DE KERKEN
DE BOEKENPLANK
GLYCA
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
Operatie „Walrus"
Evangelie wordt gebracht
jonge staat Kameroen
in
De Twentsche Bank
Bedrijfsleven trekt
meer dan P.T.T.
maatschappij
ZATERDAG 18 NOVEMBER 1961
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
21
de
KRUISPUNT VAN BESCHAVINGEN..
Land en kerk met elk een
bewogen geschiedenis
Juist teil noorden van de eve
naar ligt in West-Afrika Ka
meroen. Het is een land waar
mee de hervormde zending
in de komende jaren veel te
maken zal krijgen. In de loop
der eeuwen is het door ver
schillende beschavingen heen
gegaan.
In de vijftiende eeuw had de
bevolking van Kameroen
voor het eerste contact met
het blanke ras. Toen zetten
namelijk de Portugezen daar
voet aan wal. „Dat was een
periode met een eigen ge
schiedenis", zei ds. J. Kotto,
de secretaris-generaal van de
Evangelische Kerk van Ka
meroen. Dat was vriendelijk
gezegd, de Portugezen waren
beruchte slavenhandelaars!
Later kwamen de Engelsen.
Het was hun bedoeling han
del te drijven. Daarom zoch
ten zij een goed contact met
de Kameroenezen. In 1884
verdwenen de Engelsen en
kwamen de Duitsers in hun
plaats. Hun koloniale regime
is men in Kameroen nog niet
vergeten.
Na de eerste wereldoorlog werd
het Kameroense land een man
daatgebied van de Volkenbond.
Het ene deel kwam onder Frans
bewind met Frans als voertaal in
de scholen en met een oriëntering
op de Franse cultuur, het andere
deel kwam onder Engels bewind
en werd bestuurd naar Engelse
principes! Sinds verleden jaar is
het Frans-sprekende gebied zelf
standig en sinds 1 oktober van dit
jaar heeft het Engels-sprekende
gebied in het zuiden zich hierbij
aangesloten.
De president van de republiek
Kameroen besliste daarom, dat in
het vervolg naast het Frans ook
het Engels zal gelden als officiële
taal, waarmee dus deze nieuwe
staat tweetalig is geworden. Het
noordelijke deel van het Engel
se mandaatgebied voegde zich bij
Nigeria, een besluit dat door de
republiek Kameroen wordt aange
vochten. Zo werd dit land een
kruispunt van verschillende be
schavingen, die nog altijd in het
volksleven nawerken.
Eerste zending
Onder het Engelse bestuur kwam
in 1845 de eerste zendeling, hij
was een Engelse baptist, die onder
uiterst moeilijke omstandigheden
heeft gewerkt. Methet Engelse
bestuur verdween ook de Engelse
zending; in haar plaats kwam on
der de Duitse overheersing de
luthers georiënteerde tak van de
Bazelse zending. In het latere
Franse gefyied verdwenen deze
zendingsarbeiders tijdens de eer
ste wereldoorlog. Zij werden ver
vangen door Franse zendelingen,
gezonden dóór de Parijse zending.
Zij waren voor het merendeel her
vormd, maar deels ook baptist.
Daarnaast werken in Kameroen
nog Amerikanen en Noren, ook
daar dus een staalkaart van het
verbrokkelde protestantisme.
Uit het werk van de Parijse zen
ding zijn in 1957 de Evangelische
Kerk, met thans 75.000 belijdende
leden, en de Baptistische Kerk,
als zelfstandige kerken ontstaan.
Aanvankelijk bracht deze zelf
standigheid grote moeilijkheden.
Het kwam byna tot een scheuring
in de Evangelische Kerk, niet
door theologische verschillen,
maar door verschillen tussen de
onderscheidene stammen, die het
vanuit de oude stamgedachten
vanzelfsprekend achtten, dat iede
re stam zyn eigen kerk zou heb
ben. Door deze bedreigingen heen
leerde de kerk verstaan, dat haar
leden over alle stamverschillen
heen leven uit een diepere eenheid
omdat zy volgelingen van Jezus
Christus geworden zijn.
Naast deze inwendige moeïlykhe-:
den die thans door de Kerk zijn
overwonnen, waren er de laatste
jaren op maatschappelijk en po
litiek gebied grote moeilijkheden.
