Doorgaan met Ju koesteren fÜtp! Oudste jager 85 ASPIRIN Da C.N.V. RAPPORTEERT OVER RECHTSVORM ONDERNEMING Uw Kunstgebit DINSDAG 3 APRIL 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Kleinepier bleef jagen. In die jaren breidde hij zijn jachtterrein nog uit: hij heeft thans de jacht gepacht in alle polders rond Biggc- lcerke, vanaf het pompstation in de duinen tot aan de ruïne van Hoogelande en dat is, zoals Kleinepier zegt, „wijd genoeg". Als het een beetje redelijk weer is en de grond droog trekt Kleinepier er op uit. Dat doet hij zo sinds 1938. toen hij de beroepen van loonslager en riet dekker verwisselde voor de jacht. Lange tijd was hij ook afslager bij verkopingen in en rond Biggekerke. Al die dingen hebben hem grote bekendheid gegeven. Veel be langstelling dus en veel koffie met gebak, geserveerd door zijn jongste dochter mevrouw N. Wijckhuijse. Kleinepier liet het zich goed smaken. Foto's P.Z.C.) WMZVUH TOT DE ZEEUWSE P.T.T.-mensen zijn niet gekomen. Toch zag het er allemaal erg echt uit. Een „show ter introductie van de nieuwe modellen", zoals het maandblad voor het P.T.T.-per- soneel „Bedrijfsbanden" had aangekondigd. Shows in de kantines van alle postdistricts- en telefoondistrictsburelen. Dus ook in Middelburg. Op twee achtereenvolgende zondagen, te beginnen op de eerste dag van het nieuwe kwartaal. Behal ve de direct betrokken ambtenaren waren ook naaste familie, verwanten en relaties „gaarne welkom". Animerend was daar aan nog toegevoegd, dat een kleine verversing zou worden aangeboden, terwijl in de meeste gevallen ook het plaatselijke P.T.T.-muziekgezelschap medewerking zou verlenen. De twee de serie demonstraties zou op zondag 8 april worden gegeven zij zou slechts doorgang vinden indien de eerste voldoende belangstelling had getrokken. Toch zijn de Zeeuwse personeelsleden van P.T.T. maar niet gegaan. Geen kantine, geen plaatselijke P.T.T.-muziekgezel schap en bovendien de eerste april. Maar toen het april nummer van „Bedrijfsbanden" eind vorige week de ambtenaren bereikte, was er toch de nodige deining: het blad, steeds van een gedegen, betrouwbare inhoud, lanceerde namelijk de „wederin voering van het ambtskostuum", een uniform dus voor alle P.T.T.-mensen in administratieve functies, de groep leiding gevende en toezicht houdende P.T.T.-personeelsleden dus, die het al jarenlang gegeven is, in „burgerkleding" op de burelen te verschijnen. HET HALVE dorp kwam feliciteren, toen zaterdag in Bigge kerke Zeelands oudste jager, de heer M. Kleinepier, zijn 85ste verjaardag vierde. Te midden van een grote familieschaar, te gen een achtergrond van bekers en een kast vol medailles, aanvaardde hij opgewekt al die gelukwensen. Daarbij waren er vanzelfsprekend ook van de Waleherse Jagersver eniging, die hij drie jaar geleden hielp oprichten. Of hij werkelijk de oudste is? Zeer waarschijnlijk in Zeeland wel. Niet de oudste Nederlandse jager. Dat houdt hij zelf in de gaten. „Laatst in ons vakblad „De Jager" stond er één van 87, dat was in Holland en nationaal gezien kom ik dus nog twee jaar achterop..." Of er op die leeftijd in de praktijk nog iets van de jacht terechtkomt? „Ik jaag nog regelmatig met m'n zoons. Dan zit ik aan het eind. En als er dan één voorbijkomt, is het mijn beurt. Zolang het land maar droog blijft, gaat het goed. Maar als het nat is komt er slik aan de laarzen en gaan m'n oude benen teveel wegen." Kleinepier is nog altijd een geducht schutter. Het medaillekastje, achter hem aan de muur, getuigt daarvan: persoonlijke overwinningen uit de tijd, dat in Biggekerke de