Twee Haagse dames in een huis met 86 katten TINNEN SOLDAATJES, speelgoed voor volwassenen 'jËÊm WOENSDAG 30 MEI 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 (Van een correspondent) wee nogal ongewone dames hebben haar leven gewijd aan het welzijn van katten. Alles wat de zusters mevrouw Post-Hen- driks en mej. Hendriks aan liefde en affectie in zich dragen, schen ken zij aan hun zesentachtig poezen en katers. En niet alleen liefde en toewijding schenken zij! Het bescheiden kapitaaltje, dat zij erfden, is geheel opgegaan aan kattenvoedsel. De zusters leiden een zeer sober, zo niet karig bestaan, want het gehele inkomen is nodig voor de bijna negenhonderd gulden kat tenvoer per maand. Zij slapen op een harmonicabed, dat overdag als bed dient voor zes mismaakte poesjes. Het harmonicabed is nagenoeg het enige „mensen"-meubel in huis. De vier ruime ka mers, de keuken, de gang en de binnenplaats zijn verder gemeubeld met plastic afwasteiltjes. De teiltjes dienen beurtelings als slaap plaats of als kattebak. Dit alles is wat vreemd en velen zullen het hoofd schudden over deze wonderlijke oude dames. Mevrouw Post-Hendriks riep de stichting „Kat in Nood" in het leven, die ijvert voor een stad voor katten: kosten zes miljoen gulden. Ze heeft zware, donkere wallen onder de ogen. 'Niet alleen zorgen om leven en wel zijn van haar zesentachtig poezen en katers, maar ook geldzorgen en een chronisch tekort aan slaap hebben haar getekend. Immers, zij was lera res Engels aan een middelbare school maar nu is zy van 's morgens vroeg tot diep in de nacht constant in de weer met het legen van de bijna honderd kattebakken. Zij staat ge heel alleen voor de bijna hopeloze taak het huis rein te houden. „Ilc begrijp niet, hoe mensen onschul dige, pasgeboren katjes kunnen af maken. Dagelijks worden er arme, nog blinde katjes in koele bloede ver moord", zegt mevrouw Post-Hen- driks. Voor elke poes en voor elk ka tertje is er ergens op deze wereld toch een plekje in de zon, is haar vaste overtuiging. Haar stichting „Kat in Nood" neemt fel stelling te gen het doden van katten. Zieke dieren moeten worden verzorgd en behoeven liefde, over de gezonde katten behoeft niet eens te worden ge praat. De stichting geeft op onregel matige tijden een gestencild orgaan uit, waarin behalve aan verenigings- niouws, ruime aandacht wordt ge schonken aan misstanden. Maandelks inkomen gaat op aan kattenvoer Kattenwagen voorbeeld de „kattenwagen" van dierenbescherming, waarmee zieke, mismaakte, mishandelde katten eu ongewenste, pasgeboren katjes wor den opgehaald. „Het woord „dieren beul" is voor die man nog veel te goed, het is een afgrijselnke sadist", zegt mevrouw Post-Hendriks, spre kend over de inspecteur van de die renbescherming, een onbezoldigd rijksveldwachter. Op het harmonicabed in de altijd af gesloten tussenkamer zonder ramen is het hospitaaltje van mejuffrouw Hendriks. In een mandje op het bed ligt een poesje, dat bij mishandeling ernstige kwetsuren opliep. Als het van het bed zou springen, zou het sterven onder de vreselijkste pynen. Maar het beest zal niet van het bed springen; het kan zich nauwelijks bewegen* Het is alleen aan het on gelooflijke geduld van haar verzorg ster te danken, dat het nog in leven is. De vijf overige patiëntjes zijn er ook heel erg aan toe. Twee poesjes mis sen een oog. De holte in dc katten- schedel is een akelig, vochtig gat. „Allemaal mishandeling", zegt de verzorgster, „de beestjes zullen de mens nooit meer vertrouwen. Zij blij ven doodsbang, zelfs voor mij!" Dc dames bezitten ook een krankzin nig katje. De ogen van het diertje staan scheef, het kwijlt en de tong hangt uit de bek. Het dier heeft het benul verloren zich regelmatig rein te likken. Daarom wassen de dames het diertje enige malen per dag. Dé oplossing? Kntteiistad