„Radio Uilenspiegel" vóór Pasen „van wal" Dragline spaarde wespennest in een berijpt weiland bij Hulst DE KEU: EEN WAPEN VAN ADELDOM Justitie wil twee nieuwe rangen bij rijkspolitie GALVAO EN VRIENDEN WORDEN BERECHT MAN GEARRESTEERD WEGENS MISHANDELING Mei Pierre Huyskens door de sport MAANDAG 20 NOVEMBER 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 9 ONDER ZEELANDS HOGE HEMEL Herfsttinten bij paddestoelen Wat in 't vat zit, verzuurt niet", meenden we toen we schreven over een mislukte poging om in Zeeuwsch- Vlaanderen één van de in 1961 zeldzame wespennesten te bemachtigen. Kort daarop blikten wij op een prille za terdagmorgen over een be rijpt weiland. Hier was de voor ons doel bevorderlijke helper nachtvorst. Ondanks ons vertrouwen in de loop der natuurprocessen was echter ook deze tocht bijna een mislukkig geworden. Te wei nig rekenden we met de mens, die geestelijk en technisch in staat is „wat in 't vat zit" met vat en al te doen verdwij nen. Aangekomen in de omgeving van ons terreintje bij Hulst sloeg de schrik ons om het hart: de lange arm van een dragline, torende hoog uit boven het dijkje, waar achter zich het plasje bevond, waarin het nest voor al te nieuws gierige blikken zou zijn beveiligd. Wat was er aan de hand? Betrof het hier de zaterdagse parkeer plaats van een in de omtrek wer kende machine oi' Dichterbij gekomen zagen we ons laatste vermoeden bevestigd. Het plasje verkeerde in onherkenbare staat en de aanval er op was be gonnen. Juist waar het nest zich moest bevinden. Het viel mee; het spoor van de gulzige grondrijper bleef ongeveer twee meter van het nest verwijderd. Het nest hing nog in de aarden wal boven de ingang van wat eens een konijnenhol was geweest. In het portaal van het hol er onder lag een kegel van rondom het nest verwyderd zand, ook onaan getast. Ten teken dat 't nest was uitgestorven, lagen er vele dode .Wa/Ac rl h&tf bfoéf<f<iï44<L - 'We S wespen over de afvalkegel ver spreid. De andere bijzonderheid bestond uit een zelden voorkomen de lange, afgeronde sleuf, waarin een bezemsteel precies zou passen. Dat was de omhooggekropen toe gang tot de nestholte, zijdelings keurig met speeksel verhard en hier en daar met bouwsels van wespenpapier stevig bekleed. Jam mer genoeg had het omringende losse zand het niet kunnen hou den. Het nest was in zijn groei zo dicht de voorkant van de wal ge naderd. dat de bevestiging het had begeven. De randen van de in gang bleven hun vorm behouden, maar naren schuin tegen elkaar weggezakt. Werksters Ondanks de nachtvorsten ln de afgelopen week bleken de levens geesten in het nest nog niet to taal geweken. Door gaatjes in het blootgelegde omhulsel verschenen nog tal van werksters om de ver dediging van het nest op zich te nemen. Ze bleven er op zitten, dreigend. Gelukte het aan de ta melijk verstijfde wespen op de vleugels te komen, dan volgde nog waarschuwend gezoem om de oren van de graver. Ze hadden daarvoor echter even tijd nodig, voldoende om ons na aanvankelijk uitwijken een middel aan de hand te doen. Het zittende insekt grijpen en vér weg slinge ren hielp voldoende om het uitgra ven sneller te doen verlopen. Eindelijk zakte het kalm naar de plaats, waar we het nest wilden hebben. Het was een groot nest 40x35x30, alle cellen van de 10 raten waren leeg en de onderste raten vertoonden reeds bederf. Tussen de raten bevonden zich echter nog 50 h 60 koninginnen neststichters voor het volgend jaar) en één mannetje. Met de 20 a 30 werksters maakten ze het restant van de bewoners uit. Ons doel om het nest ter bestude ring mee te nemen was dus be reikt al was het in méér dan één opzicht op het nippertje; het van wespen ontdane nest (doden was niet