«Weltevreden* sinds het beton: Don Camillo stond in Zeeland aan de top Italiaanse humor cleed het in Oostbnrg goed ZATERDAG 20 JANUARI 1962 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT De tankversperring: 190 betonnen ■piramides, in één fundament ver ankerd. Op de achtergrond de nieuwe boerderij, die geen „Wel tevreden," meer heet maar ,,Py- ramide-hocve". Foto's P.Z.C.). VROEGER heette de boerde rij „Weltevreden". „Dat is veranderd" zeggen de bewo ners. Er staat nu „Pyramide- hoeve" op het hek. Als men op de Pyramide-hoeve het woord „bunker" laat vallen, is de gebruikelijke reactie: „Zo, kom je 'm efbreken...". Zolang de boerderij ontsierd wordt door die bunker en een uit honderdnegentig betonnen piramides bestaande tankver sperring zal zij geerr „Welte vreden" heten. „Die naam bevredigde me niet meer" zegt de man, die „Pyramide- hoeve" op het hek liet schil deren: de 72-jarige Jan Lo- rier, de man, die stad en land afsjouwde om bunker en tankversperring kwijt te ra ken. De Jryramide-lioeve vindt men aan de Nieuwe Vlissïngöe Weg tussen Middelburg en Vlissïn- gen, ter hoogte van Abeele. Men hoeft hier maar een klein beetje bekend te zijn dan weet men „de" bunker te vin den: een reusachtig blok on genaakbaar gewapend beton, Volgens Lorier de sterkste bun ker. die in de tweede wereld oorlog op Walcheren is ge bouwd. De bodem, het dak en de muren zijn overal twee meter dik. In de jaren na de tweede we reldoorlog zijn er wel eens heren naar die bunker komen kijken, weet Lorier te vertellen. Wat la ter verschenen er weer anderen „maar dat waren loopjongens" die de bel van Loriers achter de bunker schuilgaande woning lieten overgaan om te vertellen „dat ze 'm wel weg zouden krij gen". Op het erf ligt, als het fun dament voor een zuilengang, het carré van de tankversperring: kleine piramides in beton, op gelij ke afstanden. Het veld is zestig meter lang, elf meter breed. In wezen is het één groot blok beton: beneden maaiveld ligt één grote betonnen funderingskoek, tot op één meter diep. De herverkave- lingsdienst heeft er eens een 22- tons bulldozer op losgelaten, 't Is nog altijd te zien. Van een van de 190 pyramides is het beton een beetje afgeschilferd. Waar nu nog altijd de tankver sperring ligt. heeft tot 1943 de fraaie, deels uit hout, deels uit steen opgetrokken schuur van „Welgelegen'' gestaan. Op grond van de gemeente Koudekerke. Toen 't Zand bij Middelburg kwam, ging ook dit stukje Koude kerke naar de Zeeuwse hoofdstad. „Welgelegen", aan de Nieuwe Vlissingse Weg in de gemeente Koudekerke was een prachtige boerenplaats. Naast het tussen vriendelijk geboomte liggende huis stond de schuur. Lorier liet die schuur ieder jaar schilderen. VEEL VRAAG NAAR POCKETS Dijzonder onderhoudend en amusant zijn de belevenissen die de priester Don Camillo in de boeken van de Ita liaanse schrijver Giovannino Guareschi meemaakt. In het klei ne Italiaanse dorpje, waar Don Camillo als zielenherder op treedt, heeft de goedmoedige, maar ook schrandere r.-k. gees telijke veel te stellen met zijn grote „opponent", de commu nistische burgemeester Peppone. Maar ondanks de soms scherpe tegenstellingen tussen deze beide hoofdpersonen uit Guareschi's boeken weten zij elkaar met zuidelijke goedmoe digheid toch te waarderen. Twee boeken heeft Guareschi al over de avonturen van Don Camillo en Peppone vol geschre ven en sinds kort is hier een derde deel aan toegevoegd: „Don Camillo in Rusland" heet deze laatste „geschiedschrijving" over eerwaarde's wedervaren tijdens een reis naar de Sowjet- Unie. En deze Russische belevenissen van Don Camillo zijn èr in december bij het Zeeuwse lezerspubliek het beste inge gaan. Dit bleek uit onze maandelijkse p de meeste scholen is het enquêtte onder een groot L/ namelijk de gewoonte, dat de leerlingen elkaar ook met aantal Zeeuwse boekliande- cen prescntj» bedenken, dat laren. Don Camillo's Russische meestal rond de gulden mag kos- avonturen waren in december dus ten. En wat ligt dan meer voor de in Zeeland l,et best verkocht. verkochte pee- Maar dit betekent niet, dat er |;et voor de ouderen kwam verder een einde is gekomen aan de de Zeeuwse streekroman „Wier" triomftocht der omnibussen. yaa