Persevero: doorzetten, devies van Papoea Vrijwilligers Korps Grootmeesters in het sluipen PHILIPS ALLEEN ADANIS ONTBREKEN Gebonden aan Nieuw-Guinea Bel nu uw handelaar op en zie vanavond in uw eigen huiskamer de Europese kampioenschappen kunstrijden op de schaats op TELEVISIE VRIJDAG 2 MAART 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 31 ERGENS in het bos, 17 kilometer van Manokwari, niet ver van de baai. De zon heeft geen enkele kans door de lawine van groen heen te dringen. Overal rondom ons zijn vogelgeluiden: de door dringend-schelle van loeries en het bescheiden, verstolen koeren van kroonduiven. De hitte hangt als een vochtige doek over het stuk jungle: vliegen gaan gulzig te gast aan het zweet, dat rijkelijk van ons afstroomt. De dienstdoende sergeant-majoor G. N. Hakkenberg, mager, diep bruin verbrand door een indrukwekkend aantal tropenjaren, wijst op iets in het bos en zegt: kijkdaarziet U 'm? Hij wijst op iets, dat precies even groen is als de rest van het bos. Ei- is geen enkel verschil. Varens, struiken, mos< planten in eindeloze variatie. Toch moet iets daar een mens zijn. Een Papoea. Een onder deel van het Papoea Vrijwilligers Korps. Wij kijken links en rechts, lopen naar voren en zien nog steeds niets. Totdat sergeant-majoor Hakkenberg zijn -arm uitstrekt en wederom op iets wijst. En clan, plotseling, zien we die Papoea. Hij ligt languit In het groen en vormt een organisch geheel daarmee. Wie niet thuis is in de jungle, dat wil dus zeggen praktisch iedere niet-Papoea, die kan tienmaal op een halve meter afstand passeren en zal die man niet zien. Omdat die man een meester, nee, een grootmeester is, in de kunst van het camoufleren. Omdat het bos, sinds een eindeloze rij generaties, zijn huis is, zijn wereld. Voor hem is er niets vreemds, niets onheilspellends aan dat bos. Hij voelt er zich even goed thuis als U, die dit leest, in de straat waar U woont. We beleven een stukje hoge school camouflage-techniek van een twintigtal Papoea's, die deel uitmaken van het korps, dat momenteel bezig is zijn één jarig bestaan te herdenken. En de zaak wordt zonder meer ver bijsterend, als deze 20 een demon stratie geven van besluipen-in-de- praktijk. Wij staan op het ogen blik temidden van de 20 en zien er niet één. Toch weten we dat ze praktisch onder handbereik moe ten zijn. Maar we zien ze niet... wc horen ze niet... geen enkel ge ritsel, geen enkel geluid, niets. Alleen de loeries en de kroondui ven zijn er. Het is ronduit ge heimzinnig, bijna griezelig, te we ten dat je omringd bent door 20 Papoea's" en er niet één kunt zien. Men moet zich niet afvragen, hoe men zich moet voelen als men zich daar niet als vriend, maar als vijand bevindt. Men moet er niet aan denken, dat men zich voor deze twintig moet verstoppen. Of dat men moet trachten hun te ontvluchten. Het lijkt een vol maakt kansloze aangelegenheid. En dat lijkt het niet alleen, het is het ook. Als schimmen Als ze te voorschijn komen, blijkt dat geluidloos te gebeu ren. Wat wij dan beleven is het wonder dat je zou kunnen noemen: super-padvinderij, super- scouting. Deze 20 Papoea's, ge huld in hun groene uniformen (kleur volkomen gelijk aan de kleur van het bos) werken zich als schimmen naar voren. Geen varen beweegt, geen takje kraakt. En ook dat is iets dat een beetje angstaanjagend aandoet. Omdat t het haast onnatuurlijk is. Omdat wij. Europeanen, dat niet kunnen begrijpen, omdat wc het niet kun nen. Èn nóóit zullen kunnen. Om dat een blanke, op hoge uitzonde ring na. in het bos een dilettant blijft, een goedwillend amateur. Omdat het bos ons vreemd is, en hun bekend. Dan komen ze eruit, dat wil zeg gen: er verschijnen 20 levende struiken. Ze komen langzaam naar voren, in één rij. Levende varens. Achter de bladeren glanst soms iets zwarts of donkerbruins; een deel van het gezicht, of van een been, van de mens achter en in die struik. Dit was de eerste maal dat wij een onderdeelvan het één jaar oude Papoea Vrijwilligers Korps in actie zagen, van het korps, ge vormd door uitsluitend Papoea's, met daarboven (tot nu toe) alleen een Europees kader. Het is de be doeling het kader zo snel mogelijk te Papoeaniseren. Uit vrijwel alle stammen Wat is dit voor een „leger" Hoe ontstond het en wat wil het? De commandant, de kolonel der mariniers W. A. van Heuven, heeft er ons van verteld, 17 kilometer van Manokwari, in het kamp van het korps. Het verhaal van