nodig) werd in een doos ge pakt en kreeg een plaatsje in de auto van een medegeïnteresseer- de. Rondkijken Er bleef nog tijd over om rond te kijken. De verhoogde waterstand (veroorzaakt door regen en grond werk) had vele bijzonderheden on bereikbaar gemaakt of vernietigd. Maar er was nog het eikenbosje aan de overkant. De bramen in de greppels droegen nog massa's vruchten; rood en onrijp zouden ze echter blijven. Ook hier bleef de echte typisch gele eikenherfst- kleuring achterwege. Er was al leen sprake van verdorring van groen blad. De mossen hadden hun weertje, levendig groen tus sen de meer bladtonende lever mossen. De paddestoelengroei bleek zichtbaar aangetast. Niet meer „melkende" melkzwammen lieten zien dat de groeisappen wa ren gestremd. Ook een inktzwam moest ondervinden, dat een ge durfde verschijning in de late herfst risico's met zich brengt. Hij wist het nog juist te brengen tot de jong-volwassen staat. Met de nog gele en glibberige beurs, de lange zuiver witte 9teel. de gloednieuwe hoed, gekroond met het donker-groene sporen- vlies, was hij door de plotseling optredende nachtvorst als een schildwacht in groot tenue en In volle vredestyd verraderlijk over vallen, ter plaatse neergestort en hulpeloos achtergelaten. Met de hoed omlaag hing de fraaie paddestoel nog verbonden met het duivelsei tegen de wallekant, ter- (Van onze Haagse redactie) Als de plannen van de minister van justitie worden aanvaard zullen spoe dig twee nieuwe onderofficiersrangen bij de rijkspolitie worden ingevoerd. Het is namelijk de bedoeling dat tus sen de rang van wachtmeester eerste klas en opperwachtmeester de rang van „hoofdwachtmeester" zal komen en dat voortaan niet de adjudant maar de „hoofd-adjudant" de hoogste onderofficier zal zijn. In de commissie voor georganiseerd overleg in politieambtenarenzaken zou over deze nieuwe rangen nog geen overeenstemming zijn bereikt. Naar verluidt is het georganiseerd overleg in twee kampen verdeeld. Enerzijds is er, zo vernemen wij, het ministerie van justitie dat met de vertegenwoordigers van de rijkspoli tie achter het plan van de nieuw in te voeren rangen staat en anderzijds is er het ministerie van binnenlandse zaken, dat met de afgevaardigden van de gemeentepolitie weinig voor het plan zou voelen. Van de zijde van (Advertentie) TUSSEN NEUS EN LIPPEN 20 X KWALITEIT VOOR F 1.- wijl een eenzame vlieg er van smulde Verrassing Wespen zijn taaier. Het zonnetje, dat ons op de terugweg in de auto door de ruiten heen verwarmt be reidt ons nog een verrassing. Er gonst een wesp langs de voorruit. Verstekelingen binnen het „lege" nest hebben de „klimaats-verande- ring" ook opgemerkt, kruipen uit de doos en houden vluchten in len te-stemming. Ze worden door het portierraampje naar buiten gedi rigeerd. Dat heb je er van als je geen rekening houdt met de re acties van insekten op de vreemde klimaatsveranderingen, die onze beschermingsmiddelen plaatselijk kunnen teweegbrengen. „Lekker weer" voor ons in een auto is dat ook voor een wesp. Dat het alleen woor ons bedoeld is, kan men een wesp nu eenmaal niet aan zijn •Jverstand brengen. Georges de Caluwe zet door.... „Ether-piraat" in volle zee ter hoogte van Knokke De planneu van een 70-jarige Ant werpenaar om met zijn vooroorlogse particuliere radiozender weer in de ether te komen nemen vastere vor men aan. Waarschijnlijk volgend jaar Pasen zal ook België zijn radio-Ve- ronica" hebben en zal „Itadio-Kerk- ske" ua een onderbreking van ruim 20 jaar de uitzendingen hervatten, zij het niet uit Antwerpen, maar met een zender aan boord van een schip buiten de territoriale wateren. Enkele weken geleden richtte de 70- jarige Georges de Caluwe een „ulti matum" aan