MeubelmakerTobias
Slabbekoorn werd
hofleverancier...
Goese fabriek van betimmering
EIND 1951....
EIND 1961
ZATERDAG 16 DECEMBER 1961
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
In een wif-besfofte werkplaats,
waar het monotone, doffe gezoem
van cirkelzagen allesoverheersend, bijna tastbaar tussen de muren
hangt, staat de 29-jarige timmerman-meubelmaker Tobias Slabbe
koorn. Vlak voor hem trilt en siddert een lange, vlakke werkbank,
waaruit een rondrazende cirkelzaag opsteekt als een agressieve
haaievin uit een rimpelloze zee. Vlokkerig zaagsel krult als schuim
rond de vin. Met een bijna machinale beheersing schuift werknemer
Tobias Slabbekoorn een brede, korte plank naar voren. Gretig slaan
de tanden van de zaag zich een weg door het zachte materiaal.
Alleen de vakman in Tobias SI,abbekoorn ziet het. Hij zelf is er
nauwelijks bij. Hij wikt en weegt de toekomst. Hij wordt besprongen
door twijfels, door verwachtingen, door besluiteloosheid, door on
zekerheid. Pas weken later is de zekerheid er plotseling. De zeker
heid, dat hef móét slagen als hij opstapt en voor zichzelf gaat
beginnen. Zijn plan staat vast: hij gaat een eigen bedrijfje begin
nen. Als er wéér een dag om is, stapt Tobias Slabbekoorn naar zijn
baas en neemt ontslag. Op dat moment het is eind 1951
heeft hij een beginkapitaal van 500 gulden
In een strak en zakelijk kantoor,
waar het monotone, doffe gezoem
van cirkelzagen als een zacht gerucht uit de verre fabriekshal bin
nenglijdt, zit de 39-jarige directeur Tobias Slabbekoorn achter een
modern bureau. Vlak voor hem de poststukken en brieven van die
dag. Ook een brief van architect Dick Verheus uit Den Haag. Tobias
Slabbekoorn legt er zijn sigaar voor weg, snijdt met één beweging
de enveloppe open en leest:
„Namens Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Beatrix der Ne
derlanden draag ik U hierbij op het leveren en aanbrengen
van de betimmering van het kasteel „Drakestein" bij Lage
Vuursche".
Kortom: een koninklijke opdracht. Bovendien een bewijs: het plan,
dat tien jaar geleden rijpte bij werknemer Tobias Slabbekoorn, is
geslaagd. Dezelfde timmerman-meubelmaker van toen is nu direc
teur van de „Firma Slabbekoorn, Fabriek van Betimmering" aan de
Marconistraat in Goes. Een bedrijf met 35 werknemers, waaronder
een binnenhuisarchitect; een bedrijf, waarin tonnen geïnvesteerd
zijn; een bedrijf, dat jaarlijks rond één miljoen omzet. Het begon
met 500 gulden en een dosis ondernemingslust, die niet in cijfers is
uit te drukken
„Het bedrijf had echter wederom
met gebrek aan ruimte te kampen.
Opnieuw diende gezocht te worden
naar een ander meer geschikt ge
bouw. C. Westdorp Dracht uit
komst. Hij was juist een pandje
aan het bouwen vlak onder me in
de Nieuwstraat. Tegenwoordig
vindt men hierin de firma Duve-
kot. Dit pandje bleek uitermate ge
schikt als bedrijfsruimte en dus
werd een overeenkomst gesloten
met C. Westdorp. Xu beschikten
we over een voor die tijd ideale be
drijfsruimte van 25 bij 10 meter
=250 vierkante meter. De eerste
telefoonaansluiting van het bedrijf
vond in dit pand plaats in de zomer
van 1953", aldus de directeur van
dit groeiende bedrijf.
