chauffeur bij
de koningin
staillwisspatten
[iet ventje met de soufretten
VOLLEDIGE LEERPLICHT VOOR
SCHIPPERSKIND GEVRAAGD
6
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
ZATERDAG 14 OKTOBER 1Ö61
„IN BUITENLAND KAN HET WEL
Hervormde Kerk schrijft
Eerste en Tweede Kamer
Het moderamen van de Generale
Synode der Nederlandse Hervormde
Kerk heeft in een schrijven aan de
voorzitters van de Eerste en Tweede
Kamer gevraagd maatregelen te ne
men in verband met het onderwijs
aan schipperskinderen. Het modera
men stelt voor alle Nederlandse
schipperskinderen een volledige leer
plicht in te stellen.
Voorts zou de schooltijd van vier
jaar met drie schooltijden vervangen
dienen te worden door de normale
schooltijd voor lager onderwijs van
zes jaar met twee schooltijden per
dag. Het moderamen acht het wen
selijk de internaten voor schippers
kinderen, alsmede de ouders finan
ciële steun te verlenen.
Het moderamen zegt dat het met
teleurstelling heeft vernomen dat,
ondanks de pogingen die zijn aan
gewend om voor de schipperskin
deren gelijke onderwijsmogelijk
heden te verkrijgen als voor de
kinderen van de walbewoners, de
staatssecretaris van het ministe
rie van onderwijs, kunsten en we
tenschappen, drs. G. C. Stuben-
rouch, een verzoek om leerplicht
voor schipperskinderen in eerste
instantie heeft gemeend te moe
ten afwijzen.
De Stichting Schoolfonds voor schip
perskinderen vanwege de Nederland
se Hervormde Kerk, een orgaan van
de Generale Synode, beheert zes in
ternaten voor schipperskinderen met
een totale bevolking van 450 kinde
ren. De huisvesting in de internaten
Geen T ories-meerderheid
voor uitbreiding doodstraf
Het congres van de Britse conserva
tieve partij heeft met overgrote meer
derheid een resolutie verworpen die
betoogde weer lijfstraffen in te voe
ren en de mogelijkheden om de dood
straf uit te spreken te vergroten. Dit
om de toenemende misdadigheid het
hoofd te bieden.
Een resolutie die in feite neerkwam
op een motie van vertrouwen in het
beleid van de regering werd wel aan
genomen. In deze resolutie worden de
reeds genomen maatregelen om het
politiekorps uit te breiden, de straf
fen voor jeugdige overtreders te ver
zwaren en meer gevangenissen te
bouwen toegejuicht. Zij bepleit tevens
stipte uitvoering van vonnissen in
ernstige misdaden en het toekennen
van schadevergoeding, aan slachtof
fers van geweldpleging.
De minister van binnenlandse zaken,
Butler, had onomwonden verklaard
dat het zeer twijfelachtig is of in het
I Lagerhuis in zijn huidige samenstel-
i ling een meerderheid zou zijn te vin-
j den voor herstel van de doodstraf
voor alle vormen van moord en dood-
slag. „Het zou al moeilijk zijn een
dergelijk stap te rechtvaardigen wan-
I neer men kon aantonen dat de wet
van 1957 een stijging van het aantal
moorden tot gevolg heeft gehad,
maar. dat is niet het geval". Hij voeg-
de hier aan toe dat juist vele leden
van het Lagerhuis de doodstraf wil
len afschaffen.
voldoet aldus het Breed Modera
men niet aan de eisen die thans
voor kinderen gesteld worden.
Het Breed Moderamen wijst er ver
volgens op dat in Duitsland en Bel
gië de schipperskinderen wél in de
gelegenheid worden gesteld als alle
andere kinderen in een normaal tem
po de lagere school te doorlopen.
11 Aan de Oostberlijnse sectorgrens ter
hoogte van de Gleimstrasse wordt
I een houten schutting van tien meter
hoogte gebouwd, opdat Oost- en
1 Westberüjners elkaar niet meer kun-
t nen toewuiven.
Weinig voorlichting over
generale synode der
Gereformeerde Kerken
(Slot van pag. 3)
weggevallen. Daarom is men genood
zaakt om naar andere terreinen uit
te zien. Als nieuw terrein werden
in het rapport genoemd: Pakistan,
Roeanda-Oeroendi in Afrika. Brazilië
en Argentinië. Men werkt in nauw
contact met de Internationale Zen
dingsraad, waarvan de Gereformeerde
Kerken wel lid zijn. Ook hier heerst
het besef dat de kerken elkaar inter
nationaal niet kunnen missen en in
de toekomst zullen degenen die wor
den uitgezonden door de Gerefor
meerde Kerken, steeds meer moeten
gaan samenwerken in internationale
teams. In het rapport kwam tot
uiting dat het niet gaat om een
stukje geheel eigen werk, maar om
de ontmoeting tussen het christelijk
geloof en de andere godsdiensten die
er in de wereld zijn. „Deze ontmoe
ting moet eigenlijk nog beginnen".
