RUGBY: GELIMITEERD WORSTELWERK l IN DE GREEP VAN DE ANGST w vogelalbum. PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT MAANDAG 9 APRIL 1962 ^QQQOOOQ^XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX)QQQQOOQQQQQOQOQOQ{XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX)OQOOOOOQQQQQOOOQQQQQQOQOQQQQQQQQQQQQOQOQOOOQQOQQOOQQOCXXXXXXXXXXX^ ie ziet nog vuur in het Ne derlandse voetbal? Waar brandt het nog? Bij hoevelen verwekt het nog hartverlammingen? Wie bijt op de tribunes zijn gebit nog kapot? Wie loopt als een ge tergde leeuw door zijn huis, wan neer de vlammen van de hel van Deurne uit de radio slaan? Nie mand. De hel is weg. De Oranje leeuwen en rode duivels kan Met Pierre Huyskens door de sport vwwwvwwww/wv men verwijzen naar het rijk, waarin ook Hans en Grietje en de boze wolf thuishoren. Paga- no is géén Han Hollander. En de voetballende bloem des vader lands anno 1962 weet geen vu ren meer te ontsteken. Ontketent geen helle-gein meer, en houdt zich zo netjes mat, dat we het allemaal onvoldaan aanzien en aanhoren. Mij dunkt, we moesten ons maar op iets hartïgers werpen. Als ook zelfs de Feijenoorders, in wie wij rotsvast ons voetbalgeloof had den gesteld, geen partijtje op na tionaal niveau meer ambiëren (omdat dat nationale niveau niet veel meer voorstelt) wel, dan wenden wij ons maar tot het rugby. Dat is nog altijd de wat forser vorm van het voetbal, een wat bandelozer spel, wijl het aan hef werk der handen een niet geringe functie toekent. Ik ga er niet zomaar over medite ren. De Nederlandse televisie gaat in de komende weken dit gelimiteerde worstelwerk wat schermruimfe geven en als ik hef wel heb zullen dan eerst de kijkers waar voor hun 36 gulden krijgen. Laten de recen senten nu niet komen aandra gen met vertogen over de sportverwildering en dat nog wel op f.v. Rugby is echt leuk. En echt hard. En echt moei lijk. Beeld uit een rugby-inter- 'a-nd van Nederland tegen Duitsland. Het is een zware sport. Wie bij een rugby-firma en die zijn er niet zoveel in Nederland gaat solliciteren, moet eigenlijk met een lichaamsgewicht van 80 kilo op de proppen komen. Ik wil niet beweren, dat de keuze-heer een kandidaat gaat betasten, hem in de biceps knijpt, een flnike mep op zijn achterste geeft, een stomp tegen de schouder verkoopt, om te zien of ie omvalt maar hij zal wél terloops zijn gewicht en zijn lengte schatten. Het beste di ploma dat men kan meebrengen is een body-als-een-boom, die niet log mag zijn, maar uiterst be weeglijk moet wezen. In die „boom" moet tevens plaats zijn voor het nodige strategische in- inzicht en hij moet geworteld staan in een conditie, die slechts in een haast dagelijkse training kan worden verworven. Zijn deze verschijnselen allemaal geconsta teerd, dan kan er worden gepraat. Te oordelen naar het weinige aan tal getrouwen dat de rugby-sekte te onzent bezit, zou men zeggen dat de ballotage uiterst streng is. Dat evenwel is niet juist. Er zijn maar heel weinig kandidaten. De rugby-stand in Nederland is zelfs zo onderbezet, dat hoofdbe stuursleden van de bond zondags in het veld zijn en daar opereren op een wijze, welke hen bepaal delijk niet tot bondsbureau-men- sen stempelt. Zij ontpoppen zich als mannetjes-putters, die al het verdriet over het ondermaatse floreren hunner organisatie ras vergeten blijken tet zijn. Nu hebben rugby-spelers één voordeel: zij mogen met voe ten én handen