de Goese Geesink
Alle Goese ganzen kennen Rejack
iéÊÉk
INSTANDHOUDING ECONOMIE
BIJ GEWAPEND CONFLICT
„MARE LIBERUM", FILM OVER
HET WERK VAN DE MARINE
DONDERDAG 15 FEBRUARI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
13
ifj ZWIN TOT zsjpc~
DE RICHTLIJNEN VAN DE REGERING
Voor iedere provincie
commissarissen
Het ministerie van economische za
ken heeft in het bedrijfsleven een
brochure verspreid met „wenken met
betrekking tot buitengewone omstan
digheden ten dienste van handel en
industrie". Deze brochure, die een
aanvulling is op hetgeen door de or
ganisatie Bescherming Bevolking
reeds Averd gepubliceerd en verricht
op het gebied van de zelfbescher-
mings- en bedrijfszelfbeschermïngs-
maatregelen, geeft een overzicht \-an
de voorbereidende maatregelen, die
het ministerie van economische zaken
heeft getroffen teneinde bij hét uit
breken \-an een gewapend conflict de
functionering van het economisch le
ven zo goed mogelijk te Arerzekeren.
De overheid heeft er in de eerste
plaats rekening mede gehouden, dat
in geval van oorlogsgeweld de cen
trale gezagsuitoefening in een of en
kele delen van ons land niet langer
mogelijk kan zijn. Waar nodig, zal
in de betrokken gebieden voor wat
betreft de economische sector haar
taak geheel worden overgenomen
door provinciale economisch commis
sarissen. Deze functionarissen zullen
o.rp. tot taak hebben het op gang hel
pen brengen van de voorbereide orga
nisatie. Zij zullen eerst zodra de om
standigheden daartoe aanleiding ge
ven, worden benoemd.
Thans zijn er waarnemende eco
nomisch commissarissen benoemd,
die de weg bereiden voor de eco
nomisch commissarissen. Met uit
zondering van de provincie Noord-
Brabant, waar de directeur van
het economisch technologisch in
stituut die functie vervult, zijn
daartoe secretarissen van kamers
van koophandel en fabrieken be
noemd.
Voor het geval er weer distributie
nodig mocht worden, is daartoe de
oprichting van een aantal rijksbu
reaus voorbereid.
In de brochure wordt verder uiteen
gezet. Avat verwacht kan Avorden van
het functioneren van openbare nuts-
bedrijven en de aan\roer van energie-
grondstoffen onder mogelijke oorlogs
omstandigheden. Het telefoonverkeer
zal in buitengewone omstandigheden
waarschijnlijk aanmerkelijk moeten
worden besnoeid, maar het is
waarschijnlijk, dat het telexverkeer
ongehinderd voortgang kan vinden.
Wat de energievoorziening betreft:
het op peil houden c.q. opvoeren van
de voorraden aardolieprodukten en
kolen verdient ernstig aanbeveling.
Na een hoofdstuk over de Avapens en
hun uitwerking besluit de brochure
met een overzicht van de A'oorberei-
dingen, die het bedrijfsleven kan tref
fen.
Voor de A oedïngsmiddelenindustrie en
de handel in A'oedingsmiddelen zal,
door het ministerie van landbouw en
visserij, een aparte brochure Avorden
samengesteld.
In het centrum van Buenos Aires is
de politie slaags geraakt met Castro-
gezinde betogers, die voor het congres-
paleis politie-afzettingen met Molotow-
cocktails, ijzeren staven en stenen wilden
doorbreken om te demonstreren tegen
het verbreken van de diplomatieke be
trekkingen met Cuba.
Advertentie
PLANTEN
MARGARINE
PRETTIGE REACTIES OP PREMIÈRE
Goodwill-kweker in
binnen- en buitenland
(Van onze Haagse redactie)
Met een voor een 'dergelijke gelegen
heid ongebruikelijk groot feest,
Avaaraan o.a. de complete, in gala-
uniform gestoken marinïerskapel
te pas kAA"am is dinsdagaAond in
het Haagse Metropoli* Theater een
28-minuten kleurenfilmpje OAer
de Koninklijke Marine in première
gegaan.
Het heet „Mare Liberum" naar het
woord van Hugo de Groot, die in
1609 als eerste het beginsel van
de „vrije zee" omschreef. Voor de
première was prins Bernhard
naar Den Haag gekomen, waren
de ministers Visser (defensie) en
Luns (buitenlandse zaken) eerder
dan normaal van hun departemen
ten weggegaan en hadden ook
verschillende diplomaten zich naai
de bioscoop achter het Vredespa
leis laten rijden.
Verder waren er nog honderden
andere belangstellenden: staats
secretarissen, grote groepen mari
ne-autoriteiten, cineasten en bur
gers met zichtbare betrekkingen
tot marine en/of filmbedrijf. Er
was dan ook met uitnodigingen
gestrooid: elfhonderd in totaal.
