Scheep
sjongen van 15
vond revolver uit
[AMBURGSEramp kwam niet
als dief in de nacht
op eik dubbelgrootjiak
Limburg vreest een
Duitse invasie
WOENSDAG 2S FEBRUARI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
WOOOOOOO(XX»OOOOa)OaXXXXXXXXXX)OOOOOOOOOOOOOOOOOCöOOOOOOOOOOOOOOOOOCöOÖ3(XXXX»OOOOOOOOOOOOOö!XXX)OOOOÖOOOÖOOOOOOOOOqO
Maar er was te weinig gedaan
aan dijkherstel
(Van een speciale verslaggever).
Kwam de ramp van de zeventiende februari voor Noord-
Duitsland als „een dief in de nacht?". Ik heb de laatste
dagen aan tientallen mensen deze vraag voorgelegd. De
gemiddeld? burger van de vrije Hanzestad knikte heftig van
ja, want vcor hem kwam deze catastrofe onverwacht. Jawel,
de sirenen hadden wel geloeid, maar „wie let daarop?". Heel
wat Hamburgers hebben er gewoon doorheen geslapen. „Een
ramp? We hadden zelfs niet aan de mogelijkheid gedacht,
m'ein Herr", zo vertolkte mij een taxichauffeur tijdens een
rit naar het rampgebied de algemene opinie. Maar wanneer
men dezelfde vraag stelde aan waterbouwkundigen, dan
kreeg men een heel andere reactie. Zij wisten immers, dat
deze ramp kon komen. Vandaag, morgen, overmorgen, eèns
zou de zee fel kunnen toeslaan. En die nacht sloeg de zee toe,
hard en onweerstaanbaar.
Laat ik de feiten nog eens her
halen: in de nacht van zestien
op zeventien februari werd tij
dens een zware storm met een
windkracht tien op de Elbe voor
Hamburg bij vloed een peil ge
meten, dat ruim een halve meter
hoger lag dan de hoogste water
stand, die men hier sinds mensen
heugenis had meegemaakt. Ge
volg: alleen al in de Hamburgse
dijken zestig doorbraken, honder
den doden plus onnoemlijk grote
materiële schade.
Het hoogste peil van vóór febru
ari 1962 dateerde van 137 jaar
geleden, van 1S25. Ditmaal was
het ruim een halve meter hoger:
„En we mogen de hemel op onze
blote knieën danken, dat het nog
niet erger is geweest", zei mij een
afgetobde Hamburgse ingenieur,
die dagenlang zijn bed niet had
gezien. En hij voegde er aan toe:
„Hopenlijk is ons volk nu einde
lijk eens uit zijn levensgevaarlijke
veiligheidsslaap gewekt".
gold, dat de bondsregering ten
hoogste zestig procent zou betalen
mits deze steden zelf ten minste
de helft van de bondssubsidie aan
de beheerder zouden uitkeren. De
praktijk van het laatste jaar wees
uit, dat de totale overheidssubsi
die voor de dijkbeheerders tussen
de 90 en de 98 procent ligt.
Men ziet: West-Duitsland heeft
reeds een bijdragenregeling voor
polders en waterschappen, terwijl
Nederland zo ver nog niet is. Hier
wordt al jaren aan een ontwerp-
bijdragenwet gedokterd.
Verbeteringen
hun gebied immers had zich zulk
een afschuwelijke catastrofe kun
nen afspelen: De Duitse dijken
waren „defensief" gedacht, dus
onvoldoende hoog en breed. De stu
die van de Duitse Deltacommissie
werd na de Nederlandse ramp
onmiddellijk geïntensiveerd en
daarom nodigden zij in maart
1954 alle belangrijke Westduitse
waterstaatsmensen uit voor een
bijeenkomst in Hannover om de
toestand te bespreken. Het was
daar, dat een vooraanstaand wa
terstaatsman uit Sleewijk-Hol-
stein een sombere waarschuwing
uitsprak.
Gefaald
Defensief
Neen, voor de waterbouwkundigen
van West-Duitsland kwam de ca
tastrofe niet als een dief in de
nacht. Hun gedachtengang was
sinds jaar en dag dezelfde als die
van de Nederlandse waterstaats-
ingenieurs: „Onze zeeweringen
zijn defensief gedacht, want
slechts berekend op de laatst be
kende hoogste waterstand. Maar
er kan een veel hogere stand op
treden en daarom moeten wij in
het offensief. Wij dienen een
eventuele superstormvloed voor te
zijn. En daarom: de dijken om
hoog.
