„Tien vrolijke verhalen" door Gerard Kornelis van het Reve Toneelspreiding weer eens in het gedrang AUTOBIOGRAFIE EN FICTIE jCetpyq'. week van tie korte fil ms Letterkundige kroniek door HANS WARREN Rotterdams Toneel speelt „Cyrano de Bergerac" ZATERDAG 2 DECEMBER 1961 PROVINCIALE ZEEÜW8E COOPANT 17 Vingeroefeningen en studies geboren'' schrijver van een VïzE HEBBEN IN ONS LAND een vrij groot aantal au- VV teurs, oud en jong, die uitstekend kunnen schrijven, (vooral als liun stof doorleefd is, zoals bij de tegenwoordig zo in zwang zijnde min of meer bewerkte mémoires en autobio grafische romans) en die dan ook menig boek van behoorlijk tot bijzonder goed peil afleveren. Maar dikwijls zijn die boe ken in zekere zin slechts bijprodukten naast hun andere acti viteiten; het letterkundige werk wordt geboren uit een con flict, een superflu, wat dan ook. Hun eigenlijke werkzaamheid ligt elders. Als typisch voorbeeld valt ons ellereerst H. J. Frie- dericy in: goed, voornaam, „tijdeloos" werk, er valt niets op aan te merken, het is een puur genoegen hem te lezen. In de ontwikkelingsgeschiedenis van onze letteren zal Friedericy echter zo goed als geen betekenis hebben. schrikkelijke persiflage is op de gebruikelijke kerstlectuur. Merk waardigerwijze heeft het hele ver haal een typisch Engelse sfeer. Nu is Van het Reve bepaald sterk in het uitbeelden van eenzame vrouwen, ook de Manra uit „Brie ven" is uitstekend getroffen, en zij eindigt al even ongelukkig als Gering is daarentegen het aantal auteurs, voor wie het schrijven een wijze van be staan is, schrijvers die wer kelijk in de allereerste plaats schrijver zijn en wier andere activiteiten aan dit schrijver schap onderschikt blijven. We bedoelen nu uiteraard niet in maatschappelijk op zicht; men kan bij wijze van spreken zijn boterham met schrijven verdienen zonder dat schrijven de bedoelde vorm van zijn, een strijd en een zelfbevestiging is. Zo'n „geboren" (of wordt men zo gemaakt door het leven wanneer men er als kind predispositie voor beeft) is te onzent Gerard Korne lis van het Reve. Zulke schrijvers, zijn door hun authenciteit en on vervangbaarheid de exponenten van een bepaalde tijd, en soms ook wel, ongewild, de gangmakers van een beweging (de na-aperij valt spoedig weer, ontmaskerd, in het niet). Een boek als „De Avonden" blijft als een typische uiting van de directe na-oorlogse periode. Van het Reve is ondertussen steeds verder gegaan, met ups en downs, zijsprongen, naamsveranderingen, mystificaties en vertakkingen, de „avonden" liggen achter hem. Doch de kern is gebleven: de ge boren schrijver, de man die niet zuster Magnussen. Duidelijk be speurt men hier invloed die echter geheel verwerkt is. Het is dan ook wellicht correcter van verwant schap te spreken. Overigens doen de vijf verhalen Bloed, Brieven, Afscheid, Af grond en Amulet die allen met een, soms geestig, soms wat gewild P.S. eindigen, eerder aan als studies, vingeroefeningen, voor groter werk. Vingeroefeningen die een zeldzaam zuiver toucher ver raden. Trouwens ook het wat ab rupt eindigende „Lof der scheep vaart" zou best het eerste hoofd stuk van een roman kunnen zijn. Dit stuk is, zoals gezegd, o.i. het beste van de autobiografische ver tellingen. Op uiterst eenvoudige, maar zeer doordringende en alles omvattende wijze vertelt hij daarin de aanvang van een overtocht naar Engeland op een klein vrachtschip. Het is een verslag van grote op rechtheid en genuanceerde gevoe ligheid, men moet sterk zijn om zich zo eerlijk bloot te durven ge ven. Buitengewoon goed is ook de sfeer in het „Engelse" stuk „Geld verdienen." Al met al vormen deze „Tien vrolijke verhalen" een heterogene, maar zeer lezenswaardige verza meling prozaproeven. UigaveG. A. van Oorschot, Amsterdam. anders kan dan schrijven en die, zeer waarschijnlijk tot eigen weer zin, om pecuniaire redenen af en toe gedwongen is tot concessies en het afficheren van zichzelf. Het „gesprek" b.v. dat de „Tien vrolij ke verhalen" inleidt, en