c Lezers schrijven (25 PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer IN DE GREEP VAN DE ANGST 26 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT WOENSDAG 18 APRIL 1962 Vrije lijst te Heinkenszand Naar aanleiding van net bericht in de P.Z.C. over „Partijloze wethouder wel en tenslotte niet op GJB.-lijst Hein kenszand" enkele opmerkingen. De kandidatenlijst van de G.B. is niet dinsdagavond 10 april vastgesteld, zoals in het stukje stond vermeld. Dit was reeds eerder gebeurd. Niet door kiezers van G.B. of in een vergade ring van deze groepering, maar ge heel onderling. Dat wethouder C. Dellebeke partijloos zou zijn, wie maakt dat verder uit? Rond 28 jaar heeft de heer Dellebeke reeds zitting in de raad met uit zondering van de bezettingsjaren waarvan de laatste acht jaar als wet houder. Bij de samenstelling van de kandidatenlijst voor de verkiezing van de nieuwe gemeenteraden was men overeengekomen, dat ieder ge noegen zou nemen met de plaats die de kiezers hem zouden bezorgen. Bij de eerste stemming kreeg de heer C. Dellebeke 28 stemmen van de 55 aanwezigen. Geen enkele van de ove rige kandidaten heeft dit stemmen- aantal bereikt. De oorspronkelijke lijst met acht kandidaten is onmid dellijk getekend door minstens 25 van de aanwezigen en was dus gereed voor inleveringmaar de volgende dag bleken zes der overige kandida ten niet genegen te tekenen voor hun bereidverklaring. Een reden was er niet totdat dinsdagavond 10 april jj. de heer Joh. Huiszoon onder woorden bracht wat de anderen niet wilden of niet durfden te zeggen, namelijk de heer Dellebeke had eraan meege werkt, dat er een K.V.P.-wethouder was gekozen voor de periode 1958-'62, hetgeen niet naar de zin was van be stuur en enkele fanatici. Zoals begrijpelijk is, heeft ook de K.V.P. met belangstelling deze ont wikkeling gevolgd en vragen ook zij zich af hoe het nu zit met die ver keerde voorstelling van zaken. Hier bij wil ik opmerken dat de heer Del lebeke ten alle tijde bereid is deze en andere feiten nader toe te lichten. Hij stelt het zelfs op prijs de mening van anderen te vernemen, want hij is evenmin partijloos als karakter loos. Wat betreft de kandidatenlijst: de heer Dellebeke is reeds gestart met een lijst voor vrije stemmen uit G.B. Heinkenszand, A. de Koster. Bert Haanstra belooft De Arnemuidse vissers zijn niet de enigen, die teleurgesteld zijn in de heer Bert Haanstra. nu hij naar de mening van de vissers zijn toezeg gingen niet gestand heeft gedaan, ïn Suriname heeft de heer Haanstra enkele jaren geleden voortreffelijk gefilmd, maar hij heeft daar aan groepen bosnegers, die zich voor hem hebben uitgesloofd, speciale kleding aangetrokken enz. enz. ook toezeg gingen gedaan over het vertonen van de opgenonien filmstroken. Twee jaar lang is er over geschre ven. maar geen film werd voor de bosnegers vertoond en het resultaat is, dat een uit Vlissingen afkom stige Nederlander, die in één van de streken waar Haanstra filmde, wetenschappelijk onderzoek verricht, te maken kreeg met boze bosnegers, die zich' de beloften van de heer Haanstra herinneren. Vlissingen. T. Ooievaars in Middelburg Het is minstens zeventig jaren gele den dat een ooievaarspaar boven Middelburg zweefde en er een nestel plaats koos op een der schoorstenen van het tegenwoordige museum, dat toen nog het „huis van Van Citters" heette kinderen deden spelletjes op de „trapjes van Van Citters"). Zon der een vestigingsvergunning togen man en vrouw aan het werk met grote en kleine takken. Uit mijn ouderlijk huis sloeg ik met grote be langstelling en verwachting de groei van het nest gade en stelde mij het toekomstige eibergezin voor ogen. Maar helaas, het bouwsel werd niet afgemaakt, de vogels verdwenen. Waarom? Waarheen? Had de grote toeloop in de Wagenaarstraat hen beangstigd Of wellicht een steen uit 'Advertentie) een