de Belgische regering, waarin hij de teruggave eiste van zijn zendvergunning. De door hem ge- exploiteerde zender „Radio-Kerkske" werd na de oorlog overgenomen door de Belgische staatsomroep en in plaats van „Radio Kerkske" kwam de gewestelijke omroep Antwerpen van het Belgische radio-instituut in de lucht. Ultimatum In het ultimatum kondigde de heer De Caluwe aan zijn uitzendingen te zullen hervatten op een schip buiten de territoriale wateren ter hoogte van Knokke, indien vóór 15 novem ber zijn vergunning niet werd terug geven. Deze datum is echter verstreken, zon der dat de vergunning werd ver strekt en de heer De Caluwe heeft thans iets van zijn verdere plannen medegedeeld. In Frankrijk is een schip gekocht van 585 ton, dat zal worden verbouwd en van de nodige technische appara tuur zal worden voorzien. De beman ning zal uit vijftien koppen bestaan, onder wie vijf radiotechnici. De naam van het schip zal „Uilenspiegel" zijn. In Antwerpen en Brussel zullen stu dio's worden ingericht, waar de pro gramma's zullen worden opgenomen. Zelfs de naam van het bootje, waar mee de verbinding tussen de „Uilen spiegel" en de wal zal worden onder houden, is al vastgesteld: „Neeltje". Voor de huisvrouw Volgens de plannen zal de zender te gen Pasen 1962 met de uitzendingen beginnen. De programma's van 7 uur 's-ochtends tot middernacht zullen vooral ook zjjn afgestemd op de huisvrouw, die de heer De Caluwe „zijn beste klanten" noemt. „Radio-Kerkske" genoot destijds een grote populariteit. De 70-jarige ini tiatiefnemer hoopt ook thans weer door reclameuitzendingen over vol doende fondsen te kunnen beschikken om een economische exploitatie mo gelijk te maken. De kapers van de Portugese mailboot „Santa Maria", zullen in Lissabon bij verstek berecht worden. De Portuse regering heeft de zaak .tegen kapi tein Henrique Galvao en zijn aanhan gers bij de districtsrechtbank in Lis sabon aanhangig gemaakt. Alle beschuldigden vertoeven bul ten Portugal. Dr. Maario Reis is door de Portugese regering benoemd tot verdediger van de beklaagden. De advocaat heeft reeds gesteld, dat de rechtbank te Lissabon niet be voegd is de zaak te behandelen. Vol gens de bestaande maritieme wetge ving moeten piraten berecht worden in de eerste aanloophaven die wordt aangedaan. In het geval van de „San ta Maria" was dat Funchal op het eiland Madeira. Kapitein Henrique Galvao en zeven van zijn volgelingen werden vrijdag avond uit Marokko gewezen. Met een vliegtuig van Air France ver trokken zij naar Dakar. De zeven volgelingen waren de jonge piraten, die onlangs een Portugees vliegtuig stalen. Galvao nam zelf geen deel aan de vliegtuigroof, maar gaf later met kennelijk genoegen toe dat liij de organisator was, en dat de organisa tie „werkte als een klok". De politie heeft de 25-jarige inwoner van Rampen, S. H.. die verdacht wordt van mishandeling van vrouw en kind, in verzekerde bewaring ge steld. H. staat als zeer agressief he kend. Eens bedreigde hij een nichtje met een mes. Thans wordt hij ervan verdacht zijn vrouw brandwonden te hebben toegebracht met een gloeien de lamp, terwijl hij zijn kind in het dybeen zou hebben gebeten. Bij de man thuis werd ook een zend- installatie aangetroffen. Hij zond uit onder de namen „Tokio" en „CQ 80". Verdachte zal maandag voor de offi cier van justitie te Zwolle worden geleid. TTeeft een biljartvereniging het recht zich „Rem brandt" te noemen Is de na gedachtenis dezer meester van het licht èn donker wel naar waarde thuis in een sociëteit van mannen, die in een groen glanzend vlak een lieftiebberij bedrijven, waarvan de culturele kwaliteit nog altijd wordt aan gevochten Zei een professor niet eens, dat een hoog biljart moyenne