wordt dé oplossing voor allo kattenproblemen. Hol project staat al op papier. In dc kluis van do stichting „Kat in Nood" rusten dc tekeningen tot de tijd rijp is. Er komen centraal verwarmde blok ken, waurin de duizenden dieren ge huisvest kunnen worden. Veel glas, waardoor volop zon binnen kan ko men. Overeenkomstig de moderne principes van de huidige flatbouw dus. Voorts ruimte en groen. Een groot park met plantsoenen, wandelpaden, nrestaurant voor bezoekers en een vijver. Voor de recreatie van de kat ten alleen komt er een kattenbos, waar bezoekers geen toegang zullen hebben. Er komt een hospitaal, met woonhuizen voor de doktoren en een zusterhuis voor de verpleegsters. En natuurlijk een gebouw voor de admi nistratie. Het project betaalt zich zelf, want er komen kattenpensions voor luxe-katten en winkels in al wat een gesitueerde kat nodig heeft, die winst zullen maken. Al heeft een kat zeven levens, eens komt er een eind aan. Vandaar een sfeervol kattenkerkhol'. Met de werk plaats van een handelaar in grafzer ken. Aan dc ingang van het kerkhof komt een blocmennal, waar nabe staanden een laatste bloomengroet voor de overleden huisgenoot kunnen betrekken. Jeugd inschakelen Hot allermooiste van alles is wel, dat dc jeugd dit project draaiende zal houden. Kinderen zullen de admini strate voeren, de tuinen onderhou den en de kattenflats rein houden.-.. Dat een terrein, waar duizenden kat ten samenleven een broeiplaats van bacteriën zou worden en dat een „Kattenstad" de volksgezondheid in gevaar zou brengen, ontkent, me vrouw Post-Hendrikse ten stelligste. Zij kent een stof. die de kattenuit- werpselen verandert in rulle grond, waarin de dieren, zonder bezwaar kunnen ravotten. „De ongedwongen omgang tussen het kind en de kat is van grote pedagogische betekenis", zegt do ex-lerares Engels M.O. Op bescheiden wijze heeft zij thans het kind al ingeschakeld bij haar stich ting „Kat in Nood". Er zijn enkele kinderen, die haar as sisteren bij het voederen, schoonhou den en administreren van haar hui dige zesentachtig katten. Vóór Kat tenstad er is, moet nog heel wat werk verzet worden. Ten bate van het goede doel worden nu al ball points, potloden, kattebakken, voe der- en drinkbakken „voor Poes", baby-schoentjes en sluitzegels ver kocht. Er is immers zes miljoen gul den nodig! Overbevolkt „Den Haag is meer dan driedubbel overbevolkt met katten", zegt in specteur Jolian Schilhuisen. Het is een man die stevig met beide benen op de grond staat. Byna 25 jaar is hy de enige inspecteur van de dierenbe scherming. De katten vormen op het ogenblik het nijpende probleem. Niet alleen in de binnenstad, maar ook in de buiten wijken en in de duinen leven duizen den verwilderde, schuwe, soms zieke zwerfkatten. Of er voor dit probleem op korte termijn een oplossing be staat? Inspecteur Schilthuisen komt er cerlyk voor uit wanneer hij ant woordt: „Ik weet geen oplossing op korte termijn en ik geloof niet dat die bestaat!" Maar wat dan? „Het enige wat op den duur zal hel- ren is: e laat de katers castreren: 2e. laat de poezen steriliseren; 3e. wanneer uw poes een nestje jon ge katjes werpt, weet waar U aan begint: Bent U er niet voor honderd procent zeker van, dat U alle diertjes later aan een goed en blijvend tehuis kunt helpen, waarschuw dan liever de dierenoescherming. Wij komen dan binnen drie dagen de Met „slechts" enkele van haar lie velingen ovi haar heen handelt mevrouw Post-Hendriks de cor respondentie af, die zij van mede standers ontvangt. gewenste diertjes ophalen en wij la ten ze kosteloos op absoluut pijnloze wijze inslapen". „Maar weet je wat, stap in en rij eens mee. Kijk zelf!" Zo gezegd, zo gedaan. Het 2C.V.