boer vanEendenoord' Fiscus ontving tien miljard in 1961 DONDERDAG 22 FEBRUARI 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 (Advertentie) Tien procent meer dan in 1960 Eeri koppel van Louws' zwarte zwanen; links het mannetje. Geheel boven: Louws bij het hek van „Eendenoord" en daaron der.- enkele eenden uit zijn col lectie, twee mandarijntjes uit China uiterst links berg eenden wit met zwarte kop en Carolïna-eendjes. (Foto's P.Z.C.) MEEPROFITEREN VAN HOOGCONJUNCTUUR (Door onze economische medewerker) De fiscus heeft een goed jaar achter de rug. In totaal inde hü f 10.308 mil joen, hetgeen een stuk meer was dan in 1960 toen er f 9.353 miljoen in de kassen van de ontvangers vloeide, een stijging van iets meer dan 10 Er waren echter belastingen bij, die meer stegen dan 10 En dan noe men wij in de eerste plaats de loonbe lasting. Die steeg met bijna 16 tot f 1.754 miljoen. Die stijging zou natuurlijk nooit plaatsgevonden hebben als wij niet in een hoogconjunctuur zaten met op lopende lonen en salarissen. De fiscus profiteert dus mee van de hoogcon junctuur. Voor menigeen merkwaardig is dat de loonbelasting sterker steeg dan de loonsom omhoog ging. Het totaal be drag aan ontvangen lonen en salaris sen ging namelijk slechts met 7 a 8 naar boven, ongeveer de helft van de belastingstijging. Deze vreemde situatie wordt dui delijk als wij er aan denken dat de fiscus met een progressie in de be- v lastingen werkt. Als men meer gaat verdienen, stijgt de te beta len belasting sterker dan de ver dienste oploopt. Met andere woor den, het gedeelte van het inkomen dat aan belasting weg gaat, wordt voortdurend grotèr. Dit bestaat overigens niet alleen bij de loon- maar ook bij de inkomstenbelas ting. De rechtvaardiging hiervoor is in principe althans dat iemand die meer gaat verdienen, gemakkelijker in de algemene lasten kan bijdragen, zijn draagkracht wórdt groter. De wetgever heeft dit principe op verfijn de wijze uitgewerkt, daarbij rekening houdende met gehuwden en ongehuw- den en voorts met het aantal kinde ren. Meer betalen In 1961 zijn de meesten van ons meer gaan verdienen, zij vielen hierdoor in een hogere belastinggroep en zij moesten daardoor meer belasting be talen, naar verhouding meer dan toen zij minder verdienden. De invloed van de progressie zien wij ook bij de inkomstenbelasting. In to taal kwam daar f 2184 miljoen van binnen tegen f1979 miljoen in 1960. Over het algemeen verdienen de in komstenbelastingbetalers meer dan' de loonbelastingbetalers, zij vallen dus in een hogere belastinggroep en de belastingdruk wordt voor hen dus ook zwaarder, soms aanzienlijk zwaarder. Tweede plaats Zorgt de inkomstenbelasting voor de grootste ontvangsten, de loon belasting komt op de derde plaats. Op de tweede plaats ligt de om zetbelasting met f1890 miljoen aan ontvangsten. De stijging be droeg voor deze belasting niet meer dan ruwweg 5% Nage noeg evenveel als de stijging van de nationale bestedingen (con sumptie en investeringen). Wordt er meer omgezet, wordt er dus meer verkocht, dan loopt deze be lasting op. Ook hier dus weer een duidelijke invloed van de hoogcon junctuur. Er zijn hiervan meer voorbeelden te noemen. De vennootschapsbelasting is er een. In totaal kwam er f1490 miljoen binnen, Een ander voorbeeld vormen de invoerrechten. Hiervan vloeide f 1048 miljoen in de schat kist tegen f 956 miljoen een jaar er voor. Dit was ten dele te danken aan de gestegen invoer (hetgeen weer verband hield met de grotere koop kracht) en ten dele aan het bijzondere invoerrecht op benzine. De minister van financiën behoefde' „Ik heb een Deen gehad een grote geelbekdie was in 1940 gevangenelf jaar had ie bij een collega van me gezeten, toen heb ik 'm gekregen. Maar het