Jan Campert naar voren en Want, als nummer twee prijkt £LbBoman,'">r ra a" De Ujit v™ best verkochte boe- door de ken vermeldt verder nog de be- "V v!p &e w0n" "Hej °e" kende serie oorlogsboeken van s,acht Verhagen Vier werd een f 4 90 m,t de tltelsf t>Tussen Don n'e„UV'N°ter? Kr-%ke5 en Wolga, .Gij zult niet doden, van Godfried Bomans. vijf de Het bataljon der verdoemden. Zij 3e Hartog Omnibus eu zes vielen uitJGods hand. Haaien en „Exodus van Leon Uris. kleine vissen en de Naakte heu- Een zeer belangrijke plaats op de vel." die bij het Zeeuwse lezers- lijst van de best verkochte boeken publiek eveneens in de smaak in Zeeland ook de noek^ts bleken te vallen. Ook de trilogie in dseciana nanun ook oe pockets „Catharina de Medici" van Jean ;n en dan met name de jeugd- Plaidy, waarin de romans „Ma- pockets. Dit laatste schrijven de dame Serpent, Dochter van boekhandelaren voor een belang- Satan eJ} Jezebel" en de - .T. Klaas Toxopeus Omnibus rnoch-, njk deel toe aan het Sint-Nico- (-en 2jek jn een behoorlijke laasfeest. belangstelling verheugen. De heer J Bogaert las het in één ruk uit De Italiaanse humor in „Don Camillo in Rusland" is in Oostburg bij de heer J. Bo gaert bijzonder goed aangeslagen. Met veel genoegen had hij het boek gelezen, dat hij van zijn beide dochters voor Sint-Nicolaas had gekregen. Een presentje, waarmee zij bij hun vader precies in de roos schoten. Want van zwaarwichtige lectuur houdt hij allerminst. Bijna verontschuldi gend zegt de heer Bogaert dit. waaraan hij toevoegt: „Ik héb het zo druk met mijn zaak. Soms ben ik van 's ochtends vroeg tot 's avonds Iaat in tóuw om alles te regelen en als je dan thuis komt ben je echt te moe om nog eens een „zwaar" boek te pak ken". Dus zoekt de heer Bogaert het in lichte ontspanningslectuur, maar ook hiervoor heeft liij de laatste jaren weinig tijd. „Vroeger wel, t.oen las ik veel, maar tegenwoor dig blijft 't maar bij enkele boeken per jaar. Maar als ik éénmaal' een boek in mijn handen heb dat mij boeit dan lees ik bet ook in één ruk uit". En zo'n boek was Gua reschi's „Don Camillo in Rus land" voor de heer Bogaert. „Geestig en raak", met deze twee woorden zou hij het willen type ren. Geestig door de komische si tuaties en de onderhoudende wij ze waarop het geschreven is en raak door de zeer menselijke be levenissen van Don Camillo. De ze geestelijke maakt eigenlijk din gen mee, die helemaal niet abnor maal geestelijk aandoen vindt de heer Bogaert en dit is één van de redenen' dat hij Guareschi's pen- nevrucht zo kon waarderen. GGED „Alleen is er in Don Camillo na tuurlijk een opeenvolging van dé- DE HEER J. BOGAERT geestig en raak ze belevenissen, zoals ze dagelyks niet voorkomen, maar daarvoor is het ook een boek". Een nadeel zou de heer Bogaert dit niet eens willen noemen, want hier tegen over staan weer veel goede eigen schappen. Zoveel zelfs, 'dat de heer Bogaert het een boek vindt, dat men na een half jaar rustig weer oppakt om nog eens te lezen. RARE SITUATIES „Vaak leg je een boek al weg als het eerste hoofdstuk je niet boeit en dan ben je van plan het later^nog eens te lezen. Maar hier komt' het bij mij dan nooit van". Van wegleggen van Don Camillo is bij de heer Bogaert echter geen sprake geweest, want hiervoor genoot hij te veel van de soms ra re situaties waarin Don Camillo en de communistische burgemees ter Peppone van het kleine Itali aanse dorpje verzeild raken. Twee volkomen tegenstrijdige figuren. De r.-k. zieleherder, die niets van het communisme wil weten en burgemeester Peppone, die alles op alles zet om het te verbreiden. Vaak ontstaan er dan conflicten, maar ondanks dit essentiële ver schil van mening kunnen beiden elkaar als mens toch bijzonder waarderen. Wanneer er moeilijk heden zyn zétten zjj met zuidelij ke gemoedelijkheid hun principië le bezwaren op zij om elkaar te helpen. En voor de nodige con flictsituaties zorgt schrijver Gua- reschilt aan de lopende band. Voor de heer Bogaert betekende dit enkele genoegelijke uurtjes van ontspanning, want zoals bij zegt: „het leven is goed zolang dé prettige en leuke dingen de over hand blijven houden". En in „Don Camillo in Rusland" houden de prettige en leuke dingen de