-bestelwagentje van de dierenbescherming stopt en inspec teur Schilthuisen zegt als Iiij aan belt: „Hier moeten we pasgeboren katjes ophalen". „Ik zit er wel een beetje mee in", zegt de vrouw des huizes, wanneer zij open doet- „Poes heeft vier jongen gekregen, maar vier katjes erbij wordt echt teveel. Ik heb het de kinderen uitgelegd en ze begrijpen het. Eén poesje mogen zjj houden, maar ze weten nog niet welk". Besloten wordt, eerst de pas geboren diertjes te sexen. Eén katertje zal blijven. Als het wat groter is, zal het worden gecastreerd. Waarom geen poesje? Omdat im mers het steriliseren van een poesje ongeveer 17,50 kost, en het castre- f Advertentie) Groot of klein, elk écht genoegen haalt u even uit de sleur. Neem Arsenal: een gróte sigaret in formaat, smaak en aroma. Overigensrookt al Arsenal? (Van een onzer verslaggevers) OEN MUN VADER IN 1922 STIERF, was het afgelopen. De bezieling was weg. We pakten de tinnen soldaatjes in en zet ten ze daarna nooit meer op. Dat wil zeggen tot 1954, want toen raakte ik, dank zij de Zinnfiguren Ausstellung in Hamburg op nieuw in geestdrift voor 't tinnen figuurtje. Dat bezoek aan die tentoonstelling had voor mij verstrekkende gevolgen. Maar daar over straks. Het is een lang verhaal. Maar U moet het weten, want spelen met tinnen figuren heeft een diepere achtergrond dan U waarschijnlijk cfenkt. Mensen, die met tinnen figuren spelen, heb ben fantasie. U moet het zien als het uitleven van de homo ludens. Vreugde beleven aan het kleine, creatief zijn in het bouwen van iets. Vrienden van tinnen figuren zijn geen typeverzamelaars zoals in de postzegelwereld. Zy ondernemen geen speurtocht naar alle figuurtjes, die in roulatie zijn. Hoofdzaak is het betrekken van figuurtjes die men no dig heeft. De ware liefhebber stelt historisch verantwoorde groepen sa men. Hy knutselt met zijn figuren en schildert ze. Daartoe raadpleegt hij literatuur. Hij gaat er voor naar musea en tentoon stellingen. Hij legt zijn oor te luiste ren bij deskundigen op velerlei ge bied. De liefhebber bouwt aan een verhaal. Misschien kan ik het beter zo zeggen: „ryet tinnen figuren kun je je opsluiten in een kamer en toch niet alleen zijn". Drs. J. Dieaerich. Beroep: socioloog, liefhebberij: tinnen figuren, vice- voorzitter van de Stichting ter Be vordering van de Toepassing van Cultuurhistorische Tinnen Figuren", een wilskrachtige mond, grijs haar Hij heeft opvallend lichtblauwe ogen, een wilskrachtige mond, grijs haar en een korte nek. Een enorm bewe gelijke man, dynamisch en overrom pelend. Een geboren organisator, die geen hindernissen kent. Hij zet ieder een aan het werk en wacht eventu ele tegenwerpingen of aarzelingen niet af. Wie zin heeft om nijdig te worden, wordt mak gemaakt met een gulle lach en een ferme schouderklop. „Het leven is geen lolletje", zegt ie dan en onverstoorbaar werpt hij zich opnieuw in do stryd. Dat is grappig Moeilijkheden rikanen, die indachtig het principe: „geen oorlogsspeelgoed meer", de hele verzameling het raam uitveeg den. Mijn grootvader had zelf ook een mooie collectie. Zyn zoon, mijn vader dus, speelde echter meer met de soldaatjes, dan dat hy zijn huis werk maakte. Grootvader was daar over zo kwaad, dat hy het grootste deel van de verzameling in de ka chel gooide. Een paar doosjes heeft mijn vader nog kunnen redden. Daar mochten mijn broer en ik nooit aan komen. Voor ons kocht hij nieuwe Franse en Engelse soldaatjes in de slag bij Waterloo. Op een gegeven ogenblik hadden we een collectie van tienduizend exemplaren. Daar speelden we mee, meneer. Tydens de Kerstdagen werd alles opgesteld. Dan bouwden we een slagveld van viereneenhalve meter lengte en twee- eneenhalve meter breedte. Myn broer was aanvoerder van de Fransen en ik van de Engelse troepen. Vader deed hartstochtelijk mee. Hy rookte nog zo'n lange pyp. Dan blies ie Iedere verzamelaar heeft zijn eigen specialiteit. De een wil alleen maar figuren hebben