werken. Vijan den van deze sport leggen het zó uit. „Ze mogen in het veld een complete mens zijn, maar dan eentje in de oer-staat, een soort alluviale mens met weinig meer hersens dan een aap". Die defini tie is niet sportief. Al mogen han den en voeten worden gebruikt, het hersenwerk mag evenmin ont breken, omdat tegenover het han den-voordeel een complex van re glementen staat, die zo'n beper- king vormen, dat men er zich een meester in kan tonen. De bal, die ovaal is en dus afgestemd op het handen-werk, mag nooit voor waarts gegooid worden, wél ge trapt. Toch zit de clou van de sport in het gooien, in het ach terwaarts gooien, hetgeen een linie veronderstelt schuin over het veld. De voorste man in deze linie speelt terug op de tweede, de tweede op de derde, enzovoort. De laatste man moet dan trachten de bal een enorme schop voor waarts te geven, waarna de te- rugwerptactiek doch nu veel verder in het veld, wegens de trap kan herbeginnen. Wel mogen de spelers de bal voorwaarts dragen, in een enor me sprint. Dan echter worden ze achtervolgd door de tegenstan ders, die het recht hebben de „tackle" toe te passen. Dat is aardig. De „tackle" is veelal een snoekduik naar de benen van de bal-drager. Wordt hij bij zijn on derdanen gepakt, dan slaat hij met een bons tegen de vlakte. En dit is „het betere werk". Veel idyllischer om te zien, is de „scrum": een soort uit-trap of een ingooi, als het leder is uit ge weest. Al de acht „voorwaart- sen" van het ene team en al de acht van het andere men speelt in totaal met vijftien man elk staan tijdens een „scrum" tegen over elkaar: gebukt, de armen om eikaars schouders en zo over elkaar heengebogen. Ze maken een tunneltje. En door dat tun neltje speelt de scheidsrechter de bal. Wie krijgt die te pakken? Wel, dat maakt de „scrum" uit. In die zestien mannen komt een ondefinieerbare beweging. Het groepje krioelt en vecht als een nest jonge leeuwen. En dan gaat één ervandoor. Met de bal Kunst is het ding achter de doel lijn van de vijand tegen de grond te drukken. Keepers bestaan niet in het rugby, wel „full-backs" en „driekwarten". En dezulken zijn om de dooide dood niet mis. Zij verhinderen de „try": Het neer drukken van de bal achter de doellijn, hetgeen drie punten op levert, plus het voorrecht nog eens met de voet tussen twee doelpalen op Iat-hoogte te schieten. En dat betekent wéér: twee punten. Er zijn dus wél doelen. Maar onbe mande. Hetgeen echt geen kans biedt op vrij spel, beslist niet. Voor een verdere uitwerking van de rugby-grammaire biedt een sportefeuille geen plaats. Maar aan de- afstamming van het spel kan ik niet voorbij gaan, wijl zij enigszins onthullend is voor de constructie en de ont wikkeling ervan. William Webb Ellis, een Engelse kostschooljon gen, heeft 18 jaar oud anno 1823 in het plaatsje Rugby deze spel- soort verwekt. Ik weet niet wat hij voor een ventje was. Een lie ve, deugdzame knaap lijkt hij me niet geweest te zijn. Eerder een driftkop. In een voetbalwedstrijd moet hij zich op een gegeven ogenblik geërgerd hebben aan het geslungel en het geslampamper, binnen een wedstrijdreglement, dat William Webb kennelijk te kinderachtig heeft gevonden. Al leen met de voeten spelen: het zou wat. Hij heeft zich tot de rust lopen opvreten en na de thee barstte hij los. Hij greep de bal in de handjes, rende, zes, zeven man tegen de vlakte, gaf de scheidsrechter een