Daarop waren aanAragen voor
1700 plaatsen binnengekomen. Zo
veel heeft de bioscoop niet, zodat
het feest gisteren nog eens een
keer werd overgedaan om de
tweede helft van dc geïnteresseer
den de film te laten zien.
„Mare Liberum" is bedoeld om in het
binnen- en buitenland goodwill te
kAveken voor de Nederlandse Ma
rine. Voorts wil de film A'ooral
de jeugd duidelijk maken dat de
marine tegenwoordig niet meer
een zaak is voor eenvoudigen van
geest en interesse, maar vooral
van hooggekwalificeerde technici.
Met snel gemonteerde, vaak bijzon
der dynamisch gefilmde, beelden
is men achtereenvolgens getuige
van het gecompliceerde interieur
van de kruiser „De Zeven Provin
ciën": van een harde, door heli
kopters en vliegtuigen onder
steunde iHticlingsaanval van een
groep mariniers; en van een spec
taculaire vlootoefening op de
Noordzee.
Tussen deze bedrijven door en met
grapjes, is ook nog goed de aparte
gemeenschappensfeer bij de ma
rine getroffen. De film, vervaar
digd door Carillon Films, heeft
ongeacht de kosten van het pre-
mièrefeest, ongeveer een ton se-
kost.
Meneer Koster is niet met
muziek ingehaaldMaar
omdat hij als tweeënvijf
tig jarige judoka de zwar
te hand heeft veroverdis
hij voor ons
Banketbakker a. Kos
ter is de oudste zwarte-
band judoka van Zuid-Neder
land. En een zwarte band is
heel wat in het wereldje van
dubbele heupzwaaien en on
grijpbare houdgrepen. Als
Koster op de mat verschijnt,
speelt hij kat en muis met
jonge broekjes met oranje,
groene en bruine banden, hij
schudt ze van zich af, zoals
een paard op een zomei'dag
achteloos zijn spieren laat
trillen om de vliegen te ver
drijven.
Meneer Koster is maar een
tenger man en als men hem
in de Goese banketbakkerij
Luteijn met de slagroomspuit
bezig ziet heel omzichtig ge
bakjes op te fleuren degradeert
het A-erhaal over die zAvarte
band tot een bakerpraatje.
Enkele ongelovige mensen, die
hem zo, met zijn vredige
werk in de bakkerij gade
sloegen, hielden het niet meer uit.
Ze probeerden het en gaven Kos
ter een duwtje. Kijken of-ie wilde
omrollen. Later vonden ze zichzelf
terug, verkreukeld in een hoek
onder enkele baaltjes patentbloem.
Koster was dan intussen weer met
zijn gebakjes bezig; een grapje
tussen een paar soezen door a
la bonheur, maar het Averk moet
A'oortgaan.
Zijn slachtoffers waren onvoorbe
reid. Want Koster spreekt Avei-
nig over zijn capaciteiten als
judoka. Als men aan hem Araagt:
„Wat voeren jullie nu precies uit
op zo'n judoclubje?" is zijn ge
bruikelijke antAvoord: „Ach, we
gooien elkaar wat over de mat"
en de vraag „was het examen
voor de zwarte band zwaar?" be
antwoordt hij met: „Ze hebben met
me gegooid hoor. En dan maar net
doen alsof er niets gebeurt".
Er is heel wat gebeurd, voor Kos
ter zijn zwarte band bereikte. Het
begin: de reserve-politie, waarvan
hij in 1947 deel van ging uitma
ken.
„Het Avas een clubje van veertien
man. We moesten onder elkaar
iets doen. Eerst voetbalden Ave
wat en we richtten een verenigin-
getje op. Maar voor voetbal waren
we wat oud. Daarom dachten Ave
aan judo. Per slot moet je, als
er wat opdoet, ook een beetje
van je af kunnen bijten. Want
het doel van de reserve-politie is
bij te springen als het niet goed
gaat. Daarom dacht ik, het is wel
goed om een paar greepjes te le
ren. Met veertien man gingen we
op judoles. Maar hoe gaat dat, de
een had een voetbalknietje, de
ander had geen tijd. Ten slotte
zijn Ave met twee mensen naar
de top gekomen".
Van die twee mensen van de
reserve-politie heeft de heer
-Koster nu. de. hoogste band
bereikt: een lange weg, die begint
bij een witte band me een rood
merkteken. Zes weken: dan een
klein examen om het rode merkte
ken van de beginnelingen kwijt te
raken.
„Dan pas ga je beginnen. Na
acht weken, weer een examentje
voor de gele band. Dan ga je wer
ken voor de oranje band, dat
neemt drie tot vier maanden. De
groene band, negen maanden. De
blauwe, een jaar. De bruine, an
derhalf jaar en de zwarte band,
de eerste clan eigenlijk, twee jaar".
