Eichmann kan twaalf maal ter dood veroordeeld worden Reactie op rapport Van der Putten Soekarno zal verklaring afleggen MR. BURGER WIL NOG VÓÓR KERSTMIS N.-GUINEA-DEBAT DINSDAG 12 DECEMBER 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT t Tenlastelegging telt 15 punten Meerderheidsbeslissing zal voldoende zijn De rechtbank te Jeruzalem die het vonnis moet uitspreken over Adolf Eichmann zal elk van de uit 15 punten bestaande tenlaste legging afzonderlijk behandelen. Op de eerste 12 punten hiervan die betrekking hebben op mis daden tegen het joodse volk, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden kan de doodstraf worden uitgesproken, voor de overige drie punten, lidmaatschap van een vijandelijke orga nisatie, staat een maximale straf van zeven jaar gevangenis straf. Voor elk punt zal een meerderheids beslissing voldoende zijn. Een samenvatting van de tenlaste legging luidt: 1. Misdaden tegen het joodse volk. De verdachte wordt ervan beschul digd tussen 1939 en 1945 daden be dreven te hebben die tot het doden van miljoenen joden leidde. Hij deed dit door middel van uitroeiingskam pen, ingericht voor massamoord, door groepen van operationele een heden in de door Duitsland bezette landen van oost-Europa en massade portaties. 2. Misdaden tegen het joodse volk. Tussen 1939 en 1945 heeft de ver dachte miljoenen joden in levensom standigheden gebracht welke er op waren berekend hun lichamelijke vernietiging te veroorzaken. 3. Misdaden tegen het joodse volk. De verdachte heeft miljoenen joden in Duitsland en andere door de as- mogendheden bezette landen ernstig lichamelijk en geestelijk letsel toege bracht door hen tot slavernij te bren gen, te deporteren en uit te honge ren. Vernietiging 4. Misdaden tegen het joodse volk. De verdachte heeft in 1942 tezamen met derden maatregelen ontworpen voor de sterilisatie van joden in Duitsland en door Duits land bezette landen, met het oog merk geboorten onder de joden te voorkomen en als doel de vernie tiging van het joodse volk. 5. Misdaden tegen de mensheid. De verdachte heeft misdaden tegen de mensheid bedreven door tezamen met derden de moord, vernietiging, slavernij en deportatie te bewerkstel ligen van de joodse burgerbevolking in deze gebieden. 6. Misdaden tegen de mensheid, door het uitvoeren van de daden als omschreven in punt een tot en met vjjf, heeft de verdachte de joden ver volgd op nationale, racistische, gods-: dienstige en politieke gronden. 7. Misdaden tegen de mensheid. De verdachte heeft de vernietiging van bezittingen van joodse inwoners van Op 19 december zal president Soe karno een verklaring afleggen over de stryd voor „de bevrijding van Iri an", aldns „Antara". Officieel is medegedeeld, aldus even eens „Antara", dat in verband met deze strijd een commissie voor de na tionale defensie is ingesteld. Kwestie-Berlijn in ijskast De ministers van buitenlandse zaken van Amerika, Engeland, Frankrijk en Duitsland hebben gisteren overleg gepleegd over de kwestie Berlijn en besloten voorlopig de kwestie van on derhandelingen met de Sowjet-Unie maar in de Ijskast te zetten. Voorts besloten zij. dat als er onder handeld zal worden, de westelijke landen een bijzonder stugge houding zullen aannemen. De Italiaanse minister van defensie, Giulio Andreotti, heeft alle leden van de Italiaanse luchtmacht ïn Kongo opdracht gegeven vuurwapens te dragen, In een verklaring zei Andreotti, dat de 13 in Kindoe vermoorde Italianen hun wa pens aan boord van hun vliegtuig hadden