duurde nog twee jaar, voordat ie een ei lei". Zolang kan het duren, eer Denen, geelbekken nog wel, aan de leg ra ken. Floor Louws uit Ma- riekerke weet er alles van. Hij was drieënveer tig jaar de merkwaardige dend bij, die Louws was een vreemde, altijd wat andei's, net als met z'n koeien. „Roodbont vee?" „Neen, dat is veel te algemeen. Het was vaalbont, dat is er nu uitgefokt met het stamboek. Het was een muiskleur, maar de men sen van het stamboek noemden het een miskleur. Zo kamden ze 't af, zo misselijk deden ze, ze waren ongerust dat het niet ge noeg melk zou geven. Maar ik ging er mee naar de melkcontrole en m'n koeien gaven net zoveel en net zogoed als die van een ander." Het vaalbonte vee van Louws werd niet geduld, men kwam daarover praten, hij hield er ook een stier op na, dat beest moest weg of gecastreerd. Maar Louws zei: „Die beesten ak al lang eer jie lucht in je neus gaten at" en hij hield zich bij zijn vaalbonte vee en procedeerde voor het behoud van zijn stier. Het confoYcisme zou het winnen van Louws' individualisme. „Ik wilde een papier tekenen, dat geen beest de boerderij zou ver laten, als naar de slachtplaats, maar het baatte niet." Louws zou de stier dan maar laten castreren. Toen men kwam controleren, was het beest juist naar de slacht plaats. t 7 orig jaar, toen hij vijfenzestig Y werd, heeft Louws zich te ruggetrokken. Een zoon van hem is nu de boei' van „Een denoord", maar nog altijd zijn er de eenden, ganzen en zwanen, door Louws sr. verzorgd. Louws wpont nu in Mariekerke, in een huis aan de ring, die vroeger rond de kerk moet hebben gele gen. dus de belastingschroef niet aan te draaien om toch hogere inkomsten te krijgen. Hij had nu eenmaal de wind in de zeilen door de hoogconjunctuur, die voor grotere inkomsten en omzet ten zorgde. Meer dan f 10.000.000.000 aan belas tingen is uiteraard een onmogelijk groot bedrag, een bedrag dat nog nimmer zo hoog is geweest. In feite betekent het, dat ongeveer 27 van het nationale inkomen door de fiscus wordt afgeroomd. Aan hoge kant Dat dit aan de hoge kant is, weet de minister van financiën. Daar om dat wij op 1 juli a.s. een ver mindering van de loon- en inkom stenbelasting tegemoet kunnen zien, hetgeen de fiscus dit jaar f 215 miljoen zal kosten. Dat des ondanks de inkomsten- en loon belasting voor 1962 hoger worden geraamd dan voor 1961, is weer een gevolg van de stijgende inkom sten en van de invloed van de pro gressie. Op welke wijze wordt al dit geld nu besteed? Wij hebben het gemakshal ve wel steeds over de fiscus gehad, maar in wezen komt het geld dat wij gezamenlijk aan belasting opbrengen, ook ons gezamenlijk weer ten goede. Nemen wij het onderwijs als voor beeld. Voor kleuters, voor lager, mid delbaar en hoger onderwijs, voor nieuwe scholen, voor het agrarische en vakonderwijs, voor wetenschappe lijk onderzoek, voor jeugdvorming en volksontwikkeling, voor de kunst maar ook voor radio en televisie, kortom voor opleiding en opvoeding van ons volk was in 1961 f 2226 mil joen nodig, dat is ruwweg 1/5 van de totale uitgaven. Een andere uitgavenpost die er we zen mag: de defensie. In 1961 eiste de paraatheid tegen militaire bedrei ging ongeveer f 1950 miljoen. En dan vooral niet te vergeten de volkshuis vesting. Wij zitten nog altijd met een behoorlijke woningnood en om deze te helpen lenigen moet de overheid bijspringen. Voor de volkshuisvesting was er het afgelopen jaar ongeveer f 1035 miljoen nodig. Zo kunnen wij doorgaan met uitgaven voor het algemeen welzijn. Voor socia le voorzieningen was f1120 miljoen nodig, voor verkeer en waterstaat (inpoldering, dijken, wegen, kanalen enz. enz.) bijna f950 miljoen. Het zyn miljoenen om van te duize len. Uit onze zakken vloeit er geld naar