltje van mejuffrouw
Hendriks. In een mandje op het bed
ligt een poesje, dat bij mishandeling
ernstige kwetsuren opliep. Als het
van het bed zou springen, zou het
sterven onder de vreselijkste pynen.
Maar het beest zal niet van het bed
springen; het kan zich nauwelijks
bewegen* Het is alleen aan het on
gelooflijke geduld van haar verzorg
ster te danken, dat het nog in leven
is.
De vijf overige patiëntjes zijn er ook
heel erg aan toe. Twee poesjes mis
sen een oog. De holte in dc katten-
schedel is een akelig, vochtig gat.
„Allemaal mishandeling", zegt de
verzorgster, „de beestjes zullen de
mens nooit meer vertrouwen. Zij blij
ven doodsbang, zelfs voor mij!"
Dc dames bezitten ook een krankzin
nig katje. De ogen van het diertje
staan scheef, het kwijlt en de tong
hangt uit de bek. Het dier heeft het
benul verloren zich regelmatig rein
te likken. Daarom wassen de dames
het diertje enige malen per dag.
Dé oplossing?
Kntteiistad wordt dé oplossing voor
allo kattenproblemen. Hol project
staat al op papier. In dc kluis van
do stichting „Kat in Nood" rusten dc
tekeningen tot de tijd rijp is.
Er komen centraal verwarmde blok
ken, waurin de duizenden dieren ge
huisvest kunnen worden. Veel glas,
waardoor volop zon binnen kan ko
men. Overeenkomstig de moderne
principes van de huidige flatbouw
dus.
Voorts ruimte en groen. Een groot
park met plantsoenen, wandelpaden,
nrestaurant voor bezoekers en een
vijver. Voor de recreatie van de kat
ten alleen komt er een kattenbos,
waar bezoekers geen toegang zullen
hebben. Er komt een hospitaal, met
woonhuizen voor de doktoren en een
zusterhuis voor de verpleegsters. En
natuurlijk een gebouw voor de admi
nistratie. Het project betaalt zich
zelf, want er komen kattenpensions
voor luxe-katten en winkels in al wat
een gesitueerde kat nodig heeft, die
winst zullen maken.
Al heeft een kat zeven levens, eens
komt er een eind aan. Vandaar een
sfeervol kattenkerkhol'. Met de werk
plaats van een handelaar in grafzer
ken. Aan dc ingang van het kerkhof
komt een blocmennal, waar nabe
staanden een laatste bloomengroet
voor de overleden huisgenoot kunnen
betrekken.
Jeugd inschakelen
Hot allermooiste van alles is wel, dat
dc jeugd dit project draaiende zal
houden. Kinderen zullen de admini
strate voeren, de tuinen onderhou
den en de kattenflats rein houden.-..
Dat een terrein, waar duizenden kat
ten samenleven een broeiplaats van
bacteriën zou worden en dat een
„Kattenstad" de volksgezondheid in
gevaar zou brengen, ontkent, me
vrouw Post-Hendrikse ten stelligste.
Zij kent een stof. die de kattenuit-
werpselen verandert in rulle grond,
waarin de dieren, zonder bezwaar
kunnen ravotten. „De ongedwongen
omgang tussen het kind en de kat
is van grote pedagogische betekenis",
zegt do ex-lerares Engels M.O. Op
bescheiden wijze heeft zij thans het
kind al ingeschakeld bij haar stich
ting „Kat in Nood".
Er zijn enkele kinderen, die haar as
sisteren bij het voederen, schoonhou
den en administreren van haar hui
dige zesentachtig katten. Vóór Kat
tenstad er is, moet nog heel wat
werk verzet worden. Ten bate van
het goede doel worden nu al ball
points, potloden, kattebakken, voe
der- en drinkbakken „voor Poes",
baby-schoentjes en sluitzegels ver
kocht. Er is immers zes miljoen gul
den nodig!
Overbevolkt
„Den Haag is meer dan driedubbel
overbevolkt met katten", zegt in
specteur Jolian Schilhuisen. Het is
een man die stevig met beide benen
op de grond staat. Byna 25 jaar is hy
de enige inspecteur van de dierenbe
scherming.