achtergelaten. Duitsland en de bezette gebieden be werkstelligd door middel van onmen selijke maatregélen omvattende: be roving, afpersing, terreur en marte ling. 8. Oorlogsmisdaden. In de periode van de tweede wereldoorlog heeft de verdachte daden bedreven die oor logsmisdaden vormen. Tezamen met derden veroorzaakte hij de slechte behandeling, deportatie en moord van joodse inwoners van staten die door Duitsland en andere as-mogend- heden werden bezet. Deportatie 9. Misdaden tegen de mensheid. Tassen 1940 en 1942 heeft de ver dachte daden begaan die misda den tegen de mensheid vormen aangezien hij tezamen met derden de deportatie bewerkstelligde van meer dan 500.000 Poolse burgers uit hun woningen, met het oog merk hun plaats te doen innemen door Duitse gezinnen. 10. Misdaden tegen de mensheid. De verdachte heeft in de toen door Duitsland bezette gebieden van Joe goslavië daden begaan die misdaden zyn tegen de mensheid door samen met derden de deportatie te bewerk stelligen van 14.000 Sloveense bur gers uit hun woonplaatsen, met het oogmerk hun plaats te doen innemen door Duitse gezinnen 11. Misdaden tegen de mensheid. De verdachte heeft in de periode van de tweede wereldoorlog daden be gaan die misdaden tegen de mens heid zijn door samen met derden de deportatie uit hun woonplaatsen te bewerkstelligen van tienduizenden zigeuners en hun vestiging in con centratiekampen, teneinde hen te vermoorden. 12. Misdaden tegen de mensheid. De verdachte heeft tezamen met der den de deportatie bewerkstelligd van ongeveer 100 kinderen uit het dorp Lidice in Tsjechoslowakije, hun overbrenging naar Polen en hun moord aldaar. 13. Lidmaatschap van een vijande lijke organisatie. De verdachte was lid van een organisatie bekend onder de naam „Schutzstaffeln der NjS.D. A.P." (S.S.) en bereikte de rang van „Obersturmbannführer". 14. Lidmaatschap van een vijande lijke organisatie. In de periode van het nazi-regime in Duitsland was de verdachte lid van een organisatie be kend als de „Sicherheitsdienst der Reiehsfuehrers S.S." (S.D.). 15. Lidmaatschap van een vijande lijke organisatie. In de periode van het nazi-regime in Duitslaud was de verdachte lid van de geheime staats politie, bekend als de Gestapo en trad hierin op als directeur van de afdeling joodse zaken. Oud-officier laat zich horen Beschuldigde pleegt overleg met advocaat (Van onze speciale verslaggever) Dr. ir. R. J. L. R„ als kapitein L. voorkomend in o.a. het rapport- Zaayer uit 1951 over onregelmatig heden in het voormalige Nederlands- Oost Indië en thans in 1961 weer in het rapport van de technisch hoofd ambtenaar F. H. van der Putten aan minister ir. S. H. Visser van de fensie, woont sinds eind 1953 in Ne derland en is nooit hoewel dit tot nu toe in met de affaire Van der Potten te doen hebbende kringen werd verondersteld Indonesiër ge weest. De lieer L. R. zelf heeft ons dit giste ren in Apeldoorn, de plaats waar hij reeds zeven jaren werkzaam is, na drukkelijk verklaard. In het rapport van de technisch hoofdambtenaar Van der Putten wordt de naam van de heer L. R. ge noemd in verband met collaboraties die omstreeks het uitbreken van de oorlog met Japan zouden zijn ge pleegd. De heer Van der Putten ver telt in zijn rapport dat zich bij de capitulatie van het K.N.I.L. in de werkplaatsen van de leger-techniscke dienst L.T.D.