ZELANDICA
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
HET JASON-MYSTERIE
L
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 13 OKTOBER '1961
Ditmaal tvillen wij deze rubriek wijden aan:
Zeeland in het nieuws. In diverse periodie
ken is de laatste tijd aan onze provincie
aandacht geschonken.
In het septembernummer van „Maatschappij Belangen" wordt als
tweede in een serie artikelen over probleemgebieden, Zeeland
behandeld. Het is een goed gesteld en uitvoerig artikel, dat er
op wijst dat onze provincie in haar geheel probleemgebied is, toch
thans in krachtige ontwikkeling. Eerst worden de achtergronden
van het probleem- beschreven, waarbij de vraag wordt gesteld
waarom Zeeland zo weinig van de grote na-oorlogse industriële
ontwikkeling heeft meegemaakt. Na de watersnood kwam hierin
geleidelijk een ommekeer door allerlei activiteiten: de snelle weder
opbouw, de herverkavelingen, de stimulans van het Deltaplan, het
Sloehavenproject, de aanstaande verbreding van het kanaal Ter
nezenGent enz. Het zij voor ons allemaal bekende zaken, maar
het artikel heeft de waarde aan de „buitenwacht" in prettig lees
bare vorm duidelijk te maken, dat Zeeland zich in „een opwaarts
gerichte spiraal" bevindt. Dezelfde kwesties worden door E.T.I.-
directeur M. C. Verburg besproken in h'et voorlichtingsblad van
de P.T.T. (Spaarcommentaar" (aug. 1961), waarin de heren Wie-
ringa en Kolff, resp. de waterstaatkundige aspecten aan het
Sloehavenplan en de dubbelstad MiddelburgVlissingen behande
len. Aangezien in deze krant reeds op deze artikelen is gewezen,
gaan we er hier niet verder op in.
Niet onvermeld mag blijven het artikel van Verburg in „Weg
en Waterbouw" (juli-aug. nr. 1961) over het Deltaplan als
rivierbekken-ontwikkelingsproject met meervoudige doeleinden.
.Het Deltaplan „trekt de belangstelling van de gehele wereld die
nagenoeg en groot gezien uit louter rivierbekkens bestaat, van
waaruit eens de honger zal worden overwonnen en de welvaart
verspreid, of zij nu Damodar, Nijl, Rhöne, Tennessee of Wolga
heten. Het past dan ook in de „multiple purpose river basin
development", waar de Verenigde Naties steeds meer interesse
voor krijgen. Bij het Deltaplan moeten wij deze vergelijking voort
durend in het oog houden. Het is een stukje -beschavingsopdracht".
In hetzelfde nummer sluit P. W. Kalkwijk zijn artikel af over de
afdamming van de Grevelingen. We realiseren ons nauwelijks
dat in 1964 de auto's over deze dam zullen razen. We leven
zo snel dat we dit tempo als gewoon aanvaarden.
Het vakblad voor het Nederlandse visserijbedrijf „De Visserij
wereld" van 15 september geeft een uitvoerige reportage van
de opening van het oester- en mosselseizoen te Yerseke: Zee
land presenteert. Het wijdt ook aandacht aan hetgeen prof. Kor-
ringa en ir. Snip meegedeeld hebben over de huidige situatie
van de oestercultuur en de havenuitbrelding te Yerseke. Ook
het Belgische weekblad „De Post" heeft aan het oesterfestijn
ruime aandacht geschonken (17 sept.). Het nummer van 1 oktober
van laatstgenoemd tijdschrift bracht onder de nogal sensationele
titel „Belgische knuppel in het Zeeuwse hoenderhok" de contro
verse Kortgene-Wolphaartsdijk op het tapijt over de jachthaven
en de keuze van de Koninklijke Belgische Jachtclub.
Zeeland heeft op het ogenblik over gebrek aan belangstelling
niet te klagen.
Spelbehandeling van
het moeilijke kind
„Kinders zijn hinders...." Deze uit
spraak ran vader Cats drong zich bij
ons op bij het lezen van het in de
„probleemserie" verschenen boek
„De spelbehandeling van het moei
lijke kind", van de hand van de heil-
pedagoge M. I. Morel. Medisch-we-
tenschappelijk is het boek goed ge
fundeerd en het bevat prettige, lees
bare stof, waarbij de lezer bepaald
niet in technische vaktermen ten on
der gaat.
In „De spelbehandeling van het moei
lijke kind" worden de kinderen be
schreven, die noch geestelijk, noch
lichamelijk afwijkingen hebben maar
dié ergens anders zijn dan anderen
Kort en goed gezegd kinderen die him
en goed gezegd: kinderen, die hun
ouders, vriendjes enz. bijzondere
moeilijkheden bezorgen. Mej. Morel
beschrijft op vaak boeiende wijze dé
behandeling van deze kinderen, waar
bij de lezer door middel van dialo
gen tussen lerares en leerling de
spelbehandeling van verschillende
kinderen gedeeltelijk kan meemaken.
Voor ouders en opvoeders (van moei
lijke kinderen) een lezenswaardig
boek. Het is uitgegeven bij „De
Toorts" te Haarlem.
Humor en spanning met
Havank en „De Schaduw"
De 57-jarige Nederlandse schrijver
Havank (pseudoniem van H. F. van
der Kallen) heeft al heel wat detecti
veromans geschreven. Hoofdpersoon
in zijn boeken is de Parijse politie
commissaris Charles C. M. