Coopvaett D mfl Sympathiek bouwplan op Zuid-Beveland ïV i Operatie „Walrus" PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer (£sso) PETROLEUM smaakt 'erdonk WOENSDAG 13 DECEMBER 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 15 ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL Torenflat voor bergeenden Moesten we vroeger een te genstelling zoeken voor het begrip Natuur, dan vonden we dat in de term Cultuur. De cultuur kan niet worden ontwikkeld zonder natuurter reinen om te zetten in heel iets anders, waaraan veel moeras, bos en heide en an dere „waardeloze" terreinen vreugdevol werden opgeof ferd. In die tijd had dé uit drukking „land ontginnen" nog geèn zure bijsmaak. Door Barend Zwerfmans - Aangaande de betekenis van het woord laat het pocket boekje, dat inzicht geeft in woordafleidingen, ons in de steek, tenzij het in verband staat met de oude naam „ginst" voor brem. Ontgin nen zou dan betekenen „van bremstruiken" (lees: waar deloze vegetatie) ontdoen om er waardevolle cultuurgrond voor in de plaats te winnen. De daarop gevolgde schaarste aan ongerepte natuur deed de belang stelling er voor toenemen en er ontstond toerisme. Een tijdlang vormden deze begrippen geen te genstelling. Zij behoorden bij elkaar. Ook dit is voorbij. Het toerisme eist op zijn manier een aandeel op van de ongerepte ter reinen en bleet' daarbij niet staan. De verbetering van de toegangs wegen eist nu zelfs grote offers niet alleen van de natuur maar ook van de cultuurgronden en de zucht persoonlijke vaste rechten te kunnen doen gelden op al thans een stukje natuur, heeft al lerlei „recreatiegebieden" volge- strooid, eerst met villa's en thans in snel tempo met kampeerterrei nen, .en. bungalows. Korte tijd althans gold voor de bebouwing, dat deze in overeen stemming moest zijn met het „landelijk karakter" van de omge ving, maar deze eis blijkt in de praktijk reeds radicaal te zijn op gegeven. Vlak tegen en voorts in en op de duinen verschijnen hele reeksen van gebouwtjes en gebou- Advertentie) Behaaglijk warm! Natuurlijk een oliehaardgeslooht .met MT-ER WARMTE MINDER ROET ZUINIGER BRANDSTOFFENHANDEL GELOK Aflevering per tankauto Geregelde bezorging Prima service lange Geere 51 - Tel. 2093 De Ruyterstraat 54 - Tel. 4374 MIDDELBURG wen, die heel de sfeer van het duinlandschap verbreken en zelfs van het (in ons land zo schaarse) duinsilhouet. De bedoeling er van is natuurlijk (als altijd) goed. Zij vervangen de veredelde kippenhokken en als we goed zijn ingelicht, bevorderen we daarmee zelfs een vreedzame annexatie door grondverkoop aan inwoners van naburige staten. De praktijk er van schijnt echter te zijn, dat aan de goede bedoe lingen wordt voorbijgestreefd en zoals we dat bij „Kijkduin" (Loos duinen) konden constateren, de nóg voor het publiek toeganke lijke delen van het duin, door der gelijke prikkeldraadomheiningen aan datzelfde publiek dienen te worden onttrokken! Torenflat Waar gaat dit eindigen Er gaan nu al geruchten over plannen tot het bouwen van een torenflat op Zuid-Beveland. Het vreemde van de opzet is, dat ze is gepland door en vanuitde natuurbescher ming. Nog al gekkerer is geld voor nodig, dat men zich voorstelt (en zelfs met enthou siaste medewerking) van de na tuurliefhebbers te zullen verkrij gen. Men heeft de moed te durven veronderstellen, dat een en ander strikt in het geheim zal kunnen worden uitgevoerd, zodat de wel willende gevers niet in geweldige drommen zullen komen opzetten om hun Werk met voldoening te aanschouwen, waardoor heel de opzet zou kunnen mislukken. Al genoeg geheimzinnigs over een plan. waar schrijver dezes, prin cipieel verfoeier van alle natuur- ontsierende bouwsels, spontaan zijn medewerking aan meende te moeten verlenen. Ergens op Zuid-Beveland bevindt zich een met riet bedekte schuur, waarvan het dak nestelgelegen- lieid verschaft aan een kolonie van Zeeland» meest spectaculaire vogels, de sieriyke bergeenden. Misschien is het kiezen van zo'n rieten dak al? woonplaats niet zo vreemd als het zich aan ons voor doet en ontlenen de bergeenden daaraan hun volksnaam. Het woord berg in de naam kan zeer goed verband houden met de be tekenis „bergplaats" en niet de rieten afdekkingen van hooiber gen. In feite is dè hooiberg niet de hoop hooi, maar bestaat slechts uit een los rieten dak, gesteund door een aantal palen en is het heel goed mogelijk, dat dergelijke gelegenheden ook elders bergeen den tot nestplaats hebben ge diend. In elk geval geeft het ver blijf in het dak van de schuur aan. dat de vogels elders geen vol-, doende nestelgelegenheid hebben kunnen vinden. De vogelatlas van DOUWE EGBERTS Zachte geurige pijptabak I1IÉ&I fi7 in handige plastic tabakszak prof. Voous geeft als nestplaats- keuze aan: holen in lage oevers, in elk geval holen en gangen en in het merendeel van onze in landse gevallen gebruiken ze daarvoor oude konijnehollen, die liefst in aantal dicht bij elkaar ge legen moeten zijn. De schuurkolo- nie is dus een unicum. Nu moet die oude schuur verdwij nen en daarmee wordt ook de bergeendenkolonie met ondergang bedreigd. Verontruste natuurmin naars, met name Vogelbeseher- mingswacht Midden-Zeeland „De Kluut", staande onder voorzitter schap van de bekende Zeeuwse ornitholoog rar. T. Lebret te Mid delburg, hebben nu de handen in eengeslagen om te beproeven op korte afstand van de to verdwij nen schuur een gelegenheid te scheppen, waarheen de bergeen den zullen kunnen verhuizen. De eigenaar stemt er mee in, dat de vervangende nestelgelegenheid op zijn terrein zal verrijzen, een torenflat voor de bergeenden dus. zöals het oude schuurdak, gezien de afmetingen van de vogels in feite reeds was. De hoogte zal dus nogal meevallen en het dak, dat zeker niet met nieuw riet mag worden gedekt, zal in overeen- stemmlng" blijven met do „lande- lijkheid van de omgeving". Ver der zullen de bewoners in genen dele een ongunstige invloed uit oefenen op de natuur in hun om geving; hun fraaie kleuren, ja zelfs nun aanwezigheid alleen al, zal een bedreiging met verarming van het landschap voorkomen. Het is nu maar de vraag: kan hét plan verwerkeHjlct worden, zonder - dat een teveel aan -belangstelling onrust rondom de nieuwe woon gelegenheid zal brengen, wat de plannen al bij voorbaat zou doen mislukken. Hetgeen natuurlijk niet betekent, dat de gevers niet in staat zullen worden gesteld met eigen oog (maar dan in ge spreide formatie) de aangename resultaten van hun werk te aan schouwen. Ook dat ls In de plan nen verwerkt. Is de bestaande bergeendenko lonie reeds een unicum voor Ne derland, de geplande bouw maakt kans dit te worden voor de hele wereld, tot stand gekomen z(jnde, op een wijze als nog nergens el ders werd vertoond. 