opdoffer, sloeg de keeper tegen de grond en legde de bal in het net met een hartgrondig „zie zo". Na dien pakte William zijn biezen en ging naar zijn kamer. De kamera den, die zijn raid hadden aan schouwd, waren eerst verbysterd, maar hebben 's avonds toch zitten te delibereren. „Er zat iets in die rush van William" zal er één ge zegd hebben. „We moeten er maar een nieuw spel van maken" heeft een ander wellicht beweerd. En zo is het begonnen. Een week later speelde de kostschool van Rugby rugby. En nu spelen volkeren het. Er zijn nationale ploegen en zwaarbe- volkte interlandwedstrijden. De Fransen zijn meesters gebleken in dit werk. Maar de Ieren niet min der. De Nederlanders komen er ook al in. En de bondsbestuur- deren, die nu nog te velde staan, hebben de overtuiging dat zij over een poosje op de tribunes kunnen gaan zitten. Zoals het bestuurde- ren betaamt. brengt een met prachtige ge tekende plaatjes van 50 nederlandse vogel soorten. Spaar die 50 mooie, kleurrijke plaatjes door Rizla te kopen. In èlk pakje Rizla vindt U er één! Koop het mooi verzorgde album „Zo leer je vogels kennen" bij Uw tabakswinkelier voor slechts 65 ct. SHAG en Rizla die horen bij elkaar! RADIO- EN T.V..RUBRIEK 3\orew, en.... VANDAAG T elevisie Van acht uur af het journaal, het weer en het nieuws achter het nieuws. Om vijf over half negen K-wartaal een moppig programma dat be trekking heeft op gebeurtenissen van de afgelopen drie maanden, op het scherm gebracht door het Haags Studenten Cabaret. Om negen uur het Filmvenster, een kijkje op en achter de schermen door Jan Blokker en Eimert Kruidhof. Wel beschouwd heet het programma van het forum dat vragen van kijkers beantwoordt het forum wordt dit keer gevormd door ds. J. J. Buskes, de heren J. Kassies, A. Kloos, H. M. van Randwijk. Via Vlaams Brussel (T u.) de teken filmpjes, de kulturele actualiteit, Het OOQOOOOOQOOOOOOOOOOOQOOOOOOOOOOOOOOQOC manneke en om half negen het va riété-programma en de finale van de sterrenwedstrijd waarin o.a. op treedt Vico Torriani. Om kwart over tien de rubriek vergeet niet te lezen. Radio Hilversum I: Om tien over acht Me- lostrio, dat Pavane van Redman, un Sonnet d'Amour van C. Taylor en de Gavotte van Th. Arne speelt. De onschuldigen heet het eerste spel van Siegried Lenz om tien voor half ne gen. Om tien voor half tien werken van Claude Achille Debussy, gespeeld en toegelicht door Hans Henkemans. Om vijf over elf de muzikale vraag baak en om tien over half twaalf muziek voor het slapen gaan. Hilversum II: In de rubriek zwerf tochten door operaland vanavond het blijspel in één bedrijf, De toneel directeur, van Gottlieb Stephanie, de muziek van Wolfgang Amadeus Mozart wordt uitgevoerd door het Weens Staatsopera Orkest o.i.v. Kurt Rapf. Om vijf over acht de radio- scoop met het zoeklicht op Conny Stuart, een klankbeeld uit Friesland, Tino Rossi, Griekse lichte muziek, het cabaret L'Abbaye en de familie Bol. Om elf uur jazz en om half twaalf The Romancers van Gerard Krevelen. 