noodlottige jacht V DE KERKEN Puzzel-rubriek Engelse staatskerk „verliest" dienaren maatschappij POTTER'S „LI N IA" Veebless k tutti will ZATERDAG 17 MAART 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 21 en de Geestelijken verdwijnen spoorloos In de beroemde Engelse „Crockford", die al meer dan honderd jaar verschijnt en op 2000 bladzijden een „Wie is Wie" van de Britse geeste lijkheid publiceert, waarin niet alleen de kleinste ge meenten, die alleen maar een kapelaan hebben, maar ook iedere Britse missieschool en alle sekten, waarvan de stich ter van Britse afkomst is, zijn opgenomen, bevindt zich in de jongste editie een nieuw hoofdstuk, dat handelt over zoekgeraakte geestelijken. Vermoedelijk zal liet bericht dat er per jaar in Groot-Brittannië 870.00 paraplu's en 98.000 koffers worden verloren, nauwelijks op zien baren, maar de bekendma king dat in de loop van de afge lopen jaren 143 Britse geestelijken spoorloos zijn verdwenen, is min der gemakkelijk aan te nemen. De hoofdredacteur van „Crookford", Bertram Butcher, kan niettemin liet bewijs leveren, dat het cijfer van verloren geraakte geestelij ken juist is, daar lijj in de loop van liet afgelopen jaar naar deze dominees, vicarissen en kapelaans naspeuringen heel't verricht, die geen succes opleverden. De uitge ver wendde zich tot de politie, liet opsporingsadvertenties in de dagbladen plaatsen, hij heeft vrienden en verwanten van de ge zochte geestelijken opgezocht en heeft zich ook tot die bisschoppen gewend, in wier diocees de betrok kenen werkten. Van 28 geestelijken hoorde men, dat zij hun ambt vrijwillig hadden neergelegd, om een nieuw beroep te beginnen. Van 57 spoorloze geestelijken moet men nu wel aan nemen dat zij in de oorlog vielen en als onbekende slachtoffers zijn geregistreerd. Van 19 geestelijken vermoedt .men dat zij het slacht offer werden van verkeersonge lukken en tenslotte is er reden om te geloven dat 15 missionaris sen op onbekende plaatsen om het .leven kwamen. Hoewel men dus voor het verdwijnen van 119 gees telijken een redelijke verklaring kan vinden, waarom de aan hen gerichte brieven als onbestel baar terugkwamen blijft men over een groep van 143 geheel in het duister tasten. Nieuw hoofdstuk Aangezien zij noch uit hun ambt zijn verwijderd, noch uit de En gelse Staatskerk zijn gestoten, noch zelf hun ambt hebben neer gelegd, heeft de „Crockford" be sloten een nieuw hoofdstuk aan het naslagwerk toe te voegen dat de titel draagt „verdwenen en tot dusver onvindbare geestelijken". Het bevat de namen van dominees en kapelaans die de laatste twin tig jaar spoorloos zijn. Bovendien nam men het bepaald vriendelijke besluit aan deze lijst ook toe te voegen de namen van geestelijken, die niet verdwenen zijn en die de kerk nog toebehoren, maar die niet meer in een gemeente staan, omdat ze zich als gedetineerde in een Engelse strafgevangenis be vinden. Men heeft hun naam uit het alfabetisch register verwij derd, omdat daarin ook altijd de gemeente genoemd wordt, waai de geestelijke zijn ambt uitoefent, en bovendien zijn adres. Men wil de deze gestranden de schande besparen achter hun naam de aantekening gedrukt te zien „op het ogenblik verblijvend in Harer Majesteits gevangenis Dartmoor of Pentonville". Ook geestelijken zijn mensen met menselijke zwakheden en er zijn er onder hen die zonden en straf bare handelingen begaan. De uit gever van de Britse Kerkalmanak weet dan ook van enkelen van de gezochten, dat ze nog in leven zijn, maar dat ze naam, beroep, woonplaats en in enkele gevallen zelfs vaderland voor een ander verruild hebben. Velen van de 143 gezochte, geestelijken wonen er gens in Groot-Brittannië of in het Gemenebest, en zijn op het ogen blik in de meest verscheidene be roepen werkzaam. Bijvoorbeeld omdat ze zich verloren in een an dere vrouw, maar niet konden of niet wilden scheiden, en toch geen afstand van hun geliefde konden doen. Sommige geestelijken bekenden, dat ze de voor hun beroep vereiste standvastigheid niet konden op brengen en wisselden daarom van beroep. Het staat echter wel vast dat het merendeel van de gezoch ten niet meer kon rondkomen van het traktement. Ze hadden te grote verplichtingen, zelfs zware schulden en ze zagen daarom in een vlucht in de onbekendheid hun laatste uitweg. Nog groter En daarmee wordt men gecon fronteerd met- een onthutsende situatie, die de zekerheid inhoudt, dat de lijst van 143 niet zal afne men, maar eerder in de loop der jaren nog groter zal worden. In Groot-Brittannië bestaat namelijk geen kerkelijke belasting. De geestelijken worden óf door de Staatskerk betaald óf ze worden, op grond van oude bepalingen, be loond door de landedelen, aan wie een dorp of een parochie, de kerk inbegrepen, toebehoort. Het te genwoordige inkomen van de Britse geestelijkheid is meestal een minimum, dat ver beneden de bestaansgrens ligt. Uitgaande van de gegevens van de Britse rege ring, volgens welke het gemid delde weekinkomen van de bevol king thans 12 pond en 17 shilling Nieuwe bijbelvertaling op Kerstmis in Zweden Op Kerstmis van dit jaar zal in Zweden een vertaling verschijnen van de bijbel in moderne taal zo als die onlangs in Engelaud is uitgegeven. De laatste bijbelvertaling ver scheen in Zweden in 1917. Men acht de tekst ervan te gezwollen om door iedereen te kunnen wor den begrepen en gewaardeerd. bedraagt, moeten de inkomens van vele Britse geestelijken min stens bevreemdend worden ge noemd. Bijverdiensten Het is geen wonder dat vele Brit se geestelijken na iedere gods dienstoefening de kaarsstompjes in hun kerk verzamelen, omdat ze voor een pond waskaarsen 18 pen ce en voor een pond stearinekaar- sen 4 pence ontvangen. Het is geen wonder dat geestelijken bij lessen geven, van huis tot huis gaan om boeken en tijdschriften te verkopen, zelfs brood, melk of kranten bezorgen, tussen 7 en 10 uur 's morgens brieven bestellen, of andere bronnen aanboren om geld te verdienen, om hun bekla genswaardig inkomen te verhogen en om niet te verhongeren. Dat vooral geestelyken in kleine en arme plattelandsgemeenten weinig verdienen is algemeen be kend. Dat bij een aantal van die kapelaans en dominees op een goede dag het tijdstip komt, dat ze hun tegenwoordig bestaan niet meer aan kunnen en hun zwarte kleed voor een gewoon pak of een overall verruilen, wordt, door de bekendmaking in de Engelse kerkalmanak nu bevestigd door die rubriek met de namen van de 143 geestelyken die spoorloos zijn verdwenen. Om misverstanden te voorkomen in dit cyfer zijn niet begrepen de 265 geestelijken, die officieel hun bisschop verzochten lien van hun plicht te ontheffen, omdat ze hun kerkelijke arbeid om economische redenen moesten neerleggen. De 143 verdwenenen zijn alleen die zielszorgers, die geen uitweg meer zagen en die onderdoken, om weer als mens te kunnen leven. Honderden nazi's wachten op berechting De minister van justitie van de Westduitse deelstaat Baden-Wuert- temberg, dr. Wolfgang Haussman. heeft in het parlement verklaard, dat ongeveer tweehonderd nationaal- socialisteu, die van moord worden verdacht, aan de justitie hebben we len te ontkomen. Iets meer dan duizend nazi's, die had den deelgenomen aan massamoord, zijn schuldig aan misdaden waarvoor vervolging nog steeds mogelijk is. Meer dan tachtig procent van hen is bij name bekend en wordt systema tisch berecht, aldus de minister. Dr. Hausmann verklaarde het boven staande naar aanleiding van bewe ringen van een vrouwelijke officier van justitie in Mannheim, dr. B. Just-Dahlmann, dat tot de Westduit se politie tal van moordenaars zou den behoren. (Advertentie) Tegen hoest en Keelpij" Uitwerking frappant'' KERKNIEUWS Ds. G. Visser met emeritaat j Om gezondheidsreden is door de clas sis Gorinchem vervroegd emeritaat verleend aan ds. G. Visser, predikant van de gereformeerde kerk van Bo ven Hardinxveld. Ds. Visser was van 1946-1949 predi kant te Wissenkerke. Op 20 maart 1949 verwisselde ds. Visser deze ge meente met die van Boven Hardinx veld.. Ds. Visser zal na zijn emeritaat voor lopig te Boven Hardinxveld blijven wonen, d.w.z. totdat hij een werkter rein voor geestelijke arbeid heeft ge vonden, waar hij zich ook metter woon kan .vestigen. NED. HEKV. KERK Beroepen te Schrevelduin-Kapelle: L. Kievit te Putten; te Geldrop (toez.): W. C. van Dam, luchtmacht predikant te Rijen (N.-Br.); te Hat- tem (derde pred.plaats)G. J. van de Bogerd te Huizum (Fr.). Benoemd tot bijstand in het pasto raat te Bilthoven: ds. M. Ottevanger, a.s. emeritus predikant te Leiden. Bedankt voor Aagtckerke: R. Hengstmangers, vicaris te Vlaardin- gen. I I J de enige echte 73 74 SO 85 De puzzelrubriek heeft in de afgelopen weken een nieuwe mijlpaal bereikt: het aantal deelnemers steeg namelijk ruim boven de duizend en bedraagt thans 1047. Na lang puzzelen onzerzijds werden de prijzen als volgt ver deeld: de waardebon van f 5,gaat deze week naar B. J. Danckacrts, Beatrixlaan 33, Vlissingen; de waardebonnen van f 2,50 komen terecht bij J. v. d. Jagt, Prins Hendrikstraat 9, Sint-Philipsland; mevr. Ba reman, Koenestraat 26, Amerongen en J. A. de Hullu-Bouwens, Prinses Bcatrix- straat 10, Sclioondijke. De oplossing luidt: HORIZONTAAL: 1. Scaldis; 6. armslag; 12. dijen; 14. Al va; 15. open; 17. rik; 19. page; 21. gal; 22. P.B.O.; 24. als; 27. ten; 28. ar; 29. Manteling; 32. V.E.; 33. ne der: 34. Sem; 35f ouden; 36. tel; 38. wel; 39. op; 40. lek; 41. mep; 42. Kt.; 43. Se; 44. Aga; 46. G.GD.; 48. op; 50. Tsaar; 51. K.R.O.; 53. oases; 54. ut; 55. lijnwerker; 58. ra; 59. wed; 61. sla; 62. Aad; 63. wil; 64. drum; 66. lijn; 68. pest; 69. aspekt; 72. zwarte; 74. Etten; 75. Kolff. VERTIKAAL: 1. slogan; 2. adel; 3. lijn; 4. de; 5. in; 7. ra; 8. ml; 9. svp; 10. laat; 11. grenen; 13. mi; 16. pareloesters; 17. rots; 18. kalm: 20. geveltoerist; 22. parelgrijs; 23. b.n.; 25. li; 26. snoep goed; 29. met; 30. eed; 31. gul; 37. Lea: 38. weg: 43. stuwdam; 44. aal; 45. Ore; 47. dar; 49. psalter; 51. kwak en. Oran; 56. nl.; 57. ka; 60. dupe; 63. werf; 6o. met; 67. ijs; 68. paf: 70. Kt: 71. te; 72. z.o. 73. w.l. De i luidt: voor mensen die kwaliteit verlangen re opgav< HORIZONTAAL: 11. discipel van Jezus; 6. onzin, klets- j praat; 11. scheepvaartmaatschappij, (Advertentie) 1 BINNENVERINGBED het beste bed ooit gemaokt L SCHUIMRUBBERBED 1 :t versterkte middensector W ffi&et IK WEET NOG NIET EENS WAAR HEEN MOET VLIEGEN. OUDE HENRyoiETZ HEEFT ME VOOR DAT BAANTJE AANGENOMEN EN HÜ DOET ER VERDRAAID geheimzinnig fabrieken Zevenbergen i f IK VRAAG ME AF WAAROM DAT KAR WEITJE ZO STIEKUM IS, MAAR MORGEN VLIEG IK ER HEEN EN DAN ZAL IK HET 'WETEN. LATEN WE EEN EINDJE GAAN R'JDEN die vroeger de afvaarten van Vlissin gen naar Engeland verzorgde; 14. on misbare voedingsstof: 15. dicht bij elkaar; 16. wordt met behulp van een boog weggeschoten; 17. de twee let ters na de „t"; 18. kleine gemeente; 20. ernstig; 21. plaats in Duitsland; 22. geboren (afk.); 24. baksel: 26. half; 28. met water doortrokken grond; 30. eer bewijzen; 32. het lot laten beslissen; 35. regen; 36. sluwe; 39. toverkunst: 41. krijt; 43. voort during; 44. onberispelijk; 45. knorre pot; 48-. onverschrokkenheid; 50. lid woord; 51. alstublieft (afk.); 53. hangt vaak voor de zon; 55. vetarm; 57. vrouw van Abraham; 59. geschikt voor de omloop (geld); 62. noodsein; 64. voegwoord; 65. iemand die steelt; 68. niet vroeg; 70. plezier: 72. Zeeuw se wapenspreuk (afk.); 73. dialecti sche uitspraak van ..gij": 75. vat; 77. profeet (O.T.); 79. de (Fr.); 80. per soon (mannelijk): 81. hartstochtelijk; 83. stad in Engeland; 85. kijk! (uit roep); 86. dorp in Zeeland; 87. gil, schreeuw. VERTICAAL: 1. jonkheid; 2. ooievaar; 3. dienstwil lige (afk.); 4. Alg. Inspectiedienst (afk.); 5. afgesneden rechte tak; 6. sleutels, die op verschillende sloten passen; 7. waterpeil (afk.): S. hert; 9. uit Ierland afkomstig: 10. hemels wezen; 11. doet de brandweer: 12. lengtemaat; 13. agrarische organisa tie in Zeeland; 19. stuurinrichting; 23. angstig: 25. deel van een bloem; 27. schip onlangs door „De Schelde" afgeleverd; 29. teken; 31. faam; 33. lyrisch jfedicht; 34. kleurling; 36. tijd vak: ~st. onderwijsvorm (afk.): 39. menigte; 40. waardeloze resten; 42. Instituut v. Keuring van Elektro- techn. waren in Arnhem; 46. kraak- beenvis; 47. vochtig; 49. handeling: 52. soort bonbon; 54. bekwaam; 56. nuk: 58. papegaai: 60. autoberg plaats; 61. vlinderbloemige plant: 63. morgen (Fr.); 66. dorp in Drente; 67. fuif: 69. voornaam; 71. vertaler: 73. gasbedrijf in Zeeland; 74. streling: 76. Ned. Nat. Schuld (afk.); 78. Soc. Econ. Raad (afk.): S2. vervoeging van „zijn"; 84. riviertje in Friesland. ieuillclon WWVVIWWflMMfWVVWVVVIMHmAMMIV 44 Zc kwamen van de ene open plek in de andere. Er waren grote en kleine, alle van elkaar gescheiden door een strook krcupelbos en omgevallen bo men. Hier en daar zagen ze sporen van klein wild eri soms slopen ze mi nutenlang door tunnels van doornig struikgewas, reeds donker onder het zware bladerdak. Steeds wezen de grote ondiepe prenten van de olifant, met de karakteristieke ronde teenaf- drukken, hun onfeilbaar de -juiste weg. Rodney liep vooral in het kreupelbos uiterst behoedzaam en hield altijd voor ze weer in de ruimte kwamen even stil om onder takken en door bladeren heen te gluren. Nooit sloeg hij een hoek om zonder zich eerst te vergewissen wat er achter lag;. Blijk baar verwachtte hij, dat liet dier zich verdekt had opgesteld en wilde hij de olifant