-81 in Bandoeng een speciale machinebatterij voor de se- riefabricage van pignon- en kroon- wielen voor alle modellen voertuigen bevond. Deze machine-batterij was de enige die in heel Zuid-Oost Azië te vinden was. Het ding, aldus het rapport van de heer Van der Putten, was onbruikbaar zonder bijbehorende documentatie en tabellarische gege vens. Deze documenten had de heer Van der Putten terstond na de capi- Zo'n oud bed moge dun misschien geen echte slee zijn, het is weer eens heel iets andersen je kunt er met wel vier jongens tegelijk op! Eén fo to, waaruit blijkt, dat de gedachten- gang van Finse jongetjes net zo is als die van de Nederlandse. tulatie veilig gesteld en verborgen om gebruik door de Japanners te voorkomen. In opdracht van twee kapiteins van wie één kapitein L. R. was heeft de heer Van der Putten tenslotte, nadat hij bedreigd was met aangifte van zijn weigering bij de Kempetai, de documenten uitgeleverd. In Nederland, nu 16 jaar later, ver klaarde de heer L. R.: „er was hele maal geen machinebatterij. Die was wel besteld, maar er was één machi ne afgeleverd en die was zonder de andere machines van geen enkel nut. Dit is het enige wat ik hierover thans wil zeggen. Verder wil ik zwijgen, totdat ik overleg heb ge pleegd met mijn advocaat". De mededeling van de heer Van der Putten laten hem overigens niet on beroerd. „Wat ik van plan ben te gaan doen. kan ik nog niet zeggen, maar dat ik reeds contact heb opge nomen met autoriteiten die destijds in Indië tot de justitie behoorden, kan ik wel reeds vertellen. Het Wereldgebeuren N.C.B.O. blijft Van der Putten steunen Het bestuur van de Nederlandse Christelijke Bond van Overheidsper soneel heeft gisteren gezegd, dat er geen enkele wijziging is gekomen In het standpunt van de N.C.B.O. zoals dat is geformuleerd in zijn orgaan van 9 december j.l. Hierin schrijft het bestuur: „In de afgelopen weken is de naam van onze organisatie herhaaldelijk in de dagbladpers genoemd in verband met de zaak Van der Putten. Uiteraard onthoudt het hoofdbestuur zich zo lang deze zaak „sub judice" is van elk commentaar. Naar aanleiding van vragen welke werden gesteld deelt het hoofdbestuur mee, dat aan ons, lid Van der Putten, evenals zulks het'géval is bij de nog aanhangige zaak, rechtskundige bijstand zal worden verleend bij de behandeling van het door hem in ce stellen beroep bij de ambtenarenrechter tegen het hem door de minister van defensie gegeven ontslag". De voorzitter van de N.C.B.O., de heer Ten Heuvelhof, deelde verder mee, dat aan de brief van mr. Ge- leynse aan de Tweede Kamer een on juiste uitleg is gegeven. Deze deelde daarin de kamerleden mede, dat over de ontslagkwestie rustig ge sproken kon worden, daar de zaak nog „niet sub judice" was. De be roepstermijn na het ontslag bedraagt dertig dagen. De heer Van der Put ten heeft dus nog alle gelegenheid dit beroep aan te tekenen bij het ambtenarengerecht en hij zal dit, al dus de heer Ten Heuvelhof, waar schijnlijk ook doen. KINDERBIJSLAGCOMPROMIS POLITIEK NÉT HAALBAAR CSlot van pag. 1 deze motie. De minister achtte haar niet aanvaardbaar, omdat zij een groot bedrag uit 's rijks kas zou éisen en er andere uitgaven zijn, die veel noodzakelijker geacht moeten worden. Hij verklaarde uitdrukkelijk dat hij de motie naast zich zou neer leggen als zij wordt aangenomen. Halve uitkering Volgens hot wetsontwerp krijgen de zelfstandigen met een inkomen tot f 3500 evenals de loontrekkenden kinderbijslag van het eerste kind af, echter met dien verstande dat deze bijslag de helft bedraagt van wat aan de loontrekkenden wordt uitgekeerd. De heer Kikkert van de C.H.U. stelde een amendement voor om