KAMPEREN TUSSEN DUITSERS s in a name Melkboerenoorlofl vaak vervelend maar soms toch wel aangenaam.... What' HIERBIJ BIEDEN WIJ DE LEZERS RUIMTE AAN VOOR PUBLIKATIE VAN HUN TEKENINGEN, FOTO'S, KORTE VERHALEN, GEDICHTEN, SCENARIO'S, ESSAYS, PUNTDICHTEN, LIMERICKS, enzovoorts. SMAKEN VERSCHILLEN Kapot maken What's in a name", heeft een zekere Shakespeare eens opge merkt. Hij maakte zich er onsterfelijk mee. Toch waagt de jeugdpagina-redactie (inmiddels uitgebreid met enkele veelbeloven de jonge krachten) het om het in ons geval niet met reeds geciteer de markante uitspraak eens te zijn. Wij hebben namelijk de bezwa ren van de titel „Tussen 13 en 20" ingezien. Vroeger vonden we het nog niet zo'n gekke naam, maar we zijn er op teruggekomen. Bij vele lezers en jongelieden die we vroegen mee te werken, voelden we ook vaak een afkeer van de titel: sommigen waren 20 jaar of ouder en voelden zich dus te „groot" voor onze illustere ko lommen en de kleintjes van onder de dertien stonden te dringen om er ook in te mogen staan De naam is dus nu veranderd in ZIGZAG en we hopen dat hiermee aan alle bovenvermelde ellende een einde is gekomen. Een ieder die zich jong voelt van hart van 12 tot 80 is welkom, als lezer en als medewerker! (Gega digden van onder de twaalf jaar verwijzen wij beleefd naar de Kin derkrant elders in dit nummer, waarin altijd wel leuke prentjes en tekeningen zijn te vinden). En wat ZIGZAG betreft.... zeggen we mèt Shakespeare: „What 's in a name!". VOET In ZIGZAG gaan we overigens op de oude vertrouwde „Tussen 13 en 20"-voetr door. Ongeveer op de oude voet, want onze ru briek „Portret van een Zeeuwse band" verdwijnt. (Het spijt ons voor alle bands die trappelend van ongeduld staan te musiceren om ook aan bod te komen. Pro testen bij de redactie ZIGZAG, Walstraat 5860, Vlissingen). Voorts zal .op geregelde tijden een hele pagina voor het werk van de lezers open staan. TIJDIG zullen wij de verschijning van een pagina eigen werk" aankondigen en de vier man sterke Zigzag-redactie zal als onpartijdige jury beslissen wélke bijdragen voor plaatsing in aanmerking komen. De eerstvolgende pagina „eigen werk" zal omstreeks november-december verschijnen en het is dus zaak dat een ieder zich nu reeds bezint op zijn of haar inzending. Wij wensen U veel succes Dat doen we onszelf trouwens ook.... WAT ZOU Bobbe- jaan Schoepen van het café zon der bier wel zeggen als hij hoorde van een stad zonder melk? In Middelburg zaten we er onlangs lelijk mee, toen de slijters verstek lieten gaan. Ook de jeugd moest het zonder rrtelk stellen: we na men zelfs een paar M- brigadiertjes waar, die zich op de limonade hadden geworpen. Uit de rubriek „Le zers schrijven" in de P.Z.C. van jongstleden zaterdag bleek ons in tussen, dat de stagne ring het werk zou zijn geweest van drie melk handelaren. „Zij heb ben dit in stilte beslo ten en toen de adver tentie in de krant ver scheen stond het groot ste deel van de mellc- slijters voor een vol dongen feit", aldus het door „Een melkslijter te Middelburg" onder tekende stuk. Hoe is nu de verhou ding tussen voornoemd drietal en de overige collega's-slijters Niet best, menen velen. Wij van Zigzag vragen ons ongerust af, of dit niet uitdraait op een M 's een f°t0 van zomaar een stukje Walchers kampeerterrein, genomen in het natte hoogseizoen van 1961. Een recente foto dus, waarop we enkele tenten en caravans met een zwart kruis g M hebben gemerkt. Laten we ons even voorstellen dat dit tenten en H caravans van Nederlanders