Er is tijdens een vreselijke burger
oorlog op grote schaal gemoord
en geplunderd. Allerlei groepen
rebelleerden tegen de nieuwe over
heid en bevochten zowel de over
heid als elkander. Tussen de 450
en 500 kerkelijke gebouwen, waar
onder grote'ziekenhuizen zijn tij
dens deze rebellie verwoest.
Nog is het niet geheel rustig in
het Bamilekegebied in het cen
trum van het land, maar het.
schijnt dat de protestantse zen
dingsarbeiders in tegenstelling tot
de missionarissen, die tijdens het
Franse bewind sterk werden be
voordeeld, door de terroristen niet
worden lastig gevallen.
Geen blokvorming
Naast de Evangelische en de Bap
tistische Kerk kent Kameroen ook
een Presbyteriaanse en een
Lutherse Kerk. Hoewel deze ker
ken nog niet één zijn, zijn er toch
enkele organen waarin zij elkaar
ontmoeten en samenwerken. In de
eerste plaats de federatie van ker
ken en zendingen, waartoe ook
diegenen behoren die leven in de
vier andere staten, die met Kame
roen uit het vroegere Frans-
equatoriaal Afrika zijn ontstaan.
Daarnaast het Kameroense bijbel
genootschap waarin de Nederland
se hervormde ds. Y. Schaaf, ge
zonden door het Nederlandsch
Bijbelgenootschap en de Hervorm
de Zending, een belangrijk werk
verricht, dat allen te goede komt.
Dan nog een goed geredigeerd in
het Frans geschreven protestants
weekblad, dat de stem van de ker
ken laat horen in alles wat in
het Kameroense volk ter discussie
is. Ten slotte zullen de verschil
lende kerken in Frans sprekend
Afrika elkander ontmoeten in een
binnenkort in Yaounde op te rich
ten theologische faculteit.
De Evangelische Kerk van Kame
roen Is presbyteriaal-synodaal in
haar kerkorde, zij kent naast de
Heidelbergse catechismus nog uit
de „Duitse" tijd de kleine cate
chismus van Luther. Uit volle
overtuiging is zij lid van de We
reldraad van Kerken. Uit even
grote overtuiging werd zy geen
lid van de presbyteriaanse alli
antie. Zij weigert principieel zich
te scharen by enig protestants
kerkelyk blok, omdat deze blok
ken naar haar mening de ver
deeldheid van het protestantisme
in stand houden terwijl zy er van
overtuigd is dat deze verdeeld
heid schuld is voor God.
Alle kerken behoren naar haar
mening- verbonden te zijn om de
algemene Christelijke kerk, het
lichaam van Christus, tot openba
ring te brengen.
Graanteelt in ons land
zou overbodig worden
Vragen in Tweede Kamer
Het lid der Tweede Kamer de heer
Mellema (C.H.U.) hééft de minister
van landbouw en visserij schriftelijk
gevraagd of het waar is dat de di
recteur-generaal ir. J. \V. Wellen op
de algemene vergadering van het
Koninklijk Nederlands Landbouwco-
mité gezegd heeft: „Ik geloof niet
dat het straks nog zin zal hebben om
in Nederland graan te telen".
De heer Mellema vraagt of de ssinis-
ter ook van mening is, dat de graan
teelt in Nederland overbodig wordt
en indien dit het geval is, of de mi
nister dan wil meedelen, welke argu
menten hem tot deze mening hebben
gebracht.
KERKNIEUWS
NED. HERV. KERK.
Beroepen te Den Haag E. L. Ruiten
berg te Kralingen; te Wemeldinge
L. Boer te Haamstede.
GEREF. KERKEN.
Bedankt voor Nijkerk J. Pasveer te
Kapelle aan den Usel.
GEREF. KERKEN'
VRIJGEMAAKT.
Beroepen te Grand Rapids R. Hou
wen te Zuidhorn.
CHR. GEREF. KERKEN.
Tweetal te Ouderkerk aan den IJsel
P. N. Ribbers te Noordscheschut en
P. van Zonneveld te Bennekom.
GEREF. GEMEENTEN.
Aangenomen naar Rotterdam als
missionair predikant voor Nieuw-
Guinea H. G. Kuyt, kandidaat te
Katwijk aan Zee; bedankt voor Op-
heusden en voor Giessendam C. van
Dam te Rotterdam.
