noodlottige
jacht
V
DE KERKEN
Puzzel-rubriek
Engelse staatskerk
„verliest" dienaren
maatschappij
POTTER'S
„LI N IA"
Veebless k
tutti will
ZATERDAG 17 MAART 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
21
en de
Geestelijken
verdwijnen
spoorloos
In de beroemde Engelse
„Crockford", die al meer dan
honderd jaar verschijnt en op
2000 bladzijden een „Wie is
Wie" van de Britse geeste
lijkheid publiceert, waarin
niet alleen de kleinste ge
meenten, die alleen maar een
kapelaan hebben, maar ook
iedere Britse missieschool en
alle sekten, waarvan de stich
ter van Britse afkomst is,
zijn opgenomen, bevindt zich
in de jongste editie een nieuw
hoofdstuk, dat handelt over
zoekgeraakte geestelijken.
Vermoedelijk zal liet bericht dat
er per jaar in Groot-Brittannië
870.00 paraplu's en 98.000 koffers
worden verloren, nauwelijks op
zien baren, maar de bekendma
king dat in de loop van de afge
lopen jaren 143 Britse geestelijken
spoorloos zijn verdwenen, is min
der gemakkelijk aan te nemen. De
hoofdredacteur van „Crookford",
Bertram Butcher, kan niettemin
liet bewijs leveren, dat het cijfer
van verloren geraakte geestelij
ken juist is, daar lijj in de loop
van liet afgelopen jaar naar deze
dominees, vicarissen en kapelaans
naspeuringen heel't verricht, die
geen succes opleverden. De uitge
ver wendde zich tot de politie,
liet opsporingsadvertenties in de
dagbladen plaatsen, hij heeft
vrienden en verwanten van de ge
zochte geestelijken opgezocht en
heeft zich ook tot die bisschoppen
gewend, in wier diocees de betrok
kenen werkten.
Van 28 geestelijken hoorde men,
dat zij hun ambt vrijwillig hadden
neergelegd, om een nieuw beroep
te beginnen. Van 57 spoorloze
geestelijken moet men nu wel aan
nemen dat zij in de oorlog vielen
en als onbekende slachtoffers zijn
geregistreerd. Van 19 geestelijken
vermoedt .men dat zij het slacht
offer werden van verkeersonge
lukken en tenslotte is er reden
om te geloven dat 15 missionaris
sen op onbekende plaatsen om het
.leven kwamen. Hoewel men dus
voor het verdwijnen van 119 gees
telijken een redelijke verklaring
kan vinden, waarom de aan hen
gerichte brieven als onbestel
baar terugkwamen blijft men over
een groep van 143 geheel in het
duister tasten.
Nieuw hoofdstuk
Aangezien zij noch uit hun ambt
zijn verwijderd, noch uit de En
gelse Staatskerk zijn gestoten,
noch zelf hun ambt hebben neer
gelegd, heeft de „Crockford" be
sloten een nieuw hoofdstuk aan
het naslagwerk toe te voegen dat
de titel draagt „verdwenen en tot
dusver onvindbare geestelijken".
Het bevat de namen van dominees
en kapelaans die de laatste twin
tig jaar spoorloos zijn. Bovendien
nam men het bepaald vriendelijke
besluit aan deze lijst ook toe te
voegen de namen van geestelijken,
die niet verdwenen zijn en die de
kerk nog toebehoren, maar die
niet meer in een gemeente staan,
omdat ze zich als gedetineerde in
een Engelse strafgevangenis be
vinden. Men heeft hun naam uit
het alfabetisch register verwij
derd, omdat daarin ook altijd de
gemeente genoemd wordt, waai
de geestelijke zijn ambt uitoefent,
en bovendien zijn adres. Men wil
de deze gestranden de schande
besparen achter hun naam de
aantekening gedrukt te zien „op
het ogenblik verblijvend in Harer
Majesteits gevangenis Dartmoor
of Pentonville".
