ZELANVICA
DE BOEKENPLANK
LEZERS SCHRIJVEN
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
HET JASON-MYSTERIE
F. BLAAS AAN DE LEIDING IN
ZEEUWS DAMKAMPIOENSCHAP
16
P BOP IN C 1 ALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 3 NOVEMBER 1961
n een drietal lezingen, waaronder één voor het
Zeeuwsch Oenootachap te Middelburg in 1959,
heeft dr. P. van Oye, oud-hoogleraar te Gent
gesproken over het in Zeeland voorkomende ver
schijnsel van de groeiende stenen".
De studie is thans gepubliceerd in het Biologisch Jaarboek, uit
gegeven door het Koninklijk Natuurwetenschappelijk Genoot
schap „Dodonaea" te Gent (jg. 29). Prof. van Oye heeft als
voorbeeld genomen de groeiende stenen die voorkomen in het Grote
Gat te Oostburg. „Dit ondiep water vertoont op bepaalde plaatsen
talrijke donkerbruine klompen die hier en daar verspreid liggen. Er
zijn er van verschillende grootte. De bewoners vooral deze die op
de kreken vissen weten zeer goed dat die stenen gedurig groter
worden; vandaar de benaming: groeiende stenen". Het verschijnsel
wordt ook wel palingbrood genoemd, o.m. op Walcheren, waar het
althans voor de oorlog een belemmering voor de afwatering kon
betekenen. Van Oye wijst er op, dat het de moeite waard zou zijn
eens een onderzoek in te stellen „naar de verschillende benamingen
in de streek". „De meeste namen zouden blijken met een of andere
eigenschap verband te houden".
Het uitgangspunt van deze studie was het onderzoek van de
Crons een soort kalkheuvels in het zuiden van België.
Voor de kalkafzettingen daar' kwam Van Oye tot de conclusie,
dat er meestal een substraat of drager van wieren aanwezig ij.
„Deze substraten kunnen levende planten zjjn of dode resten zoals
takjes, bladeren, enz. Hierop ontwikkelen zich wieren die een
muscusschede bezitten; deze muscus verwekt een neerslag van kalk.
Dit voor wat de kalkafzetting betreft. Maar om een Cron te vormen,
moeten de wieren zo groeien dat ze een aaneengesloten massa
vormen die over haar gehele oppervlakte verder groeit". Het gaat
hier om een biologisch proces. Na het onderzoek van de Crons werd
de aandacht gevestigd op de groeiende stenen, die men in tal van
kreken in Zeeuwsch-Vlaanderen aantreft. Hoewel hier vooral
Zeeuwsch-Vlaanderen genoemd wordt, komt het verschijnsel ook op
Walcheren, Zuid-Bev.eland en Schouwen voor. Eén van de belang
rijkste factoren voor de verspreiding van groeiende stenen is het
zoutgehalte van het water. Het gaat om brak water, want zowel zee
als zoet water zijn ongunstige milieus voor het ontstaan en de ont
wikkeling van deze stenen. „Een groeiende steen van het Grote Gat
kan het best vergeleken worden met een grote bloemkool. Neemt
men nu zo'n bloemkool uit het water en breekt hem door, dan ziet
men dat hij niet uit een uniforme kalkmassa bestaat. We zien bin
nenin een kern van broze kalk die wo gemakkelijk tussen de vingers
kunnen fijn wrijven. Deze kalkafzetting gebeurt in het lichaam van
mosdiertjes Bryozoën en is sinds lang bekend".
De groeiende stenen zijn volgens Van Oye het produkt van een
biologisch gebeuren, waarbij er een wisselwerking bestaat tus
sen organismen die eerst op zichzelf groeien en dan als sub
straat dienen voor bepaalde wieren die een slijmschede afscheiden
welke koolzure kalk doet neerslaan tot een harde, compacte massa.
Kunnen de Crons een heuvel vormen, de groeiende stenen zullen het
door bepaalde omstandigheden nooit verder brengen dan afzonder
lijke stenen. „Ze zullen steeds individuele formaties blijven die ook
voor zichzelf een ontstaan en vergaan kennen, maar nooit zullen
aaneensluiten tot een massale laag. Het zyn en blijven, als men het
bij wijze van vergelijking zo noemen mag, individualisten die een
leven op zichzelf leiden en dus ook een korter maar geheel zelf
standig bestaan hebben".