Nu begint het wellicht enigszins
eentonig te worden, maar ook deze
werkruimte was binnen een half
jaar te klein. Slabbekoorn schrijft
er over: „Nieuwe vakmensen wer
den aangetrokken en zo beschikten
we weldra over negen meubelma
kers. Vele orders kwamen binnen
en werden afgewerkt, doch hoe wij
dit ook van deze mooie werkruimte
betreurden, het werd alweer te
klein"... Naar Nieuwstraat 18 ging
het nu. In 1954= kon men het be
drijf daar vinden. En hoe ging het
hier? Inderdaad: spoedig weer te
klein. „Al was ook deze ruimte niet
ideaal", zo schrijft Slabbekoorn
„men verzoende zich er mee in het
besef, dat er geen grotere bedrijfs
ruimte in Goes te vinden was. Er
was in ieder geval een tekenka
mertje met kantoor voor de werk
meester, een behoorlijke bedrijfs
ruimte".
BRAND
„Wat kon ons nog overkomen?"
zo vraagt hij zich af in dit ge
schrift. Antwoord: brand....! Dat
gebeurde in het najaar van 1957.
Weliswaar liep het allemaal nog
vrij goed af, maar „dit is toch de
impuls geweest tot het maken van
plannen op zeer korte termijn voor
de bouw van een nieuwe fabriek
op het industrieterrein", om de
woorden van Slabbekoorn te ge
bruiken. In januari 1957 begon de
bouw en in juni werd het nieuwe
bedrijf (een kantoorruimte en een
fabrieksruimte van 450 vierkante
meter) in gebruik genomen.
Inmiddels was er nog een nieuwe
krachtsinspanning van directeur
Slabbekoorn gevergd. Zijn verte
genwoordiger Westerweel was na
melijk vertrokken. „Xu kende ik
de pad niet en daarom was het wel
even vreemd, maar dit is nu alle
maal anders, want overal zijn er
nu relaties. Zoveel zelfs, dat ik zon
der vertegenwoordiger of tipgever
kan worden", aldns deze directeur,
die nu „de pad heel goed kent, zelf
helemaal het representatieve ge
deelte voor zijn rekening neemt en
die nu niet meer achter de werkta
fel staat. „Want dat is, geloof ik,
de kracht van een bedrijf als dit:
steeds de juiste vakmensen aan
trekken, aan wie je veel over kunt
laten. En dat kan gelukkig in myn
bedryf", aldus directeur Slabbe
koorn.
„Een geweldig grote stap voor ons
bedrijf" noemt hij dan ook het aan
trekken van 'n binnenhuisarchitect
de heer G. van den Brugge, op 19
mei 1959. Het bedrijf kan deze des
kundige door de steeds talrijker
maar vooral steeds omvangrijker
opdrachten nu niet meer mis
sen; evenals de krant, geen dag.
En inmiddels bleef het bedrijf
groeien. „In de Marconistraat be
gint de victorie van ons bedrijf",
schrijft Slabbekoorn en dat is des
te meer duidelijk als men even la
ter van hem leest: „Ruimtetekort
noopte tot maatregelen".
Eerst werd aan het nieuwe pand
nog een nieuwe machineloods ge
bouwd en vervolgens in begin
I960 nog een nieuwe fabrieks-
loods. Resultaat: het aantal vier
kante meters bedrijfsruimte was
bijna verdubbeld: 1250 vierkante
meter. En passant nam directeur
Slabbekoorn ook nog de hele in
ventaris over van een Goes slas-
slijperij. Nu geeft de fabriek werk
aan: een binnenhuisarchitect met
assistent-tekenaar, twee boekhou
ders, een calculator, ongeveer 25
timmerlieden-meubelmakers, een
glasslijper en een schilder. Een
bloeiende fabriek, kortom. Direc
teur Slabbekoorn. die "net ons al
lemaal liet zien. zei dan ook: „Het
wordt eigenlijk al weer te klein".
Het is in dit bedrijf zo langzamer
hand een gevleugeld woord gewor-
bejaardentehuis. En nu is er dus
onder meer de even eervolle, als
omvangrijke opdracht van Prinses
Beatrix: ruim dertig kamers in
het slot „Drakestein" moeten voor
zien worden van een interieur-be
timmering in de Lodewrjk-stijl.
Met dat al mag men de aanduiding
„Winkelbetimmering Slabbekoorn"
een weinig besscheiden noemen
De begrijpelijke wijziging is korte
tijd geleden dan ook aangebracht:
„Finna Slabbekoorn Fabriek van
Betimmeringen". Tekenend en
symbolisch voor de groei van deze
dynamische fabriek aan de Goese
industriestraat ,de Marconistraat.