Ook geestelijken zijn mensen met
menselijke zwakheden en er zijn
er onder hen die zonden en straf
bare handelingen begaan. De uit
gever van de Britse Kerkalmanak
weet dan ook van enkelen van de
gezochten, dat ze nog in leven
zijn, maar dat ze naam, beroep,
woonplaats en in enkele gevallen
zelfs vaderland voor een ander
verruild hebben. Velen van de 143
gezochte, geestelijken wonen er
gens in Groot-Brittannië of in het
Gemenebest, en zijn op het ogen
blik in de meest verscheidene be
roepen werkzaam. Bijvoorbeeld
omdat ze zich verloren in een an
dere vrouw, maar niet konden of
niet wilden scheiden, en toch geen
afstand van hun geliefde konden
doen.
Sommige geestelijken bekenden,
dat ze de voor hun beroep vereiste
standvastigheid niet konden op
brengen en wisselden daarom van
beroep. Het staat echter wel vast
dat het merendeel van de gezoch
ten niet meer kon rondkomen van
het traktement. Ze hadden te
grote verplichtingen, zelfs zware
schulden en ze zagen daarom in
een vlucht in de onbekendheid hun
laatste uitweg.
Nog groter
En daarmee wordt men gecon
fronteerd met- een onthutsende
situatie, die de zekerheid inhoudt,
dat de lijst van 143 niet zal afne
men, maar eerder in de loop der
jaren nog groter zal worden. In
Groot-Brittannië bestaat namelijk
geen kerkelijke belasting. De
geestelijken worden óf door de
Staatskerk betaald óf ze worden,
op grond van oude bepalingen, be
loond door de landedelen, aan wie
een dorp of een parochie, de kerk
inbegrepen, toebehoort. Het te
genwoordige inkomen van de
Britse geestelijkheid is meestal
een minimum, dat ver beneden de
bestaansgrens ligt. Uitgaande van
de gegevens van de Britse rege
ring, volgens welke het gemid
delde weekinkomen van de bevol
king thans 12 pond en 17 shilling
Nieuwe bijbelvertaling
op Kerstmis in Zweden
Op Kerstmis van dit jaar zal in
Zweden een vertaling verschijnen
van de bijbel in moderne taal zo
als die onlangs in Engelaud is
uitgegeven.
De laatste bijbelvertaling ver
scheen in Zweden in 1917. Men
acht de tekst ervan te gezwollen
om door iedereen te kunnen wor
den begrepen en gewaardeerd.
bedraagt, moeten de inkomens
van vele Britse geestelijken min
stens bevreemdend worden ge
noemd.
Bijverdiensten
Het is geen wonder dat vele Brit
se geestelijken na iedere gods
dienstoefening de kaarsstompjes
in hun kerk verzamelen, omdat ze
voor een pond waskaarsen 18 pen
ce en voor een pond stearinekaar-
sen 4 pence ontvangen. Het is
geen wonder dat geestelijken bij
lessen geven, van huis tot huis
gaan om boeken en tijdschriften
te verkopen, zelfs brood, melk of
kranten bezorgen, tussen 7 en 10
uur 's morgens brieven bestellen,
of andere bronnen aanboren om
geld te verdienen, om hun bekla
genswaardig inkomen te verhogen
en om niet te verhongeren.
Dat vooral geestelyken in kleine
en arme plattelandsgemeenten
weinig verdienen is algemeen be
kend. Dat bij een aantal van die
kapelaans en dominees op een
goede dag het tijdstip komt, dat
ze hun tegenwoordig bestaan niet
meer aan kunnen en hun zwarte
kleed voor een gewoon pak of een
overall verruilen, wordt, door de
bekendmaking in de Engelse
kerkalmanak nu bevestigd door
die rubriek met de namen van de
143 geestelyken die spoorloos zijn
verdwenen. Om misverstanden te
voorkomen in dit cyfer zijn niet
begrepen de 265 geestelijken, die
officieel hun bisschop verzochten
lien van hun plicht te ontheffen,
omdat ze hun kerkelijke arbeid
om economische redenen moesten
neerleggen.
De 143 verdwenenen zijn alleen
die zielszorgers, die geen uitweg
meer zagen en die onderdoken,
om weer als mens te kunnen
leven.
Honderden nazi's
wachten op berechting
De minister van justitie van de
Westduitse deelstaat Baden-Wuert-
temberg, dr. Wolfgang Haussman.
heeft in het parlement verklaard, dat
ongeveer tweehonderd nationaal-
socialisteu, die van moord worden
verdacht, aan de justitie hebben we
len te ontkomen.