een man. die kennelijk trots is met het tot nu toe bereikte resultaat. Het- ver haal van een man ook, die met opvallend veel sympathie over zijn mannen, dat wil dus zeggen de Papoea's, sprak. Het werd ver teld een kwartier nadat we de vlaggenparade hadden meege maakt: de hele troep aangetreden op het plein voor de kazernes, een hoorn-signaal en hethijsen van twee vlaggen: de Nederlandse en die van Nieuw-Guinea. Een paar honderd man stond stram, dood stil, en zichtbaar ernstig het cere monieel te ondergaan. Het was in ieder opzicht een plechtig moment. Ook, omdat daar Bïakkers stonden naast man nen van de Wisselnieren, uit het Centrale Bergland dus, Papoea's van Hollandia naast Arfakkers, Mappiërs naast Moejoe's, man nen van Fall Fak naast mannen uit de Radjah Ampat. Uit het noorden en het. zuiden, uit het westen en het oosten. Eén stam ontbrak: die uit de Baliem. De Danis. Een voorbeeld van samen gaan van stammen, dat tot voor kort als onmogelijk gold. Het blijkt mogelijk. Dat is de ervaring rijdens ons bezoek aan het Papoea Vrijwilligers Korps kwamen wij in contact met de reserve 1ste luitenant der in fanterie A. G. H. Wiggers, een voormalig administratief ambte naar van het binnenlands bestuur van Nieuw-Guinea. Gedurende vier jaar was hij als zodanig werkzaam voor het gouverne ment. Hij nam ontslag en werkte nog een half jaar bij de radio. Daarna nam hij dienst bij het Papoea Korps, waar hij werk zaam is als wervingsofficier en voorts als liaisonofficier tussen bet korps en het gouvernement. Wij vroegen de luitenant Wiggers waarom hij, na zijn heengaan uit het bestuur, op Nieuw-Guinea wenste te blijven. Zijn antwoord was: „Omdat ik niet buiten Nieuw-Guinea kan". Rechts richten! Het Papoea Vrij willigers Korps in het officiële uniform. van dit eerste jaar. Sinds jaren was de behoefte gevoeld aan een werkelijk mobiele groep soldaten, die dit land aan kon. Met Euro peanen kan men veel bereiken, maar er zijn grenzen. Die grenzen liggen voor de Papoea's veel ver der. In 1951 werd een rapport opge steld, maar het zou jaren duren eer het plan gerealiseerd kon worden. Het werd tenslotte door gedreven en aan dat doordrijven zijn de namen van staatssecreta ris Bot en gouverneur Platteel ten nauwste verbonden. doorsnee-Papoea omdat ze ge leerd hebben wat discipline is, orde, tucht en organisatie. Als dit land aan iets behoefte heeft dan wel aan dat soort Papoea's. Vanaf het begin was het principe, zoveel mogelijk stammen te laten vertegenwoordigen opdat met recht van een nationaal korps zou kunnen worden gesproken. De paar honderd Papoea's zijn thans verdeeld in tien klassen, die vol komen door elkaar gemengd zijn wat ras betreft. En het is gelukt. Van ras-controverses heeft men praktisch niets gemerkt. De keuze was groot, omdat het aanbod buitengewoon vlot waB. Het gouvernement deed de eerste keuze en zorgde tevensvoor de eerste keuring. Persevero Er is met zorg tewerk gegaan met betrekking tot het uni form van de soldaten. Kolonel Van Heuven vroeg zich af, aan welke kleuren de gemiddelde Pa poea de voorkeur geeft. Dat ble ken rood, zwart en wit te zijn. Met het rood en zwart werd dus terdege rekening gehouden, toen het uniform moest worden vast- Drie jaar Kolonel Van Heuven werd op gedragen het korps te vor men. De omvang ervan werd al direct beperkt door het be schikbare kader. Men wilde ko men Lot het jaarlijks aantrekken van 200-300 Papoea's, die na drie jaar dienst niet in aanmerking komen voor bevordering tot ser geant, worden ontslagen. Dat heeft twee voordelen. In de eerste plaats is het goed als men steeds over nieuwe, jonge krachten kan beschikken en vervolgens verster ken de afgezwaaiden het potenti eel van Papoea's, die aanzienlijk meer weten en kennen dan de gesteld. Een praktische groene jas en broek. Dat „bospak" kan echter op eenvoudige manier wor den veranderd in een bijzonder kleurig uniform met rode schou derbedekkingen, koperen knopen, en bij parades, met een brede rode sjerp om de middel. Het geheel levert een uitermate schilderach tig tafereel op, dat nog wordt versterkt door de hoed met opge slagen rand, voorzien van een pluim en rode band. Als embleem koos men de kasu- aris. Waarom? Omdat dit een Zoals bij alle soldaten, komt het ook in het Papoea Vrij willigers Korps nogal eens voor, dat de ene rekruut de an dere plaagt, „voert", of voor de gek houdt. Ze kunnen er niet te gen en worden snel „maloe", be