Deze gedachtengang was niet van
vandaag of gisteren: in 1952
een jaar dus voor de Nederlandse
watersnoodramp besloot men
tot instelling van een Westduitse
studiegroep voor de kustverdedi
ging langs de Noord- en Oostzee,
een soort Duitse deltacommissie
avant-la-lettre dus. Deze groep
kreeg een jaar later belangrijk,
maar alarmerend materiaal: ver
slagen van Nederlandse inge
nieurs over wat men in Duitsland
de „Hollandkatastrofe" noemt. De
Duitse waterbouwkundigen zagen
deze ramp van 1953 als een ern
stige waarschuwing en de schrik
sloeg hen om het hart. Ook in
Deze waterstaatsman was ïr. Jo-
hann Lorentzen, hoofd van de
waterstaat in Kiel. Hy behandelde
de kustverdediging langs de
Noordzee in de afgelopen honderd
jaar en bracht daarbij allerlei
kenmerken van de Nederlandse
ramp ter sprake. En aan het slot
van zijn betoog citeerde hij een
waterstaatsingenieur, die er op
1 februari 1953 op had gewezen
dat de Nederlandse waterbouw
kundigen meer dau eens hadden
gewaarschuwd voor de gevolgen
van te lage en te zware dykeu.
Maar had de Nederlander er
bij gezegd „toch hebben wij in
genieurs evenzeer gefaald als die
genen die onze waarschuwingen
in de wind sloegen. Wij hebben
namelijk gefaald omdat wij de
zaak verder op z'n beloop hebben
gelaten".
Aan deze woorden nu voegde Lo
rentzen op die Hannoverse ver
gadering een persoonlijke opmer
king toe en zijn collega's luister
den er in diepe ernst naar. Dit
zei hij namelijk: „Hopenlijk blij
ven wij er voor bespaard, 'dat wij
eens onszelf een dergelijk verwijt
moeten doen".
In de jaren 19551961 kwam
dank zy deze regeling het niet
zeer hoge bedrag van 4,6 miljoen
mark aan bondsgelden ter be
schikking van Hamburg. De stad
legde er de helft bij, maar deson
danks kon er niet veel van wor
den gedaan. In de oorlog was er
nogal wat verwaarloosd, zodat in
de eerste plaats de allerzwakste
plaatsen werden verbeterd.
Voorts werd een stuw gebouwd in
de Este, die aan de zuidelijke
oever van de Elbe uitmondt. In
Sleeswijk-Holstein werden echter
dank zij de bijdragenregeling en
kele prachtige dijken aangelegd,
die dan ook zo'n vijf miljoen per
strekkende kilometer hebben ge
kost. Deze nieuwe dijken zij
hebben een basisbreedte van
honderddertig meter hielden
zich op 17 februari prachtig.
Over het algemeen is het in het
Hamburgse gebied dus niet erg
vlot gegaan met de dijkverbete-
ringen. Dat was overigens niet
alleen een gevolg van te weinig
geld: voor een deel speelden an
dere overwegingen een rol. Dijk
verhogingen "kosten namelijk veel
grond en helaas bleken maar wei
nig eigenaren bereid die af te
staan. Dat betekende dat men
onteigeningsprocedures moest be
ginnen, waarmee perioden zijn ge
moeid variërend van drie tot vijf
jaar. Men zat eenvoudig vast. Nu
na de ramp, zal het allemaal veel
vlugger gaan, want thans is er
hals over kop voor Hamburg een
wet in de maak, die onmiddellijke
onteigening ten behoeve van dij-
kenherstel mogelijk zal maken.
De schadevergoeding wordt dan
achteraf geregeld.
Het antwoord
Een overzicht van de icijJc Ham
burg-Wilhelmsburg, waar bij de
recente overstromingen vele do
den zijn gevallen en een enorme
schade werd aangericht.
Wat werd er na de „Holland-ka-
tastrofe" van 1953 in West-Duits
land gedaan om tot een grondige
verbetering van het dijkherstel
te komen? Ruim twee jaar na de
Nederlandse watersnood stelde de
hier reeds eerder genoemde com
missie algemene richtlijnen op
voor het Duitse kustgebied en
voorts werd op beleidsniveau on
derhandeld over de financierings
mogelijkheden.
De bondsminister van landbouw
stelde als resultaat daarvan richt
lijnen vast voor de subsidies ten
bate van de kustversterking.