schietvereniging „Nut en Genoegen" nog bestond. Ook deze vereniging hielp hij oprichten, in 1898. Vijftig jaar heeft de vereniging bestaan, vijftig jaar was hij de secretaris. In 1948 werd „Nut en Genoegen" ontbonden: de bezetters hadden de ge weren geroofd, er was niets meer te schieten. Voorpagina van het aprilnummer van „Bedrijfsbanden", waarop de wederinvoering van het ambtskostuum wordt aangekondigd: het ce remonieel tenue voor een inspecteur bij de Hoofddirectie Posterijen. Die wederinvoering van het ambtskostuum werd listig geïntrodu ceerd: in het openingsartikel was aandacht besteed aan de activi teiten van het P.T.T.-kledingbureau, dat de zorg heeft over twin tigduizend personeelsleden, die wel een uniform dragen, bestellers, technisch personeel. Een historisch overzicht bovendien, waarin nauw gezet de evolutie van het bestellers-uniform werd nagegaan, een foto van het uniform, dat de bestellers in 1878 droegen, het tenue van omstreeks 1920, de uniformjas met lioogsluitende, platliggende kraag, zoals die tot 1951 werd gedragen, het huidige type bestellersuniform en tenslotte een nieuw type uniform van polyester, waarmee de komende zomer een proef zal worden genomen. Zo vergleed men bijna onmerkbaar naar de gladgeschreven inhoud van het tweede artikel, „Wederinvoering ambtskostuum voorlopig op proef". Ver lucht met zes pakkende illustraties, waar van die van het „werktenue van de refe rendaris 2e klasse bij een telefoondistrict" wel de meest boeiende was, hoewel het „ceremonieel tenue voor de inspecteur ad bij het Algemeen Secretariaat ter Centrale Directie" ook niet weggecijferd kon worden, ...t.v. op tors... Rode band over de broek, drie gouden banden op de mouwen van het Jasje en enkele nadrukkelijke distinctieven in de vorm van een inktpot en ganzeveer. De mensen van de „Hoofddirectie Financiële en Economische Zaken" droegen een Mercuriusmotief op de borst, bij die van „Omroep en Televisie van de Hoofddirectie Algemene Zaken en Radio" was de tors gesierd met een televisietoestelletje, het uniform van de telefoondistrict-mensen droeg een telefoonschijf op het borstzakje, telegrafie tenslotte kwam met een enorme bliksemschicht en morsetekens op de mouwen uit de bus. Zorgden de illustraties voor voldoende doorzichtigheid: de tekst was met zoveel overtuiging geschreven, dat het artikel aanvankelijk onder de burgerkleding dragende ambtenaren de nodige beroering verwekte. Bovendien was zorgvuldig vermeden over de datum 1 april te spreken. „De eerste van de demonstraties" zou 's zondags, „op de eerste dag van het nieuwe kwartaal" worden gegeven... Geruststellend was wel de mededeling, dat het in 1899 vastgestelde model, destijds ontleend aan het „klein costuum der ministers" enige wijziging had ondergaan. „Reeds geruime tijd", zo begon het artikel, „zijn door de rijksoverheid besprekingen gevoerd met een interdepartementale studiecommissie en vertegenwoordigers vair de vakorganisaties over de weer actueel ge worden kwestie van de ambtskleding. Hierbij zijn, zoals bekend, zowel productiviteitsfactoren in het geding als ook de sociale status van de ambtenaar in algemene zin. De uitkomsten van een economische studie, proeven van het Vezelinstituut T.N.O., zowel als een enquête van beperkte omvang onder een aantal betrokkenen, hebben een zodanig positief resultaat opgeleverd dat thans tot een proefneming op vrij ruime schaal is besloten. Voor deze proef is het P.T.T.