KERKNIEUWS
GEREF. KERKEN
Tweetal te Arnhem: J. P. Bóer te
Rotterdam en P. A. Kouwenhoven
te Poortugaal.
Beroepen te Nieuweroord: J. A. van
Netten te Grootei
Aan de theologische hogeschool te
Kampen is geslaagd voor het kandi
daatsexamen de heer J. van Eyk te
Emmen en voor het proponents
examen de heer J. H. de Vries te
Rotterdam.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Rotterdam als missio
nair predikant voor Nieuw-Guinea:
G. Kruyt, kand. te Katwijk aan Zee.
Bedankt voor Borssele: P. Honkoop
te Yerseke; voor St.-Catharines
(Ont., Canana): H. van Gilst te Lis-
Advertentie)
Afgevaardigden uit de vijftien N.A.V.
O.-landen zullen in januari te Londen
deelnemen aan een conferentie waarop zal
worden gesproken over middelen tot het
verkrijgen van een grotere politieke en
economische eenheid in de Atlantische
gemeenschap. De afgevaardigden worden
door hun regeringen aangewezen, maar
treden als individuele deelnemers op.
Hun aantal bedraagt 98.
swan.de
prima ballerina
onder de
zakdoeken
Caarstfcht maakt uw tafel
tot feestdis!
GOUDA KAARSEN
ZEEUWSE DAMRUBRIEK
Ondernemend spel van
Walraven
Met zijn verrassende start van drie
achtereenvolgende overwinningen
heeft F. Blaas uit Aagtekerke zich
ook serieus kandidaat gesteld voor
*"1. Van
de Zeeuwse damtitel.
veel be
lang wordt de partij F. BlaasJ.
Blom in de vierde ronde, maar voor
lopig smaakt de man uit Aagtekerke
het genoegen met een voorsprong
van resp. 1 en 2 punten op Blom en
Lere aan de kop van de ranglijst te
gaan. Met belangstelling zien we ook
de verrichtingen van de „jeugdspe
lers" Louwerse en Walraven tege
moet; met name van laatstgenoemde
is nog wel een verrassing te ver
wachten, gezien zijn zeer onderne
mende en frisse stijl. In onderstaan
de partij blijkt hij zich van zijn ge
renommeerde tegenstander Blom
weinig aan te trekken; door een
foutieve combinatie sterft de goed
opgezette partij in schoonheid.
Wit: J. Blom Zwart: M. J. Walraven.
I 82—28, 16—21; 2 31—26, 18—22;
3 37—32, 11—16; 4 41—37, 13—18;
De opening wordt door zwart zeer
ondernemend gespeeld.
5 35—30, 9—13; 6 30—25, 7—11; 7
34—29, 1—7; 8 40—34, 21—27.
Rechtstreeks 1923x23 hadden we
nu liever gezien. De tekstzet kan
n.l. altijd nog volgen en zwart be
houdt zich voor deze omwisseling
van zetten een meerdere vrijheid van
spelen voor.
9 32x21, 16x27; 10 37—32, 11—16;
II 32x21, 16x27; 12 45—40, 19—23;
13 28x19, 14x23; 14 25x14, 10x19;
35 29—24, 19x30; 16 34x25, 23—28.
Zwart heeft a gezegd en vervolgt
nu consequent met de bezetting van
veld 28. De narigheid van dit soort
stellingen is echter dikwijls de over
matige ontwikkeling in de voorste
gelederen; het achterblijven van de
aanvoertroepen en daardoor een ze-
4 november
Vlissingen
Terneuzen
Hansweert
Zierikzee
Wemeldinge
HOOG EN LAAG WATER
uur meter uur meter uur meter
-fnap nap
nap
11.34 1.52
12.02
0.03
0.28
0.40
1.69
1.95
1.33
1.54
12.21
12.46
13.08
1.89
1.12
1.34
5.26
5.49
6.18
6.15
1.34
1.51
1.64
1.12
1.28
uur meter
nap
17.59—1.74
18.23 1.90
18.52 2.03
18.36 1.47
18.48 1.68
kere mate van kwetsbaarheid. Wal
raven behandelt het verdere gedeel
te echter goed, terwijl Blom er een
listige en bekwame tactiek tegen
over stelt.