1969. Toon Temor het vreemde schijnsel tussen de heuvels ontdekte, wilde hij meteen zijn commandant waarschuwen, doch toen hij zag dat Solon in een diepe slaap was verzonken zo als trouwens de meeste uit geputte gevangenen riep hij zachtjes piloot Storm bij zich. „Ik geloof, dat ik weer enige belangrijke din gen te weten ben gekomen. Onze vijanden maken ge bruik van een soort hypno tisme", vertelde hij Arend. ,,'t Is moeilijk te zeggen, hoe .zij dat precies doen, maar sedert de splitsing van het ras hebben de Targani's het gebruikt om hun vijanden te pakken te krijgen. Op verschillende plaatsen op Ganymedes hebben zij generators gebouwd, die een sterke uitstraling hebben en verdo vend werken óp hun gevangenen. Daar zijn vij nu ook het slachtoffer van en één van die generators staat volgens mij hier vlakbij tus sen de heuvels. Kijk maar eens, daar waar je dat groene schijnsel ziet". Piloot Storm knik te. Ook hij constateerde dat de golvingen van het licht synchroon liepen met de ritmische pijnscheuten in zijn hoofd. „Die onooglijke zwarte mormels hebben vorderingen gemaakt in een tak van wetenschap die bij ons op Aarde nog nauwelijks is aangeroerd. Alleen, maken zij er een verkeerd gebruik Van. Onze voorgangers, en wie weet hoevele Singani's, zijn er het slachtoffer van geworden. Als er geen wonder gebeurt KERKNIEUWS NED. HERVORMDE KERK Beroepen te' Haarlem B. K. W. Dijk stra te Baambrugge; te Vroomshoop G. Jonkers te Tiet jerk. Benoemd tot predikant voor de jeugdobservatie- huizen te Amersfoort en Zeist W. Willemse te Hilversum. Aangenomen naar Rinsumageest J. Kronenburg, kandidaat te Zeist, die bedankte voor Surhuizum. Beroepbaarstelling: de heren E. J. C. Hamminga, vicaris te Voorschoten en H. Kwakkelstein, vicaris te Rot terdam zijn beroepbaar. GEREF. KERKEN. Tweetal, te Schildwolde P. Gilhuis, kandidaat te Amsterdam en G. den Heeten, kandidaat te Rotterdam, van wie eerstgenoemde is beroepen. Tweetal te Ermelo, M. H. Heiner te Heinkenszand en J. Vlaardinger- broek te Grijpskerke. Beroepen te Palmerston-North L. Zwaan te Lobith; te Kralingen J. Ytsma te Middelburg: te Bruinisse G. den Heeten, kandidaat te Rotterdam. Aangenomen naar Lemmer J. de Lange te Haarlemmermeer. Bedankt voor Laar A. Segger te Zoutkamp: voor Vinkveen G. J. van der Burgh te Lexmond. GEREF. KERKEN VRIJGEMAAKT Aan de theologische hogeschool te Kampen slaagde voor het kandidaats examen de heer K. van der Belt te Zwartsluis. CHRIST GEREF. KERKEN Tweetal te Apeldoorn-Zuid T. Brie- nen te Mussel en A. Rebel te Emmel- oord. Bedankt voor Rotterdam-Charlols W. de Joode te 's-Gravenhage-Zuid; voor Leeuwarden M. W. Nieuwen- huljze te Amsterdam-West. GEREF. GEM. IN NEDERLAND Bedankt voor Hoofddorp J. G. van Minnen te Delft. DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP. Beroepen te Zaandam H. Annema te Gorredijk. (Advertentie) ■KLS. efautAfifc Pottenmarkl 13 - Middelburg -Telefoon (01180) 2364 FEUILLETON Enkele ogenblikken later kwam hij haastig naar beneden geklauterd. Hij was hevig opgewonden. „Ik ben er bijna zeker van dat ik het kamp en het dorp of liever de rook van het dorp, zien kan", zei hij. „Ik denk, dat we het pad nu wel kunnen verlaten en op het kompas naar het kamp lopen. Er schijnt een soort bergkam te zijn, die we bijna de hele weg zouden kunnen volgen". „Ik kan beter zelf ook even Kijken", zei ik bedenkelijk, aangezien ik wei nig voor het revolutionaire idee voelde. Ik nam de kijker van Colin, deed die achter aan mijn riem en begon te klimmen. Het