Iets meer dan duizend nazi's, die had
den deelgenomen aan massamoord,
zijn schuldig aan misdaden waarvoor
vervolging nog steeds mogelijk is.
Meer dan tachtig procent van hen is
bij name bekend en wordt systema
tisch berecht, aldus de minister.
Dr. Hausmann verklaarde het boven
staande naar aanleiding van bewe
ringen van een vrouwelijke officier
van justitie in Mannheim, dr. B.
Just-Dahlmann, dat tot de Westduit
se politie tal van moordenaars zou
den behoren.
(Advertentie)
Tegen hoest en Keelpij"
Uitwerking frappant''
KERKNIEUWS
Ds. G. Visser met emeritaat j
Om gezondheidsreden is door de clas
sis Gorinchem vervroegd emeritaat
verleend aan ds. G. Visser, predikant
van de gereformeerde kerk van Bo
ven Hardinxveld.
Ds. Visser was van 1946-1949 predi
kant te Wissenkerke. Op 20 maart
1949 verwisselde ds. Visser deze ge
meente met die van Boven Hardinx
veld..
Ds. Visser zal na zijn emeritaat voor
lopig te Boven Hardinxveld blijven
wonen, d.w.z. totdat hij een werkter
rein voor geestelijke arbeid heeft ge
vonden, waar hij zich ook metter
woon kan .vestigen.
NED. HEKV. KERK
Beroepen te Schrevelduin-Kapelle:
L. Kievit te Putten; te Geldrop
(toez.): W. C. van Dam, luchtmacht
predikant te Rijen (N.-Br.); te Hat-
tem (derde pred.plaats)G. J. van
de Bogerd te Huizum (Fr.).
Benoemd tot bijstand in het pasto
raat te Bilthoven: ds. M. Ottevanger,
a.s. emeritus predikant te Leiden.
Bedankt voor Aagtckerke: R.
Hengstmangers, vicaris te Vlaardin-
gen.
I
I J
de enige
echte
73
74
SO
85
De puzzelrubriek heeft in de afgelopen weken een nieuwe mijlpaal bereikt:
het aantal deelnemers steeg namelijk ruim boven de duizend en bedraagt
thans 1047. Na lang puzzelen onzerzijds werden de prijzen als volgt ver
deeld: de waardebon van f 5,gaat deze week naar B. J. Danckacrts,
Beatrixlaan 33, Vlissingen; de waardebonnen van f 2,50 komen terecht
bij J. v. d. Jagt, Prins Hendrikstraat 9, Sint-Philipsland; mevr. Ba reman,
Koenestraat 26, Amerongen en J. A. de Hullu-Bouwens, Prinses Bcatrix-
straat 10, Sclioondijke.
De oplossing luidt:
HORIZONTAAL:
1. Scaldis; 6. armslag; 12. dijen; 14.
Al va; 15. open; 17. rik; 19. page; 21.
gal; 22. P.B.O.; 24. als; 27. ten; 28.
ar; 29. Manteling; 32. V.E.; 33. ne
der: 34. Sem; 35f ouden; 36. tel; 38.
wel; 39. op; 40. lek; 41. mep; 42. Kt.;
43. Se; 44. Aga; 46. G.GD.; 48. op;
50. Tsaar; 51. K.R.O.; 53. oases; 54.
ut; 55. lijnwerker; 58. ra; 59. wed;
61. sla; 62. Aad; 63. wil; 64. drum; 66.
lijn; 68. pest; 69. aspekt; 72. zwarte;
74. Etten; 75. Kolff.
VERTIKAAL:
1. slogan; 2. adel; 3. lijn; 4. de; 5. in;
7. ra; 8. ml; 9. svp; 10. laat; 11.
grenen; 13. mi; 16. pareloesters; 17.
rots; 18. kalm: 20. geveltoerist; 22.
parelgrijs; 23. b.n.; 25. li; 26. snoep
goed; 29. met; 30. eed; 31. gul; 37.
Lea: 38. weg: 43. stuwdam; 44. aal;
45. Ore; 47. dar; 49. psalter; 51. kwak
en. Oran; 56. nl.; 57. ka; 60. dupe;
63. werf; 6o. met; 67. ijs; 68. paf: 70.
Kt: 71. te; 72. z.o. 73. w.l.