^Uan en voor
MYSTERIE VAN PAASEILAND
Van de bekende schrijver van de
Kon-Tiki expeditie Thor Heyerdahl
verscheen bij de uitgeverij De Tijd
stroom te Lochem een goedkope uit
gave van „Aku-Aku, het mysterie
van Paaseiland". Enkele jaren gele
den verscheen de gewone uitgave
van dit boek. Thor Heyerdahl, Noor
van geboorte, beschrijft op boeiende
wijze de expeditie naar Paaseiland,
waar mysterieuze reuzenbeelden
worden ontdekt en uitgegraven en
als sluitstuk van deze expeditie het
eerste versterkte bergdorp van Poly-
nesië wordt gevonden. Het boekje,
dat werd opgedragen aan Zijne Ko
ninklijke Hoogheid kroonprins Olaf,
de hoge beschermheer van de expedi
tie, is verlucht met een aantal kleu
renfoto's van het kleine Paaseiland
ergens in de Stille Zuidzee, zijn be
woners en vooral bewoonsters.
Advertentie
Alléén
helpt direct!
DR. E. J. SWAAB'S VERENIGDE FABRIEKEN
Uw geld bewaren
tot max. f. 25.000.-,
op een depositoboekje
bij De Twentsche Bank
is gemakkelijk en rentegevend.
U kunt de bedragen ook
per giro storten.
170 kantoren hi Nederland
Het tekort aan uitvoerend per
soneel, aan hogere leidinggeven
de medewerkers en aan weten
schappelijk gevormde specialis
ten is vooral in het westen des
lands bij de P.T.T. veel hoger,
Vrije export van uien
naar België en
Luxemburg
Vanaf woensdag wordt tot nader or
der geen heffing meer opgelegd bij
de uitvoer van Nederlandse uien naar
België en Luxemburg.
België en Luxemburg hebben name
lijk de invoer van uien uit alle E.E.
G.-landen weer toegestaan.
Tot op heden mocht enkel Nederland
uien in deze landen invoeren en
meestal moest er dan bij uitvoer van
dit Nederlandse produkt een heffing
worden betaald,
Advertentie
f Geslaagd.... dank zij
RE SA-HILVERSUM
(Nederlands Talencentrum) - Tel. 45432
Vraagt on» prospectu*
Talen: Ned., Frans, Duits, Engels LO. en
M.O.A.-Onderwljxersakle-Wlskunde L O.
en M.O.A. - MULO A-B„ H.B.S. en Gymn.
Praktijkexamens: Boekh., Ned., Frans,
Duits, Engels en Hoofdcorrespondent.
1948. Zelfs Sandra en Arend
schenen zich eikaars aan-
zigheid nauwelijks bewust
en keken meestal met niets
zeggende ogen langs elkaar
heen. Ieder hield zich bezig
met zijn eigen gedachten en
vroeg zich steeds weer af
welke geheimzinnige in
vloed hun dadendrang zo
beknotte. Af en toe had
piloot Storm wel helderder
ogenblikken en dan pijnigde
hij zijn hersens vergeefs af
naar een oplossing van het
Gan-medes-raadsel. Dan be
sefte hij maar al te goed,
dat zij .hard op weg wa
ren naar hetzelfde lot dat de bemanningen
der andere schepen had getroffen. Maar kort
daarop verzonk hij yveer in een apathie. De
„Gani's" sjirptèn en gebaarden naar de vreem
delingen, dat deze moesten gaan slapen. En
zozeer waren zij 'ervan overtuigd dat nie
mand zou ontsnappen, dat zij de gevangenen
geheel vrij en aan hun lot overlieten. Moe en
hongerig installeerde iedereen zich voor de
nacht. Weldra was alleen nog wat onderdrukt
gekwetter van de Gani's hoorbaar, maar ten
slotte schenen ook die in slaap te sukkelen.
In de duisternis tussen de bomen klonk voort
durend geschuifel en geritsel van onzichtbare
wezens. De bemanning van de Argol ont
waakte eerst toen enkele Gani's hen nogal
hardhandig kwamen wekken.
dan bij het gemiddelde bedrijfs
leven. De minister van verkeer
en waterstaat verklaart dit in
zijn memorie van antwoord op
de begrotang-1962.
Aan doelmatigheid van werkmetho
den, mechanisering en automatise
ring wordt bij P.T.T. dan ook syste
matisch alle aandacht gegeven. Ten
einde hulp te geven in sectoren van
het bedrijf, waar een noodsituatie
heerst, is door middel van vrijwillige
detachering uit andere delen des
lands gepoogd enig soelaas te bren
gen.
Indien de situatie in het westen
des lands zich verder toespitst
zal verdere inkrimping van
dienstbetoon onvermijdelijk zijn.