zijn en dat de overige door niet- M M Nederlanders, om precies te zijn door Duitsers worden bewoond. H Want zo was de verhouding op de meeste Nederlandse kampeer- H terreinen aan de kust wel ongeveer: één op tien. Oneigen grond- jj M gebied gingen vele Nederlanders verloren in de overweldigende j 'M Duitse massa, het weinige Nederlands dat men er kon horen werd ij M vaak overstemd door het Hoogduits en in kampwinkels werden we §j kowaar door Nederlands kampwinkelpersoneel in het Duits aan- j gesproken. g IllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllM Wij hebben Nederlandse kam peerders ontmoet die er een beetje moedeloos onder ge worden zijn. „Wij komen niet meer terug', vertelde een groep Brabanders. Al jarenlang komen ze iedere zomer naar Walcheren, maar nu is voor hen de lol er af: er waren vaak oneigheden met de Duitse meerderheid, er rezen moeilijkheden al3 Duitse jongens op hun rappe brommers Neder landse meisjes meevoerden en. niet zelden stonden de twee par-' tijen met gebalde vuist tegen over elkaar. „We willen rustig kamperen en rustig naar het strand gaan. Met al die duizen den moffen kan dat niet meer". LUIDRUCHTIG Zo was het op meer kampeer terreinen. In winkels en cafés drongen Duitsers vaak voor, be taalden ze hogere prijzen. Op het strand waren vele vierkante me ters voor Nederlanders taboe van wege de bekende putten en de er varing heeft ook geleerd, dat vele Duitsers er van hielden in groten getale luidruchtige liederen aan te heffen of hun draagbare radio's vrolijk over strand en kampeer terrein te laten schallen. Vele jonge Zeeuwen hebben het deze zomervakantie dicht bij huis gezocht, ;namelijk op de kampeer terreinen aan de kust. En natuur lijk hebben ze met de vele Duit se gasten te maken gehad. Som migen hadden onprettige erva ringen, anderen vonden dat het allemaal wel meeviel. Wij hebben ons afgevraagd of de Idachten over Duitse medekam- peerders voortkomen uit het ge drag van, die Duitsers of dat ook de gedachte meespeelt van: de voormalige bezetters zijn terug gekeerd. Of is het alleen maar om dat ze met zoveel duizenden tege lijk komen en een meerderheid vormen We hebben er met enke len over gesproken, de resulta ten van deze gesprekken volgen hieronder. Mochten er nog lezers zijn die wel heel bijzondere er varingen met Duitsers op kam peerterreinen hebben opgedaan; wij houden ons er van harte voor aanbevolen. plezier maken. Hij heeft meege maakt, dat een Nederlander in een café jazz speelde op de piano. Dit was echter niet naar de zin van de Duitsers, die er in groten getale aanwezing waren. Zij dwongen de pianist, het instrument met rust te laten en lieten er een van hun eigen kunstenaars plaatsnemen. Toen hebben ze de rest van de avond zitten zingen van „Schnapps das war sein letztes Wort Verder vertelde hij, hoe hij op een avond een bar in Domburg binnen kwam, waar nog één kruk vrij was. Direct kwam de bazin aange rend onder het uiten van de kreet „Ein für met z'n zweien, das gaat best Harmen houdt er niet van, om zonder meer voor Duitser aange zien te worden, maar verder ge looft hij toch ook niet, dat je hen met rancuneuze gevoelens tege moet treden moet. „Het gaat om de persoon," zegt hij. MOFFENPLAAG Halbstarkende eerste groep loopt er gewild vies bij, de tweede kan niet anders dan armetierig rondlummelen omdat doodeenvou dig de financiële middelen ontbre ken." Het traditionele voorbeeld van de Duitse „über" mentaliteit een Duitse toerist „doet zijn eigen domsrechten gelden op