de schatkist en dit geld vloeit dan voor een deel terug. De staat geeft het geld dat hij ontvangt weer door, waarmee hij het inkomen in we zen aan het herverdelen is. (Advertentie) In Midden-Australië is de drankzucht onder de inboorlingen ondanks het ver bod. sterk toegenomen. Volgens missio narissen komt het steeds meer voor, dat dronken inboorlingen hun have en goed verbranden en hun vrouwen ver kopen. DE BOERDERIJ ligt weggedoken in de uitgestrektheid tussen Meliskerke en Aagtekerke, op een kilometer van het gehucht Mariekerke. Weggedoken in een laagte: vóór Walcherens inundatie en herverkaveling was het er drassig, eenden en ganzen nestelden er en reeds eeuwen terug heeft een boer „Eendenoord" op de palen van het hofhek laten schilderen. Floor Louws, die er in 1918 ging boeren, liet zelfs emaille plaatjes maken. Maar hij was dan ook dc eerste boer van „Eendenoord" die deed wat aan deze naam verplicht was: er eenden, ganzen en zwanen op nahouden. "In enorme hoeveelheden en een- imponerend aantal soorten, in heemse en uitheemse, van vries ganzen tot Chinese mandarijn- eendjes, van ordinaire leg-eenden met grauwe veren tot bontge kleurde exotische exemplaren, waarvoor bij diep in de beurs moest tasten. Zijn collectie eenden, ganzen èn zwanen kreeg zo'n faam, dat hij zich ten leste kon per- miteren directeuren van dieren tuinen rui Ivoorstellen te doen. Zo breidde de eendenstapel van „Een denoord" zich uit; er zijn thans exemplaren bij, die tot de mooiste en zeldzaamste van de wereld worden gerekend. Floor Louws deed het allemaal uit liefhebberij. Een enkele keer had hij eens wat handel, verkoop naar een vogelpark of een andere liefhebber. Maar van dat geld kocht hij weer buitenissige gan zen of betaalde hij de verontrus tende hoeveelheden voer, die de beestjes dag na dag verorberden. De boerenuitde omtrek zagen het eens aan. Zc wisten dat de boerderij in 1918 een paar leg eenden telde, voor eigen gébruik. Maar wat er nu rondliep, dat wa ren luxe-eenden en ze vroegen Louws „Leggen die beesten V' „Nee, ze leggen niet" moest Louws dan antwoorden. „Waarom hou je ze dan?" „Om ze te eten te geven, anders gaan ze nog dood ook." De boeren stonden er hoofdschud- Met Louws kwamen de eenden in Mariekerke. Ze zijn overal rond z'n huis, in de afgerasterde voortuin, waar ze in een oude badkuip rondscharrelen en in „het achtertuintje", dat overigens de afmetingen van een flink wei tje heeft. Hier, op de plaats, waar vroe ger het kerkje van Marieker ke moet hebben gestaan, lo pen nu Louws' bergeenden, Caro- lina-eenden, Alaska-ganzen, non ganzen, de Russische roodhals- Australische seropsusgans... gans, de Magelaan-gans, dc Chinese mandarijn- of waaier eend, de smient en de Cliilismient, om er een paar te noemen. Overal zijn de eenden, ,,'k Nam een deel mee, omdat 'k er op kie ken kan" verklaart Louws, „da's levendig, 't is nu eenmaal m'n liefhebberij." Voor zijn zwanen moet men nog altijd op „Eendenoord" zijn. Ook daarafgerasterde perceeltjes met bijzondere eendensoorten en fors uitgevallen ganzen, zoals de de Australische seropsus, de Ca nadese en de vos-, Nijl, of Egyp tische gans. Hoeveel het er bij elkaar zijn? Louws weet het zelf niet precies. „Alleen als er één weg is, dan heb ik het direct in de gaten." Geen wonder: sommige exempla ren behoren tot de mooiste en zeldzaamste ter wereld. „Zoals ze 't beschrieven oor" voegt Louws daar aan toe, „ik kom niet verder dan Mariekerke". Dat hoeft niet: zijn kasten staan vol ganze- en eendelectuur. Daar uit weet hij, dat z'n kleine Deense geelbek een zwaan iets heel bijzonders is. Veel zeldzamer dan de grote geelbek, clc trage Deen, waarvan in dc aanhef spra ke was.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 13