Voor Bremen en Hamburg-
Na dit alles nu het antwoord op
de vraag: moeten de Duitse in
genieurs zichzelf verwijten ma
ken, dat zij niet nadrukkelijker
óp de noodzakelijkheid van dijk
verhogingen hebben aangedron
gen? Ja en neen. Ja, omdat de
ramp, die men al jaren voor mo
gelijk hield, gekomen is op een
moment, waarop men nog maar
aan het begin van de dijkverbete-
ring stond.
De ingenieurs kenden de situatie,
wisten ook dat de natuur zich
niet in statistieken laat vangen
en dat de zee die statistisch
gesproken nog had moeten weg
blijven op de loer lag. Nochtans
heeft men zich geschikt in de
Hirhtlunpn traSe gang van alledag. Neen,
lULfluiJficft omdat er blijkbaar hoe triest
het ook is eerst een catastrofe
voor nodig is om de geesten die
het in de beleidssector voor het
zeggen hebben wakker te schud
den.
De stormvloed is niet geko
men als een „dief in de
nacht''er werd op gerekend,
althans door de deskundigen.
Maar regering en bevolking
zij hebben de schouders op
gehaald. Tot het te laat
Verdien 24
Ondanks de enorme .korting
op elk pak is Ideaal-Persil
toch voorzien van de kostbare
spaaremmertjes. Ook waardevol 1 groot pak m
voor U persoonlijk! Benut de 4% II
spaarkaart die U thuis kreeg. CT
Ideaal-Persil verzorgt Uw was ideaal!
SAMUEL COLT STIERF IN 1862
Na mislukte proef zond
zijn vader hem naar zee
VAN KNUTSELAAR tot miljonair.
Zó was de carrière van Samuel Colt,
de uitvinder vau de revolver, die 100
jaar geleden op 10 januari 1862
in Hatford iu de Amerikaanse
staat Connecticut overleed. Colt was
15 jaar, toen hij het eerste houten
model van een revolver maakte. Hij
was scheepsjongen. Zijn vader had
hein in een boze bui op elfjarige
leeftijd naar zee gestuurd, omdat de
jonge Saiuuel zich weinig bekom
merde om zijn studie op een kost
school en liever met allerlei wapen
tuig knutselde.
Samuel Colt, die in 1814 in Hartford
was geboren, had dus al vroeg tech
nische aspiraties.' De knaap speelde
dikwijls met pistolen en had eens
vier lopen van pistolen aan elkaar
vastgemaakt om snel en veel achter
elkaar te kunnen schieten. De proef
mislukte en zoonlief moest naar
zee. Op zijn zeereizen maakte de
scheepsjongen Colt de eerste bruik
bare revolver, die twee kg woog.
Terug van zee ging de avontuurlijke
Colt naar een technische school ora
zijn theoretische kennis wat bij te
spijkeren. Daarna nam hij zich voor
om met zijn uitvinding het nodige
geld te verdienen. Dat lukte in. het
begin helemaal niet. Men „zag" niet
veel in zijn uitvinding. Eerst later
zouden militaire autoriteiten het be
lang van de revolver onderkennen.
Door de uitvinding van Colt na
melijk kon men 6 tot 8 maal ach
ter elkaar vuren zonder dat men
behoefde te herladen. De pistolen,
die tot dan toe werden gebruikt,
waren wapens, die voor elk schot
opnieuw van voren moesten wor
den geladen. Ruiters, bijvoorbeeld,
waren daardoor genoodzaakt
even het slagveld te verlaten of
zich wat afzijdig te houden van
het gevecht om de pistolen te
herladen. Men nam verscheidene
pistolen mee, wat uiteraard veel
ruimte innam.
Het zware vuistvuurwapen van Sa
muel Colt werd in het begin zonder
veel enthousiasme ontvangen. De uit
vinder zelf had' weinig of geen geld
en hoe hij ook trachtte kredieten
te verkrijgen, het lukte niet. Onder
tussen verbeterde hij voortdurend
zijn uitvinding en vroeg hij patent
aan in Londen, Parijs en in zijn
eigen land.
Lening
Omstreeks 1835 ontmoette hij een
zakenman, die bereid was Colt geld
te lenen. Hij stichtte een fabriek in
Paterson in de staat New Jersey,
„The Patent Arms Company". Toch
duurde het nog twee jaar, voordat
zijn revolvers volledig voor de prak
tijk geschikt wai'en.
Zijn revolvers werden toen gebruikt
in de krijg tegen de opstandige in
dianenstammen. Bovendien was in
Afrika de boerenoorlog aan de gang.