De i
luidt:
voor mensen die kwaliteit verlangen
re opgav<
HORIZONTAAL:
11. discipel van Jezus; 6. onzin, klets-
j praat; 11. scheepvaartmaatschappij,
(Advertentie)
1 BINNENVERINGBED
het beste bed ooit gemaokt
L SCHUIMRUBBERBED 1
:t versterkte middensector
W ffi&et
IK WEET NOG NIET EENS WAAR
HEEN MOET VLIEGEN.
OUDE HENRyoiETZ HEEFT
ME VOOR DAT BAANTJE
AANGENOMEN EN HÜ
DOET ER VERDRAAID
geheimzinnig
fabrieken Zevenbergen i
f IK VRAAG ME AF WAAROM DAT KAR
WEITJE ZO STIEKUM IS, MAAR MORGEN
VLIEG IK ER HEEN EN DAN ZAL IK HET
'WETEN. LATEN WE EEN EINDJE
GAAN R'JDEN
die vroeger de afvaarten van Vlissin
gen naar Engeland verzorgde; 14. on
misbare voedingsstof: 15. dicht bij
elkaar; 16. wordt met behulp van een
boog weggeschoten; 17. de twee let
ters na de „t"; 18. kleine gemeente;
20. ernstig; 21. plaats in Duitsland;
22. geboren (afk.); 24. baksel: 26.
half; 28. met water doortrokken
grond; 30. eer bewijzen; 32. het lot
laten beslissen; 35. regen; 36. sluwe;
39. toverkunst: 41. krijt; 43. voort
during; 44. onberispelijk; 45. knorre
pot; 48-. onverschrokkenheid; 50. lid
woord; 51. alstublieft (afk.); 53.
hangt vaak voor de zon; 55. vetarm;
57. vrouw van Abraham; 59. geschikt
voor de omloop (geld); 62. noodsein;
64. voegwoord; 65. iemand die steelt;
68. niet vroeg; 70. plezier: 72. Zeeuw
se wapenspreuk (afk.); 73. dialecti
sche uitspraak van ..gij": 75. vat; 77.
profeet (O.T.); 79. de (Fr.); 80. per
soon (mannelijk): 81. hartstochtelijk;
83. stad in Engeland; 85. kijk! (uit
roep); 86. dorp in Zeeland; 87. gil,
schreeuw.
VERTICAAL:
1. jonkheid; 2. ooievaar; 3. dienstwil
lige (afk.); 4. Alg. Inspectiedienst
(afk.); 5. afgesneden rechte tak; 6.
sleutels, die op verschillende sloten
passen; 7. waterpeil (afk.): S. hert;
9. uit Ierland afkomstig: 10. hemels
wezen; 11. doet de brandweer: 12.
lengtemaat; 13. agrarische organisa
tie in Zeeland; 19. stuurinrichting;
23. angstig: 25. deel van een bloem;
27. schip onlangs door „De Schelde"
afgeleverd; 29. teken; 31. faam; 33.
lyrisch jfedicht; 34. kleurling; 36. tijd
vak: ~st. onderwijsvorm (afk.): 39.
menigte; 40. waardeloze resten; 42.
Instituut v. Keuring van Elektro-
techn. waren in Arnhem; 46. kraak-
beenvis; 47. vochtig; 49. handeling:
52. soort bonbon; 54. bekwaam; 56.
nuk: 58. papegaai: 60. autoberg
plaats; 61. vlinderbloemige plant: 63.
morgen (Fr.); 66. dorp in Drente; 67.
fuif: 69. voornaam; 71. vertaler: 73.
gasbedrijf in Zeeland; 74. streling:
76. Ned. Nat. Schuld (afk.); 78. Soc.
Econ. Raad (afk.): S2. vervoeging
van „zijn"; 84. riviertje in Friesland.
ieuillclon
WWVVIWWflMMfWVVWVVVIMHmAMMIV
44
Zc kwamen van de ene open plek in
de andere. Er waren grote en kleine,
alle van elkaar gescheiden door een
strook krcupelbos en omgevallen bo
men. Hier en daar zagen ze sporen
van klein wild eri soms slopen ze mi
nutenlang door tunnels van doornig
struikgewas, reeds donker onder het
zware bladerdak. Steeds wezen de
grote ondiepe prenten van de olifant,
met de karakteristieke ronde teenaf-
drukken, hun onfeilbaar de -juiste weg.