-personeel uit gezocht, hetgeen de bedrijfsleiding tot de volgende beslissingen heeft gevoerd: Bij het begin van het tweede kwartaal wordt, voorlopig bij wijze van proef, het ambtskostuum voor in hoofdzaak leidinggevend en toezichthoudend personeel weder ingevoerd." \an volgt, ter geruststelling: „Met dien r verstande dat het in 1899 vastgestelde model enige wijziging heeft onder gaan." Dan gaat het blad voort: „Verwacht wordt, dat de wederinvoering van het ambtskostuum ertoe zal bijdragen het pres tige van de ambtenaren dat, blijkens het resultaat van een recent N.I.P.O.-onder- zoek, verbetering behoeft, te verhogen. Het ligt in het voornemen, indien de proefne ming aan de verwachting beantwoordt, de ...kiesschijf... wederinvoering ook voor alle andere groe pen van personeel uit te breiden, waar onder derhalve wordt verstaan het perso neel, dat niet reeds uniform-dragend is. Hoewel verwacht kan worden, dat ook de niet genoemde categorieën ambtenaren belangstelling voor de wederinvoering zal bestaan, zal de verstrekking van ambts kostuums in de proefperiode strikt beperkt blijven tot de bovengenoem de groepen." In een toelichting wordt er dan nog op gewezen, dat de bedrijfsleiding er om allerlei redenen naar streeft het ambt aantrekke lijker te maken en vooral het weer iets hergeven van de glans en decorum van weleer. „Indien de ambtenaar weer iets van zijn vroe gere, waardige verschijning terugkrijgt, dan zo hopen de initiatief nemers zal hij wellicht ook innerlijk hiervan een invloed ten gunste ondergaan een weer als voorbeeld voor velen mogen gelden." Voorts was de bedrijfsleiding van oordeel, dat ten aanzien van laatst genoemd punt enige doelbewuste leiding niet gemist kan worden. „Zij stelt zich derhalve voor om, zodra de uniformen zijn geïntroduceerd, enige cursussen te starten in zaken als: maintien in het nieuwe ambts kostuum, welke verplichtingen dit oplegt, algemene etiquette en om gangsvormen. Het P.T.T.-Opleidingscentrum Voorlinden, met terrassen en omliggende parkgronden, zal hiertoe in ruime mate dienstbaar worden gemaakt." Tenslotte wordt in de toelichting het concurrentie-element tegenover het particuliere bedrijfsleven ter sprake ge bracht. „Waar de particulier in het alge meen zijn „status" overigens ten onrech te zoekt in zijn auto, zal hier de ambts kleding een veel waardiger en stijlvoller tegenhanger kunnen vormen." Aan het slot van het artikel rekent „Be- drijfsbanden" nog even af met de gedachte, dat de Nederlander een afkeer zou hebben van uniformen en officiële kledij. De enquête, hierboven besproken, heeft het blad geleerd, dat hiervan hoegenaamd niets overblijft. ...ganzeveer... „Integendeel" zo roept de redactie uit: „De bedrijfsleiding heeft bij de keuze der uitmonstering een wijze matiging betracht. Had zij aan alle geuite verlangens voldaan en alle gedane suggesties ter harte genomen, dan zou ons corps voortaan bestaan uit louter vlootvoogden en operette-generaals! De binnengekomen reacties hebben de directie wel tot de overtuiging gebracht, dat zij met haar besluit tot wederinvoe ring van het ambtskostuum, verre van tegen de wil van een meerder heid iets door te zetten, althans ten dele is tegemoetgekomen aan een al lang heimelijk gekoesterd verlangen." De Zeeuwse P.T.T.