waarvan de eerste pagina's net iets te se rieus klinken om geheel ironisch genomen te kunnen worden. Want wars zijn van aanstellerij is een van zijn kenmerken. Tien vrolijke verhalen" heet dus zijn nieuwe boek (alleen om het eerste, „Een lezing op het land" hebben we af en toe geschaterd van het lachen, de andere negen zijn eerder in mineur, tot melancholie toe) en ze vallen uiteen in een groep min of meer autobiografische vertellingen en een groep echte fictie-verhalen (voor zover dit begrip bestaat). Het frappante is nu dat er in beide groepen een juweel te vinden is. „De kerstavond van zuster Mag nussen" (fictie) en „Lof der scheepvaart" (autobiografisch) be horen tot het beste wat we dit jaar in het Nederlands lazen. Van het Reve is een uiterst nauw gezette, in zekere zin heel ouder wetse, conservatieve werker, het „gesprek" legt er nog eens de na druk op, elk verhaal getuigt er van. Hij bezit een bijzonder door dringend en veelomvattend waar nemingsvermogen, een grote ge voeligheid en een sterk inlevings vermogen. „De Kerstavond van Zuster Magnussen" begint met een gedetailleerde, opzettelijke haast banaal en licht-ironisch gehouden beschrijving van de thuisgang van een bejaarde, alleenwonende ver pleegster, die zich door de kerst drukte op straat heen moet wer ken. Haar thuiskomst (men be leeft haar interieur, en ook haar innerlijke wereld) en dan het ver bijsterende slot met de gruwelijke kerstman, dit alles is in een tiental bladzijden met zoveel kracht sa mengebald, dat men bij eerste lezing haast over het hoofd ziet dat het geheel óók nog een ver- DE NEDERLANDSE film Eet huis" van Louis van Gasteren, die ook in Leipzig gunstig werd ont vangen, kreeg eerder in San Fran cisco een onderscheiding toege kend als de „best creative experi mental film". AAN DE ZANGER Bernard Kruysen bantonuit Den Iluag is de Grand Prix dn Disque 1902 toegekend voor een grammofoon plaat., waarop hij liederen van De bussy zingt, begeleid door pianist Jean-Charles Richard. Bernard Kruysen is de eerste Nederland se zanger aan wie deze onder scheiding werd toegekend. „Zusevnvle niet stuk var Slx&w Het Rotterdams Toneel zal bin nenkort in de Rotterdamse Schouwburg twee premières ver zorgen. Op 15 december a.s. treedt het gezelschap op met „Boeing- Boeing". een blijspel van Mare Camoletti, en op Nieuwjaarsdag komt het romantisch blijspel „Cy rano" de Bergerac" van Edmond Rostand voor het voetlicht. „Boeeing-Boeing" werd vertaald door Luc Lutz. Johan Walhain heeft de regie. De decors werden ontworpen door Benno Premsela. De medewerkers zijn: Luc Lutz, Trins Snijders, Guido de Mooi-, Thera Verheugen, Ina van dei- Molen en Petra Verbeek. Ben Rooyaards verzorgde de ver taling van „Cyrano de Bergerac", dat ingestudeerd werd onder re gie van Ton Lutz. Het decor en de kostuums zijn bij dit stuk van Nicolaas Wijnberg. Bij de op voering van „Cyrano de Berge rac"'. zijn zeer veel acteurs en actrices betrokken, onder wie Stye v. Brandenberg, Matthieu van Eysden. Guus Hermus, Jan Lemaire, Pieter Lutz, Sacco van der Made, Willy Ruys en Siem Vroom. Bij het toneelgezelschap Ensem ble worden twee nieuwe stukken in studie genomen. Van Michaël v. Gazzo wordt ingestudeerd „A hatful of rain", dat in de verta ling van Gerard Rekers „Een handvol sneeuw" zal heten. Het stuk belicht de situatie van een aan verdovende middelen ver slaafde jongeman, wiens levens- en huwelijksgeluk volkomen ver nietigd dreigen te worden. De re gie is in handen van Jan Retel, de rollen van de jongeman en zijn vrouw worden vertolkt door Cor van Rijnen Shireen Strooker. Wim van den Heuvel speelt de rol van Polo Pope, broer van de onge lukkige Johnny, Sylvain Poons is diens vader. Verder treden op John Leddy, Louis Bongers en Joke van den Berg. Het decor wordt ontworpen door Lou Steen bergen. Première: 2e kerstdag In de Stadsschouwburg te Tilburg. Als volgende première staat „Heartbreak house" van George B. Shaw op het repertoire. De re gie van deze weinig