„Ik heb de tijd mee en de wind in
de zeilen gehad", zegt Tobias Slab
bekoorn er nu van. Maar iets van
het meer dan normale doorzet
tingsvermogen van deze doelbe
wuste Zeeuw komt aan het licht
als hij er bij vertelt: „In het be
gin was er nauwelijks nog tijd voor
m'n gezin en ik leerde in ieder ge
val de waarheid van het gezegde:
zo druk als een klein baasje".
IN DE BOUW
In de laatste van de dertiger jaren
begon hij zijn loopbaan als leerling
van de Goese ambachtsschool.
Vak: houtbewerking. En zoals het
een afgestudeerde ambachtsscho
lier betaamt, ging hij vervolgens
„in de bouw Eerst in Kapelle, la
ter in Hansweert, daarna nog er
gens. „Allemaal korte perioden bij
eén baas", herinnert hij zich nu
nog. Inmiddels had hij begrepen,
dat „,in de bouw" zyn doel toch
niet lag en dus vatte hij schrifte
lijk de P.B.N.A.-studie op. De oor
log stimuleerde zijn studie, maar
temperde zijn ondernemings
lust. De Goese gymnastiekwerk-
tuigenfabriek „De Schelde" zag
hem als leerling-meubelmaker ko
men.
„In de zes jaar, dat ik daar werk
te, leerde ik het vak, bepaalde mijn
richting en ging na de oorlog naar
een winkelbetimmeringsbedrijf",
somt hij op. Bij twee winkelbetim-
rileringsbedrijven leerde hij prak
tisch alles wat er in dit vak te le
ren was: eerst bij Frenks en daar
na bij Buigom.
Merkwaardig genoeg putte hy uit
een afschrikwekkende tegenslag
van een ander de moed om zelf te
gaan beginnen, want toen één van
zyn werkgevers failliet ging, dacht
hij: „Dan ga ik het maar eens pro
beren"
Het was overigens geen plotselinge
inval. „Inmiddels was ik getrouwd,
er waren drie kinderen en dan
denk je wel even na voor je iets
ingrijpends gaat ondernemen", be
kent hij. Niettemin: hij deed het.
Tobias Slabbekoorn kreeg name
lijk de beschikking over een „ka
pitaal" van 500 gulden en dat acht
te hij voldoende om de kogel door
de kerk te jagen: ontslag en zelf
beginnen. En daar begon het dan:
Slabbekoorn bouwde vitrines op
een zelfgemaakt machien en een
compagnon etaleur Westerweel,
afkomstig uit Colijnsplaat
bracht ze aan de man. Het was een
bescheiden begin...., een aanloop
voor groter werk.
Uil ZlIN VEST
Dat grotere werk kwam in augus
tus 1952: betimmering van de
coöperatiewinkel in Middelburg. In
een oud huisje op het Keizerdijkie
in Goes waar Tobias Slabbe
koorn de beschikking had over een
werkruimte van drie-en-half bij
vier meter startte „Winkelbe
timmering Slabbekoorn". Binnen
een half jaar scheurde het bedrijf
„uit zijn vest", zoals Slabbekoorn
het nu zegt. Want al spoedig na
de februari-ramp van 1963 stroom
den de opdrachten binnen: tiental
len winkelinterieurs, die in het wa
ter hadden gestaan moesten wor
den opgeknapt.
Iedere dag weer hoorde Slabbe
koorn de vraag van vele winke
liers: „Kun je het nog repareren
Meestal kon er niets meer aan ge
repareerd worden: alles moest ver
nieuwd. Inmiddels was Slabbe
koorn werkgever geworden: zijn
personeel bestond uit één man.'
Maar toen hij een werkruimte van
acht brj acht meter in de Nieuw
straat had gevonden, stond hij al
spoedig met vijf man personeel
achter de werkbanken. En het
werk stroomde binnen, zoveel dat..,
juist: weer gebrek aan ruimte.
Op een enkel vel papier heeft To
bias Slabbekoorn de groei van zijn
bedrijf zelf ook beschreven. Hij
schrijft er dit over:
Het kan dus nog: in tien jaar
tijds bijkans uit het niets een le
venskrachtige fabriek opbouwen.