De katten vormen op het ogenblik het
nijpende probleem. Niet alleen in de
binnenstad, maar ook in de buiten
wijken en in de duinen leven duizen
den verwilderde, schuwe, soms zieke
zwerfkatten. Of er voor dit probleem
op korte termijn een oplossing be
staat? Inspecteur Schilthuisen komt
er cerlyk voor uit wanneer hij ant
woordt: „Ik weet geen oplossing op
korte termijn en ik geloof niet dat
die bestaat!"
Maar wat dan?
„Het enige wat op den duur zal hel-
ren is:
e laat de katers castreren:
2e. laat de poezen steriliseren;
3e. wanneer uw poes een nestje jon
ge katjes werpt, weet waar U aan
begint: Bent U er niet voor honderd
procent zeker van, dat U alle diertjes
later aan een goed en blijvend tehuis
kunt helpen, waarschuw dan liever
de dierenoescherming. Wij komen dan
binnen drie dagen de
Met „slechts" enkele van haar lie
velingen ovi haar heen handelt
mevrouw Post-Hendriks de cor
respondentie af, die zij van mede
standers ontvangt.
gewenste diertjes ophalen en wij la
ten ze kosteloos op absoluut pijnloze
wijze inslapen".
„Maar weet je wat, stap in en rij
eens mee. Kijk zelf!" Zo gezegd, zo
gedaan.
Het 2C.V.-bestelwagentje van de
dierenbescherming stopt en inspec
teur Schilthuisen zegt als Iiij aan
belt: „Hier moeten we pasgeboren
katjes ophalen". „Ik zit er wel een
beetje mee in", zegt de vrouw des
huizes, wanneer zij open doet- „Poes
heeft vier jongen gekregen, maar
vier katjes erbij wordt echt teveel.
Ik heb het de kinderen uitgelegd en
ze begrijpen het. Eén poesje mogen
zjj houden, maar ze weten nog niet
welk". Besloten wordt, eerst de pas
geboren diertjes te sexen.
Eén katertje zal blijven. Als het wat
groter is, zal het worden gecastreerd.
Waarom geen poesje? Omdat im
mers het steriliseren van een poesje
ongeveer 17,50 kost, en het castre-
f Advertentie)
Groot of klein, elk écht genoegen haalt
u even uit de sleur. Neem Arsenal: een
gróte sigaret in formaat, smaak en aroma.
Overigensrookt al Arsenal?
(Van een onzer verslaggevers)
OEN MUN VADER IN 1922 STIERF, was het afgelopen. De
bezieling was weg. We pakten de tinnen soldaatjes in en zet
ten ze daarna nooit meer op. Dat wil zeggen tot 1954, want toen
raakte ik, dank zij de Zinnfiguren Ausstellung in Hamburg op
nieuw in geestdrift voor 't tinnen figuurtje. Dat bezoek aan die
tentoonstelling had voor mij verstrekkende gevolgen. Maar daar
over straks. Het is een lang verhaal. Maar U moet het weten, want
spelen met tinnen figuren heeft een diepere achtergrond dan U
waarschijnlijk cfenkt. Mensen, die met tinnen figuren spelen, heb
ben fantasie. U moet het zien als het uitleven van de homo ludens.
Vreugde beleven aan het kleine, creatief zijn in het bouwen van
iets.
Vrienden van tinnen figuren zijn
geen typeverzamelaars zoals in de
postzegelwereld. Zy ondernemen
geen speurtocht naar alle figuurtjes,
die in roulatie zijn. Hoofdzaak is het
betrekken van figuurtjes die men no
dig heeft. De ware liefhebber stelt
historisch verantwoorde groepen sa
men. Hy knutselt met zijn figuren en
schildert ze.
Daartoe raadpleegt hij literatuur. Hij
gaat er voor naar musea en tentoon
stellingen. Hij legt zijn oor te luiste
ren bij deskundigen op velerlei ge
bied. De liefhebber bouwt aan een
verhaal. Misschien kan ik het beter
zo zeggen: „ryet tinnen figuren kun
je je opsluiten in een kamer en toch
niet alleen zijn".