Rodney liep vooral in het kreupelbos
uiterst behoedzaam en hield altijd
voor ze weer in de ruimte kwamen
even stil om onder takken en door
bladeren heen te gluren. Nooit sloeg
hij een hoek om zonder zich eerst te
vergewissen wat er achter lag;. Blijk
baar verwachtte hij, dat liet dier zich
verdekt had opgesteld en wilde hij de
olifant ontdekken voor deze het hem
deed. Er was slechts weinig wind, die
hun gelukkig tegemoet woei, zodat ze
alle kans kregen, de reus heel dicht
to naderen zondei dat hij hen in het
vizier kreeg. Mits ze dat sprak van
zelf heel" stil waren en op hun hoe
de bleven.
Zo gebeurde het ook. Op een gegeven
ogenblik hield Rodney, juist weer van
iIiiim' Mnryruve lïinrlcy
plan uit liet struikgewas naar buiten
te treden, plotseling stil, staarde recht
vooruit en liet zich toen langzaam op
een knie zinken. Patricia volgde on
middellijk zijn voorbeeld.
Hij bleef geruime tijd bewegingloos,
tei-wijl haar hart pijnlijk snel klopte
en ze het van spanning wel had wil
len uitschreeuwen. Daarop wendde hij
langzaam het hoofd om, keek haar
veelbetekenend aan en wenkte even
met zijn kin. Zachtjes kroop ze naast
hem en tuurde onder een dichte massa
lakken en bladeren door.
Ze zag een van de vele met gras be
groeide plekken, overgoten van zon
licht, maar hier en daar beschaduwd
door de omringende bomen. Aanvan
kelijk kon ze er geen beweging on
derscheiden, doch eensklaps trok een
licht geritsel in de schaduw der dicht
opeenstaande bomen haar aandacht
en zag ze het enorme lichaam van
een blijkbaar rustende olifant, die
zachtjes met de oren klapperde.
Het dier stond met de kop naar hun
kant en scheen op de uitkijk, alsof het
vervolging vreesde. Slechts het lang
zaam bewegen van de oren had zijn
aanwezigheid verraden en nu begreep
Patricia, hoe ze hem gemakkelijk on
verhoeds tegen het lijf hadden kunnen
lopen.
Heel zachtjes, zodat ze het amper
verstond fluisterde Rodney: „Dat is
de olifant, die ik M'kubwa heb ge
noemd. Zie eens naar dat bloed op
kop en hals; het arme dier is gewond'.
In de schaduw leek de huid van het
beest donker grijs maar Patricia vond
de kleur op zij van dc kop nog wat
donkerder. Waarschijnlijk deed de
wond hem pijn en was hij in een ge
vaarlijke stemming, klaar om zijn
vijand te verpletteren.
„En nu de ellendeling die dit op zijn
geweten heeft" siste Rodney tussen
zijn tanden.
Zónder op antwoord te wachten, zette
hij er een stevige pas in, zich met een
omweg van dc rivier verwijderd, Pa
tricia haastte zich hem te volgen.
De aanblik van die gewonde reus
vond ze onvergetelijk, zodat ze bijna
even wraakzuchtig gestemd was als
Rodney. Met dat al leek het vooruit
zicht óp een botsing met een of meer
stropers allesbehalve prettig. Vermoe
delijk zou de opzichter nu een hoger
gelegen terrein opzoeken, om van
daaruit met behulp van zijn veldkijker
naar de daders uit te zien. En als hij
er een of meer betrapte, was de kans
groot dat hij ze gevangen naar de
overheid zou kunnen brengen.
„Wat wil je doen?" vroeg ze buiten
adem, maar het antwoord kwam van
andere zijde en wel in de vorm van
een luid gekraak boven haar hoofd,
onmiddelyk gevolgd door het geluid
van een schot.
„Omlaag" riep Rodney heftig, terwijl
hij haar bij de arm greep en zo krach
tig naast zich neerdrukte, dat ze bijna
op haar gezicht viel. „Plat als een
pannekoek!" bromde hij, toen ze lang
uit in het hoge gras lag, heel blij dat
niemand haar zo kon zien.
Toen Rodney even zijn hoofd ophief,
volgde er wéér gekraak dat klonk als
een felle zweepslag. Rodney vuurde
snel in de richting van een tamelijk
dichtbij op een heuvel gelegen bosje.