Dit zou allereerst geschieden voor
diensten, waarvoor P.T.T. geen
monopolie heeft, bijvoorbeeld de
pakketpost. Daartoe kan alleen in
uiterste nood worden overge
gaan.
Een verdere inkrimping op zater
dag ligt niet in het voornemen.
De minister deelt mede, dat het ge
hele P.T.T.-personeel thans ander
half tot twee uur gemiddeld per week
overwerkt. In de grote steden ligt
dit gemiddeld op drie uur per week.
Deze cijfers geven echter geen goed
beeld van brjvoorbeeld het
aan bestellers.
„Hier zie ik ook staan" plotseling
haalde hij uit een la een vhegerslog-
boek voor de dag, als een goochelaar
een konijn, en met een schok herkende
ik 't als mijn eigen „dat je bij ver
schillende gelegenheden de Walrus
vd.n Trincomalee gevlogen hebt tus
sen de acties door. Is dat omdat ze
daar geen amfibiepiloot hebben op
het ogenblik
Ik knikte en ik zag dat hij nog steeds
naar mijn logboek staarde. Hij grin
nikte.
„Ik liet het met hetzelfde vliegtuig-
komen als waarmee jij kwam," legde
hij uit. „Het werd vlug met een andere
jeep hier gebracht voordat je er zelf
was." Hij opende het logboek en sloeg
de bladzijden om.
„Je hebt dus alles bijeen ongeveer
vijfentwintig vlieguren op de Walrus,
is'het niet
Ta mptlppf
"je kent hem dus volkomen, je
bent er niet zo in thuis als in je Sea-
fire, maar je bent, toch goed ver
trouwd met een Walrus
door JOHN JOLY
Ja meneer."
"En zou je kunnen zeggen dat jc op
dit moment goed geoefend bent in am-
fibievliegen
„Ik denk het wel, meneer."
De telefoon ging en we staarden er
allebei even naar alsof we hem tevo
ren niet in staat geacht hadden, ge
luid te maken.
Hij nam de hoorn op en hield hem
tegen* zijn oor.
„Pearson," zei hij kortaf.
Aan de andere kant kraakte en ratel
de een stem en uit de eerbiedige wijze
waarop hij zijn hoofd schuin hield ter
wijl hij luisterde, maakte ik op dat
het een hoge officier was.
„Ja. meneer, hq zit nu bij me."
Weer luisteren. „Nee, meneer. Nog
niet. Ja; ik weet dat er niet veel tqd
is."
Hij legde de hoorn neer en keek er
fronsend naar alsof hij bang was dat
hij weer zou gaan bellen. Hij keek op
zijn horloge.
„Wanneer heb je het laatst iets ge
geten vroeg liij.
„Vanmorgen, meneer," zei ik, en plot
seling voelde ik dat ik erg moe en
hongerig was.
„Wat Bedoel jc je. ontbijt?" Hij
scheen geschrokken.
„Ja, meneer."
„Goeie hemel Beste kerel, dat spijt
me. Dat drong niet tot me door. Je
hebt natuurlijk geen ogenblik tijd ge
had, wel
Hij drukte op een bel die onder het
tafelblad van zijn lessenaar scheen te
zitten.
„Het geeft echt niet, meneer," zei
ik en ik voelde me plotseling duizelig
en het leek wel alsof ik zou gaan
huilen. De Wren-luitenant kwam bin
nen.
„Janet, denk jc dat je in tien mi
nuten tijd het eten kunt versieren
Deze knaap heeft de hele dag nog
niet gegeten en misschien kunnen we
nu wat te drinken krijgen. Zou je dat
willen regelen
„Het geeft niet meneer. Ik heb echt
geen honger," zei ik, maar de Wren
was al weg.
„Je blijft vannacht hier. Er is een
kamer voor je klaar."
„Maar ik heb helemaal geen bagage,
meneer. Alleen maar nachtgoed. Alles
is nog aan boord van het schip."
„O. vanavond kun je blijven zoals je
bent en morgen zullen we zorgen dat
je alles krijgt wat je nodig hebt."
Ik keek naar mijn vuile witte short
en overhemd en dacht aan de onberis
pelijke Wren-luitenant en de keurig
geklede kapitein en kolonel. Hij las
blijkbaar mijn gedachten, want hij
lachte en wuifde mijn angst weg.
„Trek je maar niets van je kostuum
aan. Ik doe mijn pyjama wel aan, als
je je dan lekkerder voelt."