schaamd. Een enkele maal heeft dat tot bijna dramatische conse quenties geleid in het Jcamp. Óp een avond kreeg een der ka derleden melding van het feit, dat een soldaat van plan teas zelf moord te plegen. Hij begaf zich naar de plaats waar zich het drama afspeelde en vond daar in derdaad een Papoeadie aan uiterste wanhoop ten prooi was. Reden: een paar collega's hadden hem zijn kleine postuur verweten. Hij was, volgens hen, een soldaat van niets. Het kaderlid nam hem mee naar zijn bureau en sprak lang met hem. Dat bleek voldoende. Hij hing zich niet op. Dat was trou wens ook niet meer nodig, nadat de collega's onder handen waren genomen. Het eindigde met hand drukken! vechter is,-"een doorzetter, een ty pisch voorbeeld van energie en vastberadenheid. Doorzetten... PERSEVERO.... Is het devies van het korps, dat een goed devies is, ook al wordt het door enkele on derofficieren verbasterd tot „ik pers door". \an 16 tot 20 Toen de vrijwilligers zich meld den, waren er aanzienlijk veel mageren bij, jongens die on dervoed waren. De meesten heb ben sindsdien armen en benen gekregen die tweemaal het aan vankelijke formaat bezitten. De physieke toestand van het totale korps is voortreffelijk, ondanks het feit dat er hard gewerkt wordt. Van half 6 's morgens tot half 10 's avonds is men met en kele pauzes, bezig. Het werk in het bos is spel voor de korpsleden. Een spel, dat ze met groot plezier beoefenen. Het zal niet lang duren, of de eerste patrouilles zullen, onder eigen Pa poea's kader, kunnen uittrekken. Toegevoegd aan de mariniers, zal door ben belangrijk werk kunnen worden verricht. Vanaf de eerste dag wordt hen bijgebracht, dat karabijn en bajo net de allerbelangrijkste zaken zijn. De karabijn is voor verreweg de meesten een tweede „ik" ge worden, een heilige zaak. Niet één gaat slapen, alvorens zijn geweer is ingevet en liefderijk behandeld. De leeftijden variëren van 16-20. Soldij: 31 gulden in de maand, bestemd voor sigaretten en ande re kleinigheden. Tweederde deel is protestant, eenderde katholiek. Zowel een predikant als een vloot- aalmoezenïer zijn aan het korps toegevoegd. Er zijn dan ook nog 3 moslims, 1 uit Radjah Ampat en 2 uit Fak Fak. De voeding le verde geen probleem op, ondanks het feit, dat de Papoea's uit 30 verschillende streken kwamen. Ondanks het feit ook, dat het ene deel als hoofdvoedsel vis bezat, het andere sago en weer een an der knollen (batatten). Er werd één menu ingevoerd, bestaande nït rijst, vlees, gToenten, fruit en koffie. Het is hun best bekomen. Zelfs de bergen rijst, die de eerste tijd werden verwerkt omdat men kennelijk nog onverzadigd was. In de vrije uren wordt gevoetbald, gevolleybald, gepingpongd, ge damd en geschaakt. Eigen spellen ziet men niet. Soms zitten er een paar 's avonds wat psalmen te zingen. Ze zijn bezeten van (mier zoete) limonade, en draaien bijna allemaal zwarte shag alsof ze nooit anders gedaan hebben. Ze wassen zich tweemaal per dag en zouden het liever viermaal doen. Ze poetsen, vanaf de eerste dag, hun tanden. Ze zijn, zoals alle Papoea's, emo tioneel en niet gewend iets sa men te doen. Dat moet geleerd worden. Ook het begrip „sportivi teit" is iets dat hun vreemd is Ze hebben alle normale eigenschap pen van alle soldaten ter wereld. Er zijn intelligenten en dommen, eenvoudigen van geest en ijdelen. Wij lieten een van hen, geheel ge kleed in zijn uniform, fotografe ren in kleuren en in zwart-wït. Toen de fotograaf klaar was, kwam hij naar hem toe en vroeg twee afdrukken te mogen ontvan gen. Dat was soldaat no. 041, uit Hollandia. Zijn naam: Wauw. Eén. voor de familie in het verre Hol landia, één om zelf te behouden. Het is niet zo moeilijk een aan tal voorbeelden te geven van vergissingen die deze mensen maakten toen ze deze voor hen totaal nieuwe wereld ingingen. Allicht. Maar is het zo vreemd dat een Papoea, die zó uit het bos komt, de kraan van de leiding afdraait omdat het dan sneller gaat en blijft gaan? Tronwens, dat gebeurt maar één keer. Indien zich één soort Papoea's snel heeft weten aan te passen aan het mo derne leven" dan dezen. De mees ten werden per vliegtuig van hun woonplaats naar Manokwari ge transporteerd. Vlogen dus voor het eerst. Velen waren bang, om dat de wereld onder hen zo klein werd. Is dat vreemd? Het kamp van het Papoea Vrij willigers Korps in de omgeving van Manokwari.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 7