^parijse mode 1962 Left „Cleopatra-hoofd" ...en dit is èngelse ntcbe Op de Lederheurs, die dezer dagen in de Duitse stad Offenbach j wordt, gehouden, was als nieuwigheid te zien deze damestas van skai met een ingebouwde parapluhouder. Voor heren is een aktentas met ingebouwde parapluhouder leverbaar. Zittend op een rank stoeltje ziet men: Parijse mode 1962 heeft „Cleopatra-hoofd" Televisiepyjama, is zó mooi, dat uw man méér naar U, dan naar de t.v. zal kijken... ...Cleopatra-staarogen en heel bleke benen.... De rokken zijn kort of soms heel kort, voor. gekleed ziet men wel eens rokjes, die van voren iets korter zijn dan van achter. Avondjurken zijn meestal tot op enkel hoogte, maar bij Coco Chanel bijvoorbeeld hebben we avondjurken gezien, die alleen van achter zo lang waren, en van voren heel kort, tot op de knie. Voor gewone jurken zijn de korte rokjes natuurlijk heel gewoon, het wordt tenslotte straks weer lente en dan zomer. De rokken zijn vaak ook wijd, klokkend, maar er kan best een petticoatje onder. Heel leuk vonden we de rokken in de collectie van Dior, door Mare Bohan bedacht. Ze waren heel zwaar gezoomd, soms met opgelegde en opgedikte zomen, en door de zware lijnen van die zomen leken die rokjes inderdaad een beetje op dozen maar dan leuke doosjes, met leuke mannequins er in. Over die mannequins van Parijs kunnen we óók nog een babbeltje houden. Dit keer liepen .r vooral veel lange atletische Amerikaanse mannequins, en veel Zweedse en Ierse, en er ivaren Argentijnse en Griekse, en bij .Nina Itiéci liep een meisje uit Lapland, een Lapje zogezegd. Nu hadden we gezegd: van top tot teen, en daarom moeten we even wat ver tellen over de kousen: die zijn héél akelig bleek maar als -: het nu toch lente wordt en we treffen een beetje warme zomer, dan kunt U beter met blote kuiten lopen die zijn ook bleek, maar die wórden bruin. ^yyWyVVVVVVVVVVWVVVVVVVWWWVVVWVWVVVVWWWVVW>/WVWVVWVVWVVVVVWVVWWVWVVW<VWVWVVWVWWW>VWMVVWWWWWWV%^A/VVVVV\n^AAr/tfVVVVWVVWVVVVWWWV (Van een medewerkster) Parijs. Stel dat U eens naast ons liad mogen zitten op zo'n rank stoeltje met crème pootjes en gouden randjes, op een modeshow in een Parijse salon, de salon van huize Dior bijvoorbeeld, of de salon van Nina Ricci of Jean Dêssès; stel eens dat U ze voorbij ziet trippelen, al die mannequins, broodmager natuurlijk, als kapstokjes voor lentepakjes en zomerjurk jes en avondtoiletjes, en stel dat D dan mocht kiezen... Nee, nee, nu niet zeggen: geef mij dat diamanten halssnoer maar dat dat blondje daar of dat bruintje daar bij d'r avondjapon draagt, dat diaman ten- halssnoer is niet echt! Juwelen moet U dus niet kiezen, maar U moet wel de lente-mode kiezen, straks. Dat is het vreemde van de mode: U wilt weten wat de mode-ontwerpers willen, en die mode-ontwerpers willen juist weten wat U wilt. Want U moet kie zen en als U nee zegt wordt hun mode nooit mode. Neem bijvoorbeeld de mode van de televisie-pyjama, zo'n zogenaamd makkelijke broek met hesje, dat U aan hebt als U modieus zit kastje te kijken, U zelf mooi gedrapeerd in een wijde luie stoel, met uw henen opgetrokken. Zo'n broek moet liefst van bloemrijke zijde zijn, en zo'n hesje ook, soms met gouddraad doorweven, zo mooi, dat uw nian of uw verloofde helemaal niet meer naar de televisie kijkt maar naar U. Wordt zo'n televisie-pyjama mode? dat wel, ja, maar zeker niet de tele visie-pyjama's van Guy Laroche, die toch beschouwd wordt als toonaangeven de stylist. Zijn