het resultaat is van een slechtbestede jeugd De ze vragen worden nóg gehoord. Dat is het verdriet van allen, die zetelend in het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Biljart bond, dag-in, dag-uit, strijden voor een erkenning van de adel dom der liefhebberij, door niet minder dan 13.000 Nederlan ders „officieel" beoefend. Het is een indrukwekkend cijfer. Het onthult, dat Nederland van al 's-werelds landen verhou dingsgewijs de grootste bil jart-natie is. Het getal maakt eveneens duidelijk, dat nergens in Europa een grotere bond is, dan de Nederlandse. In Spaanse encyclopedieën wordt verteld, dat iedere Hollander (met welk begrip ook Brabanders en Lim burgers worden bedoeld) leert lopen met behulp van een bil jartkeu. De pommerans is voor de kleuter der lage landen een fopspeen bij uitnemendheid. Met het blauwe krijt kleurt bij moeders meubelen. En op de eerste klas van de lagere school wordt hem vóór het „aap- noot-mies" hel geheim van het drieband-spel geleerd. Dat Is de Spaanse opinie. Zij raakt kant nog wal, doch ont sluiert wèl hoe hoog de Neder lander als biljarter staat aan geschreven in een land notabene, dat meesters als Domingo heeft voortgebracht. Feit. is, dat nu Réné Vingerhoedt en Kmile Waff- lard aan het beroepsspel verloren zijn gegaan, de Belgische hege monie in het kader- en drieban denrijk zwaar verstoord is. In beide categorieën is weer een open strijd mogelijk, voor dewelke ook Nederland over kostbare ridders beschikt. Niet slechts kwantita tief, ook kwalitatief telt dit klei ne land dus mee. En is daarmee dit kleine land veroordeeld, is het biljart-moyenne onzer jeugd een symptoom van de slechte opvoe ding, die zij te genieten krijgt? Men stelle die vraag nimmer in het aristocratische milieu van een Amsterdamse biljartvereniging als „Rembrandt", die zondag haar gouden bestaans-jubileum vierde en al de edelen van de koninklijke bond op haar receptie kreeg. De edelen zullen onmiddellijk een „smeekschrift" componeren en WWMWWAWAWW VVWAMf\VVVVWWwV\W daarin dringend verzoeken alsje blieft op te houden met te den ken, dat biljarten een café-sport is. Op „Rembrandts" receptie werd mij aan het verstand ge bracht, dat de regering dit jaar voor het eerst een rijks-subsidie beschikbaar heeft gesteld voor het interesseren der jeugd in het „no ble jeu de billavd". het edel biljartspel. En de regering wil toch jong Nederland niet de kroeg injagen. Ambassadeurs van de bond reizen stand en land af, om vooral jonge leden te winnen en om speelruimte voor lien te zoe ken niet in lokaliteiten, die met het bordje „volledige vergun ning" worden gedekt, maar in kantines van bedrijven, patrona ten en instuif-zalen. Zo gaan die ambassadeurs „per pedes apostolo- lorum", op apostolvoeten. Zij gaan tevens als de verdedigers van het adellijke blazoen der biljarterij. En zij hebben gelijk. Heeft de prachtige Romaanse speeltafel niet ten onrechte te lang in eafé's gestaan in het dubieuze licht en donker van gelagzalen waar de ware geest van het spel nimmer tot de noodzakelijke fijnzinnig heid kon rijpen? HPijdens toernooien in het Amsterdamse Krasnapols- ky of in de Groningse concert zaal en zelfs in de speelzaal van hotel „Keizer Karei" in Nij megen, kan men de haast esthetische kwaliteit van het spel volledig tot haar recht zien komen. De wedstrijden maken van die zalen tempels vol ver zonken aandacht, huizen vol fluisteringen en zeer kleine ge luiden, waartussen het klikken en klossen en het klinken van het keu-hout telkens opleeft. Het scherpe licht der laagge- hangen schijnwerpers boven het laken krijgt zijn weerschijn in de geluidloos lopende ballen en in de plooien van de satijnen ves ten der spelers. Soms