Patricia kon de verzoeking om ook
eens te kijken niet weerstaan en zag
juist hoe een in het bruin geklede fi
guur vlug achter een rots dook.
„Dat heeft hem benen leren maken",
zei Rodney met enige voldoening. Hij
wachtte nog even of de vijand ook
weer zou verschijnen, maar de man
had ginds schuilplaatsen genoer
vertoonde zich niet meer,
„Heb je op hem gemikt?" vroeg Pa
tricia.
„Neen, want dan zou ik hem wel ge
raakt hebben. Ik geloof dat de scho
ten uit dat kreupelbos kwamen en
schoot zelf op goed geluk die kant
uit. Blijf liggen; misschien zijn er
meer van die kerels.
„Hij heeft op ons geschoten" riep ze
verbijsterd en woedend. „De kerel
heeft heus geprobeerd ons le doden".
„Ja", beaamde Rodney kalm; het is
een gemeen stel: Somali's als het de
lui zijn die ik verdenk. Salim bin
Ibrahim in Barati zal wel de aan
stichter wezen".
„Maar het is schandelijk" hijgde Pa
tricia.
„Poging tot moord!"
„We kunnen niets bewijzen", hernam
hij bedaard. De autoriteiten zouden
besehuldigingen van onze kant zeker
ongegrond noemen. Ze zouden ver
klaren dat de man in een wanhopige
poging om te ontsnappen over ons
heen heeft geschoten: dat hij ons he-
maal niet wilde raken. Orh ja, waar
om zou je ook streng zijn tegen ondeu
gende kinderen?"
Hij had zonder enige bitterheid ge
sproken, de feiten eenvoudig gecon
stateerd zoals hij ze zag, feiten waar
mee hij bij het normaal vervullen van
zijn plicht nu eenmaal rekening moest
houden. Patricia was intussen over
tuigd, dat de euveldaders een lelijke
pijp zouden hebben gerookt als ze in
zijn handen waren gevallen,
j „We zullen nog een poosje wachten",
hernam hij, en daarna opstaan en ver
dwijnen. Ik kan je toch moeilijk laten
doodschieten. Ja. ik erken dat ze me
lelijk hebben verrast".
Hij vertelde niet, dat ze hem al eens
in zijn auto uit een hinderlaag hadden
beschoten en dat hij één-en-dezelfde
man aan beide pogingen tot moord
schuldig achtte. Intussen nam hij zich
stellig voor, op een gegeven ogenblik
met Hassani af te rekenen, hoe de re
gering er ook over mocht denken.
Ofschoon Rodney maar op de gis naar
een voor dekking geschikt lijkend bos
je had geschoten, had zijn kogel bijna
Hassani's haardos geruïneerd. De man
liep dan ook dodelijk verschrikt weg.
zorgend dat hrj rotsen en struikgewas
tussen zich en de schutter hield. Zyn
enig doel was, zo gauw mogelijk weer
by de kameraden te komen; de wraak
moest dan maar tot later worden uit
gesteld.
Hij moest wel anderhalve kilometer
lopen voor hij op het vlakke land bij
de rivier was, waar Abdi en Musa be
zig waren, de tweede olifant van zijn
slagtanden te ontdoen.
Bij zijn komst keken ze onthutst op.
Ze hadden wel het schieten gehoord,
maar gedacht dat hij de gewonde oli
fant had opgespoord en gedood.
„Laat alles maar liggen!" hijgde hij.
„We moeten vluchten. De opzichter
zit ons na; hij wil ons met zijn bos
wachters omsingelen. Vlug naar de
auto!"
„Wat blief? En dat ivoor hier achter
laten?" riep Abdi, ontzet over zo'n
groot verlies. Een van de slagtanden
was reeds geheel vrijgekomen, de an
dere bijna.
„O. stommerd dat je bent!" snauwde
de aanvoerder van het drietal. „Wc
hebben geen tijd om het mee te ne
men. Hij zal natuurlijk in zijn auto
naar huis rijden en zijn mannetjes bij
elkaar roepen. Die zullen ons dan na
jagen en pakken. Dit is een kwestie
van boete of gevangenis; hij zal ons
doden als hij kan. 11c heb twee keer op
hem eesehoten".
(Wordt vervolgd.).