atrix
GESCHENK
VAN DE
FOTO
GRAFIE
Boeken voor de jeugd
W. G. VAN DE HULST
geschiedenis"
?,Aan elk boek
JCP iË zit een
VRIJDAG 18 MEI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
15
1 SMITH BEREIDT ZICH VOOR OP PglPM—
I RftUVRL... të&B&Sr PÏ5TÖÖL OF NIET
'"■t i, ikmoethemkrugen!
masbsbtmgmk ik. krn hbt halen-z'n
15 HIERHEEN
eJrMH* ■Wfaeas GEKEERD....
0 heeft avj nooit ver
teld dat 5mith,
morgan gedood
heeft,pappa
01ETZ
kukeens hier',
henry...
weetje het
lyllllll llll' ik. heb 7e irn6ge-
^wflcht om de stand gel'jkte maken,
nihflIUBMOND kpn me meertegenhouden 1
WAT JE ZELF INNERLIJK
BELEEFT, DRAAG JE OOK
OP KINDEREN WEL OVER
„MAARTEN!MAART!HOOR ES!"
„Ja?Wat?"
„Hoor dan es!"
„Nou?"
„Zeg Maarten! Ze moeten hier vast voorbijkomen. Kom bij
me zitten. Dan kunnen we ze goed zien, die Spanjolen! Heb
jij er wel eens één gezien?"
„Ik niet. Jij?"
„Ik ook niet! Maar het zijn woeste rabauwen hoor! Ze zeggen
dat ze je al doodsteken als je ze maar uitlacht!"
En zo begint „Willem Wycherts",
liet eerste bock van een schrijver
die door grootvaders en door va
ders en dan nog door kinderen
gekend wordt. Ook voor ons, die
op ons tiende jaar „Gerdientje"
kregen, en groot werden met Jaap
Holm en Kiek van de Bovenmees
ter, om van Ouwe Bram en Peerke
maar 'niet eens te spreken, was bet
een bijzonder ogenblik de man die
deze 'lévende figuurtjes had ge
schapen te ontmoeten: eerst op
het kinderboekoncongres in Am
sterdam; toen bij hem thuis, in
Utrecht.
Daar reed dc bus voorbij zijn huis,
een huis als alle andere huizen,
alleen herkende men al door het
glas het grijze hoofd dat over
boeken zat gebogen in de erker.
Tweeëntachtig jaar is Van de
Hulst, en men ziet hem dat niet
aan. Hij schrijft niet meer (zégt
hij, maar of hij het kan laten dur
ven wij betwijfelen) omdat men
niet moet zeggen „Je kunt zien
dat ie oud wordt!", en ook omdat
een mogelijke mindere kwaliteit
van wat hij nu zou schrijven die
van zijn vorige werk maar scha
den zou. Een nuchtere en van
zelfkritiek getuigende opvatting.
Maar wel verheugt en verwondert
hij zich telkens opnieuw dat hij
ruim vijftig jaar heeft mogen
schrijven, en dat al die grote en
kleine boeken nog altijd even fre
quent worden gedrukt en gelezen.
(Voor wie dat nog niet wist: het
is een feit, en een boek als Willem
Wycherts is niet eens meerte
krijgen. De uitgever Callenbach,
wiens naam wel voor goed ver
bonden is met die van Van de
Hulst werkt hard aan een nieuwe
druk).
Willem Wycherts
Ja, Willem Wycherts! Als de heer
Van de Hulst daarover begint is
hjj alweer aan het vertellen, en ik
begrijp hoe het daar in zijn Idas
geweest moet zijn wanneer „méés
ter" Van do Hulst de boeken weg
schoof en vertellen ging. Men zou
er haast kofl'ie voor vergeten die
mevrouw Van de Hulst stilletjes
voor ons heeft neergezet.