van de f 3500 te maken f 4000 en niet de halve kinderbijslag uit te keren maar de hele. De minister noemde het amendement niet onaannemelijk. Naar verwacht mag worden zal de Kamer het vandaag aannemen. De grenzen De zelfstandigen, die meer dan 12.000.verdienen, ontvangen geen kinderbijslag de overige zelf standigen van liet derde kind af, met uitzondering van de zelfstan digen. die minder dan 3500.ver dienen; zij ontvangen van het eerste kind af kinderbijslag maar zij moeten wel premie betalen. Deze bepaling, die in vroegere ontwerpen nooit gestaan heeft, is een concessie aan de liberalen. De heer De Kort van de K.V.P. kwam met een amen dement om van deze f 12.000 te ma ken 14.000. De minister had er geen bezwaar te gen. Behalve de V.V.D. hebben ook de verschillende fracties in de Kamer tegen dit amendement geen beden kingen, omdat het meer zelfstandi gen onder de kïnderbijslagregeling brengt dan het wetsontwerp. Maar het zich laat aanzic-n zal het dus worden aangenomen. Tenslotte had de npnisler zelf een. nota van wijziging Ingediend die het huispersoneel, dat door het wetsont werp tussen de wal en het schip dreigde te vallen, onder het onder werp brengt. Compromis Uit de redevoeringen van de afge vaardigden de volgende leden voerden er het woord over: Corver (v.v.d.), Smallenbroek (a.r.), Lank- horst (p.s.p.), Kikkert (e.h.). De Kort (k.v.p.), Van Dis (s.g.p.), Ber ger (p.v.d.a.) en De Groot (c.p.n.) en uit de verdediging van 't wetsont werp door de minister bleek duide lijk, dat het wetsontwerp een com promis is en als het politiek nog juist haalbare beschouwd wordt. De sluis van Ternaaien is maandag officieel in gebruik genomen in te genwoordigheid van een groot aantal autoriteiten, onder wie de Belgische premier Th. Lefèvre enige ministers, de gouverneurs van de provincies Limburg en Luik, en de commissaris van de koningin voor Nederlands Limburg. Foto: het 2078 ton metende kolenschip ,J3enson" tijdens de eer ste officiële doorvaart. Illllllllllllllllllllllllllllllllllllll Soldaat leefde 65 jaar van pensioen 1 rn Hoensbroek is Nederlands oudste KNIL-soldaat, Johan §j Simons, (99 jaar oud) ten gra- ve gedragen. Simons was be- kend als de soldaat die het H langst van zijn militair pensi- M oen heeft genoten, n.l. vanaf zijn 34e jaar, dus 65 jaar lang. In 1896 werd hij tijdens de H schermutselingen in Atjeh le- vensgevaarlijk door een ge- vveerschot getroffen. De leger- M artsen gaven hem geen kans op herstel en stuurden hem te- rug naar het vaderland, waar n hij op pensioen werd gesteld. Hoewel men de geweerkogel ff nooit heeft kunnen verwijde- ff ren. herstelde soldaat Simons wonder boven wonder geheel van de verwondingen en nog 65 jaar, tweederde van zijn lan- ge leven, heeft hij rustig van zijn pensioen genietend in Hoen§broek gewoond. Mutaties Waterstaat Bij beschikking van de minister van verkeer en waterstaat is aan dr. ir. R. van de Waal (Voorburg) ontslag verleend als lid van de commissie recreatief gebruik randmeren IJ- selmeerpolders. Dit ontslag onder dankbetuiging voor de door hem als zodanig bewezen diensten. Tot lid van deze commissie is be noemd ir. M. P. Oosterkamp, hoofd van het bureau recreatie en natuur bescherming van de rijksdienst voor het nationale plan. Bij K.B. is aan ir. A. G. Maris, oud-directeur-generaal van de rijks waterstaat, wegens het bereikt heb ben van de pensioengerechtigde leef tijd ontslag verleend als lid voor Ne derland van de permanente interna tionale commissie voor