Drs. J. Dieaerich. Beroep: socioloog,
liefhebberij: tinnen figuren, vice-
voorzitter van de Stichting ter Be
vordering van de Toepassing van
Cultuurhistorische Tinnen Figuren",
een wilskrachtige mond, grijs haar
Hij heeft opvallend lichtblauwe ogen,
een wilskrachtige mond, grijs haar
en een korte nek. Een enorm bewe
gelijke man, dynamisch en overrom
pelend. Een geboren organisator, die
geen hindernissen kent. Hij zet ieder
een aan het werk en wacht eventu
ele tegenwerpingen of aarzelingen
niet af.
Wie zin heeft om nijdig te worden,
wordt mak gemaakt met een gulle
lach en een ferme schouderklop.
„Het leven is geen lolletje", zegt ie
dan en onverstoorbaar werpt hij zich
opnieuw in do stryd.
Dat is grappig
Moeilijkheden
rikanen, die indachtig het principe:
„geen oorlogsspeelgoed meer", de
hele verzameling het raam uitveeg
den. Mijn grootvader had zelf ook
een mooie collectie. Zyn zoon, mijn
vader dus, speelde echter meer met
de soldaatjes, dan dat hy zijn huis
werk maakte. Grootvader was daar
over zo kwaad, dat hy het grootste
deel van de verzameling in de ka
chel gooide. Een paar doosjes heeft
mijn vader nog kunnen redden. Daar
mochten mijn broer en ik nooit aan
komen. Voor ons kocht hij nieuwe
Franse en Engelse soldaatjes in de
slag bij Waterloo. Op een gegeven
ogenblik hadden we een collectie
van tienduizend exemplaren. Daar
speelden we mee, meneer. Tydens de
Kerstdagen werd alles opgesteld.
Dan bouwden we een slagveld van
viereneenhalve meter lengte en twee-
eneenhalve meter breedte. Myn broer
was aanvoerder van de Fransen en
ik van de Engelse troepen. Vader
deed hartstochtelijk mee. Hy rookte
nog zo'n lange pyp. Dan blies ie
Iedere verzamelaar heeft zijn eigen
specialiteit. De een wil alleen maar
figuren hebben uit de oudheid, de
ander stelt prijs op figuurtjes die be;
trekking hebben op de boeken van
Karl May, de derde bijt zich vast in
de Amerikaanse oorlog tegen de In
dianen en de vierde zoekt het in bij
belse verhalen. Op het ogenblik telt
onze vereniging honderdvijf verza
melaars. Het is opvallend, dat ze
maatschappelijk allemaal goed ge
plaatst zijn. Misschien vindt dat zijn
oorzaak in het feit, dat onze verzaf'
meiaars begrip en belangstelling
voor de historie moeten hebben en
dat zy gedreven worden door enige
artistieke impulsen.
In 1955 Is de Nederlandse stichting
in het leven geroepen. Onze doelstel
lingen zyn: de verzamelaars, die in
feite allemaal individualisten zyn,
met elkaar in contact brengen, het
doen verzorgen van tentoonstellin
gen en het uitgeven van tinnen figu
ren, die te maken hebben met de Ne
derlandse historie. Zo hebben wy bij
voorbeeld de Muiderkring in tin vast
gelegd en we hebben een serie van
Rembrandt gemaakt. Voorts de Gou
den Koets en het Nederlandse aan
deel in de slag by Waterloo.
Het leukst
Weet IJ wat het leukste is? Het
knutselen. Er zijn talloze verzame
laars, die van een bepaalde gestalte
een andere figuur maken door hem
doodeenvoudig een ander pakkie aan
De slag bij Wagram in 1805. Een
prachtig tableau van duizenden tin
nen soldaten in allerlei houdingen.
Dit tableau werd gebouwd door twee
verzamelaars uit- Wenen.