uit de oudheid, de ander stelt prijs op figuurtjes die be; trekking hebben op de boeken van Karl May, de derde bijt zich vast in de Amerikaanse oorlog tegen de In dianen en de vierde zoekt het in bij belse verhalen. Op het ogenblik telt onze vereniging honderdvijf verza melaars. Het is opvallend, dat ze maatschappelijk allemaal goed ge plaatst zijn. Misschien vindt dat zijn oorzaak in het feit, dat onze verzaf' meiaars begrip en belangstelling voor de historie moeten hebben en dat zy gedreven worden door enige artistieke impulsen. In 1955 Is de Nederlandse stichting in het leven geroepen. Onze doelstel lingen zyn: de verzamelaars, die in feite allemaal individualisten zyn, met elkaar in contact brengen, het doen verzorgen van tentoonstellin gen en het uitgeven van tinnen figu ren, die te maken hebben met de Ne derlandse historie. Zo hebben wy bij voorbeeld de Muiderkring in tin vast gelegd en we hebben een serie van Rembrandt gemaakt. Voorts de Gou den Koets en het Nederlandse aan deel in de slag by Waterloo. Het leukst Weet IJ wat het leukste is? Het knutselen. Er zijn talloze verzame laars, die van een bepaalde gestalte een andere figuur maken door hem doodeenvoudig een ander pakkie aan De slag bij Wagram in 1805. Een prachtig tableau van duizenden tin nen soldaten in allerlei houdingen. Dit tableau werd gebouwd door twee verzamelaars uit- Wenen. 's Avonds om acht uur in Koeken bier, het bekende Alkmaarse restau rant aan de uitvalsweg naar het zui den. „Dat is grappig", zegt hy, „want in deze zelfde zaak viel in 1954 de beslissing tot het vormen van de stichting, die ik zojuist genoemd heb. Nee, dit is geen publiciteits- grapje. We kwamen uit Hamburg. Mijkse- naar en ik en de twee vrouwen. We gingen hier eten. U kent Myksenaar natuurlijk ook. De propagandist van Amsterdam. Vriend van mij. Goed, U wilt wat weten van de tinnen fi guren. Nou begin ik met de Stich ting Vondelpark. Die stichting moest ontbonden worden. Alvorens echter het park aan de stad Amsterdam cadeau te geven, wilden Myksenaar en ik eerst naar Hamburg, waar een nieuw stadspark zou worden geo pend. Dat wilden we bekijken. We namen de vrouwen mee. Na, also...." Drs. Diederich toont mij plotseling een ander gezicht. Het verhaal, dat hij nu vertelt is doortrokken van diepe weemoed. Kennelijk beleeft hij opnieuw zijn kinderjaren, waarin het spelen met tinnen soldaatjes de ba sis vormde van het gezinsgeluk. Al le gebaartjes en stembuiginkjes van de manager zijn verdwenen. De wer velwindorganisator koestert het tin nen figuurtje, waar hy van houdt. „Tijdens de opening van dat park ontdekte ik plotseling een bord. „Be- suchen Sie unsere Zinnfiguren Aus stellung". Myn hart ging open. Dat moest ik zien. Ik sleepte Mijksenaar mee. Spoedig bleek ons, dat hier ver zamelaars van tinfiguren uit vele landen verenigd waren. De volgende dag waren we tegenwoordig bij een samenspraak. Op de agenda stonden punten als het uitgeven van een kleurentabel, het aantrekken van jeugd en het organiseren van een internationaal congres. We hoorden toen, dat er in vele landen al clubs bestonden. Dat organiseren van een congres stuitte Kennelijk op vele moeilijkhe den. De Denen voelden er zich niet toe in staat, meneer Wiener uit We nen (grappig hè?) durfde er ook niet aan te beginnen vanwege de po litieke moeilykheden waarmee Oos tenrijk toen nog te kampen had en de Fransen beweerden, dat ze niet zouden komen als het congres in Duitsland werd gehouden. De Duit sers begingen toen de taktische fout om te verklaren dat zy niet zonden komen als het congres zou plaats vinden in Frankrijk. Inmiddels hadden wH met deze en gene gesproken. Plotseling klonk er van het podium een stem die zei: „wy hebben meneer Myksenaar uit Amsterdam in ons midden. Mis schien kunnen we congresseren in Nederland". Nou