De schrijver trekt aan zijn sigaar,
zijn ogen keren terug naar vroe
ger, en peinzend zegt hij: „Het is
een eigenaardig levensverschijn
sel, niet waar, die hang naar het
verhaal. Hoe kom je eraan! Pas
zat mijn kleinzoontje bij me op
schoot, hij liet mijn kofiie omval
len. Huilen zonder end natuurlijk.
Hij was nauwelijks te troosten. Ik
zei: „Ja, ja, en toen liep dat hond
je op de brugJongetje, snik
kend uit alle macht: .enne wat
toen?"
„Die man zei: „Vórt hond!"
Kind, tranen drogend op zijn
wang: „En wat dee-die?" Van de
Hulst glimlacht tegen de rook van
zijn sigaar. „Zo heeft elk kind
die drang naar het verhaal. En
dat raak je nooit kwijt. Neem Wil
lem Wycherts nou, waar IJ naar
vroeg. Ilc moest eens invallen in
de hoogste klas van mijn school,
't was op een vrijdagmiddag. Zelf
stond ik in de vierde en ik zag
er danig- tegen op. Ik zei: „Jon
gens, hier zet ik een stip óp het
bord. Als ik vanmiddag geen straf
hoef te geven betekent die stip
„vertellen". Ze trapten erin! En
ik moest vertellen! Waarover
Dat wist ik niet. Er was geen tijd
geweest me voor te bereiden, ,,'t
Zal over de Spanjaarden gaan,"
hacl ik gezegd. Dat vinden ze
altijd mooi. Tja, en toen ben ik
maar gaan vertellen. Over die
twee jongens op dat muurtje daar
in Amsterdam. Zo'n plekje wist
ilc nog van vroeger, waar ik eens
onder een luifeltje had willen
kruipen en mij verbeeldde dat de
Spanjaarden voorbijkwamen. Die
middag kwamen die daar dus
voorbij, en daar ging ik:
„MS&rten MaartHoor es!"
„Ja...! Wét..
altijd wel Weer iets. Maar nooit
wist ik tevoren ook niet in mijn
boeken, hoe het af zou lopen. Met
Willem Wycherts niet, en niet met
de anderen. Ilc bleef liever zelf
voor. Want wanneer ik het eind
niet weet, dan moet het voor de
kleine lezers onwillekeurig óók
verrassender zijn. Nee, ilc typ mijn
verhalen niet, ik kan het niet eens.
HierHij staat op en laat mij
schriften zien, manuscripten in
feilloos handschrift dat geen
schrijfmachine nodig heeft. Een
heel lclein boekje met minitieuze
aantekeningen over elk boek, elk
verhaal, qua onderwerp, lengte,
jaar van verschijning, voorwaar
den etc, „Het eist nog steeds veel
werk", zegt hij, het onderhouden
van zo'n oeuvre. Corrigeren, na
zien van nieuwe drukproeven, wij
zigen soms. Nee. ik wijzig niet
veel. Wat verouderde woorden of
begrippen. Ver-der niet. Dan zou
het toch een ander boek zijn ge
worden. Ilc denk aan „Toen en
nu", of Aan de kinderbijbel.
Reacties
Geschiedenis
Het verrassende
Titel-Triptiek" voor cl-
bum, dia- en smalfilmpro
jectie) ligt voor u klaar bij
uw fotohandelaar.
Ik weet nog goed dat alle klassen
allang buiten stonden toen wij nog
steeds met rooie koppen bezig
waren. Tenslotte móest ik wel op
houden, onder belofte van een
vervolg. Later heb ik dus dat ge
geven voor een boek gebruikt. Zo
zit aan elk hoek een geschiedenis,
je zou me op elk afzonderlijk kun
nen navragen. En dit is belang
rijk: je moet metéén, markant, be
ginnen. Geen lange inleidingen,
dat wil een kind niét. 't Spel moet
meteen spelen."
