Woordenbrij in de jaargang '61 DE WINDROOS" van Isolement bedreigt theaterkunsten Engelse professor bouwde moderne viola d'amore ANDREUS EEN UITZONDERING letterkundige kroniek door HANS WARREN Record-aantal bezoekers voor Van Gogh-expositie (Vlieuwe composities ZATERDAG 16 DECEMBER 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 17 Hei peil van de hedendaagse Nederlandse poëzie daalde sterk DE WINDROOS", de bekende poëziereeks die nu al tien jaar lang onder de leiding van Ad den Besten ver schijnt, biedt de laatste tijd een weinig boeiend aspect. De Nederlandse poëzie lijdt algemeen aan acute bloedarmoede, die gepaard gaat met een onevenredige overdaad van woor den, en ook Ad den Besten, hoe ook speurend naar talenten, kan daar geen verandering in brengen. Zo verschenen er in de jaargang 1961 slechts zes deeltjes, op een enkele uitzonde ring na helemaal volgedrukt met woordenbrij. Dit klinkt onvriendelijk, maar wie, met goede wil en inzet een 250 bladzijden van deze kost heeft gelezen en herle zen, is niet vriendelijk meer gestemd. Eerder geërgerd, dat zoveel waarschijnlijk echte gevoelens en gedachten in zoveel onechte, onbedui dende, verwarde „poëzie" worden omgezet Dat dit al les nog een kans krijgt, ge drukt te worden in een hono rabele reeks onder leiding van een capabel iemand als Ad den Besten is verwonder lijk. Doch hier staat „De Windroos" helaas niet als on gunstige uitzondering: het peil van de hedendaagse Ne derlandse poëzie is bedenke lijk gedaald De hausse van kort na de oorlog is door een baisse gevolgd. Een oor spronkelijk, bezield geluid, een helder woord, hoort men zelden meer. Weinig- valt er bijvoorbeeld nog te zeggen van het talent van Inge Tielman (geb. 1931), wier bundel „Leg je oor aan", voornamelijk liefdeslyriek van een gematigd modernistische vorm, typisch te noemen is voor de huidige ma laise. Eén woordenmassa, de ge voelens en gedachten worden doodgeslagen door onbeduidend en verward gepraat in plaats van een verhelderende gestalte te krijgen. Enkele verzen, als „Het geheim van de .nacht", „Daar om" of „Wat rest ons nog" geven enige hoop dat Inge Tielman nog wel eens iets essentieels zal zeg gen. WAT REST ONS NOG een echo van vreugde ligt een handgreep verder wat rest ons nog so nu en dan een moe hoofd tegen een willekeurige [schouder legge\\ lachend en hoopvol vragen dit blijft toch? ja alles is en is vergankelijk en keert met nieuwe vollere [vormen terug een steeds herkenbaar gezicht een echo van vreugde. Een ander debuut en een dat al thans enige verwachtingen wet tigt, is dat van Huub Oosterhuis (geb. '33), „Uittocht" geheten. Voornamelijk religieuze poëzie, vrij klassiek van vorm. Hier is af en toe èen vleug bewogenheid in de woordenzwijmel (derde stro fe „Geboorte", „Psalm"), oor spronkelijkheid en persoonlijkheid („Blindgeborene", „Woord van Dank") tederheid („Moeder taal"). Doch het geheel kon die per doorleefd, zorgvuldiger door dacht en verwoord zijn. (Lelijke beeldspraak is er soms ook, „de wijn schommelt weer in de drui ven"). Tekenend voor deze poëzie' is de slotstrofe van „Ik; hoor mensen": Daarom loop ik maarloop over de aarde als boze adem, ilt gil wat en weifel op de drempel van mijn stem. We citeren dit niet om er de draak mee te steken, doch beter kon de dichter zijn tekort in elk opzicht niet uitspre ken! Coert Poort (1922) is met „Man nenwerk" aan zijn vierde bun del toe, maar blijft een onduide lijke figuur, die ons nog nimmer van zijn dichterschap heeft kun nen overtuigen. Ook deze bundel bevat niets dan onder poëzievorm vermomd gezeur. „Duizenden kunnen dit oolc", lezen we or, en nóg eens „anderen kunnen het ook". En „schrijvende hoop ik op nieuw" een hoop die tamelijk onverwoestbaar zijn moet na zo'n bundel. Een voorbeeld en werke lijk niet kwaadwillig gekozen: „En dan nog dit gedicht - dat wacht - en dat bet verdraagt - geen gedicht te zijn - en dat het vermag - wakker te liggen - bui ten alle gedichten - kunst - die het beter verstaat - dan de dich ter - nacht - die hij liever vergeet. Jan Verhoef, geb. 1933. debute rend met „Requiem", waarvan een onderdeel zelfs bekroond werd met een van onze talloze onbedui dende pryzen (de V.U.