AFSCHEID VAN NIEUW-GUINEA,
EEN EENZAME VOORPOST
P
Vragen aan Papoea-leiders
OVERDRACHT AAN INDONESIË?
DAN NIET TOT IEDERE PRIJS!
DINSDAG 8 MEI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
HET PROCES GAAT DOOR
IK schrijf dit laatste artikel tussen
Biak en ManillaEen kwartier
geleden vertrok de K.L.M. DC-8
van het eilanddat vrijwel iedere
Nieuw-Guinea-reiziger altijd het
eerst en het laatst ziet. Het is in de
vallende tropenavond nog zicht
baar aan de kim: met een dik wol
kendek als een gigantische muts
erboven.
Vaarwel Nieuw-Guinea! De keren
dat ik eerder van Biak naar Neder
land vertrok en dat was zesmaal
had ik het sterke gevoel hier weer
terug te komen. Ditmaal niet. Ik
denkik vreesdat ik Biak voorlo
pig voor het laatst gezien heb. Een
trieste intuïtieomdat dit land mij
veel geschonken heeft. In elk ge
val de mooiste, meest boeiende
maanden van m'n leven. Er is geen
land, dat mij ooit méér schonk.
Daarom is dit afscheid een finale
in as-mineur.
Wie twee maanden lang door Ne
derlands Nieuw-Guinea reist, heeft
twee maanden te maken met Ne
derlanders, die met zorg vervuld
zijn. Ze verkeren niet in paniek. Er
is tenslotte heel veel nodig om een
Nederlander in paniek te brengen.
Er waren momenten van verwar
ring, maar verreweg de meesten
hielden het Hollandse hoofd koel.
Maar hun zorg is grootten die zorg
is gemotiveerd.
Hun aantal slinkt ïn Hollandia
waren in 1960 meer dan 5000 Ne
derlanders. Ultimo december 1961
waren het er minder dan 4000.
Voor Manokwari zijn die cijfers
2100 en 1600, afgerond. Men kan
zeggen dat een paar duizend Ne
derlanders in 1961 zijn vertrokken.
En er vertrekken er nog steeds. Het
proces gaat door.
Ieder heeft zijn eigen mening,
visie, motief om te vertrekken.
Een deel van hen die nog aan
wezig zijn, leaft op kistjes en krat
ten en vertrekt liever vandaag dan
morgen. 1-let is 't deel dat Nieuw-
Guinea als een afgeschreven zaak
beschouwt. Als een zaak die de
voltooid verleden tijd heeft be
reikt. Onder hen bevinden zich
ambtenaren en particulieren. Een
enkele bezit een „vluchtbootjc",
dat hij overigens zelf een lichte
lijk genante zaak vindt en dat hij
liever niet toont.
Er is een andere groep, die rus
tig doorgaat zwarte aarde over
hun karang (koraal)-tuintjes te
strooien. Opdat volgend jaar bloe
men zullen bloeien. Ze planten va
rens en bomen. Voor over twee
jaar en over drie jaar.
In Merauke aan de zuidkust zag
ik twee ambtenaren samen bezig
met het opstellen van begrotin
gen voor 1964 en 1965. Het was
verbijsterend zoveel oprecht op
timisme te aanschouwen. Zoveel
vertrpuwen in de toekomst, die
'trpu
maxifnaal ongewis lijkt.
Tragisch
IK SPRAK gedurende deze reis
met bestuursambtenaren en
zendelingen, missionarissen en
artsen, verpleegsters en militairen,
en een deel, een groot deel van die
gesprekken was tragisch. Zeker
met hen, die gedurende jaren hier
hun zweet en tranen gaven. In dit
land werd, en wordt nog, door een
aantal mensen enorm hard ge
werkt. Ze poogden in vijf, in tien,
Onze medewerker Anthony van
K.ampen en de vijf leden van de
Nieuw-Guinea Raad, die zijn
vragen beantwoordden. V.l.n.r.
Marcus Kasiepo, Menase Raman-
day, Freek Poana, Anthony van
Kampen, Nicolaas Jouwe en
Toon Messet.
in vijftien jaar iets op te bouwen.
