Landbouwers- i
Inspan!
Wannes de Back kocht
een ladder voor een kwartje
CONGRES IN AMSTERDAM VAN
CHRISTELIJKE SCHOLEN
ENGELAND VERSTERKT
ZIJN RIJNLEGER
Treinbotsing bij
Haarlem
Joh. Winkler
hoofdredacteur van
Deventer Dagblad
GARANTIEPRIJS MELK
VASTGESTED
„GOUDEN" GROENE KRUIS
BEPLEIT RUIMERE SUBSIDIE
Werk op landelijk niveau
breidt zich uit
DINSDAG 31 OKTOBER 1961
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
7
ZATERDAGMIDDAG waren de boeren
van westelijk Zeeuwseh-Vlaanderen bij
Draaibrug te hoop gelopen. Niet met
hooivorken en dorsvlegels, die tijd is al lang
voorbij. Het ging wel om een veiling, maar
het landbouwschap had er niets mee te ma
ken. Noch meneer Biewenga, noch de heer
Koekoek was tegenwoordig, kortom het was
gezellig op den Draaibrug. Met bemodderde
laarzen sompten de kooplustigen over het
erf van de gebroeders Scheele, die notaris
Van den Hoek uit Groede om een openbare
verkoping van een landbouwersinspan had
den verzocht.
Daar stond het spul: een wagen van vijf ton,
een trekker met kooiwielen, brandhout en
palen, het klein gerief. En nog een boel meer
natuurlijk. Ruiters, vijfhonderd zakken, biels,
golfplaten, pompen, te veel om op te noemen.
„En al hetgeen verder te koop zal worden aan
geboden" stond er in de annonce. Nou, daar
kon men mee vooruit. Klapstukken als maai-
machine, vorentrekker, eggen, ploegen, zelf-
binders en zaaimachines wachtten gedwee tot
„omroeper' Jannes Casteleijn uit Groede
het kleingoed aan de man had gebracht. Een
santenkraam van honde- en konijnehokken, een
„vaatje met een zaag en van alles bie elkan
der", een pikkel en een iesbak, een rol ver
roest ijzerdraad.
Over veel van deze mogelijke en onmogelijke zaken
ontfermde zich Wannes de Back uit IJzendijke. Hy
kocht zelfs een ladder voor een kwartje. Mét twee
konijnehokken. Die waren er by inbegrepen, allemaal
voor dat kwartje. Wannes wist het niet eens, van die
ladder. Hy dacht dat hij voor dat kwartje alleen
maar de twee konynehokken had losgepeuterd.
„Is-er een ladder ook bie?" riep hij verbaasd.
't Was een geweldige ladder, waarmee hij, staande
op de konynehokken werd vereeuwigd.
„Vooruit maar" zei hij gelaten, „zo'n meevallertje
heb je niet Iedere dag...."
de1 n.-tm. 13 mrt de t
A wagen vac 8 ton, Wfegm van 4 toe*)-
Veel van die meevallertjes wer
den De Back aangeprezen dooi
de bedrijvig animerende Jan
nes Casteleijn, die er plezier in had
ook voor de aftandse zaken een
koper te vinden.
„Alla, bekiek ze maar een keer",
oreerde Casteleijn dan. Men kéék
en men kocht.
Maar bij het koopnummer 77, een
„trekkerkappe" moest Jannes
gaan trekken. Hij begon nogal op
timistisch: „Wie zet daar twee
rieksdaalders voor, wie één, wie
een huldü
Voor twee kwartjes ging ie weg
naar een meneer Leenhouts. Een
groepje buizen en een „gierpom-
pe" gingen weer voor een krats
naar De Back.
Over de ruiterstokken en het
brandhout klauterden de kooplus
tigen als een meute jachthonden
achter de omroeper aan. De bas
cule kwam aan de beurt. Voor
negentien gulden naar een vrou
welijke gegadigde, die er blijk
baar in de uren voor de aanvang
der verkoping goede resultaten
mee had geboekt. Een rol prikkel
draad, onvoorstelbaar verroest,
ging voor drie-en-een-halve gulden
naar Jacob Perdo uit Oostburg.