was geen moeilijke klim, maar toen ik me van tak tot tak en van het ene steunpunt voor mijn voeten naar het andere moest optrekken, voelde ik pas hoe ver moeiend de dag voor me was ge weest. Misschien hadden we wel te hard gelopen. Oudere en wijzere mannen die meer gewend waren aan dit soort ondernemingen, minder ze nuwachtig en ongeduldig, zouden ze- door JOHN JOLY ker veel rustiger gelopen hebben en. gedurende de ontzettende middag hitte minstens twee uur hebben ge rust, om zodoende hun krachten te sparen en beter in staat te blijven tot rustig nadenken. Ik kwam boven het omringende bos uit en zette me stevig schrap op een grote tak. Voorover leunend op een andere tak richtte ik de kijker zorg vuldig op de heuvels voor me. Mijn kompas raadplegend, zag ik dat. 11c bijna precies in de marsrichting van die dag keek 45 graden ofwel noordoost. Onze boom stond op de top van een lage uitloper die tegen de heuvels opliep, daarbij langzaam stijgend en enigszins naar rechts, dus naar het oosten afbuigend. Hij leek een soort waterscheiding te vormen, want rechts van me liep het land ge leidelijk af naar wat ik dacht dat het rivierdal moest zijn. Links van me daalde het land ook weer. maar minder steil, naar een andere lage uitloper en in die rich ting zouden we gaan als wc het pad volgden. Boven de top van de vol gende uitloper zag lk rook opstijgen in twee of drie dunne spiraaltjes. Was dat het dorp? Onmogelijk te zeggen, maar als de kaart goed was, kon dat wel eens zo zijn. Ik keek weer door de kijker en langzaam naar rechts van de rook draaiend be studeerde ik elke opening in het bos en vestigde, mijn blikken uiteindelijk op een groep gebouwen, die Colin be doeld moest hebben, toen hij over het kamp sprak. ,Er was een hoofdgebouw met erop iets wat op oen mot riet bedekte to ren leek of misschien een watertank. Verder naar voren ou iets lager be vonden zich twee lange, lage gebou wen. Ik keek een hele t(jd om zoveel mogelijk nut te hebben van de kijker. Ik kon niets zien bewegen, want het kamp was een heel eindje weg, maar het gezicht ervan fascineerde me en maakte me tegelijk ook bang. Een onprettig gevoel, dat ons plan absurd was. kwam weer voor het eerst bij me op sedert Colin geopperd had, dat een peloton commando's meer ge schikt was voor het werkje. Voor twee man was het wel doenlijk om deze tocht te maken teneinde inlich tingen in te winnen of foto's te ma ken of contact te leggen met een goedgezinde tussenpersoon; maar om een Japans gevangenkamp binnen te -dringen onder de neus van de bewa kers, een gevangene op te zoeken en er met hem van door te gaan, was heel wat anders. Hoe oud was onze geleerde Ik probeerde me dat te herinneren van de instructies die \\-e hadden ge had. Ongeveer zesenveertig dacht ik en zwaar gebouwd. Hij zat waar schijnlijk al enige tijd gevangen en zou dus wel ondervoed zijn en slecht geoefend. Hoe zou hij een snelle mars van veertig kilometer verdragen in de moordende hitte? Ik begon me weer erg misselijk te voelen, maar lk hield m'n verbeel ding en m'n zenuwen in bedwang, ging op mijn gemak op de tak zitten én probeerde de dingen logisch uit te denken. Ik nam m(jh kapmes en daarmee be vestigde ik do kaart tegen de tak vóór me. Daarna nam ik mijn kom pas en peilde zorgvuldig eerst de rookkolommen en daarna het kamp. Door bij deze peilingen 180 graden op te tellen of af te trekken. Kon ik de plaats