jongenshand, een pijl uit een boog, een keitje uit een katapult? Men wist het niet, iedereen vond het jammer. Werklieden hebben emmers vol materiaal naar beneden gehaald. Nimmer zijn die en andere ooievaars meer in Middelburg gezien behalve dan die ene tamme achter de „hoge brug". Middelburg M. A. Romijn Vuilnisbelt no. 2 Enige dagen geleden mochten wij een boeiend relaas lezen over de com- postinrichting in Vlissingen. Nu kun nen wij hier niet verder op ingaan, om de doodeenvoudige reden, dat wij geen verstand van zo'n bedrijf heb ben. Toch bracht dit artikel óns tot nadenken en zo zelfs, dat het van binnen bij ons ging knagen. Het geheim, ons geheim, moesten wij dat nu niet eens openbaar maken, dat was het lied dat binnen in ons ging zingen. Als rasechte Vlissingers zijn wij met het lot dezer stad altijd be gaan en nu moet het dan maar ge beuren. Vlissingen heeft een vuilnis belt no. 2 gekregen, die bloeit en groeit met de dag op de hoek van de Singel-Bosjeslaan. Men kan stor ten wat men wil, hoe viezer hoe mooier, nog even en alles wat daar omheen woont, wordt getypeerd met het hedendaagse mooie woord „a-so ciaal" (niet dat het ons wat deert, wij zijn het al zo gewoon in deze vieze stad Vlissingen te leven, het is nu eenmaal niet anders. Nog even en wij horen de zeer gewaardeerde naar binnen gesleurde toeristen weer zeggen „Nein, bei uns zu Hause ist doch alles viel netter". Kom mensen, laten wij het gezellig houden, weg met de leuze „Vlissin- fen een schone stad", hiervoor moet omen „Reinig het zelf stad" of „Houdt er de stadsmoed maar in". Het opmerkelijke feit doet zich voor dat ons geacht college van b. en w. de Singel waarschijnlijk niet eens weet te liggen, want een nette brief, bleef op een nog nettere manier on beantwoord. Ach, wat willen wij dan ook met al die annexatie-zorgen? Wie gaat daar nu zo'n klein stukje grond schoonmaken, en een plant soentje aanleggen, als men zo'n lap grond aan het Zuidsloe schoon moet maken. O ja, wij vergaten U nog te vertellen, dat er onlangs nieuwe be woners zijn gearriveerd en wel onze lieve vriendjes, de ratten. Net zo lang natuurlijk totdat er een kind gebeten wordt. Maar wie let nu d zo'n bagatel? ee, wij mogen echt niet te veel verlangen, eigenlijk moeten wij trots zijn te mogen wonen rond vuilnisbelt no. 2. Vlissingen A. W. S. (Advertentie) Hoog boven het gewoel in het Prater in Wenen balanceert Alexander Knittler op de dikke as van het reu zenrad tijdens de jaarlijkse algehele controle voor de aanvang van het nieuwe seizoen. Bout voor bout, ka bel voor kabel wordt de attractie nagegaan om een maximum aan vei ligheid te waarborgen. Het reuzen rad draagt J5 gondels en weegt 245 ton. De aandrijving geschiedt door middel van een 'elektromotor met een vermogen van 70 pk. O In Val dl Fosse, nabij Bolzano, zijn twee werklieden om hot leven gekomen toen een lawine op een krachtcentrale tercht kwam. 1 Advertentie) 2074. Als een ontzagwek kend projectiel schoot pla neet X in de richting van het zonnestelsel, aangetrok ken door de machtige greep van Sol. Vuldun en zijn mannen waren machteloos hun harten krampten in hun borst, als zij aan het lot van hun geliefde Valc- ron dachten. Bij een vluch tige observatie van de nood- lots-planeet gaf Vuldun be vel om met topsnelheid te rug te keren. Door middel van de super-space-drive kon men in ieder geval bij tijds thuis zijn om deel te nemen aan eventuele reddingsacties. Boven de oceaan van Valeron spoedde de Obor-liner zich intussen voort naar zijn bestemming. Er stond een sterke wind, die zo nu en dan aanwakker de tot orkaankracht. Donkere wolkenmassa's pakten zich samen en de golven kregen nijdige schuimranden. Dat waren op deze breedte graad van Valeron zeer ongewone verschijn selen, want men verkeerde in het stormloze seizoen. „Ik begrijp er niets van, het wordt iedere dag