Zo zag ik ook „Het wegje in het
koren" vanuit de trein bij Gel-
dermalsen, zö'n donker gebógèn,
paadje in het land. En „Peerke"
ging- leven toen ik een oud schil
derij zag. hier op *t oude kerkhof,
van bomen en 'n oude muur. Ik
dacht: „Jongens, jongens, wat is
dat mooi..." Dat was al hét begin
voor dat verhaal
Ik kijk naar de leasten vol met
donkere boeken, ook naar het ho
ge kastje vol fleurige bandjes, al
lemaal met de bekende letters
„W. G. van de Hulst" er op. Daar
zijn titels die uw schooljaren weer
vlakbij U brengen, of uurtjes
thuis wanneer liet regende, of als
het helemaal niet regende maar
ge alleen maar graag lezen wilde.
„Bello", „Eozemaryntje", van
Bob en Bep en Bep en Brammetje,
Kleine Zwerver, Jaap Holm
Ze zijn vertaald in het Engels,
Batalcs, Noors en nog meer talen.
Verhalen van deze auteur ver
schenen vijftien jaar met grote
regelmaat in „Moeder".
„Ik heb wel eens wat moeten
fantaseren" zegt mijn gastheer.
Elke véértien dagen moest er
wéér een vertelling zijn. Nee, het
lieeft me nooit gedrukt. Ilc vond
Iteacties van mensen en kinde
ren? O ja, eindeloos veel. Maar
mooier dan alle krantenrecensies
samen vond ik de uitroep van het
kereltje uit do Jordaau, in wiens
klas de onderwijzer kort geleden
uit „Ouwe Bram" voorlas. Daar
wordt oi» een gegeven ogenblik de
oude man door de diender opge
bracht, en de straatjongens schel
den hem nog- na ook. Op dat mo
ment sist dat jongetje verheten
door de klas: „De krengen!"
Ziet u, dat zijn mijn meest waar
devolle kritieken! En dat brengt
me ook op het belangrijkste wat
ik wilde met mijn werk, eigenlijk
al vanaf het ogenblik dat ik be
gon: „Kinderen kunnen zich al
leen leren kennen in kinderen zo-
"als zij. Dat vindt U heel "gewoon,
maar in mijn tijd vergeet niet
dat ik geboren ben in 1880
leefde nog de oude litteratuur die
vooral voor het christelijke volks
deel hierop neerkwam: om hoofd
waarheden die als geaccepteerd
golden heen, bedacht men perso
nen en persoontjes die die hoofd
waarheden hanteerden. De per
soontjes bleven secundair. Het is
kenmerkend voor die tijd en het
kon toen ook niet anders. Maar
ik vond het fout, tóen al. Niet
marionetten moesten de waarhe-
den dragen, maar levende mens
jes. Kinderen. Zij moesten primair
zijn. Ik heb er heel wat moeite
mee gehad, en heel wat verdacht
making om uitgestaan, want dat
was revolutionair. Toch beheerst
dit mijn werk: als schrijver tussen
je kinderen te staan in hun lachen,
huilen en spelen. Geen hemelhoge
schrijver die de kinderen ver
maande. Te trachten zó te denken
en te zijn alsóf je zelf dat wezèn-
tje bent. Ook dc vilein, de slechte
rik. Het heeft me nooit moeite
gekost" zegt Van de Hulst nuch
ter. „Want alles is in elke mens
aanwezig, hetgoede en het boze.
Tja, en als je dan ook het inzicht,
de observatie hebt om al die klei
ne dingen in de kinderen te zien
en ze in je boeken te krijgen, dan
heb je een goed kinderboek: want
het lcind zal zichzelf herkennen
en leren kennen. En dat is toch
de bedoeling. Er liepen eens
lk merk dat ik weer liet als
vroeger luister. De stem te
genover mij gaat verder:
„Er liepen eens twee kinder
tjes hier voorbij. Het jonge-
POCKETS
Laaiende stilte
Bij de uitgeverij Querido te Amster
dam verscheen als Salamander de
derde druk van Albert Hetmans
„Laaiende stilte". Het verhaal han
delt over drie zusters en de echtge
noot van één dezer zusters, die uit
Frankrijk vluchten, zodra het edict
van de godsdienstvrijheid wordt her
roepen.