's Avonds om acht uur in Koeken
bier, het bekende Alkmaarse restau
rant aan de uitvalsweg naar het zui
den. „Dat is grappig", zegt hy,
„want in deze zelfde zaak viel in
1954 de beslissing tot het vormen van
de stichting, die ik zojuist genoemd
heb. Nee, dit is geen publiciteits-
grapje.
We kwamen uit Hamburg. Mijkse-
naar en ik en de twee vrouwen. We
gingen hier eten. U kent Myksenaar
natuurlijk ook. De propagandist van
Amsterdam. Vriend van mij. Goed,
U wilt wat weten van de tinnen fi
guren. Nou begin ik met de Stich
ting Vondelpark. Die stichting moest
ontbonden worden. Alvorens echter
het park aan de stad Amsterdam
cadeau te geven, wilden Myksenaar
en ik eerst naar Hamburg, waar een
nieuw stadspark zou worden geo
pend. Dat wilden we bekijken. We
namen de vrouwen mee. Na, also...."
Drs. Diederich toont mij plotseling
een ander gezicht. Het verhaal, dat
hij nu vertelt is doortrokken van
diepe weemoed. Kennelijk beleeft hij
opnieuw zijn kinderjaren, waarin het
spelen met tinnen soldaatjes de ba
sis vormde van het gezinsgeluk. Al
le gebaartjes en stembuiginkjes van
de manager zijn verdwenen. De wer
velwindorganisator koestert het tin
nen figuurtje, waar hy van houdt.
„Tijdens de opening van dat park
ontdekte ik plotseling een bord. „Be-
suchen Sie unsere Zinnfiguren Aus
stellung". Myn hart ging open. Dat
moest ik zien. Ik sleepte Mijksenaar
mee. Spoedig bleek ons, dat hier ver
zamelaars van tinfiguren uit vele
landen verenigd waren. De volgende
dag waren we tegenwoordig bij een
samenspraak. Op de agenda stonden
punten als het uitgeven van een
kleurentabel, het aantrekken van
jeugd en het organiseren van een
internationaal congres. We hoorden
toen, dat er in vele landen al clubs
bestonden.
Dat organiseren van een congres
stuitte Kennelijk op vele moeilijkhe
den. De Denen voelden er zich niet
toe in staat, meneer Wiener uit We
nen (grappig hè?) durfde er ook
niet aan te beginnen vanwege de po
litieke moeilykheden waarmee Oos
tenrijk toen nog te kampen had en
de Fransen beweerden, dat ze niet
zouden komen als het congres in
Duitsland werd gehouden. De Duit
sers begingen toen de taktische fout
om te verklaren dat zy niet zonden
komen als het congres zou plaats
vinden in Frankrijk.
Inmiddels hadden wH met deze en
gene gesproken. Plotseling klonk
er van het podium een stem die zei:
„wy hebben meneer Myksenaar uit
Amsterdam in ons midden. Mis
schien kunnen we congresseren in
Nederland". Nou ja, we gingen dus
met een boodschap ryker naar huis.
Terug in Holland werd mijn vriend
Mijksenaar geïnterviewd door „Het
Parool". We hadden dus hier in Koe
kenbier al besloten om het te gaan
doen. Na die publikatie bleek ons,
dat er in Nederland talloze mensen
zyn, die tinnen figuren verzamelen.
We konden dus een vereniging op
richten. In april 1956 vond in Am
sterdam het eerste internationale
congres plaats. Het werd een suc
ces. Prins Bernhard behoorde tot de
bezoekers.
Waarom?
En nou vraagt U natuurlyk. waar
om ik zo'n hartstocht koester voor
het tinnen figuurtje. Heel simpel. Ik
ben erfclyk belast. Mijn grootvader
was Königliche Hannover Telegraphse
kretar. Dat was heel hoog. Hy ver
wierf tevens bekendheid als een van
de oprichters van het Heimat Mu
seum in Hannover. Een museum,
speciaal voor tinnen soldaatjes.