Dit alles brengt mee dat er een ge
heel andere koers zal moeten worden
gevolgd door de zendingshogeschool
van de Gereformeerde Kerken en dat
dit zal moeten gebeuren in overleg
met de Ned. Zendingsraad en de In
ternationale Zendingsraad. We moe
ten hierover niet gering denken. Bo
vendien blijkt ook in de zending der
Gereformeerde Kerken „dat. de tijd
waarin de kerk voldoende vertegen
woordigd werd door de „geestelijk
heid", verleden tijd is". Artsen, in
genieurs, leraars enz. worden er
naast de predikanten uitgezonden.
Naar we uit de verslagen konden na
gaan, heeft men in de Synode der
Gerformeerde Kerken deze interna
tionale kerkelijke samenwerking vol
ledig aanvaard.
Voorgeschiedenis
Als derde punt, waarmee ook andere
kerken te maken hebben, noemen we
de nieuwe psalmberijming. De synode
heeft „een principe-besluit" genomen
om „aan de kerken dé vrijheid te ge
ven reeds thans de 150 psalmen,
„Proeve van een nieuwe berijming",
in de eredienest te gebruiken naast
het bestaande pslamboek". Wel wor
den de kerken vermaand dit „met
wijsheid en voorzichtigheid" te doen.
Prof. Bakker noemt het gejuich hier
over „con sordino", gedempt. De
psalmberijming heeft voor de Gere
formeerde Kerken een hele voorge
schiedenis gehad. „Het ideaal van de
éne psalmbundel" voor alle kerken
in Nederand waar psalmen worden
gezongen, heeft tenslotte het pleit
gewonnen. We kunnen dat „con
sordino" begrijpen, want dit is niet
de eerste keer dat een psalmberij
ming ten gebruike aan de kerken is
vrijgegeven. Maar des te meer ver-;
heugt het ons voor heel portestants
Nederland, voor zover het in de ere
dienst der gemeente psalmen ge
bruikt, dat dit besluit gevallen is.
Wanneer er een nieuwe psalmberij
ming wordt ingevoerd, zou het erg
zijn als de ene kerk een andere be
rijming had dan haar zusterkerken.
„Dat Schotje heeft het goed geschoten" wordt er op
Tholen gezegd. Daarmee doelt men op de 21-jarige
monteur Cor Schot uit Sint-Maartensdijk, die sinds
kort in Stavenisse woont. Ze hebben gelijk.
Dat Schotje wordt
Heel wat beter dan
-yO MOET HETvolgens Hamerlinck
geschreven worden. Die dingen zijn
zo vergetendat ze in geen enkel
woordenboek of naslagwerk meer te vin
den zijn. Het waren één meter lange,
ovaalvormige waterreservoirs, die Ha-
merlinck met heet water vulde. Ze kre
gen een plaatsje in de coupés van de
treinen van de maatschappij „Mechelen-
Terneuzen"een onmogelijk zwaar wa
pen in de spoorwegstrijd tegen de kou
de voeten.
Hamerlinck heeft het maar één seizoen
moeten doen. Toen werd de zaak gemo
derniseerd. „Gelukkig maarkan hij er
nu over lachen, „het was werkelijk sla-
venwerk voor een jongen van zestien
jaar".
De heer Hamerünck is in 1948 door de
Nederlandse Spoorwegen „overgeno
men". Nog altijd bij „het spoor" dus
en nog altijd in Terneuzen, thans als
kraanmachinist. Aanstaande maandag
viert hij zijn veertigjarig jubileum, is het
dus veertig jaar geleden dat hij als
„heetwaterjongen" op de perrons in Ter-
neuzen verscheen. Eigenlijk heet'hij Jo
seph. Maar zelf adviseerde hij: „Zet
maar Sjef bij die soufretten. Dan weet
de kleinste jongen om wie het gaat."
De soufretten zullen zich alleen de oude
re Terneuzenaars herinneren. „Ik had er
nog al een danige ketel voor" zegt Ha
merlinck als hij aan de winter van 1916
denkt, twee tot twee-en-een-halve meter
hoog, met een doorsnee van een meter.
