Koninginnedag
r
?'WIM'''WWWWWWV''WVWW'WWWWWWW^^
DINSDAG 1 MEI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
HET IS kwart voor zeven.
Kwart voor zeven in de
morgen. Kloosterzande op de
jubileum-koninginnedag. Een
nog magere zon is over het
land gekomen. Er is een
schrale wind op het pleintje
bij het raadhuis. Gemeente
werkman Johan Boogaart
heeft er de rug naar toege
draaid. Hij graaft een putje.
Een putje voor de paal met
het parkeerverbod, want
vanmiddag is het feest op het
pleintje. Hij houdt tegelijk
een oogje op de klok, die
langzaam naar zevenen
draait. Boogaart wordt on
rustig. „Hij zal 't toch niet
verslapen ebbe? 't Is maan
dag, da's een aorigen dag...".
Om vijf voor zeven laat Boo
gaart de schop uit de handen
glijden. Hij springt op een
fiets. De chauffeur had er al
moeten zijn. Mét de brand
weerwagen.
Daarmee zal men in en om Kloos
terzande de reveille blazen. Even
later is Boogaart terug. In zijn
kielzog de brandweerauto, een
beetje verveloos, een beetje oud
en erg open. „Ie was present",
zucht Boogaart opgelucht. De an
deren zjjn er nu ook. De man van
het feestcomité, die de bel en de
sirene zal bedienen en een muzi
kant van Kloosterzandes „Sint
Caecilia", die op een trompet zal
blazen.
Ze binden nog wat vlaggen
aan de rode wagen. Zeven
slagen. Op de stoep van net
raadhuis blaast Eduard Jonk-
heym die morgen voor de eerste
maal. Dan klimt ook hij op de
wagen, die traag op gang komt.
Zo gaat het door het dorp, de ver
schillende buurtschappen langs,
do paarden hollen een eind mee,
als de wagen over de polderwe
gen gaat. Kruisdorp, Walsoorden,
Noordstraat, Klevershille, Groe
nendijk. Het geluid van de bel
overstemd door de sirene, zo nu
en dan blaast Jonkheym zwakjes
op het trompetje. De zon ligt nu
warmer over het. land, de koeien
krijgen het in de kop als de stoet
voorbijtrekt. Een varkenskop ver
dwijnt haastig tussen twee plan.
ken. Ey een klein hofje kiert een
deur. Een ventje in een hansopje
gluurt voorzichtig naar het ge
rucht. Verder laat zich niemand
zien. Imposant ligt het buiten van
baron K. A. J. Collot d'Escury
tussen de hoge bomen. Hier houdt
men halt, wordt extra hard ge
loeid en geblazen. De jonge baron
is de voorzitter van het feestco
mité. Achter de hoge ramen en
op de bordessen blijft het stil. Het
geloei versterft spoedig. De ba
ron is gisteren vader geworden,
hij is op reis geweest en laat
thuisgekomen. Men Iaat hem in de
stilte van de voorjaarsmorgen.
De reveille gaat aan hem voorbij.
Wij moeten ook voort. Klooster
zande is maar een begin geweest.
Een lange tocht wacht ons. kris
kras dooi- Zeeland, wat willekeu
rig. wat fragmentarisch. Frag
menten van het feest., in alle stre
ken, op alle eilanden. Eindpunt:
Renesse.
Hulst slaapt nog, als we kwart
voor acht de Grote Markt op
draaien. Aarzelend worden de
vlaggen buitengestoken. Het is
maandag en marktdag. Maar het
plein is vandaag voor de kinde
ren. Twee mannen sjouwen het
hout van de kramen tot aan de
lage muur rond de grote basiliek.
Een jongetje is het plein opgelo
pen. Op een papieren toeter blaast
hij zijn eigen reveille. Een mager
geluid in de morgen. Hij schrikt
er van en rent weg.
In Axel is men al wat verder. De
klok wijst tien over acht. Drie
jongetjes steken de Markt over.
Ze dragen trommels. Tonny de
Kaluwé, Paul Verschuuren en
Benni Plasschaart. Ze ztfn lid van
de drumband „Thalia" vertellen
ze. Ze maken haast. Om half tien
vertrekt hun optocht. Als ze wor
den gefotografeerd, wil een ge
meentewerkman de zaak ophou
den. Hij zit in de nok van de mu
ziektent. „Wacht nog even, dan
heb ik' de vlaggetjes eraan". Half
negen in Philippine. Kinderen hel
pen stoelen dragen, de zetels voor
de muziektent. In het mosselres
taurant Wiskerke steekt een vroe
ge gast het hoofd om de deur.