Nu zien ze dat wat ze bouwden in
elkaar dreigt te storten. Ze vrezen
dat al hun werk van al die jaren
in dit moeilijke, weerbarstige land
voor niets is geweest. Dat het zin
loos was.
Wie het begrijpt zal de tragiek be
seffen. De tragiek van een be
staan, clat wellicht voor niets is
geweest. Een afschuwelijke zaak
voor een mens, die iets van zijn
leven heeft willen maken.
Wat voor de Nederlanders geldt,
dat geldt eveneens voor de groep
Ambonese en Kei-ese bestuurs
ambtenaren, onderwijzers of wel
ke onverheidsfunctie ze in dit land
ook bekleden. Men hoort zelden
over hen spreken..
Geen thuisfront
WIE weet hoe in dit land ge
zwoegd, gesloofd en ge
slaafd is, en die, zoals ik,
de teleurstelling (en soms de wan
hoop) op de gezichten van velen
zag, die moet een hart van beton
hebben en een ziel van staal om
er niet door ontroerd te worden.
En er is geen thuis-front. Men
weet liier dat Nederland niet ach
ter Nieuw-Guinea staat. Men weet
dat Nederland dit gebiedsdeel al
leen maar een blok aan het natio
nale been vindt, een uitermate las
tig obstakel, dat men liever van
daag dan morgen kwyt wil. Men
weet dat deze allerverste voorpost
van het Koninkrijk niet moreel
door het moederland (of moet men
schryvon: stief-mocderland?) ge
dragen wordt. Men beseft dat men
vecht op een eenzame, verlaten
voorpost, en dat men van het
hoofdkwartier, gevestigd aan de
andere kant van de wereld, niets,
of weinig, te verwachten heeft.
In dit stadium van Nieuw-Guinea
gaan de woorden op van oud-re
sident Jan v. Eechoud, de beste
man die dit land ooit bezeten
heeft, die tegen jonge mensen, die
een bestuursfunctie wilden gaan
bekleden, pleegde op te merken:
ik heb je niets te bieden, alleen
maar Nieuw-Guinea. Dat is niet
veel. Maar het kan, als je een mis
sionair instinct hebt, heel veel
voor je zijn. Van Eechoud be
doelde, dat men idealist moest zijn
om hier te werken. Omdat het
land keihard is, en alles van de
mens eist.
Nooit was dit land populair onder
het Nederlandse volk. Men heeft
het mensvijandig genoemd, een
rot land, een no man's land en
(overgenomen van de Amerika
nen in de laatste wereldoorlog)
the Devil's Own Country, het land
van de duivel.
Tot aan Fak-Fak
GAAT dit gebied, dit rijksdeel,
binnenkort deel uitmaken van
de Indonesische Republiek?
Zijn de dagen van de Nederlanders
hier geteld? Slaan wij aan de
vooravond van het definitieve ein
de van het Koninkrijk in dit deel
der wereld? Men heeft op Nieuw-
Guinea geen vertrouwen in het
woord van president Soekarno en
de wil tot samenwerking met In
donesië is nihil. Dat geldt voor
alle groepen, met inbegrip van de
Papoea's.
Omdat men weet dat deze presi
dent geen enkele werkelijke be
langstelling voor .clit land heeft.
.Omdat men van mening is, dat
hij het probleem - Nieuw-Guinea
meer, harder nodig heeft dan het
land Nieuw-Guinea.
Nederlanders heben niets te ver
wachten op Nieuw-Guinea bij de
komst van Indonesië. In 1930 werd
Soekarno wegens acties tegen de
Nederlandse staat veroordeeld tot
4 jaar internering (die hij niet op
Nieuw-Guinea doorbracht, zoals
de legende het wil).