ontdekken voor deze het hem deed. Er was slechts weinig wind, die hun gelukkig tegemoet woei, zodat ze alle kans kregen, de reus heel dicht to naderen zondei dat hij hen in het vizier kreeg. Mits ze dat sprak van zelf heel" stil waren en op hun hoe de bleven. Zo gebeurde het ook. Op een gegeven ogenblik hield Rodney, juist weer van iIiiim' Mnryruve lïinrlcy plan uit liet struikgewas naar buiten te treden, plotseling stil, staarde recht vooruit en liet zich toen langzaam op een knie zinken. Patricia volgde on middellijk zijn voorbeeld. Hij bleef geruime tijd bewegingloos, tei-wijl haar hart pijnlijk snel klopte en ze het van spanning wel had wil len uitschreeuwen. Daarop wendde hij langzaam het hoofd om, keek haar veelbetekenend aan en wenkte even met zijn kin. Zachtjes kroop ze naast hem en tuurde onder een dichte massa lakken en bladeren door. Ze zag een van de vele met gras be groeide plekken, overgoten van zon licht, maar hier en daar beschaduwd door de omringende bomen. Aanvan kelijk kon ze er geen beweging on derscheiden, doch eensklaps trok een licht geritsel in de schaduw der dicht opeenstaande bomen haar aandacht en zag ze het enorme lichaam van een blijkbaar rustende olifant, die zachtjes met de oren klapperde. Het dier stond met de kop naar hun kant en scheen op de uitkijk, alsof het vervolging vreesde. Slechts het lang zaam bewegen van de oren had zijn aanwezigheid verraden en nu begreep Patricia, hoe ze hem gemakkelijk on verhoeds tegen het lijf hadden kunnen lopen. Heel zachtjes, zodat ze het amper verstond fluisterde Rodney: „Dat is de olifant, die ik M'kubwa heb ge noemd. Zie eens naar dat bloed op kop en hals; het arme dier is gewond'. In de schaduw leek de huid van het beest donker grijs maar Patricia vond de kleur op zij van dc kop nog wat donkerder. Waarschijnlijk deed de wond hem pijn en was hij in een ge vaarlijke stemming, klaar om zijn vijand te verpletteren. „En nu de ellendeling die dit op zijn geweten heeft" siste Rodney tussen zijn tanden. Zónder op antwoord te wachten, zette hij er een stevige pas in, zich met een omweg van dc rivier verwijderd, Pa tricia haastte zich hem te volgen. De aanblik van die gewonde reus vond ze onvergetelijk, zodat ze bijna even wraakzuchtig gestemd was als Rodney. Met dat al leek het vooruit zicht óp een botsing met een of meer stropers allesbehalve prettig. Vermoe delijk zou de opzichter nu een hoger gelegen terrein opzoeken, om van daaruit met behulp van zijn veldkijker naar de daders uit te zien. En als hij er een of meer betrapte, was de kans groot dat hij ze gevangen naar de overheid zou kunnen brengen. „Wat wil je doen?" vroeg ze buiten adem, maar het antwoord kwam van andere zijde en wel in de vorm van een luid gekraak boven haar hoofd, onmiddelyk gevolgd door het geluid van een schot. „Omlaag" riep Rodney heftig, terwijl hij haar bij de arm greep en zo krach tig naast zich neerdrukte, dat ze bijna op haar gezicht viel. „Plat als een pannekoek!" bromde hij, toen ze lang uit in het hoge gras lag, heel blij dat niemand haar zo kon zien. Toen Rodney even zijn hoofd ophief, volgde er wéér gekraak dat klonk als een felle zweepslag. Rodney vuurde snel in de richting van een tamelijk dichtbij op een heuvel gelegen bosje. Patricia kon de verzoeking om ook eens te kijken niet weerstaan en zag juist hoe een in het bruin geklede fi