Het beschikte over een tableau van
dertigduizend tinnen soldaatjes, die
de slag bij Waterloo verbeeldden. De
tableau heeft een tragisch einde ge
vonden. In 1911 werd het ingepakt
en naar een slot in Göttingen ge
bracht. Vervolgens kwamen de Ame-
rookwolken tussen de legers om het
echt te maken. Onze fantasie werd
daardoor sterk ontwikkeld. Ik
moest bijvoorbeeld proberen een
brug te behouden. Dan stuurde ik
myn genie, pip, pip, pip naar die brug
en dan kwam myn broer opzetten
met zyn kanonnen. Wij hebben ons
destyds heerlijk in onze stryddrif-
ten uitgeleefd. Ja, ik weet wat U
zeggen wilt. Laat ik U dan zeggen,
dat het tinnen soldaatje geen enke
le nadelige invloed op onze geeste
lijke vorming heeft gehad. Het oor
logsgeweld was niet primair. Meer
het ordenen van groepen. Na 1922
sloot ik mij aan by de Sociaal De
mocratische Jeugdbeweging. Ik stond
de ideeën van het gebroken geweer
tje voor, dus....
Civiele figuren
Een van de belangrijkste producen
ten van tinnen soldaatjes was Hein-
richsen uit Neurenberg. Toen hy in
de eerste wereldoorlog zyn zoon ver
loor, stopte hij met het maken van
tinnen soldaatjes. Hij schakelde
over op civiele figuren. Vooral na de
laatste wereldoorlog hebben deze ci
viele figuren een grote vlucht geno
men.
Zoals ik al zei, mijn vader stierf in
1922. De ziel van het spel was weg.
We pakten de zaak in en keken er
niet meer naar om. Toch heb ik al
tijd een doosje soldaatjes bij me ge
dragen. Op een gegeven moment
stuurde mijn moeder mij een pakje
met soldaten van Wellington, Blü-
cher en een stelletje Hooglanders.
Die hebben lange tijd op mijn boe-
kenrek gestaan. Ik keek er vaak
naar als naar een mooie herinnering.
Overigens, weet U wat er met die
verzameling van ons gebeurd is
Niets. Die tienduizend soldaten heb
ben de oorlog overleefd. Myn broer
woont in Brussel. Toen ik een keer
bij hem was, vertelde hij dat hy be
neden in de kelder nog een paar
fro te kisten had staan met tinnen
iguurtjes. Hij had inmiddels zelf
ook zoons. Nou meneer, we hebben
de zaak opnieuw opgesteld. Wij heb
ben die jongens geleerd, hoe wij
vroeger met die soldaatjes speelden.
Acht dagen en acht nachten hebben
we er een kostelyk plezier aan be
leefd.
Weet U wat de laatste jaren een
grote vlucht heeft genomen? Het
schilderen van de figuurtjes. Je
koopt ze onbeschilderd. Daarna ga
je zelf aan het werk.
Tingieters
Er zijn op het ogenblik 250.000 mo
dellen van tinnen figuurtjes op de
wereld. Negentig modellen bevinden
zich in handen van Nederlandse par
ticulieren. Het maken van een model
kunnen wij in Nederland niet. Dat
moet nog steeds in het buitenland
gebeuren. We hebben wel tingie
ters. Het proces is als volgt: je hebt
een idee. Dit idee wordt getekend.
Vervolgens komt de graveur, die
een model maakt in leisteen. In dat
model wordt de uiteindelijke figuur
gegoten. Er zijn talloze fabrikanten
van tinnen figuren. In Kiel, Stutt
gart, Berlyn, Parijs, Zürich, Londen
en Stockholm.
te geven of andere accessoires te
verlenen, waardoor een figuur uit
1800 door een bepaalde ingreep ie
mand uit 1700 kan voorstellen. Je
kunt een figuurtje een been ampute
ren en er een ander aanzetten. Met
een soldeerboutje is dat zo klaar.
Je kunt bellen met prof. Van Tienen
als je byvoorbeeld niet weet hoe een
Franse soldaat er in 1850 uitzag.