-almanak- prys) vindt af en toe een teke nende regel: „Afgezien van de buiging van [het licht zijn wij liet spiegelbeeld van [doden", maar verder is alles zo onper soonlik, zo'n woordenbrij weder om, dat men er nauwelijks door heen kan komei en vrijwel ner gens getroffen wordt. Verhoef is voornamelijk gepreoccupeerd met de dood en de doden, is niet in de eerste plaats niet zichzelf be zig en schrijft ook geen liefdes lyriek. Maar aangezien ook zijn denken overal tekortschiet, blijkt hij evenmin de ware broeder te zijn. „Wij zijn aan een plafond - de kleine godjes van de liefde - ba- zuintjes van gedichten - aan onze mond, in steen, in gips, in - licht" is nog de aardigste (zij het niets zeggende) vondst. Hij bestaat bet waarachtig te vragen „Wat ver wacht U van mij, dichter im mers". Dichter Verhoef, het ant woord is eenvoudig. Ook Guillaume van der Graft ge bruikt in zijn nieuwe bundel „Een stadsmens" buitengewoon veel woorden om heel weinig te open baren. Nieuwe facetten van zijn dichterschap zoekt men vergeefs Matte toon, gebrek aan bezieling, de gebruikelijke speelsheid, maar yaak zo flauw, zo'n vermoeiend maniertje iets als een slechte preek. Het gewijde woord maakt gewoontegetrouw enige indruk, vooral als de dienaar van het woord vaardig is, doch schouw niet te diep. denk er niet over na, ook niet over zo'n op het" eerste gezichtaardig ARTIS Christen zijn, een soort [neushoorn met een huid hard in de vorm haast uitgestorven, knobbels van voren, knobbels van boven om te geloven in cfen hoge; ten prooi aan de blikken die staan te kijken, de camera's klikken de nieuwe rijken, wezens van èen veel latere wereld met grotere ogen en betere huiden, zachtere, smaller van achteren, met kleine gedachten. Wij zijn veel ouwer, maar zij sterven veel gameer. Een geslaagd slot van een vers (pag. 35), een behoorlijke cyclus van zes, „Het vorige leven" en ook dit „Woordgebed" zijn aan winsten, maar rechtvaardigen nog geen bundel: WOORDGEBED Woord geef mij woorden als een huid om mij heen om zichtbaar te worden vel over been om sneller te hopen dan de nacht valt om vooruit te lopen op uw gestalte. Lest best: „Groen land" van Hans Andreus, een van de heel weinige moderne Neder landse dichters die ons iedere keer weet te overtuigen van zijn dichterschap, bevat naast ettelijke slapep verzen een aantal werke lijk goede gedichten: het uiterst simpele „Kil", en dan „Drie maal leven I", het levendige liefdes lied (ups en downs in de beeld spraak) „Jij in het groene land" met de aardige aanhef: „Overal te mooi om los te lopen - loop je los", en, mogelijk nog beter „Ge noeg om te leven". Deze cyclus liefdesgedichten tegen liet einde van de bundel (goed is vooral ook het Iichtvoetig-bittere „Na weer een adieu") is poëzie zoals poëzie zijn moet. gespannen, treffend, ontroerend. „Groen land" Is de enige bundel uit de hele jaargang die we aanbevelen kunnen. De Windroos, deel 55 t.m. 60, 1961, U.M. Holland. Amsterdam. llllllllllllllllllllllllllllllllllllll^ Z.K.H. Prins Bernhard heeft M H woensdagavond de Nederland- H se première van de film ,[El g H Cid" bijgeivoond in de Corso g H Cinema in Rotterdam. g s Foto: voor de aanvang van de M M voorstelling kreeg de prins M p enige Spaanse waaiers aange- g g boden voor H.M. de Koningin H en de prinsessen. Een tentoonstelling van werken van Vincent van Gogh, afkomstig uit het Stedelijk Museum te Am sterdam, heeft in het Baltimore Museum of Art alle records ge broken. De tentoonstelling, die begin de zer maand werd gesloten, heeft in ^de voorafgaande zes weken meer "dan 85.000 bezoekers getrokken, meer dan de helft van het gemid delde aantal bezoekers dat het museum jaarlijks bezoekt. De collectie, bestaande uit 81 schilderijen en 101 tekeningen zal vervolgens ten toon worden ge steld te Cleveland in de staat Ohio, in Buffalo, New York en eindigen in Boston, waar de ten toonstelling op 29 april wordt ge sloten. Functionarissen van het museum te Baltimore zijn zeer ingenomen met het recordaantal bezoekers, dat volgens hen wijst op een groeiende belangstelling in Ame rika voor