ZELANVICA DE BOEKENPLANK LEZERS SCHRIJVEN PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer HET JASON-MYSTERIE F. BLAAS AAN DE LEIDING IN ZEEUWS DAMKAMPIOENSCHAP 16 P BOP IN C 1 ALE ZEEUWSE COURANT VRIJDAG 3 NOVEMBER 1961 n een drietal lezingen, waaronder één voor het Zeeuwsch Oenootachap te Middelburg in 1959, heeft dr. P. van Oye, oud-hoogleraar te Gent gesproken over het in Zeeland voorkomende ver schijnsel van de groeiende stenen". De studie is thans gepubliceerd in het Biologisch Jaarboek, uit gegeven door het Koninklijk Natuurwetenschappelijk Genoot schap „Dodonaea" te Gent (jg. 29). Prof. van Oye heeft als voorbeeld genomen de groeiende stenen die voorkomen in het Grote Gat te Oostburg. „Dit ondiep water vertoont op bepaalde plaatsen talrijke donkerbruine klompen die hier en daar verspreid liggen. Er zijn er van verschillende grootte. De bewoners vooral deze die op de kreken vissen weten zeer goed dat die stenen gedurig groter worden; vandaar de benaming: groeiende stenen". Het verschijnsel wordt ook wel palingbrood genoemd, o.m. op Walcheren, waar het althans voor de oorlog een belemmering voor de afwatering kon betekenen. Van Oye wijst er op, dat het de moeite waard zou zijn eens een onderzoek in te stellen „naar de verschillende benamingen in de streek". „De meeste namen zouden blijken met een of andere eigenschap verband te houden". Het uitgangspunt van deze studie was het onderzoek van de Crons een soort kalkheuvels in het zuiden van België. Voor de kalkafzettingen daar' kwam Van Oye tot de conclusie, dat er meestal een substraat of drager van wieren aanwezig ij. „Deze substraten kunnen levende planten zjjn of dode resten zoals takjes, bladeren, enz. Hierop ontwikkelen zich wieren die een muscusschede bezitten; deze muscus verwekt een neerslag van kalk. Dit voor wat de kalkafzetting betreft. Maar om een Cron te vormen, moeten de wieren zo groeien dat ze een aaneengesloten massa vormen die over haar gehele oppervlakte verder groeit". Het gaat hier om een biologisch proces. Na het onderzoek van de Crons werd de aandacht gevestigd op de groeiende stenen, die men in tal van kreken in Zeeuwsch-Vlaanderen aantreft. Hoewel hier vooral Zeeuwsch-Vlaanderen genoemd wordt, komt het verschijnsel ook op Walcheren, Zuid-Bev.eland en Schouwen voor. Eén van de belang rijkste factoren voor de verspreiding van groeiende stenen is het zoutgehalte van het water. Het gaat om brak water, want zowel zee als zoet water zijn ongunstige milieus voor het ontstaan en de ont wikkeling van deze stenen. „Een groeiende steen van het Grote Gat kan het best vergeleken worden met een grote bloemkool. Neemt men nu zo'n bloemkool uit het water en breekt hem door, dan ziet men dat hij niet uit een uniforme kalkmassa bestaat. We zien bin nenin een kern van broze kalk die wo gemakkelijk tussen de vingers kunnen fijn wrijven. Deze kalkafzetting gebeurt in het lichaam van mosdiertjes Bryozoën en is sinds lang bekend". De groeiende stenen zijn volgens Van Oye het produkt van een biologisch gebeuren, waarbij er een wisselwerking bestaat tus sen organismen die eerst op zichzelf groeien en dan als sub straat dienen voor bepaalde wieren die een slijmschede afscheiden welke koolzure kalk doet neerslaan tot een harde, compacte massa. Kunnen de Crons een heuvel vormen, de groeiende stenen zullen het door bepaalde omstandigheden nooit verder brengen dan afzonder lijke stenen. „Ze zullen steeds individuele formaties blijven die ook voor zichzelf een ontstaan en vergaan kennen, maar nooit zullen