-personeelsleden hebben dit heimelijke ver langen nog maar even onderdrukt. Doorgaan met koesteren. In het sobere, status-loze, alledaagse confectiepakje. Misschien wel een maatkostuum. Dat hangt van de status af. (Advertentie) Verpakking van 20 tabletten Gezins verpakking van 100 tabletten waar Bayer achter staat. Medezeggenschap van personeel De helft van de commissarisplaatsen In het jongste nummer van „evangelie en maatschappij' het kaderblad van het christe lijk Nationaal Vakverbond, is opgenomen het rapport van een door het C.N.V. ingestelde com missie inzake de structuur en de rechtsvorm van de onderne ming. De materie is volgens „evangelie en maatschappij", In het wezen van de zaak, voor de christelijke vakbeweging niet nieuw, maar de ontwikkelings gang van het denken daarover heeft vele jaren gevergd. „Dit denken immers valt samen met de bezinning over de groei van de denkbeelden der christelijke vakbeweging inzake hervormin gen in de structuur van de maatschappij. (Advertentie) zit de gehele dag stevig op zijn plaats! Thans is hel niet neer nodig, dat Uw kunstgebi» bij het spreken, eter», lodten of niezen losschiet of verschuift. Een weinig Dentofix-poeder op de gebiis- ploot, en deze ongemakken bestaan voor U niet meer; Dentofix geeft U een ongekend gevoel van zekerheid en welbehagen. Aangenaam en hygië nisch in het gebruik. Tevredenheid ge garandeerd. Verkrijgbaar m discrete, neetrde plastic flacons, prijs f. 2,35, bij apotheken en drogisterijen. Aanwinsten Provinciale Bibliotheek in februari De Provinciale Bibliotheek van Zeeland te Middelburg, werd in de maand fe bruari 1962 uitgebreid met de volgende werken: Afrika, Amerika, Australië: Anoulh, La grotte; Armstrong, Atlantic highway: Assa, Les grandes dames romaïnes; Bal zac. de. Correspondence: Banning. Inlei ding tot de sociale ethiek: Barth, Enkel des Odysseus: Berry, Ronsard: Boots, Langeveld en Simons, Mijnheer de voor zitter: Bruins, De tweeling: Camus, Le mythe de Sisyphe; Carmichael. The his tory of Trinidad and Tobago: Chili; Cohen. Van anarchist tot monarchist: Conflict, Het. als maatschappelijk ver schijnsel: Costa Andrade, Da. De grond begrippen van de moderne fysica: Cou perus, en de oudheid; Davenson, Les troubadours: Dendooven. Paul Claudel; Deutscher, Stalin; Diezdel Corral. De ontvoering van Europa: Elemans, Adri- aan Roland Holst; Ernst. De uitvinding van de verrekijker; Fiedler, Love and death in the American novel; Florence, que j' aime: Fry, Curtmantle; Gestalten, en getijden in de sociale werkelijkheid: Goddrie, Chemische onkruidbestrijding in de fruitteelt; Heidsïeck, L' inspiration: Heinicke, Die Fortpflanzung unserer Haustiere; Huizïnga, Mr. Europa: Hus, Les Etrusques; lilies. Die Lebensgemein- schaft des Bergbaches: James, Miles Da- vis: Jespersen. The philosophy of gram- mar; Kafka, Ges. Werke: Kohn, The mind of Germany: Kronenberg, Over mensen en boeken: Kwee Swan Liar, China: Landais, French porcelain: Last. Confucius: Linecar, Coins: Loo, Van de. Bezigheidstherapie; Mann. Ges. Werke; Marx, Werke: Mehnert, The anatomy of Soviet man: Menschaar, Verenigde Na ties; Modern. Niet godsdienstig" huma nisme: Morin, Les stars: Nord. Luigi Pirandello: Oever, Van 't Documentatie; Ortega Y Gasset, Geloven en denken; Paris, que j' aime; Poel. Van der. De Wilhelminapolder: Poortere, De. Marti- nus Nijhoff: Postma, Prins Frederik der Nederlanden; Rapport. Deltacommissie; Renooy. Structuurveranderingen in het Nederlandse algemene bankwezen; Rome, que j' aime; Ross. The american short story; Sartre, Réflections sur la question juive; Schouten, Solfège; Simon, L' homme en procés; Souchal, French eighteenth century fumituré; Stuvel, Grendel van Holland: Thorp, American writing in the twenthïe century; Venise. que j' aime; Versailles, que J* aime; Vestdijk. De bruine vriend: Vloemans, De voorsokratici; Vreese, De Over hand schriften en handschriftkunde; Walter, La vie Paris sous 1' occupation; Ward, Illustrated history or english literature; Waugh, Unclouded summer: Young, Er nest Hemingway. In 1957 stelde het C.N.V.