17 40—34, 18—23; 18 34—29, 23x34;
19 39x30, 28x39; 20 44x33 12—18;
21 46—41, 7—11; 22 50—44, 4—10;
23 44—39, 15—20; 24 25x14, 10x19;
25 33—29, 8—12; 26 30—25, 2—8?;
Duidelijk blijkt nu dat zwart in zijn
zettenkeus beperkt wordt; aangewe
zen was o.i. 51014, waardoor ook
de verdediging wordt georganiseerd
met een positief element voor de
aanval. Zo is na 3833 en 4238
de ruil 3832x32 verhinderd wegens
1420 en 2228. 17x46, hetgeen
overigens ook bij de nu gespeelde 28e
zet school.
27 38—38, 3—9; 28 42—88, 9—14
29 48-43, 5—10; 30 49—14, 19—23;
31 41—37, 28x34; 32 39x30, 17—21.
Zwart kan nu niet de verleiding
weerstaan een verrassende slagzet
te nemen, die echter te „duur" blijkt
te zijn.
33 26x28, 27—32; 34 38x27, 14—20;
35 25x5, 13—19; 36 5x23, 18x40;
37 30—24, 40—44; 38 37—32. 44—49;
39 42—38, 12—18; 40 24—20, 8—13;
41 20—14, 49—35; 42 14—10, 13—19;
43 10—5, 19—24; 44 28—22. 24—29;
45 22x13, 35x2; 46 38—33, 29x38;
47 32x43, 11—16 48 5—28. en wint
door overmacht.
VOOR BEGINNERS: Iets over het
slaan van stukken: Het slaan (zowel
vóór- als achterwaarts) is verplicht.
Het z.g. blazen bestaat niet in het
damspel. Tijdens een slag mag tnen
wel meermalen over hetzelfde on-
bezetteveld gaan, maar niet twee
maal óver hetzelfde stuk. De stuk
ken worden eerst na het uitvoeren
van de volledige slag van het bord
genomen. Meerslag gaat steeds voor,
waarbij zowel dam als schijf voor 1
stuk telt. Naar eigen verkiezing mag
met een dam of een schijf geslagen
worden als het aantal stukken gelijk
is. Damslag gaat dus niet voor, zo
als nogal eens beweerd wordt.
De IJslandse vulkaan de Askja is gaan
werken. De piloot van een Amerikaans
vliegtuig heeft een lavastroom van zes
tien kilometer lengte gezien die langs de
kegel van deze, 250 kilometer ten oosten
van Reykjavik liggende berg naar bene
den stroomt.
'"Dan en voor
Voor de jeugd
In de Mei-pocketreeks (uitgave W.
D. Meinema) verscheen een leuk en
vlot geschreven boekje van Dolf
Kloek over Liselot, een bakvis-
schoolmeisje, dat kleine en grote we
derwaardigheden meemaakt en haar
intrede doet in het maatschappelijk
leven. Echt een fris boekje.
Aïmée Sommerfelt schreef onder de
titel „De weg naar Agra" een boek
van een jongen en een meisje in In
dia. Zy schreef het boek in liet
Noors en Jolian Winkler zorgde voor
een vertaling in het Nederlands,
waarna de hi.V. H. P. Leopold het
uitgaf.
Voor kinderen boven de elf jaar is
het een spannend en dikwijls grappig
boek, waaruit de jonge lezers en leze
ressen een goede indruk krygen van
het leven in een land als India, waar
de toestanden zo heel anders zjju
dan in West-Enropa.
Het lezen van zulke boeken bevor
dert in alle eenvoud de goede
verstandhouding tussen de volkeren.
Alleen al daarom moet zulke lectuur
hartelijk worden aanbevolen.
Bij dezelfde uitgeversfirma verscheen
een bundel „Verhalen van de twee
lingbroers", geschreven door Tonke
Dragt. De verhalen zijn wel origineel
wat de prettige schrijftrant betreft,
maar niet geheel wat de inhoud aan
gaat, want er zijn elementen van
bekende sprookjes en volksverhalen
in verwerkt. De schrijfster heeft het
boek ook van een reeks tekeningetjes
voorzien. Echt een boek, waarmee
vele kinderen blij zullen zijn.
Tenslotte verscheen bij Leopold nog
een boek voor wat oudere kinderen,
dat Sacha Burger schreef. Het
draagt de titel Joeti. Deze Joeti is
een Egyptisch jongetje, dat leeft in
de tijden van de grote Farao's. In de
loop van het verhaal over Joeti wordt
heel wat verteld over het leven en
bedrijf van de Nijldalbewoners in de
oudheid.
