met wederkeerigen heüwenseh
Gelukkig Nieuwjaar
ISLAMITISCHE AMBONEZEN
WILLEN NAAR INDONESIË
Weduwe Aernout
dient klacht in
LOONSVERHOGING BOUWVAKKEN
NODIG EN VERANTWOORD
DONDERDAG 4 JANUARI 1962
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
Veertig jaar geledenin het begin van de twintiger jarenin de tijd
van charleston en pothoeden, toén werden er nog ansichten verzon
den. De mooiste exemplaren kwamen bij de jaarwisseling op de
proppen. Zeven van die ansichten, verzonden in december 1921
januari 1922 hebben wij uit Zeeuwse familiearchieven opgediept.
„Gelukkig Nieuwjaarstond erop, zoals wij nu nog schrijven. Maar
werd zo'n kaart beantwoord, dan ging dat met een bijna vergeten
leuze. Dan schreef men
VER SMAAK valt niet te twisten en vooral in de
opgewekte twintiger jaren schijnt men dat motto onbe
kommerd te hebben gehanteerd. Ja heus, deze „ansichten"
zijn nog maar veertig jaar oud! Jammer, dat we U de kleuren
niet kunnen laten zien. Het viertal varkens bijvoorbeeld, dat
midden boven zo olijk 1922 binnenhuppelt, is van een
ondenkbaar rose, fel aan neus en oren.
De twee jongetjes op de onder
ste rij gooien er nog oen
schepje op: behalve hoef
ijzers en kalenderbloc is er op de
achtergrond een uurwerk ge
plaatst. Er is geen twijfel moge
lijk: een uitgesproken nieuwjaars
kaart. De jongetjes komen uit een
Thools familiearchief: de in Ou
IN TOT
Een tweetal draagt een gouden
strik. De symboliek is niet hele
maal duidelijk. Rechts ziet men
een vluchtende figuur, die vóór
zijn „vlucht .een viertal flessen ju,
een gouden mandje meevoerde.
Waarheen? Langs de varkensstal
en nu rept hij zich derwaarts, een
goed heenkomen zoekend.
De kaart kwam in ieder geval
goed aan: de 29ste december 1921
werd ze in Cadzand gestempeld
en zij zal ongetwijfeld weinige
dagen later in Biervliet haar be
stemming hebben gevonden. De
kaart links boven met de fn een
cirkel gevatte dame, is bij dc
jaarwisseling 19211922 in de
postzakken op Walcheren terecht
gekomen. Per elektrische tram, zo
nemen we aan, heeft ze een „we
derkeerigen heilwensch" van Mid
delburg naar Vlissingen overge
bracht.
De met gele en paarse tule om
wikkelde dame was naar de
smaak van die dagen niet zo'n
goed model als de dame aan de
piano 29 december 1921 van
Borssele naar Goes verzonden
die van haar pose een klein mees
terstukje heeft gemaakt. Men let
te maar eens op de pink van dc
rechterhand. Een schijnbaar onbe
langrijk detail, dat de modellen
onzer dagen wel eens verwaarlo
zen!
De eerste dame heeft het overi
gens heel wat zwaarder: ze heeft
én een kalenderbloc én een hoef
ijzer omhoog te houden en dat is
bij elkaar heel wat.
denbosch gestempelde kaart
bracht goede wensen over naar
Oud-Vossemeer.
De dame met de rozen, rechts
boven, lijkt ons een aankomend,
nog weinig geroutineerd model.
De regisseur had ook niet zo'n
goede dag: het naast het gelaat
gehouden ruikertje rozen werd
omwikkeld met enorme klaver
tjes-vier, die toch wel erg sterk
de kant van boerenkool opgaan.
De kaart kwam in Zierikzee een
gelukkig 1922 wensen, een wens
uit Rotterdam.
Tenslotte nog twee in Middel
burg gearriveerde kaarten:
twee kleine meisjes, die wat
kleumerig het voornemen ken
baar maken, dat zij een brief wil
len laten verdwijnen in een bij
een hekwerk aangebrachte „Post-
briefkasten" en de allerfraaiste
ansicht uit dit bescheiden gezel
schap: een schaars geklede kleu
ter, die met z'n blote billetjes in
de sneeuw is geplaatst. Gelukkig
maar, dat men het ventje een
kloek mutsje heeft aangetrokken
evenals een paar warme pantof
feltjes. zodat het zeker geen kou
de voeten zal hebben.
Zeven kaarten, die zeven families
een goed 1922 hebben gewenst.