een kuil aan het strand" maakte Coby mee. Erg vervelend. Niettemin, er is best met de jongelui om te gaan. GUNSTIG MIDDENWEG In Zoutelande was een groep Halbstarken, „Black Pan thers" noemden ze zich, die op met doodskoppen beschilderde bromfietsen reden en er op uit waren, om te vechten", vertelde Jacob Verburg (18) uit Middel burg, „daar gingen we voor uit de weg, want ze waren bewapend met fietskettïngen". EE Verdér kon het hein weinig sche- Jen, dat het er vol zat met Duit ss sers. Ze gedroegen zich zoals iedereen en waren zeer behulp- /.aam. Een vervelende ervaring had hij SSS in een bakkerswinkel, waar ss een Duitse dame binnenstapte en aankondigde, dat de vijf appelge- bakjes, die er nog lagen voor haar SS waren. EEEE Hij vindt, dat je by dc omgang Es met de Duitsers de gulden mid- EEE denweg moet kiezen. „Je lioeft ze niet overdreven vriendelijk te EE behandelen, maar ik ben het ook SS: niet eens met dc mensen, die lien SEE overal te hoge prijzen laten be- :ss talen". =j HöFLICHKEIT daad. de Duitse „höfliehkeit" is be roemd. De afkeer die een groot deel der Nederlandse toeristen van Duitsers heeft, is dikwijls te groot: kijk daar heb je die moffen weer. Een groot bezwaar is, dat menige Duitse kampeerder denkt, dat met geld alles te koop is. Tevens is me het meermalen opgevallen, dat enkele Edelgermanen opmerkten „Ja, hier bin lch im Krieg auch mal gewesen. Dat steekt even. Verder, hoeveel Nederlandse jon geren weten eigenlijk wat oorlog is Met Duitse jongelui is over het algemeen best op te schieten. En, scheer ze niet allemaal over een kam „Halbstarken" vormen altijd de minderheid. En de oude ren „Die waren verantwoordelijk voor de tweede wereldoorlog." DE PERSOON Ik ben helemaal niet „kapot" van dat overstelpende bezoek aan Zeelands kusten", ver klaarde de 19-jarige Peter Geysen, leerling van de r.-k.h.b.s. te Goes. Na een vluchtige trek aan zijn sigaret: „Trouwens, we hebben meermalen gesproken van een „moffeuplaag". Op de lange duur zal het dat zeer zeker worden. Tien procent van de geweldige aantallen Duitse toeristen, die op de Walcherse kampeerterreinen de Nederlander insloten waren aardige lui. De anderen? De mas sa? Ergerlijk. In kampwinkels moest je zorgen goed in de rij te blijven anders drongen ze voor, herhaaldelijk. En dan die draag bare radio's, krengen, die dan 's ochtends vroeg tot 's avonds laat aanstaan. Overigens, je scheert ze gemakkelijk over één kam. Niettemin: eeri te grote hoe veelheid Dnitse toeristen leidt tot verduitsing van de kampsfeer met alle nare gevolgen van dien". BEHOORLIJK Niet lastig of opdringerig. Ik vond de Duitse jongens wel leuk, verklaarde „Jos" Her- selmau uit Kapelle, 18 jaar en leerlinge van het chr. lyceum te Goes. De steeds toenemende aan tallen Duitse toeristen, die naar de kust trekken zie ik niet direct als een gevaar. Nu nog niet, mis schien later, omdat ze prijzen bie den waartegen Nederlandse door snee toeristen niet kunnen con curreren. Hun aanbiedingen zyn ook dikwijl aanlokkelijk. „Het grote Duitse pnbliek? Niet zo leuk. De jongelui zijn aardig". lmijn luifel weggewaaid," vertelt de 20-jarige Jac ques de Jong uit Goes, die deze zomer in Zoutelande kampeerde. Een Duitse kampeerder met een houten been achtergrond van lachende Nederlandehs hielp hem bij het vastmaken van het tentdoek. Op onze vraag is ?lInder- De 19-jarige h.t.s.