„Zijn jullie patriotten?"
„Hoezo
„De vlag hangt verkeerd".
,,'k Heb em 'sjuust omgedraaid
omdat ze zeiden, dat ie niet goed
hing".
Biervliet, negen uur. Willem
Beukelszoon ziet toe, hoe de
muziektent in elkaar wordt
gezet. „Het weer wordt beter",
praten de mannen onder elkaar.
Ze overleggen. Zeildoek er op of
niet er op. „Zekere voor het on
zekere nemen';, beslist een stem
even later heeft de tent een
fleurig oranjedak. Tien over ne
gen: IJzendijke, volop vlaggen,
de meeste mensen naar de kerk,
het marktplein, met touwen afge
zet, wacht op de jeugd.
Half tien: Oostburg. Burgemees-
.tauard Jonicneym blaast voor de eerste maal.,
ter Van Leeuwen houdt zijn toe
spraak vanaf het bordes. „Har
monie" speelt. „Wilt heden nu
treden". „Wij leven vrij, wij leven
blij". Het Zeeuws-Vlaamse volks
lied wordt uit volle borst meege
zongen. Juichende kinderstemmen
vullen het Raadhuisplein, als de
burgemeester aankondigt: „Om
acht uur vanavond worden, bij het
gemeentehuis, zolang de voorraad
strekt, lampions uitgedeeld".
Aan de voet van het belfort zin
gen kinderen met vuur „Voor ko
ningin en vaderland", als we vijf
vijf voor tien Sluis binnenrijden.
Met vlaggetjes zwaaien ze krach
tig de maat. Op het bordes van
het belfort zwaaien heren met
de hoed. Het feest komt op gang.
Als we, tien over tien, op weg
naar Walcheren, Schoondijke pas
seren rijdt de jeugd om het hardst
op rolschaatsen.
Walcheren is helemaal wakker.
In Koudekerke zijn ze zelfs al
aan het voetballen. Een gemeen
te-elftal tegen voetballende ring-
rijders, gewend aan de kleine ring,
het gemeentelijke doel volkomen
doorzeven. Die indruk krijgen wij
althans, als ze in vijf minuten
twee doelpunten maken. We moe
ten verder, naar Oostkapelle,
waar tegen het middaguur aan de
voet van de toren een ingenieus
getimmerte wordt opgetrokken.
Een evenwichtsbalk voor de spe
len van de middag. De timmer
lieden experimenteren. Er is al
vroeg hilariteit in de bochtige
dorpskom. Vrouwenpolder is stil
op het middaguur. De vele vlag
gen maken een tunnel van de
..sluipt winkeltje binnen..
..verlaat pand in volle luister..
Een onzer redacteuren maakte
gisteren vluchtige notities bij een
kris-krastocht door koninginne-
dagvierend Zeeland. Een tocht
van Kloosterzande tot Renesse,
die hem door Zeeuwsch-Vlaan-
deren en over alle Zeeuwse
eilanden voerde: de route is
hiernaast in kaart gebracht.
Dorpsdijk. De vlag van het ge
meentehuis is *s morgens met eer
bied door gemeentewerkman Wil
lem Wondergem gehesen.
De dam is kort, Noord-Beve
land dichtbij. Door een vrien
delijk vlaggend Kamperland
bereiken we Wissenkerke, waar
de Voorstraat een feest van vlag
gen en versiering is. Een foto
graaf heeft zijn etalage ontruimd
voor feestartikelen: mutsen, toe
ters, vlaggetjes, serpentines en
lampions liggen er als schar en
bot op de viskar. Petten voor vijf
tien cent. De hele jeugd van Wis
senkerke loopt ermee. Zonder
feestmuts telt men er niet mee,
is men er het lelijke eendje in een
Voorstraat vol mooie zwanen.
Aarzelend waagt zich een onge
mutst ventje in het koninginne-
daggewoel. Hij had evengoed
naakt kunnen gaan. Er komen
nog enkele jonge eendjes. Ze slui
pen één voor één het winkeltje
binnen. Kort daarna verlaten ze
in volle luister het pand. Met pet,
toeter en als het even kan lijden,
een vlaggetje. De beter-gesitueer-
den haal je er zo uit Een klein
meisje moet er haar zakgeld
maandenlang voor opzij hebben
gelegd.
Ze verdwynt in het winkeltje en
keert weer, opgeslokt door toe
ters. ballonnen en guirlandes.