Veertig jaar geleden gekiekt, ge
drukt, gekocht, verzonden en ont
vangen. In dank ontvangen. Of
men ze toen mooi vond? Acli,
het ging om de gedachte. Die werd
toen nog hoogst nadrukkelijk ver
tolkt. Té nadrukkelijk, vinden wij
nu. A propos, hebt 17, minder na
drukkelijk, alle kaarten al ver
zonden
NEDERLANDS MEEST GEBRUIKTE WASMIDDEL
OM DIVERSE REDENEN
Vóór overdracht van
Nieuw-Guinea
(Van onze correspondent).
Ultimo november zijn uit liet kamp
Wyldemerk in Gaasterland 26 Ambo
nezen vertrokken om naar Indonesië
terug te keren. Inmiddels hebben
zich er alweer meer dan twintig la
ten registreren voor terugkeer naar
Indonesië. En volgens de kampoud
ste, S. Ollong, is het thans zo dat
praktisch alle 340 inwoners, die het
kamp nog heeft, naar Indonesië te
rug willen keren. Slechts enkelen
willen daar om persoonlijke redenen
niet toe overgaan.
Dat de Ambonezen in Wyldemerk
(het enige kamp in Nederland, waar
islamitische Ambonezen wonen) heb
ben besloten naar een terugkeer naar
Indonesië te streven is te meer op
merkelijk, omdat zij enige jaren gele
den allen nog voorstander van een
„Vrij Ambon" waren. Daarin hebben
zij echter het vertrouwen verloren,
zo zegt de heer Ollong. Wij zien nu
in dat wij door de leiders van de zo
genaamde „Republiek der Zuid-Mo-
lukken" misleid zijn en dat zij zich
aan het hoofd hebben gesteld van
een volkomen onverantwoordelijke
actie, die nodeloos vele mensenlevens
heeft geëist, aldus de heer Ollong.
De omstandigheden en onze politie
ke onervarendhei cl hebben gemaakt
dat wij de Republiek Indonesië ver
raden hebben, maar nu willen wij er
graag heen terugkeren.
Niet alleen door de R.M.S.-leiders
voelen Ollong en de zijnen zich
teleurgesteld, maar ook wel wat
door Nederland. Eerst werd ons
loen wij naar Nederland gingen
beloofd, dat wij onze militaire sta
tus zouden behouden, maar die be
lofte werd gebroken, aldus Ollong.
Daarna werd gesproken over een
„Vrij Ambon" mgar dat is nu ook
van de baan. En nu wij dan naar
Indonesië willen terugkeren wordt
dat bemoeilijkt door het feit dat
Nederland en Indonesië geen di
plomatieke betrekkingen meer
onderhouden, zodat alles via Brus
sel geregeld moet worden.
Een van de organisaties van de Am
bonezen in Wyldemerk, de A.M.S.K.,
die 51 leden telt, heeft zich officieel
uitgesproken voor overdracht van
Nieuw-Guinea aan Indonesië, zo deelt
secretaris A. Henalale mee. En de
secretaiïs van de tweede organisatie
in Wyldemerk, de P.PJ.. de heer I.
Patty, zegt dat hij er persoonlijk net
zo over denkt. Hij kan dat met des
te meer klem doen, omdat hijzelf van
Papoease afkomst is en nog familie
leden onder de radja's (vorsten) op
Nieuw-Guinea heeft. Patty zelf was
in 1951-'52 als K.N.I.L.-militair op
Nw.-Guinea en kwam daar vandaan
naar Nederland, omdat men hem
naar hij zegt toestond toen naar In
donesië te gaan. Minstens zestig pro
cent van de bevolking was toen voor
Indonesië, zegt hij. maar wie dat
openlijk durfde zeggen werd in de
gevangenis gegooid.
Er is nog een reden dat deze isla
mitische Ambonezen voor over
dracht van Nieuw-Guinea aan In
donesië zijn. Hun bezwaar is dat
op Nieuw-Guinea geen islamiti
sche zendelingen uit Indonesië I
worden toegelaten, maar wel
christelijke en dat terwijl het
eiland toch in de islamitische in
vloedssfeer ligt. Ook hebben vol
gens hen de op Nieuw-Guinea
wonende islamieten moeite bij het
ondernemen van de pelgrimstocht
naar Mekka. Inlijving bij Indone
sië zou aan die problemen een ein
de maken.
Hoofdzaak van het hele verhaal van
Ollong. Patty, Henalale en andere
Ambonese voormannen uit Wylde-
merk is natuurlijk dat zij terug wil
len naar Indonesië (Patty is een van
degenen, die zich daarvoor reeds heb
ben laten registreren), maar dat zij
graag zouden zien dat de vriend
schapsband die er ook voor hen met
Nederland bestaat blijft. In Vrij Am-
bon geloven zij niet meer. in een vrij
Nieuw-Guinea evenmin.
In Nederland blijven is hun bedoeling
nooit geweest, en na zorgvuldige
overweging en bestudering van de
feiten hebben zij nu gekozen voor de
Republiek Indonesië. Na de groep-
Siwalette is er wederom een flinke
groep Ambonezen die Nederland wil
verlaten om naar Indonesië terug le
keren.