-er Harmen de Ru uit Middelburg vond 't niet erg óm midden tussen de Duitsers te kamperen. „Als er veel zijn, zitten er natuurlijk on plezierige elementen tussen, maar dat heb je ook, wanneer er veel Nederlanders zitten." Hij vond dat de Duitsers op het kampeerterrein in Vrouwenpolder, waar hij zijn tent had opgeslagen erg rustig waren en niemand last bezorgden. „Ik kende er al een stuk of wat van vorige jaren en daar gingen we min of meer vriendschappelijk mee op," antwoordde hij op de vraag, of hij zich veel met Duitsers bemoeide, „de rest liet ik links liggen." Een hinderlijke eigenschap van de Duitsers vond hij hun manier van Wat doen wij in het buiten land?" vroeg Willem Sandberg (19, h.t.s.) uit Middelburg, „Nederlanders in het buitenland gedragen zich vast niet beter, dan Duitsers hier". Hij verbleef deze zomer in Domburg, waar veel Duitsers zaten, maar heeft zich er helemaal niet mee bemoeid. Volgens hem gedroegen zij zicli behoorlijk, sommigen bijvoorbeeld de nozems buiten beschouwing gelaten. „Je moet netjes blijven, maar verder hoef je je er niet mee te bemoeien", zegt Willem. Hij vond, dat ook het verleden invloed uit oefent op de houding die sommige mensen aannemen tegenover Duitsers. „Ze worden wel eens grof behandeld, maar dat zijn meestal de ouderen, die '40'45 willen wreken". Hij vindt het niet nodig, dat de Nederlandse en de Duitse jeugd, direct vijandig tegenover elkaar staan: „Ze hebben allebei part noch deel gehad aan de oorlog". HALBSTARKEN Van halbstarken niets te duchten gehad," verklaarde Coby Matthijsse 18 jaar en leerlinge van de rijkskweekschool die samen met Nel de Blaay in Cadzand had gekampeerd. „Iedere avond feest, een vrolijke kampge meenschap met leuke muziek van een Duits bandje. Het ligt er natuurlijk wel aan hoe je jezelf gedraagt." Hoe ze het vond om midden tussen de Duitsers te zit ten. „Hoeveel Nederlandei's trek ken niet naar Duitsland." Neen. de Nederlandse jongens maken geen verschil met de Duitse. Ze maakte voor ons nog even on derscheid tussen Halbstarken en Duitse jongens' schijnen soms een bijzondere aantrekkings kracht te hébben op Neder landse meisjes. Niet altijd gaat de concurrentiestrijd tussen Nederlandse en Duitse jonge mannen geruisloos voorbijzo bleek deze zomer op een avond bij een Middelburgse automa tiek. Buiten stond een tiental jon gens met bromfietsen, die ru moerig hun ontevredenheid uit ten over vijf Duitse jongens, ook van het nozem-type, die binnen croquetten stonden te eten. „Ze hébben m'n meid meege- nome"l vertrouwde een van de bromfietsers ons toe, „en nou gaan we ze kapot maken". Toen de vreemdelingen weg gingen volgde de hele meute. Door de stad ging het, tot bij het station. De Duitsers voel den kennelijk, dat zij voorbij de stationsbrug vogelvrij zou den zijn en verdwenen schielijk in een café. De eerste wapenen werden ge kruist: door zijn been uit te steken, Het een der achtervol gers een oosterbuur met de deur in het café vallen. Verder nog niets. De beroofden bepaalden zich tot het aannemen van dreigen de houding en het roepen van: „Komterusuitasjedurft". Dit ging door, tot één van de Duitse jongens naar buiten kwam. Men kreeg respect voor zijn dapperheid. Toen hem was uitgelegd, waaraan hij schuldig was, gébruikte hij het eeuwig excuus: ,JDas hab' ich nicht gexousst Bij de Nederlanders bleek een van het soort redelijke figuren aanwezig te zijn, die altijd kans zien, dreigende vechtpar tijen te bezweren. Hij begon de Duitsers te verdedigen: „Wat doen jullie, als je in Duitsland zijn?Hei was duidelijk, dat er niemand kapot gemaakt zou worden.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 21