scheepvaart- congressen te Brussel, onder dankbe tuiging voor de vele door hem als zodanig bewezen diensten. In zijn plaats is benoemd ir. J. van de Kerk, directeur-generaal van de rijkswa terstaat, te Den Haag. Wachten op bijlagen bij brief prof. De Quay (Van onze parlementaire redacteur) De heer Burger, -oorzittcr van de fractie der P. v. d. A., heeft er gis- terpn in de Tweede Kamer op aan gedrongen het openbare debat in de Kamer over Nieuw-Guinea zo spoe dig mogelijk en in elk geval vóór Kerstmis te houden. Hij deed dit, nadat de voorzitter dr. Kortenhorst had meegedeeld dat nog nader beslist zal moeten worden, wanneer het debat zal worden gehou den, maar dat in elk geval de bijla gen moeten worden afgewacht, die zullen volgen op de brief die de mi nister-president prof. De Quay over de kwestie Nieuw-Guinea aan de Ka mer ggstuurd heeft. Mr. Burger noemde de gronden, waarop de re gering een debat op dit ogenblik nog niet opportuun acht zeer zonderling. Die grónden zijn in de brief van prof. De Quay uiteengezet. Zij komen op het volgende neer: 1. Het debat over Nieuw-Guinea is van zo recente datum dat nog niet alle consequenties kunnen worden overzien. 2. Het nieuwe element in het den ken v<yj de vele landen moet nog bestudeerd worden. 3. De algemene mogelijkheden van de dekolonisatie-resolutie zijn no| niet te overzien. 4. Er moet nog nader beraad ko men met de bevolking van Nieuw- Guinea. De voorzitter deelde mee, dat de bij lagen van de brief niet eerder ge drukt konden worden, dat die spoe dig zullen verschijnen en dat de Ka mer daarna In volledige vrijheid kan vaststellen, wanneer zij het tfboftt over Nlémv-Gulnêa wil honden. Nieuwe staat Het geeft toch wel te denken, dat in Katanga (Kongo) thans mili tairen, die gezonden zijn door de Verenigde Naties, mensen doden, ge bouwen verwoesten en de economie van het land vernietigen, terwijl in het nabije Tanganyika zaterdag j.l. op vredige wijze de onafhankelijkheid werd bereikt. Waarom loopt alles zo scheef in Kon go en waarom loopt alles zo goed in Tanganyika Het is mogelijk op die vraag een sim pel en dus wat al te beperkt antwoord te geven. In Kongo trokken helaas de Belgen juist iets te snel weg en daardoor ging de leiding over aan minder be kwame Kongolezen en later aan ide alistisch- grasduinende ambtenaren van de Verenigde Naties en aan bij elkaar geraapte buitenlandse leger eenheden. In Tanganyika daarentegen, kregen de Britse bestuurders tijd om de over gang naar de onafhankelijkheid goed voor te bereiden en wat nog van groter betekenis was. zij vonden onder de élite van de negerbevolking figuren, die bekwaam waren om de verantwoordelijkheid voor land en volk te dragen. De voornaamste van die figuren is Julius Nyerere, een achtender tig jarig man, die sedert za terdag aan het hoofd staat van het onafhankelijke Tanganyika, nadat hij al eerder als eerste minister blijk had gegeven van bijzondere bekwaam heid. Nyerere is afkomstig uit een der kleinste negerstammen van zijn land. Hij begon zijn maatschappelij ke carrière als dorpsonderwijzer, maar zette zijn studie voort, die be kroond werd door een verblijf aan de universiteit te Edinburg. Ongeveer 18 jaar geleden werd hij katholiek. Toen Nyerere zich in de politiek be gaf distancieerde hij zich van het po litieke extremisme en hij wist zijn landgenoten er van te overtuigen, dat oververhit nationalisme voor zijn Afrikaanse vaderland weinig voor deel kon opleveren. Zijn ideaal was een samengaan van de vele (ongeveer 100) negerstam