Eurotel bij Vrouwenpolder jalle kanten bekeken ^is/op een derge
lijke manier wordt gepousseerd, zal
Het via een persconferentie aange- j dit, wanneer dit zonder meer tot re-
kondigde plan in Vrouwenpolder eên
hotel van 16 verdiepingen te bou
wen, heeft de nodige reacties veroor
zaakt. In de Zeeuwse dagbladen en
o.a. in de NJt.C. is hierover uitvoe
rig geschreven. Over de argumenten
pro en contra kan men langdurig
dicussiëren. Of men zich eraf kan
maken door, zoals de bijzondere
correspondent in Zeeland van de
N.R.C. doet, de tegenstanders zon
der meer als vasthoudefs aan het
verleden af te schilderen, is de
vraag. Waarom b.v. zou alleen hoog
bouw synoniem met vooruitgang
kunnen zijn? Terecht stelt corres-
Jiondent echter wel, dat één der be-
angrijkste elementen het stedebouw
kundig-planologische is. Met dat als
uitgangspunt zouden de betrokken
autoriteiten toch zich nog eens ern
stig moeten beraden of hoogbouw
van deze omvang hier moet worden
toegepast. Het gaat nl. niet om dit
gebouw alléén. Het gaat om de con
sequenties in velerlei opzicht daar
aan verbonden. Ik ben niet zo opti
mistisch als de genoemde correspon
dent, die meent dat de planologie
)recedenten in de hand zal houden.
Vanneer een plan als dit nog voor
1935. Steeds duidelijker
werd het radiosignaal dat
de Argol naar de plek zou
brengen waar één der verlo
ren schepen lag. Nog steeds
rolde de zware deining van
een geweldige oceaan onder
het schip door. De ijsbergen
waren verdwenen en naar
mate zij zuidelijker kwa
men, werd de temperatuur
daarbuiten hoger. Zo nu en
dan brak een kleine, fletse
zon door de wolken en aan
de horzion zag men de enor
me schijf van Jupiter om
hoog rijzen. Een indrukwek
kend schouwspel, dat Solon
door de exploratie-camera's liet vastleggen, om
later bs.ti de geïnteresseerde astronomen van
Shastar te kunnen voordraaien. Opeens riep
één der manen: „Land! Kustlijn vooruit!"
Iedereen verdrong zich voor de observatie
vensters. Inderdaad dook aan de horizon een
lege landstrook op, die zienderogen breder
werd en waar een onstuimige branding zich als
een lang wit lint langs slingerde. De snelheid
van de Argol werd sterk verminderd, tot hij
tenslotte met 'n voorzichtig vaartje op de on
bekende kust toegleed. Het noodsignaal scheen
zich nu in twee verschillende toonaarden te
splitsen, hetgeen de geroutineerde operateur
de overtuiging gaf, dat men stellig beide ver
loren schepen zou vinden!"
sultaten zou leiden, een stimulans
voor anderen zijn de gemeenschap
eveneens voor dergelijke feiten te
stellen. Ik heb meer respect voor
gezagdragers, die met voorbijgaan
van eigen ambitie-bevrediging, voor
barige plannen-makers in de kiem
smoren in plaats van in grote haast
als hun spreekbuis te gaan fungeren.
Zoals ook de „Kantlijn"-schrijver van
de Prov. Zeeuwse Courant terecht
heeft gesteld: Waarheen wil men
met de recreatie van o.a. Walcheren
en kuststreek? Weet men dit? Is er
een vastomlijnd plan? Het streek
plan is dat bepaald niet. Dat kan
blijkbaar onder lokale druk naar om
standigheden worden aangepast.
Hier zou inderdaad het provinciaal
bestuur leiding moeten geven en o.a.
een breed gesprek in het openbaar
moeten openen. De zaak is er be
langrijk genoeg voor. Incidentele
(mis)stappen los van een centrale
gedachte genomen, kunnen de uit
voering hiervan later voorgoed on
mogelijk maken.
Laat men in ieder geval beginnen
zelf eens op een mooie dag op één
van de hoge duinen, b.v. bij Oost-
kapelle te gaan staan, en de kust
lijn langs te kijken. Meent men dan
werkelyk dat hier in de duinen en
bossen, die geheel ongerept zouden
moeten biyven, hoogbouw van deze
aard thuishoort?
Rotterdam. Mr. K. Staab.