Amerikaanse legerafdelingen gingen
in Florida met Colt-revolvers de
Comanch-indianen te lijf.
Ondanks enige zakelijke successen
Zij zien er geen
been in....
Verpleegsters van het Notting-
haniziekenhuis te Londen zien
er geen been in om menselyk
been als sieraad te gebruiken.
In het ziekenhuis bestaat grote
vraag naar de incus en de sta
pes, (resp. aambeeld en stijg
beugel twee der drie gehoor-
beentjes in het menselijk oor).
„Je kunt er mooie oorbellen van
maken om op feestjes te dra
gen". zei een verpleegster, „de
beentjes hebben zo'n fascine
rende vorm".
De beentjes worden soms uit
de oren van patiënten verwij
derd om het gehoor te verbete
ren.
Dr. Ian Mcleaod, een der chi
rurgen van de oorheelkundige
afdeling, vertelde dat een van
zijn collega's de beentjes placht
te geven aan de verpleegsters
van de operatiezaal.
„Het verwondert me niet te ho
ren dat zij later worden gedra
gen als oorbellen, want zij zijn
noch lelijk noch griezelig
De mogelijkheid dat de een of
andere patiënt in een sieraad
een deel van zichzelf herkent,
is uitgesloten.
„Wij mogen geen oorbellen
dragen als wij dienst doen", zei
een der verpleegsters.
ging het Colt niet voor de wind.
Zijn fabriek werd in 1842 insolvent
verklaard en de uitvinder moest op
nieuw beginnen.
In 1847 slaagde hij er in een order
voor 2000 revolvers los te krijgen van
de Amerikaanse regering, waardoor
hij een nieuwe fabriek kon opzetten.
Dat werd de „Colts patent fire arms
manufacturing company" in Whit-
neyville bij New Haven in de staat
Connecticut. Deze groeide uit tot een
enorme wapenfabriek aan de rivier
de Connecticut, die nog steeds be
staat en waar duizenden revolvers
zijn gefabriceerd.
Vijf miljoen dollar was de erfenis,
die Colt na zijn overlijden op 48-
jarige leeftijd naliet. Zou men den
ken, dat hij een ijzervreter" was,
deze uitvinder van de revolver: hij
was evenals Nobel, de uitvinder
van het dynamiet een man, die
een filantropische inslag had en
steeds voor de vrede Ijverde. Het
merendeel van de winsten die zijn
fabrieken hem opleverden, bestemde
liij voor vredelievende doeleinden.
0 De Noorse schilder Hendrik Sörensen
is zaterdag in de ouderdom van 80 jaar
in een Londens ziekenhuis overleden. In
de jaren 1909 en 1910 was hij in Parijs
leerling van Matisse. Hij werd de moder
ne vertolker van de Noorse natuurmy
stiek genoemd, na Edvard Munch.
België is voorzichtiger
Ongerustheid in
verband met
pokkengevaar
In de door de wereldgezondheids
organisatie van de Verenigde Naties
tot door pokken besmet gebied ver
klaarde stad Aken, waren zondag
reeds 63 personen geïsoleerd. Zij zijn
allen in contact geweest met de ne
gen personen uit het dorpje Simmen-
rath vlak bij Aken, die aan pokken
lijden. Ook bij een arls van de af
deling besmettelijke ziekten van het
stadsziekenhuis te Aken is de ziekte
geconstateerd. Deze arts maakt het
op het ogenblik redelijk wel. Voorts
werden pokken geconstateerd bij een
kamermeisje uit Siebenratli bij Mon-
schau.
Na het overlijden van een van de
inwoners van Simmenrath verleden
week, zijn geen slachtoffers meer ge
vallen.
De 63 vermoedelijk besmette perso
nen in Aken werden geïsoleerd in
het tehuis Lichtenburg aan de rand
ITALIAANSE MAAKT AANSPRAAK
OP SIXTIJNSE KAPEL
Afstammelinge van
Michelangelo
Een nazaat van de Ita- om iets
liaanse duivelskunste
naar Michelangelo Bu-
onarotti (147o—1564)
heeft een brief geschre
ven aan de paus van
Rome, omdat ze aan
spraak meent te mogen
maken op de Sixtijnse,
kapel in Vaticaanstad.
Elina Castellucci, de
79-jarige afstammelin
ge van het genie, wil
niet, dat de Sixtijnse
kapel aan haar wordt
gegeven. Haar aan
spraak is niet meer
dan driehonderd lire
waard, de prijs van een
entreebiljet voor de
Vaticaanse musea.