In 1933 werd hij wederom, dit
maal op Flores geïnterneerd. Er
behoeft niet aan getwijfeld te wor
den, dat hij Nederland haat. Hij
is geladen met ressentimenten. En
hij wil de belofte inlossen, die hij
gaf op de 2e december 1930 .tij
dens zijn pleitrede voor de Land
raad te Bandoeng, die hem moest
veroordelen
„1-Iet Indische volk wacht niet
kloppend hart het moment af,
waarop het 't opkomenvan deze
zon mag verwelkomen. Met dat
volk van Indonesië wensen wij te
lyden en met dat volk wensen wij
de vreugde te delen. Met dat volk
beiden wij uw uitspraak, Edelacht
bare Heren Rechters.
Want wij staan voor U terecht
niet als Soekarno, niet als Gatolc
Mangkoepradje, niet als Maskoen
of Soepriadinata, wij staan hier
als delen van het in ellende kreu
nend volk, als zonen van Iboe In
donesia, die haar trouw zijn. On
ze stem, die wij hier in deze ge
rechtszaal laten horen, blijft niet
slechts binnen deze vier muren,
onze stem wordt gehoord door het
volk, waaraan wij ons gegeven
hebben. Zij dringt door over vlak
ten, bergen en zeeën, van Kota
Radja tot aan Fak-Fak, van Oelie-
siaoe bij Menado tot aan Timor.
Het Indonesische volk, dat onze
stem hoort, trilt als hoort het zijn
eigen stem".
Men heeft het gelezen: tot aan
Fak-Fak op Nieuw-Guinea en tot
aan Timor.
Vertrouwen
KORT GELEDEN reisde staats
secretaris Bot door dit land.
Hij had contact met een groot
aantal Papoea's, met wie hij zeer
open, zeer vrijuit sprak. Een deel
van hen heeft mij gezegd, dat
staatssecretaris Bot een oprecht
man is. Dat is hij inderdaad. En
ik weet, dat deze staatssecretaris
onder de indruk is gekomen van
het vertrouwen dat de Papoea's in
Nederland en Nederlandse staats-
lieden stellen.
Ik vrees, dat dit vertrouwen,
rechtlijnig en universeel, een ex
tra zorg' is voor hen, die thans een
eervolle oplossing van het pi-o-
bleeni Nieuw-Guinea moeten vin
den. Op veler politieke harten
drukt dat verrtrouwen als een
molensteen. Omdat men het volk
der Papoea's een belofte gaf. En
omdat het breken van beloften,
hoe men het bekijkt, welke intel
ligente uitvluchten men ook be
denkt altijd een bij uitstek onfat
soenlijke zaak zal blijven.
Het is uitermate moeilijk iets van
het gedachtenleven van een Pa
poea te doorgronden. Men moet
daarvoor in staat zijn tot „thin
king black".
Slechts weinigen die dit kunnen.
Het is echter een zeer simpele
zaak om te zien, hoe volledig het
vertrouwen der Papoea's in de
Nederlandse beïoften is.
Lever ze niet uit aan Indonesië
zonder garanties, wie die garan
ties ook mogen geven.
Als onze dagen daar geteld zijn,
akkoord. Maar laat deze gene
ratie Nederlanders niet de histo
rische schande begaan, een volk
uit te leveren en als vee van de-
liand te doen.
Het heeft er als ik dit schrijf, de
scliijn van dat Nederland met In
donesië tot een gesprek over
Nieuw-Guinea komt. Maar men
levere de Papoea-bevolking niet
uit tot iedere prijs, tot iedere
vorm van schande. De tijd der
ifnperia, der koloniserende mo
gendheden, is voorbij. Nieuw-Gui
nea was allang geen „kolonie"
meer om het woord „wingewest"
maar helemaal niet te noemen. De
wereld althans een aanzienlijk deel
ervon, wenst dat Nederland zijn
werk daar staakt. Dat wenst óók
Amerika, al zegt het dit niet met
zoveel woorden.
Nu dan. Voor 't laatst: als Nieuw-
Guinea dan prijsgegeven moet
worden, dan niet tot iedere prijs.
Opdat wij ons niet tot aan het
einde onzer dagen behoeven te
schamen voor een volk, dat wij
eenmaal vrijwillig zelfbeschikking
beloofden.
Vaarwel dan
HALVERWEGE Biak en Manil
la. Het is tijd te eindigen.