aaneensluiten tot een massale laag. Het zyn en blijven, als men het bij wijze van vergelijking zo noemen mag, individualisten die een leven op zichzelf leiden en dus ook een korter maar geheel zelf standig bestaan hebben". KERKNIEUWS GEREF. KERKEN Tweetal te Arnhem: J. P. Bóer te Rotterdam en P. A. Kouwenhoven te Poortugaal. Beroepen te Nieuweroord: J. A. van Netten te Grootei Aan de theologische hogeschool te Kampen is geslaagd voor het kandi daatsexamen de heer J. van Eyk te Emmen en voor het proponents examen de heer J. H. de Vries te Rotterdam. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Rotterdam als missio nair predikant voor Nieuw-Guinea: G. Kruyt, kand. te Katwijk aan Zee. Bedankt voor Borssele: P. Honkoop te Yerseke; voor St.-Catharines (Ont., Canana): H. van Gilst te Lis- Advertentie) Afgevaardigden uit de vijftien N.A.V. O.-landen zullen in januari te Londen deelnemen aan een conferentie waarop zal worden gesproken over middelen tot het verkrijgen van een grotere politieke en economische eenheid in de Atlantische gemeenschap. De afgevaardigden worden door hun regeringen aangewezen, maar treden als individuele deelnemers op. Hun aantal bedraagt 98. swan.de prima ballerina onder de zakdoeken Caarstfcht maakt uw tafel tot feestdis! GOUDA KAARSEN ZEEUWSE DAMRUBRIEK Ondernemend spel van Walraven Met zijn verrassende start van drie achtereenvolgende overwinningen heeft F. Blaas uit Aagtekerke zich ook serieus kandidaat gesteld voor *"1. Van de Zeeuwse damtitel. veel be lang wordt de partij F. BlaasJ. Blom in de vierde ronde, maar voor lopig smaakt de man uit Aagtekerke het genoegen met een voorsprong van resp. 1 en 2 punten op Blom en Lere aan de kop van de ranglijst te gaan. Met belangstelling zien we ook de verrichtingen van de „jeugdspe lers" Louwerse en Walraven tege moet; met name van laatstgenoemde is nog wel een verrassing te ver wachten, gezien zijn zeer onderne mende en frisse stijl. In onderstaan de partij blijkt hij zich van zijn ge renommeerde tegenstander Blom weinig aan te trekken; door een foutieve combinatie sterft de goed opgezette partij in schoonheid. Wit: J. Blom Zwart: M. J. Walraven. I 82—28, 16—21; 2 31—26, 18—22; 3 37—32, 11—16; 4 41—37, 13—18; De opening wordt door zwart zeer ondernemend gespeeld. 5 35—30, 9—13; 6 30—25, 7—11; 7 34—29, 1—7; 8 40—34, 21—27. Rechtstreeks 1923x23 hadden we nu liever gezien. De tekstzet kan n.l. altijd nog volgen en zwart be houdt zich voor deze omwisseling van zetten een meerdere vrijheid van spelen voor. 9 32x21, 16x27; 10 37—32, 11—16; II 32x21, 16x27; 12 45—40, 19—23; 13 28x19, 14x23; 14 25x14, 10x19; 35 29—24, 19x30; 16 34x25, 23—28. Zwart heeft a gezegd en vervolgt nu consequent met de bezetting van veld 28. De narigheid van dit soort stellingen is echter dikwijls de over matige ontwikkeling in de voorste gelederen; het achterblijven van de aanvoertroepen en daardoor een ze- 4 november Vlissingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge HOOG EN LAAG WATER uur meter uur meter uur meter -fnap nap nap 11.34 1.52 12.02 0.03 0.28 0.40 1.69 1.95 1.33 1.54 12.21 12.46 13.08 1.89 1.12 1.34 5.26 5.49 6.18 6.15 1.34 1.51 1.64 1.12 1.28 uur meter nap 17.59—1.74 18.23 1.90 18.52 2.03 18.36 1.47 18.48 1.68 kere mate van kwetsbaarheid. Wal raven behandelt het verdere gedeel te echter goed, terwijl Blom er een listige en bekwame tactiek tegen over stelt. 