De zusters trekken naar Amsterdam
en vervolgens naar Suriname. Agnes
d'Esternay verhaalt in dagboekvorm
haar levensloop, ze beschrijft haar
herhaalde teleurstellingen in de lief
de en de langzame ondergang van
de plantage.
„Sajo en haar bevervolkje"
Het keurige boekslce „Sajo en haar
bevervolkje" is echt iets voor kinde
ren, die niet alleen van Indanenver-
halen houden, maar ook graag iets
meer willen weten, over de levensge
woonten van de in het hoge noorden
van Canada wonende Ojibway-Indi-
anen en de natuur waarin deze men
sen leven. Twee Indiaanse kinderen
en twee beverjongen zijn de hoofd
figuren in dit interessante verhaal
dat overigens wel bestemd is voor
wat oudere jongens en meisjes (11-14
.jaar). Uitg. Wereldbibliotheek, Am
sterdam.
J
dc
clrogist hééft meer... wéét meer!
Klusjes voor de vrouw
Van Piet Marée verscheen bij de uit
geverij Het Spectrum te Utrecht het
Prisma Knutselboek voor de vrouw,
ïn dit boekje vindt men tips voor al
lerlei klusjes, die de vrouw in haar
eigen huis kan opknappen, zonder
daarbij de hulp van een man in te
hoeven roepen.
Zuster ter zee
Een oorlogspocket in de Salamander
reeks, maai- dan van een heel ander
genre dan de meeste oorlogsverha
len. Nu is geen soldaat, maar een
Nederlands verpleegster de hoofdfi
guur, afkomstig uit Vlaardingen. "Zij
komt op de grote schepen en maakt
de oorlog bij Kreta mee. Daar be
leeft ze ook haar grote liefde. Lach
spiegels spelen een grote rol in dit
verhaal. Daarin mag verpleegster
Tine zichzelf zien en haar ellende.
Goed Nederlands proza.
tje droeg' een kan, een ste
nen, lieel voorzichtig. Het
meisje droeg niets, maar als
om hem te helpen liep zij
volkomen stijf tégen haar
broertje aangedrukt. Dat is
het wat ik bedoel. Die din
gen zie je bij duizenden om
je lieen. Maar je moet een
goed „ziener" zijn. Dan kun
je ook vertellen. Want vertel
len is laten zien in de meest
brede betekenis van het
woord. En wat je zelf inner
lijk hebt beleefd, dat draag
je ook op de kinderen wel
over".
GERTIE EVENHUIS
HANDCREME
Dertiende „Pinkeltje"
geen ongeluksgetal
Dick Laan heeft aan de Pinkeltjes-
serie het dertiende deel toegevoegd,"
namelijk „Pinkeltje en de Parels".
Dit dertiende boek is werkelijk geen
ongeluksgetal geworden. Daar staan
Dick Laan en Pinkeltje borg voor.
Deze keer gaat het kleine mannetje,
dat altijd alles kan, naar parels düi-
keu om de koningin van Pinkeltjes-
land de mooiste parel te geven die er
bestaat.
Natuurlijk slaagt liij hier pas in na
vele avonturen. Eigenlijk behoeft dit
nieuwe Pinkeltjesboek geen betoog.
Het kleine mannetje is zo langzamer
hand voor alle kinderen een goede
bekende geworden. Het wordt dan
ook evenals de voorgaande delen van
harte aanbevolen. Het is eveneens
zeer geschikt als voorleesboek op
kleuterscholen en de laagste klassen
van de lagere scholen. De uitgave
van dit boek werd verzorgd door
Van Holkema en Warendorf N.V. te
Amsterdam. De plaatjes zijn van
Rein van Looy.