Iemand anders vraagt een houtves
ter met een mand op zyn rug. Ge
schikt om in een achttiende eeuws
tafereel op te treden. De beschikbare
houtvester in tin is echter een ze
ventiende eeuwer. En dan komt da
vraag: kan ik die figuur nog aan
passen aan een tafereel, dat honderd
jaar later speelt? Wy bezitten ver
scheidene catalogi waarin, helaas
zonder foto, honderden modellen van
cultuurhistorische figuren beschre
ven zijn. Hier heeft U zo'n boek.
Kijk, koningin Elisabeth in Tilbury,
Falkenjagd, de slag by Hastings,
olifanten, Hendrik de achtste en zijn
hof en hier Ritter zu Pferd rechts
rückwarts schauend, Trompeter zu
Pferd vorwarts blasend, een dode
soldaat, twee slavinnen, waarvan een
wenend, Erasmus van Rotterdam,
een knielende page. Hans Holbein,
Richelieu in wereldlijk tenue en ga zo
maar door.
Hele bossen
By een slagveld zyn talloze accessoi
res te verkrygen. Als U wilt kunt U
hele bossen opzetten met een duide
lijk perspectief. Er bestaan welen
voor kanonnen en we bezitten een
complete menagerie van de meest
uiteenlopende dieren. Als U een stoel
uit de gouden eeuw wilt hebben,
kunt die krijgen. Wat denkt U
van een gedekte tafel met kaarsen,
alles gemaakt van tin?
Onze stichting heeft een centrale in
koop op touw gezet. Wekelijks ko
men er bestellingen binnen van de le
den. Onze liefhebberij is niet zo
duur. Een voetfiguurtje kost f 0,25
en een ruitertje f 0,50. Anders wordt
het, wanneer U zelf een model wilt
laten maken. Dan gaat het geld kos
ten. Per jaar verschijnen er twaalf
honderd nieuwe figuren op de
markt. Eén van onze leden, een
man van 68 jaar, werkt al dertig
jaar aan de slag bij Waterloo. Hij
heeft 20.000 figuurtjes en koopt nog
steeds nieuwe aanwinsten, die hy
zelf ook schildert. De man leeft vol
komen teruggetrokken, want hy
heeft niet meer nodig dan zijn tin
nen soldaatjes om vreugde te bele
ven aan zyn levensavond. Vorig
jaar zijn we met alle leden op be
zoek geweest by Bazon Lochner van
Hüttenborch van Elten, ons oudste
lid. Hy heeft een prachtige collectie,
waarvan onze stichting straks de
erfgenaam wordt.
Ter gelegenheid van dat bezoek heb
ben we een tinnen figuurtje van de
baron zelf laten maken. Tenslotte
zou ik nu nog kunnen vertellen, dat
er negentien verenigingen in de we
reld zijn, die de belangen van het tin
nen figuurtje behartigen en dat onze
stichting vier maal per jaar een tijd
schrift uitgeeft. Dat tijdschrift heet:
„De Tinnen Tafelronde".
ren van een kater 2-50. Moeder
poes moet eventjes naar de keuken,
zodat zij het piepen van haar jongen
niet zal horen.
De twee kinderen kijken vol bewon
dering lioo inspecteur Schilthuisen
het pasgeboren katje in de linker
hand neemt en iu één oogopslag con
stateert, of het een „meneer" of een
„mevrouw" is. Spanning tekent zich
af op hun gezichtjes. Ja hoor, het
grijs-gestreepte hoopje kat is een
mannetje en kan dus blyven! Voor
zichtig wordt het weer in het nestje
gevlijd, de andere diertjes gaan in de
mand van Schilthuisen.
Dat was dat. In de gang wordt nog
even de afspraak herhaald, de jonge
kater zal worden gecastreerd, wan
neer hy wat groter is. Moeder poes
gaat ook naar de dokter wanneer zij
het kraambed heeft verlaten, opdat
in de toekomst geen „ongelukjes"
meer zullen gebeuren.
„Reële mensen", zegt de inspecteur
Schilthuisen waarderend. „Geen grie
zelig sentimenteel gejammer. Ze be
grijpen tenminste dat je voor het
dier moet zorgen. En als het niet kan,
nan is het beter er niet aan te begin
nen!