op de kaart vaststellen van onze boom. Ik bedacht dat dit alleen van enig nut was indien de rook in derdaad van het dorp kwam, maar gezien de omgeving, leek me dat een heel redelijke veronderstelling. Ik wierp nóg een laatste blik door de kijker, controleerde de beide peilin gen nog eens en begon langs de boom omlaag te klimmen. Onderweg naar beneden voelde en taste ik met m'n voeten gedachteloos naar de tak ken terwijl mijn geest bezig was met het vraagstuk hoe we verder moes ten gaan. Pearsons instructies waren geweest het hoofdpad te volgen en het smalle pad te lopen, dat Caswell wist te vinden. Daarna moesten we het hoofdpad weer opnieuw volgen, daarbij het kamp oostelijk van ons laten liggen en de eèrste kromming voorbij lopen, die naar het kamp voerde van een punt, iets ten oosten van het dorp. Eenmaal op hot kruis punt van drie paden aangekomen, dat op de kaart was aangegeven, moesten we een scherpe draai ne men het tweede pad op, dat naar het kamp leidde. Zo waren onze instruc ties. Maar Pearson had zelf gezegd dat het belachelijk van hem zou zijn om ons precies voor te schrijven hoe te handelen. Er konden zich onvoor ziene omstandigheden voordoen. Ik bereikte de voet van de boom en keek op m'n horloge. Het was kwart voor vier. We hadden misschien nog twee uur daglicht om te reizen. We moesten onmiddellijk beslissen. Ik liet Colin mijn kaart zien en de bere keningen en plaatsbepalingen, die ik erop gemaakt had. „Als we Cashwell bij ons gehad had den, zou ik er alles voor gevoeld heb ben om Pearsons idee te volgen. Maar hij is er niet cn het kan best dat we het paadje nooit vinden, dat om het dorp heen loopt. We moeten volgens een vaste kompaskoers lo pen en het lijkt er op dat dé verdere weg er ook zo uit zal zien. Dikke bomen maar niet veel struikgewas. Ik denk dat het in rechte lijn vijf of zes kilometer ls, van hier naar het kamp, maar zonder pad zullen we maar langzaam opschieten. Ik denk dat we er tegen cle avond zijn kun nen. Wat denk jij?" „Ik ben er vlak vóór", zei Colin direct. „Ik voel er niets voor om ln de buurt van dat dorpje komen. Ik ben te moe om hard te lopen." „Goed", zei ik, „dan gaan we maar". We namen onze uitrusting op en gin gen op weg. Zo nu en dan controleer den we met behulp van het kompas onze richting. Daartoe hielden we halt, zochten een boom uit die een eind verder precies in de goede rich ting stond aan de overkant van een klein ravijn of een inzinking in het terrein, liepen erheen en herhaalden deze werkwijze weer opnieuw. Niet lang daarna ontdekten we echter dat de bovenrand van onze uitloper min of meer de goede richting volgde, zodat we ons kompas hóe langer hoe minder raadpleegden, bedenkend dat de uitloper en het merendeel van de heuvels bij elkaar kwamen op een punt dat iets ten zuidoosten van het kamp lag. Het lopen ging moeilijk en het was glad, maar we haastten ons flink voort, blij dat we van het pad af waren cn dus waarschijnlijk niet door de Jappen of inlanders verrast zouden worden. Na ongeveer een half uur lopen, toen we een ogenblik langs de zuidkant van de uitloper gingen, kwamen we plotseling aan een klein stroompje, dat tussen de rotsen borrelde 'en naar de rivier omloog liep. We knielden er bij neer en durfden nauwelijks in ons goede geluk te geloven. We maakten ons gezicht en handen nat en dronken. (Wordt vervolgd);

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 11