Mogen onze staatslieden en
politici de wijsheid hebben een
drama te voorkomen. Dit hopen
de Papoea's en dat hopen de Ne
derlanders die daar nog werken.
En dat hoopt de schrijver van dit
laatste artikel. Omdat dit vlieg
tuig hem wegvoert, maar omdat
zijn hart daar bleef. Daar, in dat
ruige, grootse, glorieuze Nieuw-
mens kan hopen te krijgen in zijn
Guinea, dat hem alles gaf wat een
leven: inspiratie, werk, vervulling
van zijn dromen en vriendschap.
Moge de schande van een con
flict met de Papoea's ons volk
bespaard blijven. En mogen wij
daar, op Nieuw-Guinea, redelijk
eervol eindigen. Opdat het woord
van Kipling ïn vervulling ban
gaan: „Then you are a Man, my
Son".
Vaarwel dan Nieuw-Guinea!
SLOT
Benauwend
vertrouwen
DE AVOND voordat ik, na ge
durende zeven weken Nieuw-
Guinea te hebben bereisd van
Hollandia naar Nederland vertrok,
had ik in liet; voormalige griffie
gebouw van de Nieuw-Guinea
Raad een ontmoeting met vyf pro
minente leden van deze raad en
kreeg ik de gelegenheid een aantal
actuele vragen te stellen. Het wa
ren de Papoea's Marcus Kasiepo,
Nicoiaas Jouwe, Menase Raman-
day, Tom Mesct en Freek Poana.
Hierby de gestelde vragen en de
antwoorden die daarop gegeven
werden
Vr. Hoe is de stemming van de
Papoea-bevolking momenteel ten
opzichte van Amerika?
Ant. Ons vertrouwen in Amerika
welks democratische beginselen
ons bekend zijn, is ongeschokt. Als
leider der democratisch geregeer
de landen zal Amerika ons zeker
ter zijde staan. De Nieuw-Guinea
Raad is daar volledig van over
tuigd. Vooral gezien liet standpunt
van Amerika, dat in november
van het vorige jaar tijdens de zit
ting van de Verenigde Naties dui
delijk naar voren kwam. Als chris
telijk volk sympathiseren wij in
geen enkel opzicht met het com
munisme. Het gevaar daarvan zou
reeël zijn bij een eventuele komst
van Indonesiërs in West-Nieuw-
Guinea. Amerika zal dit nooit toe
staan. Nogmaals: ons vertrouwen
in de Verenigde Staten is onge
schokt.
Vr. Acht U de voorlichting over
Nieuw-Guinea in Amerika vol
doende of onvoldoende
Antw. Er was gedurende de laat
ste jaren enige incidentele voor
lichting door <ie Nederlanders, wo
nende op Nieuw-Guinea, aan de
Verenigde Naties. Meer was er
niet, en dit is dus bijzonder wei
nig. Wij willen graag'zelf aan die
voorlichting bijdragen.
Vr. Acht U de voorlichting over
Nieuw-Guinea in de rest van de
wereld, met name ook in Aziati
sche landen, voldoende?
Antw. In die landen heeft nog
nooit enige voorlichting over
Nieuw-Guinea plaatsgevonden.
Vr. U acht het dus wenselijk dat
Papoea's zelf hun belangen in het
buitenland, vooral ook in Ame
rika, bepleiten
Antw. Ja, en dit is een vanzelf
sprekende zaak. Omdat de ken
nis in Amerika inzake Nieuw-
Guinea buitengewoon gering is.
Er heersen daar tal van onjuiste
inzichten en meningen. Onder
meer dat West-Nieuw-Guinea
wenst, dat het Nederlandse gou
vernement daar tot het einde der
wereld gehandhaafd zal blijven.
Dit is een totaal verkeerde visie.
Wij .streven, zoals elk volk, naar
onafhankelijkheid. Welnu, dit
wensen wij zelf kenbaar te maken
in Amerika. Een goede zaak moet
men tenslotte zelf bepleiten.