-bestuur een commissie in onder voorzitterschap van de heer M. Ruppert, die onder meer zou nagaan: 1. de wenselijkheid om het besef van verantwoordelijkheid zowel van de ondernemer en de kapitaalver schaffer als van de werknemer te be vorderen; 2. het begeren naar waar achtige gemeenschap in de onderne ming; 3 het verlangen dat de arbeid een constituerende factor van de on derneming wordt. Nieuwe vormen Vijf vormen voor een veranderde structuur en rechtsvorm der onder neming heeft de commissie bespro ken: a. een afzonderlijk college voor de economische medezeggenschap, aan welks goedkeuring bepaalde be slissingen dienen te worden onder- worpen; b. een raad van beheer, waarin de dagelijkse leiding, de aan deelhouders en het personeel op even waardige wijze zijn vertegenwoor digd; e. handhaving van de bestaan de raad van commissarissen, met dien verstande, dat de helft der zetels bezet wordt door personen, gekozen door de aandeelhouders, en de andere helft door personen, gekozen door het personeel; d. handhaving van de be staande raad van commissarissen met gebruikmaking van de thans reeds in de wetgeving geopende mo gelijkheid om een derde der leden door net personeel te doen verkiezen e. een raad van commissarissen, die drieledig wordt samengesteld: ver tegen',voordigers van de aandeelhou ders, van het personeel en van het al gemeen belang. Conclusies Samenvattend is de commissie van oordeel: 1. ofschoon instelling van een afzonderlijk college voor de me dezeggenschap of toekenning van be paalde „economische" bevoegdheden aan de ondernemingsraad een belang rijke stap in de goede richting zou zijn, geeft de commissie de voorkeur aan een vorm, waarbij „arbeid" en „kapitaal" dicht bij elkander worden gebracht. 2. Reeds thans dient op vrijwillige basis begonnen te wor den met gebruikmaking van de in de wetgeving geopende mogelijkheid, dat één derde der commissarissen ge kozen wordt door het personeel. 3. In afwachting van een bredere her ziening van ons vennootschapsrecht dient de wetgeving gewijzigd te wor den in die zin, dat in het vervolg de helft der commissarissen gekozen wordt door de aandeelhouders en de helft door het personeel. 4. Een meer omvattende herziening van het ven nootschapsrecht worde voorbereid in die zin, dat de onderneming bestuurd worden door een raad van beheer, waarin naast de .dagelijkse leiding- personen, gekozen door aandeelhou ders, en personen, gekozen door het personeel, op paritaire wijze zitting hebben. 5. Een afzonderlijke verte genwoordiging van het algemeen be lang in de raad van commissarissen verdient geen aanbeveling. In de wet op de ondernemingsraden, aldus „evangelie en maatschappij", is neergelegd het beginsel van de ver plichting om aan de werknemers een zekere mate van verantwoordelijk heid en zeggenschap in de onderne ming te geven. Wil dit alles het be oogde effect hebben, dan zal ook aan dacht moeten worden besteed aan de structuur en de rechtsvorm van de onderneming zelf. Bij een erkenning van het recht van de arbeider om ook over de onderneming als zodanig een bepaalde zeggenschap te verkrijgen, is de vraag aan de orde of dit kan met behoud van de huidige structuur der onderneming. Het rapport van de commissie wil een bijdrage zijn tot de meningsvorming over deze zaak, ook voor de christelijke vakbeweging zelf. Het rapport bevat dan ook niet de mening van het C.N.V. de inhoud is voor rekening van de commissie, al dus „evangelie en maatschappij". (Advertentie)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 7