9 De Oostenrijkse staatspolitie heert de enige maanden geleden uit Zuid-Tirol gevluchte schuttermajoor Georg Klotz uit het Passeierdal in Raitis gearresteerd nadat bij hem thuis een voorraad muni tie. vuurwapens en explosieven was ge vonden. Klotz werd van Italiaanse zijde een der leiders van de „bevrijdingscom missie voor Zuid-Tifol" genoemd. haalt de meeste vlekken uit de meeste stoffen! HOE? WANNEER? VRAAG HET UW FIETSENHANDELAAR Feuilleton door Karl Unselt Maar hier hoor ik immers thuis, mevrouw Braun, zei hij zachtjes. Ik ben hier in de straat geboren, ben er opgegroeid. Zij schudde echter zorgvol haar grij ze hoofd. Nee, nee. Zo is het niet meer. Zo'n straat is geen plekje van vroeger meer. Het is gewoon een van de vele straten, die naar Moskou leiden. Daar is nu ons nieuwe vaderla. d. Zo, nu drink maar eens een kopje koffie en eet maar zoveel als U wilt. Grabert moest zich geweld aandoen, om langzaam en netjes te eten, al hoewel hij een bijna pijnlijke honger voelde. Als hij alleen geweest was, zou hij de boterhammen verslonden hebben. Maar hij voelde zich haast overmand door dankbaarheid en ont roering. Daarom begon hij haperend te vertellen, hoe gelukkig het hem gestemd had, enkele uren na zijn thuiskomst meteen al mensen ont moet te hebben, die Mevrouw Braun die een goed ge hoor had begreep onmiddellijk waar hij heen wilde en onderbrak hem. Laat U dat toch, meneer Grabert. Ik weet wel, wat U zeggen wilt. Maar eet liever, dat is gezonder. Vind ik ook, viel Braun haar bij en smeerde ook voor zichzelf, voor de gezelligheid, zoals hij zei, een snee brood, wat zijn vrouw met afkeuren de blikken gadesloeg. Ijverig begon Grabert te eten. Het was af lang geleden dat iets hem nog zo goed gesmaakt had, als dit hier. Toen hij zijn kopje opnam, begon hij ineens de geur op te snuiven. Maar... dat is immers echte koffie? riep hij uit, terwijl hij zijn gastvrouw aankeek, zoals een kleine jongen naar het kerstmannetje kijkt. Moeder Braun bloosde er even van. I Die is van de overkant van mijn zus ter. Zij komt ons dikwijls bezoeken. Maar dat wordt ook met de dag ge-' vaarlijker. Dan had U hem voor een betere ge legenheid moeten bewaren, zei Gra bert verlegen. Och nee, praat er toch niet over, vond mevrouw Braun. Is er nu iets beters dan een thuiskomst? De beide Brauns knikten elkaar toe en glimlachten. Grabert voelde zich aangedaan. Hij zat hier bij die twee, alsof hun bloedeigen zoon was terug gekeerd. Een weldadig gevoel beving hem en terwijl hij heimelijk luisterde of Trude misschien toch nog uit de keuken terugkwam, dacht hij: „Het is eigen lijk bijna net als thuis". II Een generaal, een minister en een commissaris. ,De Russische generaal Koslov gaf een klein feestje. Ministers, hoge functionarissen van de partijen en be- stuursautoriteiten waren uitgenodigd. Vrouwen en meisjes in hagelwitte jurken ruimden de hoefijzervormige tafel op, terwijl de gastheer zich met zijn gasten in een aangrenzend ver trek terugtrok. Daar waren koude buffetten gereed gemaakt. De ver rukkelijkste delicatessen uit de Sow- jet-Unie waren er te krijgen: kaviaar in overvloed, vis waarvan het roze vlees smolt op de tong, wijn uit de Kaukasus en champagne van de Krim, heerlijke sinaasappels uit de warme streken rond de Zwarte Zee en niet te vergeten wodka, meer dan een Duitse maag kon be vatten en verwerken. De generaal, een stevige gedrongen gestalte met een gladgeschoren sche del, was een en al jovialiteit. Bij iede re stap die hij deed rinkelden op zijn olyfkleurige borst zachtjes de onder scheidingen en de brede rode gene- raalsbies op zijn broek stak feeste lijk af bij al het zwart waar zijn gasten in gekleed gingen. In een hoek, niet ver van de dubbele, geopende deur, die het gezicht op de verlaten tafel vrijliet, leunde de Duit se minister Bertold