klatert ap plaus, Monotoon en gedempt is de stem van de arbiter, die on bewogen de caramboles telt. Hier en daar klokt bier in een glas. Boven de tribunes dwaalt een mist van rook. Dat is de sfeer van een biljarffoemooi. Zij herinnert aan de Franse aris tocraten-salon méér dan aan het café. Réné Vingerhoedt in zijn tijd als amateur wist in hou ding en gestalte de juiste uitdruk king te geven aan wat een bil jarter behoort te zijn: een edel man. Hij dient zijn hand verzorgd te spreiden op het laken en in die. „handgreep" de eerbied te leggen welke het ivoor verdient. Want het ivoor heeft „leven", dat enigs zins te betasten is in de veer- ALS EEN MAGIËR ..hééft hij het ivoor in bedwang... RIDDERS ...van het groene laken... kracht van een bal. Maar het heeft méér geheimen. Wie zal zeggen, hoe oud het al is Het heeft toebehoord aan een wijfjes-olifant, die wellicht jaren geleden gestorven is eenzaam op een kerkhof, ergens ver onder de hemel. Het ivoor zoals het op het laken der toernooien komt heeft een vrouwelijke grilligheid en zachtheid, krachtens zijn afstamming. Het moet tussen de caoutchouc-banden met een ze kere liefde worden bespeeld. Het moet gekoesterd worden door de warmte der lampenschijn. De spe ler moet het observeren, meer met het tastvermogen zijner han den dan met zijn ogen. Hij moet het zo kunnen raken, dat het ge willig loopt. Een meester weet al tijd in het ivoor de plaats te ontdekken, waar nog het leven „veert". Heeft hij dat punt ont dekt, in zijn secondenlang over leg voor iedere stoot, dan kan hij het ivoor doen zingen en er een fijne klikklank in leggen. Lukt die ontdekking telkens op nieuw, dan geraakt de speler in een produktie-extase. Die is er nooit ineens. Zij moet achterhaald worden. De veerkracht der ban den moet worden getest, opdat het effect kan worden berekend. Al tijd echter ook in een extase blijft het ivoor onbereken baar. Het wil zich slechts laten leiden door die magische kracht in de hand, die men „aanleg" noemt en die door niet begaafden onmogelijk te berekenen is. Want een biljarter wordt niet gemaakt; hij wordt als een dichter geboren. Hij moet in zijn spel kunnen verzinken. Hij moet boven de tafel even hui ten de wereld geraken en zich op die wijze uitleveren aau een ritme, dat nergens faalt. Als een magiër heeft hij zo het ivoor in bedwang. Hij moet niet meer weten, dat hij loopt, bukt en mikt. Hij moet doof zijn voor alle geluiden. En hij mag van het toeschouwend volk op de tribune of rond het laken verwachten, dat het slechts selectie geluiden voortbrengt gerucht dat bij het biljartspel be hoort. Maar een glas dat breekt een deur die dichtslaat of een stoel die omver klettert kunnen zijn produktïe-extase schenden en liem uit zijn „ivoren" concentra tie halen, onbehoorlijk en abrupt. Mag een biljartvereniging zich dan geen „Rembrandt'"' noemen, wijl zij toch een sport bedrijft, die in praktisch al haar voorname elementen afhankelijk is van in spiratie, van aanleg en van ta lent? Liet Shakespeare, Antonius en Cleopatra niet biljarten in een zij ner stukken en ontpopte de ver blindend schone vorstin van Egypte zich in die scène niet als een meesteresse op de keu? Ma ria Stuart had een huis-biljart, dat zij opzij liet zetten, opdat er meer ruimte kon worden gemaakt voor haar schavot. En Karei de Negende was net aan een mooie serie bezig toen de moord op de Hugenoten begon en hij de keu moest verwisselen voor een mus ket, met de uitroep: „Jasses wat is dat nou jammer", al de 13.000 Nederlanders, die dit spel bedrij ven in georganiseerd en zelfs on georganiseerd verband kunnen op de adeldom hunner liefhebberij gerust zijn.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 11