17 40—34, 18—23; 18 34—29, 23x34; 19 39x30, 28x39; 20 44x33 12—18; 21 46—41, 7—11; 22 50—44, 4—10; 23 44—39, 15—20; 24 25x14, 10x19; 25 33—29, 8—12; 26 30—25, 2—8?; Duidelijk blijkt nu dat zwart in zijn zettenkeus beperkt wordt; aangewe zen was o.i. 51014, waardoor ook de verdediging wordt georganiseerd met een positief element voor de aanval. Zo is na 3833 en 4238 de ruil 3832x32 verhinderd wegens 1420 en 2228. 17x46, hetgeen overigens ook bij de nu gespeelde 28e zet school. 27 38—38, 3—9; 28 42—88, 9—14 29 48-43, 5—10; 30 49—14, 19—23; 31 41—37, 28x34; 32 39x30, 17—21. Zwart kan nu niet de verleiding weerstaan een verrassende slagzet te nemen, die echter te „duur" blijkt te zijn. 33 26x28, 27—32; 34 38x27, 14—20; 35 25x5, 13—19; 36 5x23, 18x40; 37 30—24, 40—44; 38 37—32. 44—49; 39 42—38, 12—18; 40 24—20, 8—13; 41 20—14, 49—35; 42 14—10, 13—19; 43 10—5, 19—24; 44 28—22. 24—29; 45 22x13, 35x2; 46 38—33, 29x38; 47 32x43, 11—16 48 5—28. en wint door overmacht. VOOR BEGINNERS: Iets over het slaan van stukken: Het slaan (zowel vóór- als achterwaarts) is verplicht. Het z.g. blazen bestaat niet in het damspel. Tijdens een slag mag tnen wel meermalen over hetzelfde on- bezetteveld gaan, maar niet twee maal óver hetzelfde stuk. De stuk ken worden eerst na het uitvoeren van de volledige slag van het bord genomen. Meerslag gaat steeds voor, waarbij zowel dam als schijf voor 1 stuk telt. Naar eigen verkiezing mag met een dam of een schijf geslagen worden als het aantal stukken gelijk is. Damslag gaat dus niet voor, zo als nogal eens beweerd wordt. De IJslandse vulkaan de Askja is gaan werken. De piloot van een Amerikaans vliegtuig heeft een lavastroom van zes tien kilometer lengte gezien die langs de kegel van deze, 250 kilometer ten oosten van Reykjavik liggende berg naar bene den stroomt. '"Dan en voor Voor de jeugd In de Mei-pocketreeks (uitgave W. D. Meinema) verscheen een leuk en vlot geschreven boekje van Dolf Kloek over Liselot, een bakvis- schoolmeisje, dat kleine en grote we derwaardigheden meemaakt en haar intrede doet in het maatschappelijk leven. Echt een fris boekje. Aïmée Sommerfelt schreef onder de titel „De weg naar Agra" een boek van een jongen en een meisje in In dia. Zy schreef het boek in liet Noors en Jolian Winkler zorgde voor een vertaling in het Nederlands, waarna de hi.V. H. P. Leopold het uitgaf. Voor kinderen boven de elf jaar is het een spannend en dikwijls grappig boek, waaruit de jonge lezers en leze ressen een goede indruk krygen van het leven in een land als India, waar de toestanden zo heel anders zjju dan in West-Enropa. Het lezen van zulke boeken bevor dert in alle eenvoud de goede verstandhouding tussen de volkeren. Alleen al daarom moet zulke lectuur hartelijk worden aanbevolen. Bij dezelfde uitgeversfirma verscheen een bundel „Verhalen van de twee lingbroers", geschreven door Tonke Dragt. De verhalen zijn wel origineel wat de prettige schrijftrant betreft, maar niet geheel wat de inhoud aan gaat, want er zijn elementen van bekende sprookjes en volksverhalen in verwerkt. De schrijfster heeft het boek ook van een reeks tekeningetjes voorzien. Echt een boek, waarmee vele kinderen blij zullen zijn. Tenslotte verscheen bij Leopold nog een boek voor wat oudere kinderen, dat Sacha Burger schreef. Het draagt de titel Joeti. Deze Joeti is een Egyptisch jongetje, dat leeft in de tijden van de grote Farao's. In de loop van het verhaal over Joeti wordt heel wat verteld over het leven en bedrijf van de Nijldalbewoners in de oudheid. Eurotel bij Vrouwenpolder jalle kanten bekeken ^is/op een derge lijke manier wordt gepousseerd, zal Het via een persconferentie aange- j dit, wanneer dit zonder meer tot re- kondigde plan in Vrouwenpolder eên hotel van 16 verdiepingen te bou wen, heeft de nodige reacties veroor zaakt. In de Zeeuwse dagbladen en o.a. in de NJt.C. is hierover uitvoe rig geschreven. Over de argumenten pro en contra kan men langdurig dicussiëren. Of men zich eraf kan maken door, zoals de bijzondere correspondent in Zeeland van de N.R.C. doet, de tegenstanders zon der meer als vasthoudefs aan het verleden af te schilderen, is de vraag. Waarom b.v. zou alleen hoog bouw synoniem met vooruitgang kunnen zijn? Terecht stelt corres- Jiondent echter wel, dat één der be- angrijkste elementen het stedebouw kundig-planologische is. Met dat als uitgangspunt zouden de betrokken autoriteiten toch zich nog eens ern stig moeten beraden of hoogbouw van deze omvang hier moet worden toegepast. Het gaat nl. niet om dit gebouw alléén. Het gaat om de con sequenties in velerlei opzicht daar aan verbonden. Ik ben niet zo opti mistisch als de genoemde correspon dent, die meent dat de planologie )recedenten in de hand zal houden. Vanneer een plan als dit nog voor 1935. Steeds duidelijker werd het radiosignaal dat de Argol naar de plek zou brengen waar één der verlo ren schepen lag. Nog steeds rolde de zware deining van een geweldige oceaan onder het schip door. De ijsbergen waren verdwenen en naar mate zij zuidelijker kwa men, werd de temperatuur daarbuiten hoger. Zo nu en dan brak een kleine, fletse zon door de wolken en aan de horzion zag men de enor me schijf van Jupiter om hoog rijzen. Een indrukwek kend schouwspel, dat Solon door de exploratie-camera's liet vastleggen, om later bs.ti de geïnteresseerde astronomen van Shastar te kunnen voordraaien. Opeens riep één der manen: „Land! Kustlijn vooruit!" Iedereen verdrong zich voor de observatie vensters. Inderdaad dook aan de horizon een lege landstrook op, die zienderogen breder werd en waar een onstuimige branding zich als een lang wit lint langs slingerde. De snelheid van de Argol werd sterk verminderd, tot hij tenslotte met 'n voorzichtig vaartje op de on bekende kust toegleed. Het noodsignaal scheen zich nu in twee verschillende toonaarden te splitsen, hetgeen de geroutineerde operateur de overtuiging gaf, dat men stellig beide ver loren schepen zou vinden!" sultaten zou leiden, een stimulans voor anderen zijn de gemeenschap eveneens voor dergelijke feiten te stellen. Ik heb meer respect voor gezagdragers, die met voorbijgaan van eigen ambitie-bevrediging, voor barige plannen-makers in de kiem smoren in plaats van in grote haast als hun spreekbuis te gaan fungeren. Zoals ook de „Kantlijn"-schrijver van de Prov. Zeeuwse Courant terecht heeft gesteld: Waarheen wil men met de recreatie van o.a. Walcheren en kuststreek? Weet men dit? Is er een vastomlijnd plan? Het streek plan is dat bepaald niet. Dat kan blijkbaar onder lokale druk naar om standigheden worden aangepast. Hier zou inderdaad het provinciaal bestuur leiding moeten geven en o.a. een breed gesprek in het openbaar moeten openen. De zaak is er be langrijk genoeg voor. Incidentele (mis)stappen los van een centrale gedachte genomen, kunnen de uit voering hiervan later voorgoed on mogelijk maken. Laat men in ieder geval beginnen zelf eens op een mooie dag op één van de hoge duinen, b.v. bij Oost- kapelle te gaan staan, en de kust lijn langs te kijken. Meent men dan werkelyk dat hier in de duinen en bossen, die geheel ongerept zouden moeten biyven, hoogbouw van deze aard thuishoort? Rotterdam. Mr. K. Staab. Advertentie FEUILLETON I Door JOHN NEWTON CHANCE 50 „Ja", knikte Jason, „maar ik had ontdekt, dat Stein in Engeland was 1 en ook waar. Dus ging ik hem die avond bezoeken. Tevoren had ik een hartversterking genomen, omdat het gesprek wel eens stormachtig zou kunnen zijn. „Ik zag Norway de trap afkomen. Het enige zonderlinge was, dat hij bij de deur var. de bar een regenjas had verborgen. Dus keek ik hem na en zag, dat hij in een auto stapte, die ik heel toevallig al meer had ge zien. „Intussen dacht ik er niet verder over na en liep naar de kamer van Stein, die er dood op het tapijt lag zonder enig spoor van geweldple- fffifhad de brieven niet, maar was precies vermoord zoals dit volgens het rapport mogelijk zou zijn: Door de klank van een schot! En de enige aanwijzing ter plaatse was de zwak ke reuk van kruit... „De reuk van een schot, de zenuw achtige man in avondtoilet, die zijn jas had verborgen; ik legde er on willekeurig verband tussen, vooral omdat die man zich had verwijderd voor het feest in het hotel was afge lopen. „De auto in kwestie had ik meer dan eens bij de Advocatenkamer gepar keerd zien staan. Een politieagent daar vertelde me, dat het de auto was van mr. Norway, die juist er tegenover op kamers woonde. „Goedenavond, meneer" zei de man en ging heen. „Toen heb ik daar ingebroken vrij wel zeker er enig verband met mijn zaak te zullen vinden. Eerst kon ik niets ontdekken, behalve een krabbel op het vloelblad „Girt Combe" in wat ik nu weet dat jouw handschrift is.." „Ja", zei Shirley blozend. „De idee dat ik daarheen zou gaan vond ik zo opwindend. Maar het stond op geen enkele kaart". „Nu ik was meer in dat deel van De vonshire geweest en had ervan ge hoord", hernam Jason. „Maar verder was er nog dat medisch rapport, in zijn privé-lade gesloten, waar jij het natuurlijk niet zou hebben gezien". „Hebben ze het dan behouden?" „O, 't had zulke nuttige diensten kunnen bewijzen. Stel eens, dat de politie in verband met Stein's dood achterdocht kreeg: dan was er im mers een heel moordprogramma kant en klaar, een programma met mijn hand geschreven. Zo'n belangrijk stuk gooi je maar niet weg. Welnu, in hun plaats heb ik het weggegooid en heb toen koers gezet naar Devon". „Je moet als een gek hebben gere den om ons voorbij te komen", merk te Shirley op. „Ik was gek", zei hy, „maar begrijp je het nu?" „Ja". Jason stak de handen in zijn zakken en deed een stap achteruit. „Nu weet je alles", zei hij, „maar de moeilijkheid is, dat Keep heeft ontdekt wie ik ben". „Hij zei al eer dat hy het wist". „Dat méénde hij. De kwestie is, dat enige dagen tevoren iemand een an der doodde met een klap die te hard aankwam. De dader was een ama teurbokser, die zichzelf de schuil naam „De Argonaut" had aangeme ten. Nu was door een ongelukkige samenloop van omstandigheden, Ja son een van de Argonauten, die im mers, volgens de oude Grieken, het Gulden Vlies gingen halen. Keep hield daar rekening mee en trok er de juiste conclusies uit. Nu ja, dat hindert niet; ft heeft me prachtig tijd gegeven". „Zelfs zy kenden je dus niet?" vroeg Shirley verbaasd. „O, ik ben, om veiligheidsredenen, nooit gefotografeerd in enig verband met mijn beroep als vlieger", legde Jason uit. „Maar toen ik in de oorlog gevangen werd genomen heeft een bewaker met een gevoel voor humor me op mijn onderarm 'een doodshoofd en twee gekruiste beenderen gebrand. Dat aandenken is er nog. En of schoon Keep niet wist hoe ik er uit zag, had hij toch van die historie ge hoord. 