De Wren-luitenant kwam binnen met
een blad waarop een fles whisky,
glazen en een fles sodawater stonden.
Ze zette het op het bureau neer en
verliet zwijgend de kamer, terwijl de
kapitein de papieren weer ordende.
Toen de deur dicht was, stond hij op
en schonk twee glazen in. Hij gaf mij
er een en nam het andere zelf.
„Dat zal je goed doen, ook al houd
jc niet erg van whisky. Drink het
maar uit'terwijl ik even naar hier
naast ga."
Hij nam de vellen papier waarop hij
had zitten schrijven en ook z'n
drankje, en ging de kamer uit door
de deur waardoor de kolonel naar
buiten was gegaan. Ik zat een ogen
blik onbeweeglijk en dronk toen
langzaam. De telefoon begon te bel
len en, niet op m'n gemak, koek ik
ernaar, me afvragend of ik hem zou
beantwoorden, maar na een paar
schrille pogingen om de aandacht te
trekken was het weer stil. Bijna on
middellijk daarna klopte de Wren-
luitenant en kwam binnen. Toen ze
zag dat ik alleen was, bleef ze bij de
deur staan.
„Waar is hij naar toe?" vroeg ze..Ik
wees op de deur. „Daar", zei ik en
ze liep recht de kamer door en klop
te, maar deed geen poging de deur
te openen. Deze ging na enkele ogen
blikken open en de kapitein ver
scheen, gevolgd door de kolonel.
„Het eten is klaar, meneer, zei de
Wren-officier.
„Eten?"
„U hebt erom gevraagd, meneer".
„Ja,' dat is waar ook. We zullen
maar direct aan tafel gaan, denk ik;
of kan het nog tien minuten wach
ten?"
„Goed, meneer, maar niet langer,
denk ik".
Ze verliet ons en toen ik zag dat de
twee hoge officieren naderbij kwa
men, stond ik weer onhandig op.
„Ga zitten, Trelawney", zei de kapi
tein en hij nam z'n plaats achter het
bureau weer in. Ik ging zitten maar
toen ik zag dat de kolonel geen stoel
had en bleef staan, stond ik weer op
en bood hem de mijne aan. Hij sloeg
mijn aanbod af.
„Nee, nee. Ga zitten. Het duurt maar
even. Ik blijf wel staan".
„We zijn nu zover dat we je een
rechtstreekse vraag moeten stellen",
begon de kapitein op een teken van
de kolonel. „We houden er niet van,
je op zo'n manier te haasten maar
het is maar heel kort dag". Hij
wachtte even, maar bleef me aankij
ken. „We hebben je hier laten komen,
omdat er een zeer belangrijke en ui
terst dringende opdracht uitgevoerd
moet worden en omdat we iemand
nodig hebben die een Walrus kan
vliegen om dat karwei uit te voeren.
Je bent vreemd genoeg de enige be
schikbare piloot hier op dit moment
die enige ervaring van betekenis
heeft met Walrusvliegtuigen. Geluk
kig blijk je ook nog juist de soort
man te zijn die we zochten. Je bent
jong, sterk, lichamelijk fit en in
noodgevallen kun je waarschijnlijk
het hoofd koel houden. In normale
omstandigheden zou het werk, dat je
gevraagd zal worden te doen, door
een speciaal team van kerels gedaan
worden, dat bestaat uit bijzonder ge
oefende vrijwilligers en die ofwel van
dit soort ^verk houden, ofwel het
doen om zichzelf of anderen eens te
laten zien wat ze kunnen. We hebben
echter geen tijd te wachten tot zulke
lieden gevonden en hier gebracht zijn
en in ieder geval zouden ze geen
Walrus kunnen vliegen. Niet dat een
Walrus de ideale oplossing is per
soonlijk denk ik dat een onderzeeër
beter zou zijn, maar een onderzeeër
zou niet op tijd ter piaatse kunnen
zyn. En tijd is de belangrijke factor.
En we hebben maar heel weinig tijd".
Hij hield op, zich kennelijk het wach
tende eten herinnerend, want hij
keek op z'n horloge en ging haastig
verder. „Nu terzake. We gaan je vra
gen iets te doen wat je hoogstwaar
schijnlijk je leven zal kosten. Het is
buitengewoon gevaarlijk en om het
nog erger te maken: het zou wel
eens allemaal voor niets kunnen zijn
maar je moet ons op ons woord
geloven dat het uiterst belangrijk is.
(Wordt vervolgd);