Ketel volpompen, kolenvuur opstoken en
dan het water op zo'n tachtig, negentig
Celsius brengen. Als er een trein bin
nenkwam reed je er langs met een hele
zware handwagen. Aan dat ding sleurde
je jezelf al krom als ie leeg was. Dan
haalde je die pijpen uit de trein, twintig
tegeüjk. Het lauwe water liet je eruit
lopen en dan heet water er in. Lood
zwaar waren ze. Dan terug met die din
gen. Twee in elke coupé van de eerste
cn tweede klas, elke derde-klas-coupé
één. Van 's morgens vijf uur tot
's avonds zes."
Eén voor de derde klas dus.
„Die mensen waren zeker goed ge
noeg gevoed?"
„Gauwer tevreden denk ik,"
„Had U niet Uever ook in de derde
klas twee voetwarmertjes gegeven?"
„Ik had er liever overal maar één
gegeven. Ze 'waren toch zo zwaar..."
BIJ DE VLISSINGSE STADHUISBOUW:
„Dal bord slaaf er niet voor niets!"
(Foto's P.Z.C.).
/""i ARAGEHOUDER MOL uit Stavenisse, de
^huidige werkgever van Cor Schot, is er niet
zo bijster mee ingenomen. „Natuurlijk gunnen
we het hem graag" is zijn lachende commentaar
- en dan volgt een opsomming van Schofs
kwaliteiten, een gesproken getuigschrift, dat
één loftuiting is. „Kwiek, handig, ijverig, een
enorm goed monteur, zo eentje, die 's nachts
nog zonder morren uit bed komt als er op Sta
venisse iemand met panne staat. Men mag het
gerust weten: voor mij is het een enorm ver
hes. Jammer, werkelijk jammer. Hij had in het
garagebedrijf ook heel wat kunnen bereiken.
Dit is er nu echt eentje, die je met genoegen
verder helpt".
Sjef Hamerlinck uit
Terneuzen, die 40
jaar geleden bij
SJEF HAMERLINCK:
....zó breed, en zwaar....
„het spoor" begon
en als ventje van 16
jaar gebogen ging
onder de warme
voeten van ande
ren. Hij was
Dat zegt dus gara- te vertellen wat hij „voor-
gehouder Mol over de dien" heeft gedaan: am-
jongeman Schot, die bachtsschoo! in Bergen op
direct na de jaarwisseling, - Zoom de technische
op 2 januari het bedrijf school in Sint-Maartens-
aan de Kerkstraat in Sta- dijk was er toen nog niet
venisse verwisselt voor gewerkt in een carros-
„de stallen" van Huis ten seriebedrijf in Bergen op
Bosch in Den Haag, waar Zoom, een garage in zijn
hij een gedegen opleiding geboorteplaats Sint-Maar-
zal krijgen, alvorens hem tensdijk en thans garage
de chauffeursfunctie op Mol.
paleis Soestdijlc wordt toe-
vertrouwd. J e ren natuurüjk wel inlich- „Je krijgt wel verant-
een famiüelid in dezelf- tingen ingewonnen over woordelijk werk".
Wat zegt Cor Schot er de tak van dienst werk- m,_ militairp dienst Ik
zei, van zaam - hem heeft voor- hsTe "Dat preCi" VerteU-
Niet alles tegelük. Hij doet Eellragen- en afvoertroepen. Auto- Al, je zenuwachtig bent
er zó bescheiden over, dat „Maar je moest toch wel monteur ben ik altijd ge- moet je er niet aan begin-
hlj die bescheidenheid nog solliciteren?" weest. Nu kftlg ik in Den nen Je kunt er e.genlljk
met grapjes wil camoufle- „ja, dat wel". Haag een opleidmg voor niet tegenop zien. Treu
ren. zwaar getest?" chauffeur. Daar ga rk wens, ik krijg dus, .eerst
voorlopig wonen een grondige opleiding.
HH blijkt wel bereid vlot „Dat viel wel mee. Er wa- r
J J Misschien duurt het wel
- - - enkele jaren. In die tijd
moet ik ook goed Engels
Schotje heeft het leieu
Cor Schot, een Thools
goed geschoten.
COR SCHOT:
....niet tegenop zien....
automonteur is dus voor
bestemd over een aantal
jaren de chauffeur te zijn
van de auto met de ko
ninklijke standaard.
Hij doet er niet „groot"
over.
„Ach, ik zit hier goed.
maar daar lijkt het me
nog beter".