kunst. Dennis P. Myers, plaatsvervan gend directeur van het museum, verklaarde, dat de Van Gogh-ten- toonstelling bezocht is door per sonen die zich gewoonüjk nooit tot een museumbezoek laten ver leiden. Van heinde en ver is men naar het museum gestroomd. On der de bezoekers bevond zich me vrouw Nehroe, die Myers had meegedeeld zeer onder de indruk te zijn gekomen -van de tentoon stelling. Texel heeft weer uitbundig het ..Ouwe Sunderklaasfeest" ge vierd. Over de oorsprong van het „Carnaval van het noor den" tast men in het duister. Het kan vreugde betekenen vanwege het naderende licht..., of lawaai om de duistere mach ten op de vlucht te jagen. Hoe het ook zij, in ieder geval toon den zich honderden feestgan gers vermomd op straat en tot diep in de nacht waren de bal zaaltjes overvol. ew w\uyekpY\^s Op voorstel van haar voorzitter heeft de Vereniging Jeugd en Mu ziek tijdens haar gehouden alge mene ledenvergadering te Haar lem besloten over te gaan tot in stelling van een jeugd- en muziek prijs. Deze prijs zal als hoogste onder scheiding bestaan uit een gouden medaille; deze zal dit jaar be schikbaar worden gesteld aan de winnaar-, resp. de winnares, (indi vidu of ensemble) van het kortge leden ingesteld interscholair mu ziekconcours. Een ander gedeelte van deze jeugd- en muziek-prijs zal intern worden toegekend ter beloning van landelijke- of regionale initia tieven. voor nxeww iMstvMmeitf Professor S. Montagu Cleeve van het Trinity College voor mu ziek in Londen heeft naar voorbeeld van de oude viola d' amore uit de 18e eeuw een nieuw muziekinstrument met 18 snaren ontwikkeld. Naar men zegt heeft het instrument een veel vollere toon dan de gebruikelijke violen en altviolen en maakt het klankeffec ten mogelyk, die men anders slechts met twee of drie ïnstru- yZuiienlnndse manifestaties bekoren tot kei verleden Op het gebied van de theaterkun sten begint Nederland een dorp te worden. Een dorp met een bloeiend eigen kunstleven, inderdaad, maar afgesloten van de wereld rondom, omdat de vensters dichtgeplakt zijn met belastingpapiereu en andere, het uitzicht belemmerende maatregelen. Waar al enkele jaren geleden tegen werd gewaarschuwd, voltrekt zich in steeds sneller tempo: Nederland raakt geïsoleerd. Een normaal winterseizoen bracht enkele jaren geleden toch op z'n minst een drietal grote buitenlandse orkesten op bezoek, een tweetal internationaal-befaamde ballet groepen, een half dozijn exotische dans ensembles alsmede toneelgroepen uit Frankrijk, Engeland, Duitsland en soms andere landen. Een zichzelf respecterende kunstkring in een provinciaal centrum van enige omvang kon in z'n abonnement meestal minstens één a twee buitenlandse manifestaties bieden; een tournee van bij voorbeeld een Frans toneelgezelschap placht zeker een dozijntje voorstellingen in verschillende plaatsen te omvatten. Dit soort zaken raakt zeldzaam. De laatste twee seizoenen heeft Nederland geen deel gehad aan grote tournees van internatio nale groepen. De wereldvermaarde Rob- bi ns-balletten gingen de Hollandse neuzen voorbij, die uit Kirov eveneens. Indrukwek kende toneelmanifestaties uit Berlijn, Ham burg, Warschau, Napels, Lyon, Parijs de den de ronde door vrijwel geheel Europa minus Nederland. Getrouwe bezoekers uit Londen of Parijs, zoals The Young Vic of Theatre Hébertot bleven weg. Zelfs de in ternationaal zo populaire folkloristische danstheaters werden zeldzaam. p. e fout ligt in Nederland zelf: in maat je regelen, die ten dele boven elke lof zijn verheven, voor zover ze de Ne derlandse kunst bevorderen, maar die men niet heeft gecompenseerd in hun funeste werking op internationaal terreinOp theatergebied is Nederland een goedkoop- te-eiland geworden. Vrijwel alle sectoren van opera, concert, toneel en ballet genie ten ter wille van de kunst van de cultuur spreiding zodanige subsidies, dat de toe gangsprijzen in Nederland verre achter zijn gebleven bij de in het buitenland als nor maal geldende prijzen; gemiddeld ruim veertig procent lager dan elders. Dat op zichzelf betekent dus reeds, dat er voor een buitenlands gezelschap in Nederland 40 minder te verdienen valt. In