Even later haalde een aardappel
sorteerder nauwelijks een riks
Een ontstellend rond fornuis deed
het beter: vijf-en-dertig gulden,
voor meneer Westerweele uit St.-
Anna ter Muiden. Het vaatje met
de zaag „en van alles bie elkan
der" was natuurlflk weer voor De
Back, die weer diep in de beurs
tastte om een kwartje aan de op
pervlakte te brengen. Fons van de
Vijver uit Sluis gaf liefst twee-en-
twintig-vijftig voor een zes meter
lang U-balkje.
Er waren verbaasde uitroepen,
maar dat wat terzyde staande
deskundigen, die de pruim naar
de andere mondhoek schoven en
susten: „Ie is het dubbele waard.
Als oud ijzer".
Die deskundigen hadden al eens
misprijzend gekeken naar een
stenen hondehok, speelplaats
van een gering hofhondje. Het
hondje mocht z'n hok behouden.
Niemand die er een bod op deed.
„Is dat niks voor joe Wannes?",
zei Casteleijn in de richting van
De Back, „voor een kwartje, voor
een dubbeltje
Maar voor een dubbeltje ging het
met èen fraaie witte bal getooide
gevaarte nog niet weg. ,,'t Is
zo'n sjouw" werd er gemompeld
en het ding bleef bij het hondje.
Vlotter ging het met de machines
het brandhout en het klein ge
rief. Dat zagen de gebroeders
Scheele vlot van het erf vliegen.
Wat gaan ze nu zelf doen? Ze
kopen nieuw klein gerief. Een is
een bedrijfje begonnen op Schou-
Foto's: geheel boven vier petten
bij het klein gerief, op de foto bo
ven Wannes de Back met zijn
kwartjesladder met op de inzet
omroeper Jannes Casteleijn on
der van links naar rechts de bas
cule met de goede resultaten, h t
ronde fornuis dat voor vijf-en-
dertig gulden wegging en het ste
nen hondehok, dat bij het hof-
hondje bleef en geheel onder, de
drukte tussen machines, brand
hout en klein gerief op het som-
pige erf.
Foto's P.Z.C.)
wen, te Kerkwerve, de ander gaat
in Nieuwvliét boeren. Met nieuwe
machines en nieuw gerief. Het
oude is verspreid over de boer
derijen van Zeeuwseh-Vlaanderen
en het héél oude kan men nu bij
Wannes de Back kopen. Niet meer
voor een kwartje natuurlijk, maar
zo gortig zal het nu ook weer
niet zijn. Van die ladder kent
nu iedereen de inkoopsprijs. En
twee kwartjes Wannes, betekent
een winst van honderd procent
en de konijnehokken vrij. Kijk
er mee uit, kyk er mee uit...
REDE VAN MR. DR. K. DE VRIES
„Wij moeten ogen openen
voor de geschiedenis"
„De moderne cultuur en christelijke
school: uitdaging en antwoord", was
liet onderwerp dat vandaag en giste
ren tijdens het tiende nationaal chris
telijk schoolcongres in Bellevue te
Amsterdam wordt behandeld.
In zijn openingstoespraak zei rar. dr.
K. de Vries, directeur van de chris
telijke kweekschool te Leiden en
voorzitter van het congres, o.m. dat
dit schoolcongres een samenkomst is
van mannen en vrouwen, die als be-
stuurs- of als personeelslid zijn be
trokken bij het onderwijs van de kleu
terschool af tot het gymnasium toe.
Achter dit congres staan 22 organisa
ties, waaronder ruim 4400 scholen
ressorteren met te zamen rond
683.000 leerlingen.
Hoewel kerkelijk de eenheid, waaraan
de Nederlandse geloofsbelijdenis uit
drukking geeft helaas niet in stand is
gebleven, is volgens de heer De Vries
de kerkelijke verdeeldheid onder de
reformatorische christenen in Neder
land op dit, zoals de heer De Vries
het noemde, nationaal-christelijk
schoolcongres irrelevant.
Hij bracht de tachtigjarige oorlog in
herinnering, dat was, zo zei hy, een
strijd om God te kunnen dienen over
eenkomstig Zijn woord. De republiek
der zeven verenigde Nederlanden, die
uit deze worsteling ontstond, was een
staat met de bijbel, letterlijk zelfs
„de statenbijbel". Onder invloed van
de Franse revolutie is de reformatori
sche grondtoon van ons volksbestaan
verzwakt. Typerend .is volgens mr.
De Vries dat de bijbel bijna overal
uit de openbare school verdween.
Maar in dezelfde 19e eeuw zijn er
mannen opgestaan die tegenover de
revolutie het evangelie hebben ge
steld en één der vruchten van hun
bidden en werken is de school met
de bijbel, zij het geen openbare school
meer. maar een bijzondere.
Reformatorisch appel
Doelend op de „verbijzondering, de
verzuiling" wees spreker erop dat dit
nationaal-christelijk schoolcongres
niet is bedoeld als een onderonsje,
maar als een reformatorisch appel op
heel ons volk. Het is volgens de voor
zitter duidelijk dat de uitdaging van
de moderne cultuur om een antwoord
vraagt, ook van de kant van de chris
telijke school. Op welke wijze, zo
vroeg spreker, zullen wij onze leerlin
gen wapenen tegen de gevaren en
hen tegelijk toerusten voor hun taak
in de huidige samenleving met haar
mechanisering en automatisering,
haar massificatie en technocratie?
Van ons antwoord op deze vraag
hangt naar de mening van de heer
De Vries menselijkerwijs gesproken
de toekomst van het christelijk onder
wijs af.
Als wij de ogen openen voor wat
de geschiedenis te zien geeft en de
oren voor wat God in Zijn Woord
heeft gezegd, dan zal ons samen
zijn beantwoorden aan zyn doel:
een stimulans te zijn niet om meer
te verdienen maar om beter tc die
nen: God en de naast, inzonder
heid de jeugd van ons volk, zo be
sloot de voorzitter zijn openings
rede.
Volgens de Engelse bladen zal En
geland binnenkort zyn reserves op
roepen ter versterking van zijn Rijn-
leger, in antwoord op een verzoek
van de Amerikaanse onderminister
van defensie, Roswell'Gilpatric.
Gilpatric is naar Washington ver-
- trokken nadat hij gedurende het
weekeinde besprekingen had gevoerd
met de Britse minister van defensie,
Harold Watkinson.
Omstreeks half negen gister
morgen is de personentrein Rot
terdamAmsterdam bij Haar
lem op een goederentrein gere
den. Er deden zicli geen per
soonlijke ongevallen voor.
Een wagen van de goederentrein ont
spoorde. Tegen tienen was de strem
ming van de twee sporen tussen Lei
den en Haarlem opgeheven. Tussen
half negen en tien uur werden tien
bussen ingelegd om de reizigers te
vervoeren. Hiervan werd echter maar
weinig gebruik gemaakt, aangezien
een van de sporen al bijna direct
vrijgemaakt kon worden, zodat de
treinen over „verkeerd spoor" kon
den rijden.
Uit een onderzoek is gebleken, dat
het ongeval veroorzaakt is doordat
de bestuurder van de personentrein
uit Den Haag door een onveilig sein
is gereden.
Met ingang van 1 januari 1962 is tot
hoofdredacteur van het Deventer
Dagblad benoemd de heer Johan
Winkler. De heer Winkler was de
laatste jaren l'ree-laneejournalist; hij
vex-zorgde o.a. de kerkrubrielc in Het
Parool, waaraan hij ook als literair
medewerker was verbonden.
Johan Winkler werd in 1898 in Haar
lem geboren. Hij is een kleinzoon
van de bekende Friese taal- en dia-
lectkundige en schrijver Johan
Winkler. Hij is o.m. enkele jaren
particulier secretaris van mr. P. J.
Troelstra geweest. In 1923 begon hij
zijn journalistieke loopbaan bij Het
Volk. Na de oorlog is hij adjunct-
hoofdredacteur van Het Handelsblad
adjunct-hoofdredacteur van Het Pa
rool" en hoofdredacteur van Vrij
Nederland geweest. Behalve als jour
nalist is Johan Winkler bekend als
auteur en vertaler. Hij heeft voor
Nederland het werk van de Deense
predikant Kaj Munk vertaald, over
wie hij tevens een biografie heeft ge
schreven.
De minister van landbouw heeft me-
gedeeld, dat de minimumgarantie
prijs voor melk voor 't melkprijsjaar
1961/1962 vastgesteld is op 28,10
per 100 kg met 3,7 pet vet. Deze ga
rantieprijs zal gelden voor een gega
randeerd produktiekvvantum van 5,1
miljard kilogram.
Dit kwantum zal bestaan uit: die
melk, welke wordt bestemd voor de
bereiding van zuivelprodukten, die
onder het verrekenprijsstelsel in het
binnenland worden afgezet, berekend
tegen de via de prijzen der eindpro-
dukten gerealiseerde netto-opbrengst-
prijs van de daarin verwerkte melk.
Voor het resterende gedeelte is be
doeld de ïndustriemelk, berekend te
gen de gemiddelde opbrengstprijs van
alle tot ïndustrieprodukten verwerkte
melk.
Een uit hoofde van deze garantiere
geling te verstrekken nabetaling zal,
evenals in het voorafgaande melk
prijsjaar, voor 50 pet op het melkvet
en voor 50 pet op de melkplas worden
gebaseerd.
De verrekenprijs voor melk, die
wordt bestemd voor de bereiding van
consumptiemei k cn aanverwante pro-
dukten is voor het melkprijsjaar
1961/1962 vastgesteld op 29,40 per
100 kg melk met 3,7 pet vet.
Tenslotte is de zogenaamde verre
kenprijs voor melk, die bestemd
wordt voor de bereiding van con-
sumptiemelk en verwante produk-
ten, gehandhaafd op 29.40 per 100
kg melk, eveneens met 3,7 procent
vet, zodat hierdoor geen verandering
in de melkprijs, de straatprijs, voor
de consument komt.
JUBILEUMCONGRES TE UTRECHT
Ter gelegenheid van het vijftigjarig
bestaan van de Algemene Nederland
se Vereniging „Het Groene Kruis"
wordt in Utrecht een werkcongres
gehouden met als thema „Kruispun
ten".
De bijeenkomst werd gistermorgen
geopend door de voorzitter van het
Groene Kruis, mr. J. W. van Gelder.
Hij zei o.m., dat er een dynamische
ontwikkeling gaande is op het ge
bied van de volksgezondheid, die de
kruisorganisaties dwingt, zich op
nieuw te bezinnen "op hun taak.
Over het functioneren van de
Groenc-Kruisorganisaties zei mr.
Van Gelder onder meer, dat de
provinciale verenigingen de grond
pijlers van het werk zyn en blij
ven. Toch wordt het, volgens hem,
steeds meer duidelijk, dat de ar
beid van de landelijke vereniging
veelomvattender wordt. Het pro
bleem is nu, aldus mr. Van Gel
der, hoe we het evenwicht moeten
vinden tussen de provinciale ver
scheidenheid en zelfstandigheid en
de goede samenhang in landelijk
verband. Hij meent, dat hiervoor
misschien zelfs nieuwe vormen
van overleg gevonden moeten
worden.
Het in de rijksbegroting 1962 voor
de bureaus van de provinciale kruis
verenigingen uitgetrokken bedrag
noemde mr. Van Gelder een belangrij
ke verbetering. Een beslissing over
de subsidieregeling voor de landelij
ke kruisorganisaties laat echter nog
steeds op zich wachten. Mr. Van Gel
der zei, dat het zeer teleurstellend is,
dat de thans op de begroting uitge
trokken post dezelfde is als die van
vorig jaar. terwijl er in de memorie
van toelichting geen enkel woord aan
wordt gew/id. Van de verhoging van
't totaal der geraamde uitgaven voor
de volksgezondheid komt maar wei
nig voor de arbeid van de kruisver
enigingen beschikbaar, aldus mr. Van
Gelder terwijl hun werk zich gesta
dig uitbreidt en nog nieuwe initiatie
ven worden overwogen.
Hy betoonde zich een voorstander
van een goede samenwerking tussen
de drie landelijke kruisverenigingen.
Wel moet men zich daarbij, volgens
hem, realiseren dat het Groene Kruis
veel groter is dan het Wit-Gele of het
Or.°nïe_Groenp Kruis en dat het Groe
ne Kruis daarom ook niet maar zo
zonder meer gelijkelijk met de ande
ren zal kunnen worden bedeeld met
overheidsgeld.