ja, we gingen dus met een boodschap ryker naar huis. Terug in Holland werd mijn vriend Mijksenaar geïnterviewd door „Het Parool". We hadden dus hier in Koe kenbier al besloten om het te gaan doen. Na die publikatie bleek ons, dat er in Nederland talloze mensen zyn, die tinnen figuren verzamelen. We konden dus een vereniging op richten. In april 1956 vond in Am sterdam het eerste internationale congres plaats. Het werd een suc ces. Prins Bernhard behoorde tot de bezoekers. Waarom? En nou vraagt U natuurlyk. waar om ik zo'n hartstocht koester voor het tinnen figuurtje. Heel simpel. Ik ben erfclyk belast. Mijn grootvader was Königliche Hannover Telegraphse kretar. Dat was heel hoog. Hy ver wierf tevens bekendheid als een van de oprichters van het Heimat Mu seum in Hannover. Een museum, speciaal voor tinnen soldaatjes. Het beschikte over een tableau van dertigduizend tinnen soldaatjes, die de slag bij Waterloo verbeeldden. De tableau heeft een tragisch einde ge vonden. In 1911 werd het ingepakt en naar een slot in Göttingen ge bracht. Vervolgens kwamen de Ame- rookwolken tussen de legers om het echt te maken. Onze fantasie werd daardoor sterk ontwikkeld. Ik moest bijvoorbeeld proberen een brug te behouden. Dan stuurde ik myn genie, pip, pip, pip naar die brug en dan kwam myn broer opzetten met zyn kanonnen. Wij hebben ons destyds heerlijk in onze stryddrif- ten uitgeleefd. Ja, ik weet wat U zeggen wilt. Laat ik U dan zeggen, dat het tinnen soldaatje geen enke le nadelige invloed op onze geeste lijke vorming heeft gehad. Het oor logsgeweld was niet primair. Meer het ordenen van groepen. Na 1922 sloot ik mij aan by de Sociaal De mocratische Jeugdbeweging. Ik stond de ideeën van het gebroken geweer tje voor, dus.... Civiele figuren Een van de belangrijkste producen ten van tinnen soldaatjes was Hein- richsen uit Neurenberg. Toen hy in de eerste wereldoorlog zyn zoon ver loor, stopte hij met het maken van tinnen soldaatjes. Hij schakelde over op civiele figuren. Vooral na de laatste wereldoorlog hebben deze ci viele figuren een grote vlucht geno men. Zoals ik al zei, mijn vader stierf in 1922. De ziel van het spel was weg. We pakten de zaak in en keken er niet meer naar om. Toch heb ik al tijd een doosje soldaatjes bij me ge dragen. Op een gegeven moment stuurde mijn moeder mij een pakje met soldaten van Wellington, Blü- cher en een stelletje Hooglanders. Die hebben lange tijd op mijn boe- kenrek gestaan. Ik keek er vaak naar als naar een mooie herinnering. Overigens, weet U wat er met die verzameling van ons gebeurd is Niets. Die tienduizend soldaten heb ben de oorlog overleefd. Myn broer woont in Brussel. Toen ik een keer bij hem was, vertelde hij dat hy be neden in de kelder nog een paar fro te kisten had staan met tinnen iguurtjes. Hij had inmiddels zelf ook zoons. Nou meneer, we hebben de zaak opnieuw opgesteld. Wij heb ben die jongens geleerd, hoe wij vroeger met die soldaatjes speelden. Acht dagen en acht nachten hebben we er een kostelyk plezier aan be leefd. Weet U wat de laatste jaren een grote vlucht heeft genomen? Het schilderen van de figuurtjes. Je koopt ze onbeschilderd. Daarna ga je zelf aan het werk. Tingieters Er zijn op het ogenblik 250.000 mo dellen van tinnen figuurtjes op de wereld. Negentig modellen bevinden zich in handen van Nederlandse par ticulieren. Het maken van een model kunnen wij in Nederland niet. Dat moet nog steeds in het buitenland gebeuren. We hebben wel tingie ters. Het proces is als volgt: je hebt een idee. Dit idee wordt getekend. Vervolgens komt de graveur, die een model maakt in leisteen. In dat model wordt de uiteindelijke figuur gegoten. Er zijn talloze fabrikanten van tinnen figuren. In Kiel, Stutt gart, Berlyn, Parijs, Zürich, Londen en Stockholm. te geven of andere accessoires te