Advertentie
FEUILLETON
I Door JOHN NEWTON CHANCE
50
„Ja", knikte Jason, „maar ik had
ontdekt, dat Stein in Engeland was 1
en ook waar. Dus ging ik hem die
avond bezoeken. Tevoren had ik een
hartversterking genomen, omdat het
gesprek wel eens stormachtig zou
kunnen zijn.
„Ik zag Norway de trap afkomen.
Het enige zonderlinge was, dat hij bij
de deur var. de bar een regenjas had
verborgen. Dus keek ik hem na en
zag, dat hij in een auto stapte, die ik
heel toevallig al meer had ge
zien.
„Intussen dacht ik er niet verder
over na en liep naar de kamer van
Stein, die er dood op het tapijt lag
zonder enig spoor van geweldple-
fffifhad de brieven niet, maar was
precies vermoord zoals dit volgens
het rapport mogelijk zou zijn: Door
de klank van een schot! En de enige
aanwijzing ter plaatse was de zwak
ke reuk van kruit...
„De reuk van een schot, de zenuw
achtige man in avondtoilet, die zijn
jas had verborgen; ik legde er on
willekeurig verband tussen, vooral
omdat die man zich had verwijderd
voor het feest in het hotel was afge
lopen.
„De auto in kwestie had ik meer dan
eens bij de Advocatenkamer gepar
keerd zien staan. Een politieagent
daar vertelde me, dat het de auto
was van mr. Norway, die juist er
tegenover op kamers woonde.
„Goedenavond, meneer" zei de man
en ging heen.
„Toen heb ik daar ingebroken vrij
wel zeker er enig verband met mijn
zaak te zullen vinden. Eerst kon ik
niets ontdekken, behalve een krabbel
op het vloelblad „Girt Combe" in wat
ik nu weet dat jouw handschrift is.."
„Ja", zei Shirley blozend. „De idee
dat ik daarheen zou gaan vond ik zo
opwindend. Maar het stond op geen
enkele kaart".
„Nu ik was meer in dat deel van De
vonshire geweest en had ervan ge
hoord", hernam Jason. „Maar verder
was er nog dat medisch rapport, in
zijn privé-lade gesloten, waar jij het
natuurlijk niet zou hebben gezien".
„Hebben ze het dan behouden?"
„O, 't had zulke nuttige diensten
kunnen bewijzen. Stel eens, dat de
politie in verband met Stein's dood
achterdocht kreeg: dan was er im
mers een heel moordprogramma kant
en klaar, een programma met mijn
hand geschreven. Zo'n belangrijk stuk
gooi je maar niet weg. Welnu, in hun
plaats heb ik het weggegooid en heb
toen koers gezet naar Devon".
„Je moet als een gek hebben gere
den om ons voorbij te komen", merk
te Shirley op.
„Ik was gek", zei hy, „maar begrijp
je het nu?"
„Ja".
Jason stak de handen in zijn zakken
en deed een stap achteruit.
„Nu weet je alles", zei hij, „maar
de moeilijkheid is, dat Keep heeft
ontdekt wie ik ben".
„Hij zei al eer dat hy het wist".
„Dat méénde hij. De kwestie is, dat
enige dagen tevoren iemand een an
der doodde met een klap die te hard
aankwam. De dader was een ama
teurbokser, die zichzelf de schuil
naam „De Argonaut" had aangeme
ten. Nu was door een ongelukkige
samenloop van omstandigheden, Ja
son een van de Argonauten, die im
mers, volgens de oude Grieken, het
Gulden Vlies gingen halen. Keep
hield daar rekening mee en trok er
de juiste conclusies uit. Nu ja, dat
hindert niet; ft heeft me prachtig tijd
gegeven".
„Zelfs zy kenden je dus niet?" vroeg
Shirley verbaasd.
„O, ik ben, om veiligheidsredenen,
nooit gefotografeerd in enig verband
met mijn beroep als vlieger", legde
Jason uit. „Maar toen ik in de oorlog
gevangen werd genomen heeft een
bewaker met een gevoel voor humor
me op mijn onderarm 'een doodshoofd
en twee gekruiste beenderen gebrand.
Dat aandenken is er nog. En of
schoon Keep niet wist hoe ik er uit
zag, had hij toch van die historie ge
hoord. 'tWas blijkbaar een merkte
ken om er me, indien nodig, mee te
herkennen.