gespeelde en daarom weinig bekende Shaw berust bij Karl Guttmann. In schrijftrant wijkt het stuk sterk af van de overige werken van deze schrijver: hij heeft hier een techniek toegepast, die aan Tsje- chow doet denken. De vertaling is toevertrouwd aan dr. J. Starink, de decors worden ontworpen door Joseph Carl. De voornaam ste rollen worden vervuld door Sigrid Koetse, Ina Faassen, Inge borg Elzevier, Jan Retel en Ton van Duinhoven. De première vindt plaats in de Philips Schouwburg te Eindhoven. Qnibousi&sie bijvai voor 2{et2t MIS (Van een filmmedewerker) Opnieuw zijn cineasten uit alle aardhoeken naar Leipzig gekomen voor de in ternationale week van de korte en de documentaire film, die er zojuist is gehou den. Waren vorig jaar, met films of met filmkunstenaars 24 landen vertegenwoordigd ditmaal waren het er 44 en wat belangrijker is de films vertoonden een onmis kenbaar hoger niveau dan in 1960. De sterksten van vorig jaar bleken ook nu tot de ma- tadoren te behoren. Bovenal geldt dit voor Polen, dat een zeer sterke selectie films van uiteenlopende genres bad ge stuurd, waarvan geen enkele ook maar enige politieke pro paganda inhield, hoewel het motto van het festival: „De films van de wereld voor de Een scène uit de Hongaarse film „De ballade van het dorp Iiollad", waarin op subtiele •wijze propaganda werd ge maakt voor de collectivisatie in de landbouw. De film werd in Leipzig vertoond. vrede in de wereld" daartoe wel aanleiding had kunnen geven, omdat er over het totstandbrengen van die vre de in oost en west nu een maal verschillend wordt ge dacht. Sommige andere landen hadden er dan ooit inderdaad aanleiding in gezien, films met een duidelijke strekking te zenden. Zo hoorden we in sommige Oosteuropese films spreken over de socialistische mens, over de socialistische ar beid, over de socialistische tech niek en zelfs, in een Russische film, over de „socialistische sport- wetenschap", wat dat dan ook moge zijn. De Poolse films getuigden van de kennelijk ruime mate van vrijheid, waarin de Poolse cineasten zich mogen verheugen, een vrijheid die de kwaliteiten van hun arbeid dui delijk ten goede komt. Prachtig waren een Russische lan ge documentaire in kleuren over de aanleg van een aardgasleiding over duizende kilometers, Mensen van de Blauwe Vlam, die ons soms aan een Russische klassieke film deed denken: Turksib, en verder een korte Poolse zwart-witdocu- mentaire over de tewaterlating van een schip. Die beide films ver kregen te zamen de Grote Prijs van liet festival. De Poolse film was dit jaar ook reeds te Moskou bekroond. Van Oostduitse zijde zagen we o.a. een indrukwekkende film van Karl Gass over de strijd en het lijden der Algerijnen: Al- lons Enfantspour l'Algérie. West-Duitsland vertoonde o.a. Ge- webte Natur, een film over vlas, linnen en weven, die aan het werk van Haanstra herinnerde, hetgeen op zichzelf een compliment mag heten. Frankrijk kwam o.a. voor de dag met Les Enfants des Cou rants d'Air (Kinderen die op de tocht staan), te Cannes onder schat maar hier terecht met een hoofdprijs bekroond. Van Enge land zagen we een aangrijpende documentaire over het lijden van de negers in Zuid-Afrika: Let my people go. Een genre dat in Oost-Europa veel beoefend wordt en waar mee men dikwijls treffende resultaten bereikt, is de samen stelling van grote films met be hulp van oude filmjournaals, fo to's enz. Een belangrijk deel van die films richt zich tegen het na- tionaal-socialisme. Overigens me- ne men niet, dat er alleen maar ernstig werk te zien was; er wa ren ook geestige teken- en pop- penfilms uit vele landen, o.a. uit China, dat het in zijn fraaie teken films vooral zoekt in zachte pas teltinten, en natuurlijk uit Enge land: Halas en Batchelor zorgden voor daverende vrolijkheid met Grote gezelschappen willen inkrimpen (Van onze toneelmedewerker) Drie van de grote Nederlandse to neelgezelschappen willen voor 't komend seizoen inkrimpen: de Ne derlandse Comedie, de Haagse Co- medïe