over hand. maar het was, zoals hy zegt: „Vechten tegen de bierkaai. Ik heb 't er bij moeten neerleggen. Je blijft niét aanhouden. Ik wil gezond blijven". De heer Lorier is gezond ge bleven en er is een oplos sing gekomen. Honderd me ter ten noorden van de plaats van de oude schuur heeft Lorier een nieuw huis -en schuur laten bouwen. De bouwkosten werden gedeelte lijk door de oorlogsschadeuitke ring gedekt. De door de tankver sperring verloren gegane grond is bij de herverkaveling „verre kend". In het huis achter ae bunker woont nu de nieuwe boer van de „Pyramidehoeve", de heer W. de "Buck, schoonzoon van de heer Lorier, die het nieuwe huis heeft betrokken. Nu woont dus een dochter van Lorier in het huis, waarvan de vensters aan de voorzijde uitzien op beton. „Er is natuurlijk een groot ver schil tussen m'n vrouw en m'n dochter", licht Lorier toe, „m'n vrouw heeft de oude situatie ge kend, m'n dochter is er ingegaan, toen het zo was". Prettig is het vanzelfsprekend niet. De Buck heeft al eens een poging ondernomen een deel van de bunker weg te hakken om wat meer licht door een zijraam te De bunkereen stuk onwrikbaar beton, dat als een donkere schaduio tussen het huis en de weg is ge plaatst. W. DE BUCK ....hard als graniet. laten vallen. Ook dat was vechten tegen de bierkaai. Het gewapende beton is zo hard als graniet. On wrikbaar is de bunker blijven staan, als een lelijk souvenir van wereldoorlog twee. ,,'s Is geen gezicht" vind thans na Lorier de jonge De Buck, „en het vreemde is: er heeft hier eens een woonwagen gestaan. Die moest weg van de gemeente om dat het een smerig gezicht was..." De woonwagen ging, de bunker bleef. Eén ding hebben de fami lies Lorier en De Buck voor: hun bunkertje voldoet aan aan alle eisen, vervat in de zelfbescher- mingswenken van de BJB. Lorier denkt er zelfs over de bunker voor dit doel een beetje in te richten. „Daar zal ik spoedig eens wat aandacht aan schenken" be loofde hij weshalve men de heer Lorier binnenkort gewapend met een sloopje erwten de rich ting van de bunker kan zien in slaan. Liever ging hij met een sloop je dynamiet. Maar dat kan niet, vanwege de belendin gen. Het moet bij erwten blij ven en „Pyramide-hoeve" op het hek. Geen „Weltevreden". Maar ach, misschien is de heer Lorier wel-tevree, zo lang hij het sloopje erwten niet behoeft aan te spreken. Vorig jaar december liet Lorier een niemo hek maken bij de in gang van de boerderij. „Weltevre den" moest plaats maken voor Pyramide-hoeve Links boven: de heer Lorier. gemeester. Er moest een boerderij komen. Maar daarvoor moesten bunker en tankversperring weg'. Bij welke instantie ik kwam, over al liep Jantje met z'n kop tegen de bunker. Ik had nog een foto van^de oude toestand. Ik liet nieuwe foto's maken, een hele serie. De oude liet ik vermeerderen. Ik stuurde ze naar de koningin, naar Drees, Lïeftinck. Mansholt, In 't Veld en verschillende leden van de Eerste en Tweede Kamer. Wel duizend en één keer zijn ze toen aan 't meten geweest en kregen we dc boodschap: we ruimen 't op. Maar eerlijk gezegd: deze rommel is niet op te ruimen. M'n vrouw zat in haar huis begraven achter die bunker, die pillendoos, 'k Vrat me'er aan op". Loriers papïerenstrijd tegen het beton was vergeefs. Hij is er nog voor naar „Den Haag" geweest, „Ik was lid van de raad van Kou dekerke. Dan doe je wat voor je gemeente. Als voor de oorlog de toeristen vanuit Breskens over de Nieuwe Vlissingse Weg Walche ren binnentrokken, zagen zij eerst een vuilnisbelt, in Vlissingen. Dan kwamen ze door Souburg, al een stuk beter natuurlijk. Maar dan kwam Koudekerke, het begon bij mij In april 1944 kreeg Lorier van de Duitsers aanzegging, dat de schuur in 1913 door zijn vader gebouwd moest wor den afgebroken. Honderdnegen tig pyramides kwamen er voor in de plaats. Een jaar eerder hadden de Duitsers de kolossale bunker voor Loriers woning geplaatst. Nutteloos. Het water kwam, om spoelde de piramides, de bunker liep onder. Walcheren viel droog. Éorier ver telt: „Veel collega's van me zei den: Jan, je begint hier toch nóóit weer. Maar ik heb direct overleg gepleegd met de waarnemend bur-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1962 | | pagina 19