werkelijkheid valt er nóg minder te ver dienen. Enerzijds omdat buitenlandse groe pen veelal rekenen in harde munt als dol lar, anderzijds omdat in Nederland de ver- makelijkheidsbelasting' plus de omzetbelas ting tezamen nog eens een kleine twintig procent afnemen van die toch al 40 te lage prijzen. Daardoor is de uitoefening van het vak van impresario in Nederland vrij wel onmogelijk geworden. Want dit soort „importeurs" van buitenlandse kunst moet dus tegen, bij voorbaat te lage toegangs prijzen concurreren met de gesubsidieerde en derhalve risico-vrije Nederlandse ensem bles. Een buitenlandse toneelgroep of bal let van enige importantie, af te nemen voor een tournee van bijvoorbeeld 14 da gen, vergt een investering op eigen impre sario-risico van tussen de veertigduizend en zestigduizend gulden. Om dit bedrag er uit te krijgen, en dan ook nog de tlieater- huur en die 20 belastingen te voldoen, moet er vijftienduizend a twintigduizend gulden méér worden verdiend dan de_ in vestering alleen. Als dus de impresario zelf óók nog wil verdienen (en tevens wil kunnen re serveren voor een tegenvaller), moet hij een „inkoop" van f 60.000 kunnen „ver kopen" voor ca. 90.000. Bij veertien dagen spelen zou dat per avond een x'ecette van minstens ƒ.6500 moeten betekenen. Maar bij een gemiddelde zaal-capaciteit van 1000 plaatsen kan dit slechts, indien de prijzen zouden liggen van ongeveer 4 tot 12.50, en dat is méér dan het Nederlandse publiek gewend is te betalen. Zó wordt het dus on mogelijk om Nederland in contact te blij ven brengen met het beste uit het buiten land. Eén uitweg is er slechts: als de overheid bereid is om cultureel belangrijke import uit het buitenland vrij te stellen van die 20 belastingen, of indien de overheid, gelijk incidenteel al eens gebeurde, bereid blijkt een „subsidie" te geven in de vorm van een garantie. Als dan de tournee te genvalt, wordt het verlies dus gedragen door de cnltuurspreidingsfondsen, en niet door de daartoe allang onmachtig geraakte impresario's! iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii^ menten samen kan bereiken. Pro fessor Cleeve heeft zijn viola d' amore aan de klankkleur van de 20ste eeuw aangepast en het in strument de voor de moderne mu ziek benodigde geluidssterkte ver leend. De oorspronkelijke viola d' amore had vijf, zes of zeven snaren waar op gespeeld werd, waaronder er nog even veel onafhankelijk over de romp van het instrument aan bracht waren. Bij het spelen trilden deze aanvullende .sympathetische' of resonance-snaren mee. Profes sor Cleeves moderne viola d' amore heeft zes speelsnaren en twaalf resonerende snaren. Daarmee heeft hij bereikt, dat zijn instrument een tweemaal zo groot volume heeft als het instrument uit de 18e eeuw. NIEUWE COMPOSITIES Op de gedachte, een viola d'amo re te bouwen, aangepast aan de 20ste eeuwse klankkleur en geschikt voor het spelen van mo derne muziek, kwam professor Cleeve in 1953. Toen had hij een instrument uit het jaar 1727 ge kocht, waarop hij werken van mo derne componisten wilde spelen. Het bleek echter, dat de toon van de oude viola d' amore hiervoor te zwak was. Toen besloot hij, een nieuw instrument te contrueren, niet volle toon, vooral in de hoge re registers, te weinig resonance- snaren, tijdrovend stemmen, een erg buikige- middenbeugel, behoor lijk gewicht, korte hals en erg wei nig ruimte tussen de snaren onder ling, Het gelukte hem. De toon van het nieuwe instrument is in de ho gere registers zo helder en krach tig als die van een viool, in de la gere zo vol en warm als die van een altviool. Een Engelse instrumentbouwer heeft zich bereid verklaard, deze moderne viola d' amore te bouwen en de Engelse componist York Bo- wen zal te zijner tijd een „Introduc tion" en een „Allegro" voor het Jn- trument schrijven. Op 28 april 1962 zal in de Wigmore Hal| In Londen de wereldpremière van de ze werken met het nieuwe instru ment plaatsvinden, dat, naar Clee ve verklaarde, „in de wereld der moderne muziek een even vaste plaats zal gaan innemen als de viool, liet cembalo en de piano"#

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 9