Zwarte band, eerste „dan". Zwart
is Avel de hoogste band, maar
daarin kent men Aveer verschil
lende rangen: van de eerste tot
de tiende dan.
„Anton Geesink is zesde dan,
maar er is ook nog 'n judoka ze-
A-ende dan, daar heeft hij het in
Parijs van gewonnen". Om tweede
dan te worden, moet Koster op-
nieuAv anderhalf jaar trainen,
nieuwe worpjes, ingewikkelder
greepjes. „Ik ga verder, ik ga op
zo lang ik kan. Als je oud wordt,
word je gauw opzij gezet, maar
wij geven ons, net als jonge ke
rels".
Onder de Goese jonge kerels is er
maar één, die het in judo zover
heeft geschopt als Koster. Twee
mensen in Goes met een zwarte
band.
A. KOSTER
zwarte band
„Ach", zegt Koster, „ik hoop na
tuurlijk niet dat het ooit nodig is
maar als het nodig is, ik ben
klein, maar dan hebben ze gen
kleintje aan me. Alleen als sport
is het echter ook bijzonder goed.
Ik heb er op m'n werk ook ple
zier van. Je kunt vallen, je doet
je geen zeer, je kunt echt tegen
een stootje. Als ik vroeger van
de trap viel, deed dat me pijn.
Laatst had ik het Aveer. Zoiets
hindert me nu niet meer. Je laat
je maar zakken".
toen hij met Averken begon, land
arbeid in de Wilhelminapolder,
van 's morgens zes tot 's avonds
zes voor een kwartje per dag.
„Met een kruik water op je rik en
een vierponder brood", zoals Re-
jack het ophaalt, „die Aderponder
was gesneden, natuurlijk, maar
het was brood met brood ertus
sen". Misschien is het daarom, dat
Rejack nu brood naar de ganzen
brengt.
Rejack heeft dat dagelijkse
kwartje in de Wilhelminapolder
maar een paar jaar willen ver
dienen. Om vijf uur 's morgens
moest hij in Goes weg ^n op een
morgen zei hij tegen z'n moeder:
,,'t Is me te vroeg, dat bevalt me
niet, ik ga niet meer, het komt
Avel terecht".
Het is terechtgekomen Rejack
werd zelfs een bekend man omdat
hij Ada „koeienoppasser" bij de
stalhouderij Duvekot koetsier
werd. Veel vrachtrijden, maar ook
„spelerijden", tochtjes met fees
tende A'erenigingen per Jan Ple
zier over Zuid-Beveland, naar de
kust van Walcheren.
B ruiloften, begrafenissen, ver
liefde paartjes, die zich langs
Bevelands bloeiende boom
gaarden lieten rijden. „Reizigers",
zoals men vroeger vertegenwoor
digers aansprak, die door de zak
van Zuid-Beveland van dorp tot
dorp moesten. Rejack was de
koetsier, tot 1913 voor Duvekots
stalhouderij: later voor Hommes'
stalhouderij in de Goese Nieuw-
straat.
En ofschoon de heer Rejack van
1920 tot zijn pensionering in 1937
in dienst van de gemeente is ge
weest, bleef hij in Goes koetsier
Rejack.
Rejack, die zich als een goed koet
sier afzijdig hield van. de gedra
gingen van zijn passagiers. Van
die regel week hij maar in één
geval af: ,,'t Gebeurde wel, dat ik
met koppels reed. De kaerels ad-
den bievoorbeeld veel gedroenken
en gingen onderweg tegen bun
vrouwen opspelen. Dan zéi ik te
gen die kaerel wees maar blie da
ja z'eit. En dat was 't over".
Misschien zyn er uog wel \'au die
„kaerels", die zich Rejack herin
neren. Misschien zijn ze het ver
geten. Het is alweer zo lang gele
den. Gisteren werd Rejack negen
tig. Hij maakte zijn gangetje naar
de ganzen. Rejack is niet. vergeten.
ALLE GOESE ganzen ken
nen de heer H. Rejack,
die gisteren, woensdag, zijn
negentigste verjaardag vier
de en daarmee zijn zilveren
„pensioenjubilenm". Iedere
morgen, zo omstreeks half
tien, groepen de Goese gan
zen bijeen aan het begin van
de Westsingel. Ze weten het:
„onze man" is in aantocht en
hij brengt brood mee. Nog
nooit heeft Rejack een dag
overgeslagen: hij is nog nooit
één dag ziek geweest.
Misschien brengt meneer Rejack
brood naar de ganzen, omdat hij
vroeger zelf zijn brood zo zuur
verdiende. Dertien jaar was hij,
NEGENTIGJARIGE HEER REJACK gebruikeliik gangetje naar Goese ganzen (Foto's P.Z.C.I
(Advertentie)