Shirley was diep onder de indruk.
Eindelijk vroeg ze: „Dus ze zullen er
achter komen dat je afspraak enkel
en alleen bedrog was?"
„Ja", knikte hij. „Zodra Keep by
Vicky komt".
„Maar hy is er misschien al".
„Neen, want ze is naar de boot ge
gaan, dat heb ik gezien. Ik weet niet
waarom ze het deed, maar Keep is
haar niet gevolgd. Van mijn plaats af
kan ik het bos duidelijk overzien en
Keep's mooie lichtgrijze pak is zeker
bij zijn sprong niet zo donker gewor
den als die bomen daar beneden!"
Bij deze woorden keek hij Shirley
plotseling doordringend aan, terwijl
in de verte het zwakke geronk van
een dieselmotor werd gehoord, een
motor van een uit de richting Bristol
komend schip.
„Dus je bent heus terwille van die
brieven hier gekomen?" vroeg ze.
„En Jason begreep wat ze dacht.
„Brieven over iets dat voorbij is,
Shirley", verzekerde hij, „maar waar
aan ik de herinnering wild© bewa
ren. Ik had ze moeten vernielen 'en
vergeten, maar deed het helaas niet,
al keek ik er nooit meer naar om.
Toch kwam ik er niet toe, ze te ver
branden, ofschoon ik het me een paar
maal had voorgenomen. Allemaal
dwaasheid, die heel deze ellende ver
oorzaakt".
Met een blik op het bos hernam
Shirley: „En hoe denk je ze terug te
krygen?"
„Op het ogenblik, dat Vicky van
nacht in de boot stapt. Haar bedoe
ling is of te vertrekken of ons alle
maal te doden... Ik geloof niet dat de
keus er bij haar veel toe. doet.
„Maar ze zou ons nooit kunnen do
den", wierp Shirley tegen.
„O, jawel en heel gemakkeiyk, maar
wat ze ook doet, op het ogenblik van
handelen zal ze alles wat ze van
waarde of nut voor haarzelf acht bij
zich hebben. Daarbij zullen ook die
brieven zyn, omdat ze my er mee in
haar macht heeft... al weet ze nu
nog niet dat ik het slachtoffer van
haar chantagepraktijken ben. Ze
denkt dat ze mij door middel van die
brieven kan noodzaken tot het ver
strekken van meer gegevens omtrent
mijn vliegmachine of een volgend
toestel. Zulke gegevens worden tegen
hoge prijs verkocht en tegenwoordig
zijn er mensen die letterlijk alles
voor geld doen. Vandaar dat 2e die
brieven zeker zal meenemen. Ze zul
len overal een beveiliging voor haar
zyn".
„Maar als ze het erop waagt niet te
gaan
„En ons vermoordt, bedoel je Dan
behoudt ze de brieven ook, omdat ze
gelooft, dat ze er desnoods nog eens
chantage mee kan plegen. Ze weet im
mers nog niet, dat ik de man met het
doodshoofd en de beenderen ben
„Dus wat er ook wanneer het zover
is gebeurt, in elk geval draagt ze dan
die brieven bij zich, als ik het goed
begrijp," zei Shirley.
„En daarop heb jij al die tijd gewacht,
daarvoor alles op het spel gezet. Al
leen voor... die brieven."
„Ja, het lijkt zo'n kleinigheid, niet
waar klonk het droogjes.
„Dan moet die vrouw wel heel wat
voor je betekenen" hernam ze, haar
blik langzaam weer op het bos ves
tigend.
„Ik moest het je in elk geval vertel
len," zei Jason. „Je begrijpt wel, dat
het niet aangaat voor zo'n futiliteit
nog andere hoofden dan 't mijne op
het spel te zetten. Maar... het is daar
bij niet gebleven. Die brieven hebben
me in een bende spionnen, moordzuch
tige spionnen doen belanden. Dat gaat
boven 'n persoonlijke aangelegenheid
uit, al is die aangelegenheid voor mij
het belangrijkste. Nu is het een zaak
van grote omvang geworden. Ik kan
de dingen waarvoor ik hier kwam niet
bemachtigen zonder een organisatie te
vernietigen, die ons veel liever om
hals zou brengen... Norway heeft jou
erin gesleept, maar de hemel zij dank
ben je nu nog veilig. Ga alsjeblieft
weg zolang dat nog het geval is."
.(Wordt vervolgd).