Vr. Beschikt U over de fondsen,
het geld, voor een dergelijke voor
lichting in het buitenland? En zo
niet, hoe denkt U zich dat dan te
verschaffen
Antw. Wij wonen in een land dat
economisch zwak is. Onze bron
nen zijn derhalve zeer beperkt.
Lange tijd hebben wij gezegd: het
geld moet gebruikt worden voor
medische zorg, voor onderwijs,
voor wegenbouw e.d.
Omdat deze dingen belangrijk zijn.
In dit stadium is echter voorlich
ting primair. Het geld daarvoor
ontbreekt, ook al bntvingen wij be
dragen van onze eigen mensen in
de kas van het Papoease Natio
naal Comité. Dat is echter veel te
weinig om bijvoorbeeld 2 Papoea's
uit te zenden.
Vr. Welke reactie verwacht U
van de Papoea-bevolking by een
eventuele bestuursoverdraeht- aan
Indonesië?
Antw. Wij verwachten geen re
actie, onulat Nederland nooit tot
een dergelijke overdracht zal be
sluiten. Nederland weet dat ons
volk het vurige verlangen koes
ier! baas in eigen huis te zijn. Ne
derland zal nooit, ook niet onder
druk van buiten, in dat opzicht
zwichten. liet. zal ons nooit over
dragen. Nederland gaf indertijd
een plechtige belofte en zal die
nooit breken.
Vr. Hoe zoudeu de Papoea's re
ageren bij een eventuele komst
van Indonesische militairen en/of
ambtenaren.
Antw. Dit is een onmogelijke
zaak. Er is dus ook geen ant
woord op.
Vr. Bent U dus van oordeel, dat
Nederland tot iedere prijs en on
der alle omstandigheden aan de
belofte van zelfbeschikking voor
de Papoea's is gebonden?
Antw. Dat is inderdaad ons oor
deel. Niemand van ons twijfelt er
aan, dat Nederland één pas terug
zal zetten met betrekking tot de
belofte van het zelfbeschikkings
recht. Het gehele Papoea-volk
heeft de overtuiging dat Neder
land ons volk nooit in de steek
zal laten. Trouwens, dat is, als
men het Plan-Luns leest, ook niet
mogelijk. Het is ook niet zo, dat
de uele wereld vijandig staat ten
opzichte van Nederland, als het
om de belangen van Nieuw-Gui
nea gaat. Tijuens de zitting van de
Verenigde Naties in november
1961 bleek dat 53 landen achter
Nederland stonden.
Vr. Heeft U een boodschap aan
het Amerikaanse volk
Antw. Ja. Deze:- Amerika is een
jonge natie, die heeft moeten strij
den voor haar vrijheid en onaf
hankelijkheid. Wij behoren tot een
oud volk, maar hebben de vrijheid
en onafhankelijkheid niet minder
vurig lief. Dat is begrijpelijk. Er
is geen volk ter wereld, dat niet
zelrstandig wenst te zijn. Indien
er één land, één natie in de wereld
is die dat begrijpt, dan Amerika.
Amerika vecht voor vrijheid,
voor democratie in Azië. Met na
me in Zuid-Vietnam. Opdat het
communisme teruggedreven wordt
Zal men dan in Amerika willen,
dat dit communisme wel zijn kan
sen krijgt in Nieuw-Guinea, als
dit aan Indonesië wordt uitge
leverd
Vr. Heeft U een boodschap aan
het. Nederlandse volk?
Antw. Ja. Deze: Nederland heeft,
de eeuwen door, voor zijn vry-
hoid gevochten. Daarvoor vocht
liet ook gedurende de tweede we
reldoorlog. liet werd zwaar be
proefd, maar het wist waar het
voor vocht en offers bracht. Daar
om zal het Nederlandse volk onze
strijd begrijpen, en zal de Neder
landse regering standvastig zijn
inzake de wensen van de Papoea
bevolking. Nederland heeft een
hoge roeping in dit opzicht, ge-
grondvpst op christelijke naas
tenliefde en morele plicht.
Nederland zal die roeping niet
verloochenen, hel volk niet en de
regering niet