erger!" bromde een navigator tot een collega. „Be radar wordt ook steeds hevi ger gestoord. Moet je dat scherm eens bekij ken!" Op dat moment doorkliefdo een felle bliksemstraal het inktzwarte wolkendek on middellijk gevolgd door een dreunend rollen van de donder Anti-atoombombetogers in Amsterdam berecht „Geen zinnig mens zal voorstander zijn van een atoomoorlog", aldus be gon inr. R. L. Heukels, officier van justitie bij het kantongerecht te Am sterdam maandagmiddag zyn requi sitoir tegen 23 jongelieden, onder wie vele studenten, die op 16 december j.l. in een hoofdstedelijke winkel straat waren gaan zitten 0111 de aan dacht te vestigen op een komende anti-atoombomoemoiistratie. Wegens het verstoren van do open bare orde en het belemmeren van het verkeer, eiste de officier van justitie tegen alle gedagvaarden een boete van ƒ1 5 of drie dagen. De kanton rechter mr. H. Ruis veroordeelde al leen de vijf demonstranten die toega ven op de rijbaan te hebben gezeten tot een boete van 5 of één dag. HU achtte alleen het meest subsidiair ten laste gelegde, 't belemmeren van het verkeer, bewezen. Een van de demonstranten, die zich ook had verzet tegen do politie, werd overeenkomstig de eis van de offi cier veroordeeld tot een boete van 25 of vijf dagen. Dc overige ver dachten werden vrijgesproken. (Advertentie) Feuilleton door Karl Unselt 13 De jongen gaf Grabcrt stiekum een knipoogje, legde twee vingers tegen zijn skimuts en slenterde zondei* veel haast te maken weg. - - Dat is een mooi nummer, zei Tra de. terwijl zij hem met een boos ge zicht nakeek. Geen woord geloof ik van wat hij zegt. Die lummelt hier van de 'morgen tot de avond maar rond en scharrelt alles bij elkaar wat maar verkoopbaar is. Een schan de is het. Juist voor de kinderen wordt hier alles gedaan, veel meer dan aan de overkant. Grabert plooide zijn lippen tot een zwakke glimlach en vond, dat zij dit nu eigenlijk niet had moeten zeg gen, want het klonk bijna, alsof men hier alleen iets voor kinderen deed om die van de overkant te ergeren of te blameren. Dat hebben we helemaal niet no dig tc doen, antwoordde zij grootmoe dig. Wij willen de jeugd hebben, om dat haar de toekomst toebehoort, en wij krijgen haar ook, daar kunt U staat op maken. Hm, meende Grabert niet zonder een beetje spot. heb ik zoiets nó£ niet eens gehoord, 't Is wel al een tijd ge leden. Weet U nog, in die tijd, toen U Haar gezicht werd weer rood en zij hief ineens een hand op. Laat dat. alstublieft. Ik wil dat niet horen. Waar wilt U heen? Grabert liet zijn blik over het plein dwalen Waarheen? Dat weet ik niet. Waar zou iemand heen moeten die in zijn geboortestad een vreemdeling gewor den is? Eerst maar naar de politie, ant woordde zij kort en bondig. Zo moet het beginnen. U moet aangemeld zijn, zodat U levensmiddelenkaarten kunt krijgen, en een dak boven uw hoofd. Grabert voelde zich niet erg op zijn gemak want hij moest aan zijn vals ontslagbewijs denken. Nou, zei hij ontwijkend, durft U wei'kelijk met iemand, die er uitziet als een landloper, naar de politie te gaan? DAt is mijn zorg, zo schoof zij zijn bezwaar terzijde. Komt U maar mee, voegde zij er aan toe op een manier die geen tegenspraak duldde. Moet dat nu direct? bromde Gra bert onzeker. Natuurlijk. U behoort een ordelijk indentiteitsbewijs tc hebben. Wat hebt U trouwens voor papieren Alleen mijn ontslagbewijs. Zo zie je... daar hebt hier he lemaal niets aan. Kom dus maar met mij mee naar de 'wacht. Gelaten haalde Grabert zijn schou ders op. Mooi, zei hij, wierp toen nog een zijdelingse blik op haar en liep met haar mee. Na een poosje begon hij ineens te lachen. De mensen kijken me allemaal zo medelijdend aan, net alsof Ik uw ar restant ben. Dat verbeeldt U zich alleen maar. Nee, toch niet, ik heb zelfs het gevoel, alsof ik een arrestant ben. Ik hoef alleen maar naar uw gezicht