en Rotterdams Toneel. Ze wil len dat niet uit economische overwe ging, maar uit artistieke. Ze willen immers af van het doublure-systeem, waarbij ze verplicht zijn om telkens twee stukken tegen elkaar te kunnen spelen; waarbij ze dus hun voorra dige tonelisten moeten verdelen over twee rolbezettingen, opdat op één avond door één toneelgroep twee voorstellingen kunnen worden ver zorgd. Reeds vaker is betoogd, dat men alle begrip kan hebben voor de problemen van repertoire-keuze en van volgens een spoorboekje in elkaar grijpende or ganisatie van uitvoeringen en rolbezet tingen. Maar eveneens vaker is betoogd dat deze bezwaren (en de last, die dit voor de spelers lichamelijk en geestelijk betekent) naar verhouding gering tel len tegenover het onmeetbaar voordeel, dat via het doublure-systeem de lo- neelspreiding een realiteit kon worden. Indien de Nederlandse acteurs, op wie (mede door de t.v.) inderdaad roof bouw wordt gepleegd, zich zouden be perken tot standplaats-toneel, tot uit voeringen door een klein gezelschap in hoofdzaak in eigen plaats, zou daar door de. in vijftien jaar tot een vier voud gegroeide „provinciale" markt on- bediend geraken. Artistiek echter steekt er eveneens een forse adder onder het gras van dat zozeer verlangde standplaats-toneel. Als drie van de zes Nederlandse gezel schappen willen inkrimpen tot kleine en sembles, wordt enerzijds de mogelijkheid vergroot voor een ongedwongen keuze uit het wereldrepertoire, maar wordt ander zijds de mogelijkheid op „groot" toneel geheel afgesneden. Groot toneel in artis tieke zin is vaak ook groot toneel in kwan titatieve zin. En reeds nu is het zo, dat door de versnippering van het dozijn top- spelers en anderhalf dozijn tegen de top aanleunende spelers, dat een klein land rijk is, eigenlijk geen enkele groep meer in staat is om „grote" stukken dé rolbezet ting te geven, die ze artistiek-technisch vereisen. Rotterdams Toneel heeft „Oidipus" op het repertoire genomen, De Nederlandse Co medie „Een Midzomernachtdroom". Bei de stukken, de Griekse tragedie zo goed als Shakespeare's droomspel, behoren tot het beste wat de toneel-historie heeft te bieden. Maar beide gezelschappen zijn ook nu, zonder tot de verlangde inkrimping over te gaan, niet in staat om het grote aantal belangrijke rollen te bezetten met spelers, die de vereiste capaciteiten bezit ten. Dat heeft het prachtige spel en de regie in Rotterdam afbreuk gedaan. En dat is dus een wel zeer hachelijk teken aan de artis tieke wand. Want juist de west-Neder landse grotestadsgroepen, die bij uitstek voorbestemd zijn om het „grote" werk op de planken te brengen, zullen na de in krimping minder dan ooit over de ver eiste spelers kunnen beschikken. De inkrimping is waarschijnlijk niet te gen te houden. Maar dan zou men reeds nu, op voorhand, naar moge lijkheden moeten zoeken om de „grote gezelschappen" niet te veroordelen tot uit sluitend toneel met kleine bezetting. Die mogelijkheid lijkt aangeduid door wat men al enkele malen presteerde tijdens het Hol land Festival onder de titel van „Neder landse Toneelmanifestatie". Een groep dus, ad hoe bijeengelezen uit alle Neder landse gezelschappen, met het uitsluitend doel om één groot werk naar optimale spelerscapaciteit te bezetten. Het moet mogelijk zijn om, in onderling overleg en door coördinatie, drie of vier maal per jaar tot zo'n speciaal uit alle groepen geselecteerd ensemble te komen. Dit houdt in, dat de groepen dan in de speelperiode van het „grote" werk hnn ei gen voorstellingen zouden dienen te verzor gen met stukken, waarin slechts enkele spelers behoeven op te treden. Zulke stuk ken, met een rolbezetting van drie tot vijf man, zijn er; zeker in het moderne re pertoire. En slechts zó zou men in volgend seizoen gezamenlijk in staat blijven om onmisbare werken uit te brengen, die men eigenlijk nu niet meer naar behoren uit eigen kracht bezetten kan. Een beeld uit de in Leipzig vertoonde, geestige Oostduitse tekenfilm ,jDe