pyjama's, of althans de televisie-pyjama's, die hij voor ons vrou wen bedacht, hebben heel wijde Volen- damiuer broeken van zij, en kijk, dat wordt nou nóóit mode, want die kiezen wij vrouwen niet. Maar mis schien worden wel mode de zijden broek jes van Michel Goma: heel strak zo strak dat je je been niet durft buigen en om dat strakke heen een wolk van organdie in zo'n pyjama ben je een tévé-fee. Er is zoveel te kiezen, dat we systematisch te werk moeten gaan en dat doen we dan maar gewoon: van top tot teen. Met het hoofd beginnen dus het hoofd met de Cleopatra-ogen van Liz Taylor hele enge staar-ogen, maar we hebben er in Parijs al meisjes mee op straat zien lopen. Op het hoofd moet een hoedje, of mag een hoedje. De keus is groot en de hoed jes zijn ook groot, soms zelfs hele luchtige netwerken om het hoofd, maar veel leuker vonden wij de alpino-hoedjes die de jonge Mare Bohan van het huis Dior opzij of van achter op het hoofd van zijn mannequins had geplakt. Modieus zijn hoedjes van licht stro en nog modieuzer hoedjes van fleurig bedrukte zijde of or gandie. Dan komt de jurk, en van die jurk allereerst het décolleté. Wat décolleté betreft was de Belgische ontwrerper Cra- hay van het huis Nina Ricci het verst gegaan, hij had bijvoorbeeld bedacht de patrijspoort. Hij had gewoon voorop de jurk een groot gat geknipt op de buik nou ja, dat wordt ook nooit mode, en Grahay deed het trouwens al leen maar om eventjes de aandacht te trekken, want mode is óók een zaak van reclame. De jurkjes zelf hebben van alles er aan, ruches en strikken en volantjes, alleen weinig knopen. Knopen zijn een beetje taboe in Parijs. Jakjes hangen soms ge woon open over de zijden gebloemde of genopte of kanten blouse er onder. De jurkjes hebben weer taille, behalve in de collecties van Dior en van Yves Saint Laurent. Dat waren eigenlijk de twee meest stijlvolle collecties. met losse taille die toch goed zat, soms wat ver hoogd, zoals in de empire-mode van een paar jaar geleden. gematigde en altijd elegante mode. Het hoedje is uit de lentecollectie van Simone 1lirmun (Londen); het is uitgevoerd in turqoiselcleurig bouclé-achtig materiaal. Het mantelpak is van beige wollen stoj met pied-de- poule dessin'(ontwerp: Berg en May fair); het heeft een ingezette ceintuur van dezelfde stof maar dan scheef geknipt. De rok die op de foto niet geheel zicht baar is, loopt naar onderen iets wijder uit. De avondjapon is van witte satijnen organza met een rood anjermotief; ontwerpster Irene G-ilbert gaf het ■model een wijde boothals die op de rug in een geknoop te das eindigt. Hierboven nog een plaatje uit het Parijse voorjaarsmode-album: Biarritz is een korte avondjapon die door Jean Patou is ontworpen en vervaar digd werd uit grove witte katoen, bedrukt met een marineblauw motief. Op de schouders heeft deze jurk een contrasterende garnering, bestaande ■uit grote strikken, gemaakt vit marineblauw fluweel; een hoedje van marineblauw tule-achtig weefsel worden erbij gedragen zo vér mogelijk in de ogen. De sieraden vormen in '■Parijs dit voorjaar een aparte noot in de collecties; vaak zijn ze van kostbare juwelen vervaardigd, maar soms wordt er ook heel simpel materiaal voor gebruikt. Zoals in dit geval: de om de bovenarm gedragen armband is gemaakt van witte gevlochten kralen, de oorknoppen zijn eveneens uit witte kraaltjes gemaakt. Het schoentje: een blauw sandaaltje met open hiel.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 23