Daaronder lopen een paar been
tjes.
Massa's van die meisjes in Kapel-
le-Biezelinge, waar rond half drie
een honderden meters lange op
tocht van schoolkinderen door de
de dorden trekt. Ze zijn gegaan
als Chinezen, Indianen, kabouters
op een. bruiloft en ondoorgronde
lijke oosterlingen met onduidelijke
bedoelingen. Ze zingen er heel na
drukkelijk een marslied bij. „Je
mag er alleen maar naar kijken".
De mensen kijken, de ouders kij
ken. Ze staan lachend aan de
kant.
Rilland om drie uur. Het toneel
van een kleine kermis. Draaimo
lens, een rups, de tradionele
„schommels". De Rillandse meis
jes jagen de bootjes hoog op, tot
ze het doek raken. „Little ships
keep sailing" huilt een verster
ker, een hond neemt het over. De
luidsprekers van de rups over
stemmen alles, als de piclc-up
„Crying in the rain" te pakken
krijgt.
Maar ook in Rilland schijnt de
zon op de feestmutsen. Er deto
neert iets. De mutsen hebben een
'onbekommerde, blijde kleur. De
kermisstaketsels steken er vaal
bij af.
T holen levert van hetzelfde la
ken een pak. Er is een at
tractief programma, er zijn
ook de schommels en de malle
molens op de kade. waar het
geurt naar wafels en frituren. De
oude vissets slaan het op een af
standje gade. „Niet in de bootjes
stappen voordat ze stilstaan",
snauwt de man van de schom
mels. Alsof ze op Tholen niet met
bootjes kunnen omgaan. Een
nieuwe plaat. Een twist, rauw
voorgedragen. De vissers verdwij
nen om de hoek.
In Poortvliet is het kindermati-
nee. Voor het gemeentehuis groe
pen de kinderen samen. Maar in
Oud-Vossemeer, dat we om vier
uur binnenrijden, is het stil. Een
aarzelend stootje op een toeter,
een paar kinderen die een optocht
nabootsen. „Vanavond is het lam
pionoptocht als het goed weer is
en alles meeloopt" schampert
iemand.
De veerman, die ons over de Een
dracht zet, zegt „Op het hele
eiland is wel wat te doen, alleen
in Oud-Vossemeer nietHij
vergist zich. Twee jonge mensen
hebben van hun vrije dag een
feestdag gemaakt. Ze lopen in de
zon, hoewel ze zelfs daar weinig
aandacht voor hebben. Of er op
Tholen niets te doen is
Half vijf: Sint-Philipsland. Het
dorp stroomt naar de nieuwe mu-
ziekkiosk, bij het het nieuwe ge-
meeentehuis. „Con Amore" speelt,
het eigen mandoline-accordeonor
kest. Het Wilhelmus, het Zeeuwse
volkslied, dan wat verstrooiings-
muziek. Het publiek luistert. De
meisjes dragen oranje strikken in
het haar, waarvan ze een feeste
lijke vlecht hebben gemaakt.
Do R.T.M. heeft zowaar over het
Zijpe de tweede pont ingelegd.
Dat maakt, dat we om kwart over
vijf in Bruinisse zijn, waar juist
het voetbalveld leegstroomt. Er is
gekostumeerd gespeeld, het was
een enorm succes, zowat het hele
dorp was uitgelopen. Burgemees
ter Van der Linde is zo goed niet
of hij moet deelnemers Kroesj-
tsjew en Dorus met zijn auto door
het dorp rijden.- Bruinisse staat
op z'n kop. Een grote menigte
omstuwt de wagen, er wordt ge
zongen en op toeters geblazen.
Men verdringt elkaar in de nauwe
straatjes en Kroesjtsjew beduidt
de Bruinissenaren met een onmis
kenbare handbeweging dat cr bij
hen iets aan schort.' Ze nemen
het. deze dag. De klank van de
toeters versterft, de cafés lopen
vol.
De eerste lampions branden al.
als we Renesse binnenrijden.
Maar we hebben genoeg van het
feest gezien. Bruinisse" was wel
een waardig besluit. Het strand
ligt verlaten, in de verte de laat
ste klanken van een fanfare.
De zon wil niet achterblijven. Ze
gaat oranje onder. Het laatste
oranje van deze dag
...Rillandse meisjes jagen bootjes op..
..of er op Tholen niets te doen is...
.Sint-Philipsland: oranje strik in feestelijke vlecht..
...Kroesjtsjew en Dorus in Bruinisse...
(Foto's P.Z.C.)