„Ik wil de bevrediging
Van kosteloos bezoek
aan de kapel", aldus
Elina Castelllucei,
waarom zou ik een
kaartje moeten kopen
te bezoeken
dat een lid van mijn
familie heeft beschil
derd?"
De witharige vrouw, die
woont in een klein dorp
in de provincie Toscane,
heeft op haar brief aan
de paus nog geen ant
woord gekregen.
Ze zegt dat ze haar
stamboom kan nagaan
tot 398 jaar terug. Eli
na Castellucci's oom.
een slager en naamge
noot van Michelangelo,
schonk haar de familie
stamboom op perka
ment. „Die bewijst dat
ik een nazaat van Mi
chelangelo ben", aldus
Elina.
Vele jaren geleden heeft
Elina Castellucci haar
eerste en enige bezoek
aan het Michelangelo-
museum in Florence ge
bracht. Ze hoopt nog
voor ze sterft kosteloos
de Sixtijnse kapel te
kunnen bezoeken.
„Maar ik ben al zo oud
en Rome is ver weg",
sprak ze bezorgd.
Het plafond van de Six
tijnse kapel draagt
schilderingen van Mi
chelangelo, die als zijn
meesterwerken worden
beschouwd. Hij deco
reerde de kapel in op
dracht van paus Julius
de Tweede. Hij deed er
vier jaar over. Het is
in de Sixtijnse kapel,
dat het college van kar
dinalen uit zijn midden
de opvolger van een
overleden paus kiest.
De laatste rechtstreek
se afstammeling van
.Michelangelo aan de
echtheid waarvan nie
mand twijfelde, stierf
op liet einde van de
negentiende eeuw.
van de stad. Alle mogelijke maatre
gelen werden genomen om uitbrei
ding van de ziekte te voorkomen.
Zaterdag waren de scholen in.
Aken nog niet gesloten. Schouw
burgen en bioscopen waren nor
maal open. Vergaderingen en an
dere bijeenkomsten gingen ge
woon door. Van de 175.000 inwo
ners van Aken lieten zich zater
dag en zondag 25.000 personen
vrijwillig (her)inenten in vijftien
verschillende lokalen.
Ongerust
Op advies van de inspecteur van de
volksgezondheid te Maastricht zijn de
douanebeambten van de grenspost te
Vaals, die na 1960 nog niet waren
heringeënt, gerevaccineerd. Ook het
ziekenhuispersoneel en het personeel
van enkele grote winkelbedrijven
werden heringeënt. Dit in verband
met het bezoek van duizenden Duit
sers die wekelijks in Vaals hun bood
schappen komen doen. Zaterdagmid
dag en zaterdagavond waren veel
Duitsers in Zuid-Limburg. Zij waren
er niet alleen voor hun inkopen, maar
namen ook deel aan de voorcarna
valsbals in Maastricht, Valkenburg,
Vaals en Kerkrade.
In verband met de overstromings
ramp in Hamburg zijn in Duitsland
zelf de meeste carnavalsfeesten af
gelast. Ofschoon de Zuidlimburgse
winkels, hotels, restaurants en dans
gelegenheden in normale omstandig
heden de Duitse grensklant graag
zien komen is men, nu Aken tot be
smet gebied is verklaard, niet meer
zo gebrand op dit bezoek.
De Belgische douane aan rle Belgisch-
Duitse grens treedt veel straffer op,
goen vaccinatiebewijs dan niet Bel
gië binnen, is het strenge parool. Ki
lometers lange autorijen stonden dit
weekeinde dan ook voor de Belgische
grensposten daar de Belgen geen par
don kenden.
Sluit grens
In Limburg maakt de bevolking zich
ongerust over het ongehinderde be
zoek van duizenden Duitsers het
afgelopen weekeinde. Wie zegt ons,
aldus de volksmond, dat door deze
grensgangers de geruisloze ziekte
niet over de grens gebracht?
Alleen Keulen moet nog beslissen
of de Rosenmontagsz-ug al dan niet
doorgaat. Maar ook als de optocht
wel zal plaatsvinden en duizenden
Duitsers uit het grensgebied naar
Keulen zullen reizen, verwachten de
Limburgers van Venlo tot Maas
tricht dat niper Duitsers dan ooit met
de carnavalsdagen van zaterdag a.s.
t.m. dinsdag 6 maart naar Nederland
zullen konien. „Sluit de grens ge
durende de carnavalsdagen" is de>
wens van vele Limburgers.