sensatie van de eeuw". hun Art for Art's Sake (Kunst omderwille van de kunst). Er waren vele goede en zelfs ver scheidene uitstekende films. Be halve van de reeds genoemde lan den zagen we die van Tsjecho-Slo- wakije, Joego-Slavië, Hongarije, Denemarken en België. Onder de landen, waar men pas sinds kort de cinematografie be oefent, sloeg Cuba een goed figuur zoals ook op vorige festivals al het geval was geweest. Verschei dene jonge Cubaanse cineasten zijn en worden opgeleid door onze landgenoot Joris Ivens, die in per soon te Leipzig aanwezig was. Zijn grote populariteit bij de Oost duitse bevolking kwam weer dui delijk aan het licht: zodra hij zijn loge op het balkon betrad, begon men in de zaal spontaan te ap- plaudiseren. Wil hij overigens zijn naam als ci neast behouden, dan zal hij aan zyn eigen films weer meer zorg moeten besteden. We zagen nu van hem zowel een in Mali als een op Cuba gemaakte film, wer ken die blijkbaar in recordtyd zyn vervaardigd, maar die dan ook beide ver bleven beneden de maat, welke men juist by hem mag ver wachten. Zijn vroegere assistent, de Nederlander Joop Huisken, die nu al sinds jaren in de Oostduitse republiek werkt en er een profes sorstitel verwierf, kwam met ster ker werk voor de dag en hetzelf de geldt zelfs voor sommige jonge Cubanen Over films van Nederlanders gesproken: een voortreffelij ke indruk maakte de korte speelfilm Het Huis van de jonge Louis van Gasteren. Van Gasteren en Joris Ivens verschenen te za men op het toneel voor Het Huis in vertoning kwam, Van Gasteren werd gelukgewenst met zijn zo juist te San Francisco verworven onderscheiding en daarna gaf hij een korte, uitstekende toelichting op zijn film, waarvan de vertoning met grote aandacht werd gevolgd. Aan het slot was er langdurige bijval en ook bij gesprekken in de volgende dagen bleek hoeveel in druk de film had gemaakt. Het Huis kreeg tenslotte te Leipzig een eervolle vermelding, op grond van de originaliteit van zijn vorm geving. Op de avond van de prijs uitreiking kwam in het bijzonder nadrukkelijke applaus voor Van Gasteren demonstratief tot uiting, dat het publiek, en vooral het jon gere deel daarvan, een belangrij ker onderscheiding dan een eer volle vermelding voor deze film had verwacht. Maarde jury moest 98 films beoordelen Het publiek heeft voor de mani festatie als geheel grote belang stelling getoond. Alle vertoningen van film3 in de wedstrijd dage lijks twee middagvoorstellingen en een avondvoorstelling waren lang tevoren uitverkocht: in to taal zagen 38.000 Leipzigers in de ze week in de festivalbioscoop korte en documentaire films! Voorts werden dan nog films ver toond in enkele andere theaters, in fabrieken, enz., waarbij men het publiek telkens met de cine asten in aanraking bracht. In vele bedrijven waren er forums over filmproblemen, met beroemdheden als Cavalcanti, Theodor Christen- sen, Ivens, de Rus Roman Carmen enz. als forumleden. Ook was er nog een ruime gelegenheid voor de cineasten om onderling van ge dachten te wisselen. Sculptuur van Gabo vrijwel hersteld De sculptuur van de in New York wonende beeldhouwer Naum Ga bo, die in mei 1957 voor het ge bouw van de Bijenkorf in Rotter dam werd geplaatst en die reeds in de zomer van dat jaar restau ratie behoefde, zal nog voor 5 december geheel zijn hersteld. Dat de sculptuur reeds direct na de opstelling in mei 1957 moest wor den gerestaureerd, is vermoede lijk te wijten aan het feit. dat de bronslaag bij het opstellen ervan door te grote spanningen in het materiaal is beschadigd. De sculptuur heeft nu een heel speciale bewerking ondergaan in de voet is vaseline gegoten, ter- wijlde sculptuur zelf gevuld is met een conserveringsmiddel. De- buitenzijde is bespoten met zink. waarover een nieuwe bronslaag is aangebracht. De verschillende werkzaamheden werden in I960 nog vertraagd doordat de toren van zeildoek, die om de sculp tuur was geplaatst in brand is gevlogen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 9