men met elkaar en ook met de bui tenlanders. die veel invloed hebben op op de economie van het land. Tot die buitenlanders behoren on geveer 25.000 Europeanen voornamelijk beheerders van plantages en ongeveer 100.000 In diërs, die hetzij plantagebezitters, hetzij middenstanders zijn. Daarnaast zijn nog duizenden Arabieren. Deze buitenlanders leven temidden van on geveer 10 miljoen negers en men met nu niet direct denken, dat er in dit land geen rassenkwesties zouden bestaan. Die bestaan er wel degelijk, maar Nyerere hoopt, dat hij de tegenstel lingen kan verzachten. Het zijn in dit land vooral de Arabie ren, die in het verleden zwarte blad zijden hebben geschreven in het ge schiedenisboek van Tanganyika. Zij maakten honderden jaren geleden de stad Dar es Salaam tot een dei- grootste slavenmarkten van de we reld en zij hebben die markt heel lang in stand gehouden. Ook als kooplie den zijn ze op op dit ogenblik niet erg bemind bij de negerbevolking en datzelfde- geldt voor de mannen uit het voormalige Brits-Indië. Die be volking vindt de handelsmethode van de Arabieren en Indiërs nogal scherp. Tulius Nyerere heeft aangekon digd, dat met het verlenen van de onafhankelijkheid het para dijs op aarde niet is aangebroken. Hij vertelde ronduit, dat hij in tegen stelling tot sommige andere Afri kaanse landen de salarissen van de ambtenaren niet zou verhogen en dat de strijd tegen armoede, ziekte en onwetendheid nog steviger aange pakt moest worden dan voorheen. Tanganyika zal het voorlopig voor namelijk moeten hebben van land- bouwverbetering, maar er zijn ook bodemschatten en er zal ongetwijfeld ook gewerkt worden aan uitbreiding van de industrie. Voorlopig is daar voor financiële hulp uit het buiten land nodig, waarbij Engeland al het voorbeeld heeft gegeven. Hoewel hij uitermate realistisch denkt, heeft Nyerere toch ook een politieke droom. Hij hoopt, dat Oeganda en Kenya eens samen gevoegd zullen worden met Tangan yika tot één grote en welvarende ne- ferstaat en wat zijn bekwaamheden etreft zou men hem toch eigenlijk succes moeten toewensen. Waarmee dan niet gezegd wil zijn, dat de toekomst voor Nyerere uit sluitend een pad zal zijn, dat hem over rozen voert. Er zullen in Tanganyika nog heel wat problemen opgelost moeten worden en het zal een arbeid van jaren ver gen alvorens de bevolking van dit land een hoger welvaartspeil heeft bereikt. Zonder conflicten zal dat stellig niet verlopen, maar wensen we Nyerere en de zijnen toe, dat die conflicten klein zullen blijven. Met als afschrik wekkend voorbeeld de Kongo, waar thans op zo tragische wijze de wel vaartsbronnen worden verwoest, Tijdelijk vervoerverbod voor varkens Met ingang van vandaag treedt voor het gehele land een door de minister van landbouw en visserij afgekondigd tjjdelijk vervoerverbod voor varkens twedelijk vervoerverbod voor varkens ln werking. De maatregel, die niet yoor het rundvee geldt, noodzake lijk door het optreden van gevallen van mond- en klauwzeer onder var kens en beoogt de verspreiding van deze besmettelijke dierziekte te voorkomen. Het tijdelijke vervoerverbod, dat in het algemeen van kracht is tot 8 ja nuari 1962, gaat gepaard met een schorsing van de varkensmarkten, terwijl verkopingen, keuringen en tentoonstellingen van varkens even min in die periode kunnen worden toegelaten. Het verbod geldt alleen niet voor varkens, minstens zestig kilo zwaar, die worden vervoerd naar do Slachtplaat».

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 5