Ludecke tegen de muur en keek peinzend naar het ge doe om hem heen. Hij was een man van vijftig jaar onopvallend, bijna eenvoudig gekleed. Hij was een beetje vermoeid van het rijkelijke en zware maal. Hij vond het op dit ogenblik prettig, zich door niemand gadegesla gen te voelen. Minister Ludecke dacht aan zijn neef, de fabrikant Georg Ludecke, aan de overkant uit West-Berlijn, want die vormde een kleine schakel in een keten, die hij als minister van econo mische zaken in de hand had nog in de hand had, dacht hij bezorgd en een beetje bevreesd. Een keten? Ach, eigenlijk was het maar een band, een dunne band, die onder meer ook tot in We8t-Berlijn reikte en waarvan hij ieder ogenblik vreesde dat hij zou worden verbroken. Hij werd opgeschrikt uit zijn gedach ten door een stem: generaal Koslov stond voor hem. Wel, mijn vriend de ministei", waarom zo eenzaam. Koslov sprak tameiyk goed Duits en bediende zich bij een gesprek maar zelden van een tolk. Ludecke liet zijn gemakkelijke hou ding varen en glimlachte. Ik probeerde een beetje te bekomen van de maaltijd, generaal, zei hij. Het was voor een „Normalverbraucher" veel te goed. De generaal kneep het linker oog dicht. Nou, nou, ministers leven toch beter dan „Normalverbraucher". Hoe komt U daar anders aan En met zijn wijs vinger tikte hij op het embonpoint van de minister. Dat, generaal verdedigde Ludecke zich, is gewoon een ziekte. De gal is niet in orde. Te veel moeilijkheden gehad. Hij sprak met korte zinnetjes, evenals de generaal om zich voor zijn gastheer beter verstaanbaar te ma ken. Och, daar moet U zich niets van aan trekken. Moeilijkheden Het leven is mooi..., hij wierp snel een blik om zich heen en voegde er zachtjes aan toe: en zo kort:, proost, beste vriend. Generaal Koslov hief plotseling zyn glas op en dronk hem toe. Nast drowje, proost, kameraad gene raal, zei Ludecke met bijzondere na druk en dronk eveneens. Wij altijd goede vrienden blijven, mi nister. Ik wil het hopen, merkte Ludecke voorzichtig op en glimlachte flauw tjes. Hoezo: hopen? Waarom niet weten? De koude ogen van de generaal na men hem scnerp op uit smalle spleet jes. Men moet mij niet erg, generaal, zei Ludecke zachtjes. Poe! Moet U zich niets van aantrek ken. Hij kwam dichter naar de minis ter toe en liet zijn stem dalen. Mij ook... verschillende niet van mij hou den. Toen liet hij zijn stevige boeren hand zien. Hier sterk voor vrien den. Vijanden krak! Hij balde de hand tot een vuist en maakte er een draaiende beweging mee. Zo ook doen met vijanden van mijn vrienden troostte de generaal zijn gast. Ludecke nam die troost een beetje af wezig in ontvangst. Zijn aandacht werd afgeleid. Hij voelde met bijna lichamelijke onbehagenheid dat hy werd gadegeslagen. Langzaam keek hij om zich heen en plotseling kromp hij ineen. Aan het eind van het ver trek zag hij een man, die hem en de generaal mot starre blik stond aan te kijken. Ludecke herkende dr. Hagcr, de leider der controlecommissie in het centrale bestuur, dus een soort opper- commissaris. Hager was de man, die met één pennestreek, met één enkel woord zijn bestaan kon vernietigen. Hij was een van de gevaarlijkste mensen die hier aanwezig waren. De minister huiverde. Op het ogenblik dat Hager bemerkte dat Ludecke naar hem keek, deed hij alsof hij zich voor een paar mensen vlak bij hem interesseerde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 12