De weduwe van de in 1948 in Indo
nesië door een pistoolschot om liet
leven gekomen K.N.I.L.-vaandrig R.
C. L. Aernout, mevrouw H. J. Aer-
nout-Royaards te Bussuni, heeft gis
terochtend bjj de officier van justitie
in Amsterdam een klacht ingediend
wegens smaad subsïdïar belediging.
Zij acht een passage in het rapport-
Zaaijer beledigend voor haar man.
Pas kort geleden heeft zij van deze
voordien geheime passage kennis
kunnen nemen, nadat de minister van
defensie, ir. S. H. Visser, het volle
dige rapport inclusief de geheime
gedeelten, naar aanleiding van de
verwikkelingen in de zaak-Van der
Putten, openbaar had gemaakt.
De door mevrouw Aernout gewraak-
pasage in het rapport-Zaaijer
luidt als volgt: „De commissie neemt
als vaststaand aan, dat Aernout geen
veiligheidsofficier was, maar uit per
soonlijke liefhebberij optrad als infor
mant. Overtuigend bleek, dat hij een
grote belangstelling had voor inlich
tingenwerk en, terwijl aan zijn recht
schapenheid en goede bedoelingen
niet mag worden getwijfeld, daarbij
alle kenmerken vertoonde van de on
bekwame en onbelangrijke dilettant,
levende in een sfeer van öetectïvero-
mantiek, geheimzinnigheid en ge
wichtigdoenerij.
Uit betrouwbare bron vernemen wij
voorts, dat het niet waarschijnlijk is
dat het Amsterdamse parket de
klacht in behandeling zal nemen. Het
wordt waarschijnlijk geacht dat me
vrouw Aernout in overweging zal
worden gegeven haar klacht bij de
Haagse officier van justitie in te die
nen, aangezien het beweerde delict
in de residentie is gepleegd. Daar
verrichtte de commissie-Zaaijer haar
werkzaamheden en maakte minister-
Visser het rapport openbaar.
RAAD VAN BESTUUR BOUWBEDRIJF
„Niet vasthouden aan
produktiviteitscijfers"
„Wil do kwantitatieve bemanning
van het bouwbedrijf gehandhaafd blij
ven. dan kunnen wjj ons niet permit
teren dc lonen van de bouwvakarbei
ders te laten achterlopen bij die in
vergelijkbare andere bedrijfstakken",
aldus de lieer J. P. A. Nelissen, voor
zitter van de Stichting Raad van Be
stuur Bouwbedrijf.
In do gistermiddag gehouden eerste
vergadering van deze raad in het
nieuwe jaar heeft de heer Nelissen
een nieuwjaarsrede uitgesproken,
waarin hij aandacht heeft geschonken
aan een aantal z.i. belangrijke aspec
ten van de bouwnijverheid.
Sprekende over de binnenkort aan de
overheid voor te leggen voorstellen
tot loonsverhoging, zeide de heer Ne
lissen dat deze niet alleen noodzake
lijk, maar evenzeer verantwoord zijn.
„Indien ook de regering de noodzaak
erkent van opvoering van de produk-
tie van het bouwbedrijf, zal zij ten
aanzien van deze bedrijfstak niet we
derom star moeten vasthouden aan
misschjen voor andere bedrijfstakken
wel te hanteren spelregels, waarbij
J het zwaartepunt ligt bij betrouwbare
J produktiviteitscijfers.
„Het is. aldus de heer Nelissen,
ons vooralsnog niet mogelijk pro
duktiviteitscijfers te produceren,
voor de juistheid waarvan wij de
verantwoordelijkheid durven dra-
I gen. Wanneer anderen menen toch
j produktiviteitscijfers van het
bouwbedrijf te moeten vaststellen,
kan ik dit niet anders betitelen
als een schot in de lucht. Aan deze
cijfers mag onze bedrijfstak niet
worden gebonden, zo zei de heer
Nelissen.
Dn totale bouwproduktie heeft in
1961. met inbegrip van de onder
houdswerkzaamheden, naar schatting
5530 miljoen gulden bedragen, zo
deelde de heer Nelissen mee. In ver
gelijking met 1960 betekende dit een
toeneming met negen procent. Deze
toeneming was groter dan in het be
gin van 1961 was Le verwachten.
De grootste,stijging in het vorig jaar
vond plaats in de woningbouw. De to
tale woningproduktie bedroeg in 1961
ongeveer 1680 miljoen gulden. Dit is
elf procent meer dan in 1960.
De lieer Nelissen kondigde de ver
schijning aan van een „houwnota"
waarin een bijdrage wordt geleverd
voor de grond sis - van een meerjaren
plan voor de bouwnijverheid.