te kijken. Laat dat, zei ze snibbig. Zo is het toch. Toen zwegen zij weer. En toen zijn hand op een gegeven ogenblik de hare aanraakte en zij ineenkromp, alsof zij zich verbrand had, mompelde hij: Neem me niet kwalijk. Waarop 'zij bloosde en een zekere afstand tussen hen beiden schiep. Trade mai'cheerde in een stijve hou ding voort en nam met echte dienst- Ogen kennis van al wat er gebeurde in de straten, welke zij passeerden. Is het nog ver? vroeg hij. U hebt toch niets te verzuimen, zei ze stekelig. Nee, maar het is vervelend, naast een ambtenaar in functie te moeten lopen. U kunt blij ziln, dat ik dat ben. Dat zult U misschien nog wel merken. Zij kwamen op dc Alexanderplatz. Ik hoop van niet. Bang? Zij wierp hem eeh merk waardige blik toe, Hij meende er iets triomfantelijks in te zien. Ze zou graag hebben, dat ik bang ben, dacht hij, en hij antwoordde glimlachend Integendeel. Wat betekent dat? wilde zij welen. Ik ben volstrekt onbezoi'gd, ant woordde hij. Wat kan mij onder een dergelijke bescherming gebeuren? Maar U zei toch: ik hoop van niet. Dat, verklaarde hij met nadrukke lijke onverschilligheid, had niets met angst te maken. Ik moest er alleen aan denken, hoe moeilijk het voor mij zou zijn, U dankbaar te moeten zijn. Ik maak helemaal geen aanspraak op dank van uw kant. antwoordde zij droog. Ik help U alleen, omdat U hier pas bent. Onder bepaalde om standigheden zouden er een hoop moeilijkheden kunnen ontstaan. Ik weet beter, hoe allös verloopt dan U. Hij wees naar een verbleekt span doek. Daar staat: „Voor vrijheid en een rechtmatige vrede". Onder een der gelijk devies voel ik me uitgespro ken goed en veilig. Waar zouden die onaangenaamheden vandaan moeten komen Zij zweeg en beet even op haar on derlip. Het was alsof z\j iets wilde zeggen, wat zij bij nader inzien moei lijk zeggen kon. Na een poos zag hij een houten bord met een opschrift, waarvan de witte verf nog vers was. Het luidde: „Voor eenheid en een gerechtvaar digde vrede". Hij floot tussen zijn tanden door en meende: Kijk daar eens. De vrijheid is ge ruild voor wat anders. Misschien is het hier toch niet zo best voor haar. Ik vermoed bijna, dat de onaange naamheden waar U het over had met die omruiling verband houden. Vry en onbevangen had hij z(jn mening uitgesproken. Zwijg! viel zij legen hem uit. Ik wil dat gewoon niet gehoord hebben. Maar alle goden, riep hij uit en bleef staan, terwijl hij haar verbaasd opnam, daar steeks toch niets in. Daar behoeft men zich toch niet over op te winden. Dat is immers een feit. Loop door, beval zij ongeduldig en ging, na eerst om zich heen geke ken te hebben, verder. Hij volgde haar, terwijl hij slechts langzaam over z'n beduusdheid heen- kwam. Mag men hier dan niet zeggen, wat er werkelijk is? Nee. Ik raad U in alle geval aan, het niet hardop te doen. Zulke kri tische opmerkingen zouden U wel' eens slecht kunnen bokomen. Ik heb toch alleen maar mijn ver wondering er over uitgesproken, dat de ene leuze door een nieuwe ver vangen is. Wat steekt daar nu voor kwaads in? Geërgerd maakte zij een afwijzend gebaar, maar plotseling ontdekte hij een uitdrukking op haar gezicht, dié hij tot nu toe nog niet had gezien. Het was een menselijke uitdrukking, want het was zoiets als angst. Dal deed hem een beetje plezier. Hij zou die angst wel graag van haar hebben weggenomen, maar hij durfde niet. Toch is hier alles tamelijk inge wikkeld, dunkt me, meende hij voor zichtig. Of ik me daar ooit zal thuis- voelen? Ik geloof bijna van niet. Ik ben nu eenmaal een type, dat zich aan alles ergert. Dan is het veel beter, als U maar niet hier blijft, zei ze zachtjes en btjna bekommerd. Eerst schrok hij maar vlak daarop kreeg hij een gevoel van blijdschap. Zij scheen zich dus zorgen te ma ken om hem. Zou U dat liever niet zien? (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 28