verlenen, waardoor een figuur uit 1800 door een bepaalde ingreep ie mand uit 1700 kan voorstellen. Je kunt een figuurtje een been ampute ren en er een ander aanzetten. Met een soldeerboutje is dat zo klaar. Je kunt bellen met prof. Van Tienen als je byvoorbeeld niet weet hoe een Franse soldaat er in 1850 uitzag. Iemand anders vraagt een houtves ter met een mand op zyn rug. Ge schikt om in een achttiende eeuws tafereel op te treden. De beschikbare houtvester in tin is echter een ze ventiende eeuwer. En dan komt da vraag: kan ik die figuur nog aan passen aan een tafereel, dat honderd jaar later speelt? Wy bezitten ver scheidene catalogi waarin, helaas zonder foto, honderden modellen van cultuurhistorische figuren beschre ven zijn. Hier heeft U zo'n boek. Kijk, koningin Elisabeth in Tilbury, Falkenjagd, de slag by Hastings, olifanten, Hendrik de achtste en zijn hof en hier Ritter zu Pferd rechts rückwarts schauend, Trompeter zu Pferd vorwarts blasend, een dode soldaat, twee slavinnen, waarvan een wenend, Erasmus van Rotterdam, een knielende page. Hans Holbein, Richelieu in wereldlijk tenue en ga zo maar door. Hele bossen By een slagveld zyn talloze accessoi res te verkrygen. Als U wilt kunt U hele bossen opzetten met een duide lijk perspectief. Er bestaan welen voor kanonnen en we bezitten een complete menagerie van de meest uiteenlopende dieren. Als U een stoel uit de gouden eeuw wilt hebben, kunt die krijgen. Wat denkt U van een gedekte tafel met kaarsen, alles gemaakt van tin? Onze stichting heeft een centrale in koop op touw gezet. Wekelijks ko men er bestellingen binnen van de le den. Onze liefhebberij is niet zo duur. Een voetfiguurtje kost f 0,25 en een ruitertje f 0,50. Anders wordt het, wanneer U zelf een model wilt laten maken. Dan gaat het geld kos ten. Per jaar verschijnen er twaalf honderd nieuwe figuren op de markt. Eén van onze leden, een man van 68 jaar, werkt al dertig jaar aan de slag bij Waterloo. Hij heeft 20.000 figuurtjes en koopt nog steeds nieuwe aanwinsten, die hy zelf ook schildert. De man leeft vol komen teruggetrokken, want hy heeft niet meer nodig dan zijn tin nen soldaatjes om vreugde te bele ven aan zyn levensavond. Vorig jaar zijn we met alle leden op be zoek geweest by Bazon Lochner van Hüttenborch van Elten, ons oudste lid. Hy heeft een prachtige collectie, waarvan onze stichting straks de erfgenaam wordt. Ter gelegenheid van dat bezoek heb ben we een tinnen figuurtje van de baron zelf laten maken. Tenslotte zou ik nu nog kunnen vertellen, dat er negentien verenigingen in de we reld zijn, die de belangen van het tin nen figuurtje behartigen en dat onze stichting vier maal per jaar een tijd schrift uitgeeft. Dat tijdschrift heet: „De Tinnen Tafelronde". ren van een kater 2-50. Moeder poes moet eventjes naar de keuken, zodat zij het piepen van haar jongen niet zal horen. De twee kinderen kijken vol bewon dering lioo inspecteur Schilthuisen het pasgeboren katje in de linker hand neemt en iu één oogopslag con stateert, of het een „meneer" of een „mevrouw" is. Spanning tekent zich af op hun gezichtjes. Ja hoor, het grijs-gestreepte hoopje kat is een mannetje en kan dus blyven! Voor zichtig wordt het weer in het nestje gevlijd, de andere diertjes gaan in de mand van Schilthuisen. Dat was dat. In de gang wordt nog even de afspraak herhaald, de jonge kater zal worden gecastreerd, wan neer hy wat groter is. Moeder poes gaat ook naar de dokter wanneer zij het kraambed heeft verlaten, opdat in de toekomst geen „ongelukjes" meer zullen gebeuren. „Reële mensen", zegt de inspecteur Schilthuisen waarderend. „Geen grie zelig sentimenteel gejammer. Ze be grijpen tenminste dat je voor het dier moet zorgen. En als het niet kan, nan is het beter er niet aan te begin nen!

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 7