De nu 39-jarige Tobias Slabbe
koorn, zoon van een fruitkweker
uit Kapelle, leverde het bewijs.
Eigenhandig en dan in de
letterlijke betekenis van het
woord begon hij nu tien jaar
geleden het schuchtere begin
van zijn bedrijf op te bouwen.
Ergens in één van de hallen van
zijn fabriek kan men dat schuch
tere begin vinden tussen de vele
moderne, peperdure machine
rieën: een eenvoudig, maar
doeltreffend apparaat, waar
mee de ondernemende Slabbe
koorn kon zagen en boren.
Met een kwajongensachtige trots
vertelt hy er nu nog van: „Dat
eerste machientje ik kon er mee
zagen en boren'bouwde ik zelf.
Het staat er nog altyd, verbeterd
natuurlijk, en het is nog altyd in
gebruik, al zagen we er nu alleen
nog maar mee". Hy voegt er nog
aan toe: „We hebben zoveel te
doen, dat we 't eigenlyk nog niet
kunnen missen". Maar ergens ver
denken we directeur Slabbekoorn
er van, dat hij jnist van dit „ma
chientje" geen afstand wil doen,
omdat liij er eigenhandig zijn eer
ste bestelling wat winkelvitri
nes op gereed maakte. Het is
een monument in zijn bedrijf....
Winkels in vrijwel alle Zeeuwse
steden en dorpen, dat waren aan
vankelijk vrijwel uitsluitend de af
nemers van de produkten van de
voor zichzelf begonnen Tobias
Slabbekoorn. In de telefoongids
moet ge zijn zaak dan ook altijd
nog zoeken onder de aanduiding
Winkelbetimmering Slabbekoorn'.
Maar in feite is de periode, dat het
uitsluitend om de interieur-betim
mering van winkels ging allang af
gesloten. „Naturlijk, we doen ook
dat werk nog altijd met enthou
siasme", zegt h|j, „maar er is nu
zoveel meer bijgekomen".
NIEUWTJE
Zo veel meer! Een voorbeeld: het
bedrijf van Tobias Slabbekoorn le
verde heel de betimmering voor
het nieuwe, gigantische ANWB-
gebouw in Den Haag. In samen
werking met het architectenbu
reau lanceerde het Goese betim-
meringsbedrijf hier een sensatio
neel nieuwtje in de bouwwereld:
demontabele verplaatsbare binnen
wanden. Wanden, die in een vrij
korte tijd uit elkaar te nemen zijn,
elders weer opgebouwd worden, zo
dat de ruimte geheel opnieuw kan
worden ingedeeld. Geen hinderlijke
sporen op wanden en vloeren na
demontage en montage, want de
ze puien worden vastgeklemd in
een schuimrubberen rand.
De bouwwereld stond te kijken
van deze vinding. Maar het Goese
betimmeringsbedrijf deed meer in
het ANWB-gebouw: het legde 6800
vierkante meter plafond, in het
trappenhuis werden 220 decoratie
ve berkenhouten panelen aange
bracht en nog vele andere voorzie
ningen werden getroffen. Soortge
lijk werk verrichtte 't Goese betim
meringsbedrijf ook in 't Vlissïngs
Binnenhuisarchitect Van den
Brugge buigt zich over een teke
ning van een enorme boekenkast.
Een boekenkast voor het kasteel
Drakesteinhet domicüi van
prinses Beatrix. Een boekenkast
(3.70 meter hoog en 7.15 meter
lang) met glazen deuren, opge
trokken in de „Lodewijk-stijl".
Het ïoerk van deze binnenhuis
architect. is bijzonder gevarieerd:
hij tekent koffiebars voor waren
huizen, kerkbanken voor de her
vormde Marcuskerk in Den Haag,
interieurs voor kapsalons enz.
enz. (foto boven). Directeur To
bias Slabbekoorn bij het „monu
ment" in zijn fabriek: een zaag-
en boormachien dat hij tien jaar
geleden eigenhandig bouwde en
waarop hij zijn eerste bestellingen
afwerkte (foto midden). Een van
de vele meubelmakers achter een
vun de vele moderne machines
ff foto onder).