'tWas blijkbaar een merkte ken om er me, indien nodig, mee te herkennen. Shirley was diep onder de indruk. Eindelijk vroeg ze: „Dus ze zullen er achter komen dat je afspraak enkel en alleen bedrog was?" „Ja", knikte hij. „Zodra Keep by Vicky komt". „Maar hy is er misschien al". „Neen, want ze is naar de boot ge gaan, dat heb ik gezien. Ik weet niet waarom ze het deed, maar Keep is haar niet gevolgd. Van mijn plaats af kan ik het bos duidelijk overzien en Keep's mooie lichtgrijze pak is zeker bij zijn sprong niet zo donker gewor den als die bomen daar beneden!" Bij deze woorden keek hij Shirley plotseling doordringend aan, terwijl in de verte het zwakke geronk van een dieselmotor werd gehoord, een motor van een uit de richting Bristol komend schip. „Dus je bent heus terwille van die brieven hier gekomen?" vroeg ze. „En Jason begreep wat ze dacht. „Brieven over iets dat voorbij is, Shirley", verzekerde hij, „maar waar aan ik de herinnering wild© bewa ren. Ik had ze moeten vernielen 'en vergeten, maar deed het helaas niet, al keek ik er nooit meer naar om. Toch kwam ik er niet toe, ze te ver branden, ofschoon ik het me een paar maal had voorgenomen. Allemaal dwaasheid, die heel deze ellende ver oorzaakt". Met een blik op het bos hernam Shirley: „En hoe denk je ze terug te krygen?" „Op het ogenblik, dat Vicky van nacht in de boot stapt. Haar bedoe ling is of te vertrekken of ons alle maal te doden... Ik geloof niet dat de keus er bij haar veel toe. doet. „Maar ze zou ons nooit kunnen do den", wierp Shirley tegen. „O, jawel en heel gemakkeiyk, maar wat ze ook doet, op het ogenblik van handelen zal ze alles wat ze van waarde of nut voor haarzelf acht bij zich hebben. Daarbij zullen ook die brieven zyn, omdat ze my er mee in haar macht heeft... al weet ze nu nog niet dat ik het slachtoffer van haar chantagepraktijken ben. Ze denkt dat ze mij door middel van die brieven kan noodzaken tot het ver strekken van meer gegevens omtrent mijn vliegmachine of een volgend toestel. Zulke gegevens worden tegen hoge prijs verkocht en tegenwoordig zijn er mensen die letterlijk alles voor geld doen. Vandaar dat 2e die brieven zeker zal meenemen. Ze zul len overal een beveiliging voor haar zyn". „Maar als ze het erop waagt niet te gaan „En ons vermoordt, bedoel je Dan behoudt ze de brieven ook, omdat ze gelooft, dat ze er desnoods nog eens chantage mee kan plegen. Ze weet im mers nog niet, dat ik de man met het doodshoofd en de beenderen ben „Dus wat er ook wanneer het zover is gebeurt, in elk geval draagt ze dan die brieven bij zich, als ik het goed begrijp," zei Shirley. „En daarop heb jij al die tijd gewacht, daarvoor alles op het spel gezet. Al leen voor... die brieven." „Ja, het lijkt zo'n kleinigheid, niet waar klonk het droogjes. „Dan moet die vrouw wel heel wat voor je betekenen" hernam ze, haar blik langzaam weer op het bos ves tigend. „Ik moest het je in elk geval vertel len," zei Jason. „Je begrijpt wel, dat het niet aangaat voor zo'n futiliteit nog andere hoofden dan 't mijne op het spel te zetten. Maar... het is daar bij niet gebleven. Die brieven hebben me in een bende spionnen, moordzuch tige spionnen doen belanden. Dat gaat boven 'n persoonlijke aangelegenheid uit, al is die aangelegenheid voor mij het belangrijkste. Nu is het een zaak van grote omvang geworden. Ik kan de dingen waarvoor ik hier kwam niet bemachtigen zonder een organisatie te vernietigen, die ons veel liever om hals zou brengen... Norway heeft jou erin gesleept, maar de hemel zij dank ben je nu nog veilig. Ga alsjeblieft weg zolang dat nog het geval is." .(Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 18