Twee jeugdpocketsover
goochelen en wetenschap
Twee „Kern-pockets" voor de jeugd:
eentje over de fraaie kunst van het
goochelen en eentje over de weten
schap „van windkracht tot atoom
energie". Het goochelboekje dat meer
dan honderd trucs bevat, voert de
jongelui van eenvoudige trucjes
met „betoverde" appels, wonderlijke
wimpels en geheimzinnige touwtjes
naar meer en minder ingewikkel
de kunstjes-met-kaarten, in het niet
verdwijnende dobbelstenen en de klas
sieke goocheltoer-met-het-ei.
Het boekje „Je bent sterker dan je
denkt" doet jeugdige weetgierigen
van alles uit de doeken omtrent de
kracht van de wind, liet water en
de stoom. Benzine- en dieselmotoren
krijgen ook een beurt, evenals de
elektriciteit, maar het kind van onze
tijd zal wel het meest geboeid wprden
door het laatste hoofdstuk waarin
straal- en raketmotoren, kernenergie
en Iast-but-not-least de atoombom
onder de loep wórden genomen.
De Kern-pockets komen onder het
motto „Kunst en kennis" uit bij H.
ten Brink's uitgeversmij. N.V., Ara-
sterdam-Meppcl.
Twaalf kinderen
en een oude vrachtauto
Een échte oude vrachtauto: het Is
een nogal ongebruikelijk maar wel
bijzonder origineel stuk kinderspeel
goed! Twaalf kinderen uit een nieu
we „flatbuurt" hebben er dan ook
veel plezier mee en ze maken met
oude meubels en spullen van die auto
een echt kinderhuis. Het „autohuis
Prut-Prut" dat het mooiste huis van
de,wereld Is voor die twaalf jongens
en meisjes die allemaal een eigen
sleuteltje van hun huis hebben tot
ér, een onverwacht eind aan het spel-
letjekomt. Want de inventaris van
„Hrut-Prut" wordt gestolen en het
„huis" zelf verdwijnt spoorloos, als
is het dan ook door een misverstand.
Hoe verdwijning en diefstal worden
opgelost, wordt verteld in het aller
aardigste kinderboek „Wieske en
Prut-Prut" van Truus Sparla jr. Het
wordt uitgegeven door drukkerij De
Spaarnestad te Haarlem, is eigenlijk
een vervolg op „Wieske, avonturen
van een zigeunermeisje", maar kan
oók heel goed afzonderlijk worden
gelézen.
„De laatste passagier":
prettig kinderboek
De film die de Cefa onder de titel
„De laatste passagier" liet vervaar
digen. was ook het gegeven voor een
gezellig kinderboek, met de twee
„hoofdrolspelers", het pientere
knaapje Peter en zijn trouwe vier
voeter Kwikkie. Juist om die KwCt-
1de ontstond heel wat rumoer, toen
Peter met zijn ouders naar Australië
ging emigreren en zijn hondje niet
wilde achterlaten. Hoe Kwikkie ten-
slotte ook aan boord van de „Willem
Ruys" op weg naar Austraiië kwam,
moeten de kinderen zelf maar eens
lezen. Het boek is rijk geïllustreerd
met tal van ojinamen uit de film.
Uitg. C. F. Callenbach N.V., Nijkerk.
„Het geheim van de
bisonvaüei"
Voor jongens, die van, een spannend
cowboy-boek houden,heeft Kasper
W. Afman mot „Het geheim van de
bisonvallei" hen wel gebracht, wat
zij verlangen. Gegeven: een jongen
die naar zijn oom op een grote ranch
mocht gaan logeren, maar op zijn
tocht te paard 'erheen, reeds de
spannendste avonturen met knallende
revolvers beleefde. Zo ging het de
gehele vakantie: spanning eri avon
tuur. Het boek verscheen bij V. A.
Kramers, Den Haag.
ALLE TEXTIEL
MET DIT
GEEL-BLAUWE
ETIKET
ISKLEUS-ECHT
Advertentie