guur vlug achter een rots dook. „Dat heeft hem benen leren maken", zei Rodney met enige voldoening. Hij wachtte nog even of de vijand ook weer zou verschijnen, maar de man had ginds schuilplaatsen genoer vertoonde zich niet meer, „Heb je op hem gemikt?" vroeg Pa tricia. „Neen, want dan zou ik hem wel ge raakt hebben. Ik geloof dat de scho ten uit dat kreupelbos kwamen en schoot zelf op goed geluk die kant uit. Blijf liggen; misschien zijn er meer van die kerels. „Hij heeft op ons geschoten" riep ze verbijsterd en woedend. „De kerel heeft heus geprobeerd ons le doden". „Ja", beaamde Rodney kalm; het is een gemeen stel: Somali's als het de lui zijn die ik verdenk. Salim bin Ibrahim in Barati zal wel de aan stichter wezen". „Maar het is schandelijk" hijgde Pa tricia. „Poging tot moord!" „We kunnen niets bewijzen", hernam hij bedaard. De autoriteiten zouden besehuldigingen van onze kant zeker ongegrond noemen. Ze zouden ver klaren dat de man in een wanhopige poging om te ontsnappen over ons heen heeft geschoten: dat hij ons he- maal niet wilde raken. Orh ja, waar om zou je ook streng zijn tegen ondeu gende kinderen?" Hij had zonder enige bitterheid ge sproken, de feiten eenvoudig gecon stateerd zoals hij ze zag, feiten waar mee hij bij het normaal vervullen van zijn plicht nu eenmaal rekening moest houden. Patricia was intussen over tuigd, dat de euveldaders een lelijke pijp zouden hebben gerookt als ze in zijn handen waren gevallen, j „We zullen nog een poosje wachten", hernam hij, en daarna opstaan en ver dwijnen. Ik kan je toch moeilijk laten doodschieten. Ja. ik erken dat ze me lelijk hebben verrast". Hij vertelde niet, dat ze hem al eens in zijn auto uit een hinderlaag hadden beschoten en dat hij één-en-dezelfde man aan beide pogingen tot moord schuldig achtte. Intussen nam hij zich stellig voor, op een gegeven ogenblik met Hassani af te rekenen, hoe de re gering er ook over mocht denken. Ofschoon Rodney maar op de gis naar een voor dekking geschikt lijkend bos je had geschoten, had zijn kogel bijna Hassani's haardos geruïneerd. De man liep dan ook dodelijk verschrikt weg. zorgend dat hrj rotsen en struikgewas tussen zich en de schutter hield. Zyn enig doel was, zo gauw mogelijk weer by de kameraden te komen; de wraak moest dan maar tot later worden uit gesteld. Hij moest wel anderhalve kilometer lopen voor hij op het vlakke land bij de rivier was, waar Abdi en Musa be zig waren, de tweede olifant van zijn slagtanden te ontdoen. Bij zijn komst keken ze onthutst op. Ze hadden wel het schieten gehoord, maar gedacht dat hij de gewonde oli fant had opgespoord en gedood. „Laat alles maar liggen!" hijgde hij. „We moeten vluchten. De opzichter zit ons na; hij wil ons met zijn bos wachters omsingelen. Vlug naar de auto!" „Wat blief? En dat ivoor hier achter laten?" riep Abdi, ontzet over zo'n groot verlies. Een van de slagtanden was reeds geheel vrijgekomen, de an dere bijna. „O. stommerd dat je bent!" snauwde de aanvoerder van het drietal. „Wc hebben geen tijd om het mee te ne men. Hij zal natuurlijk in zijn auto naar huis rijden en zijn mannetjes bij elkaar roepen. Die zullen ons dan na jagen en pakken. Dit is een kwestie van boete of gevangenis; hij zal ons doden als hij kan. 11c heb twee keer op hem eesehoten". (Wordt vervolgd.).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 13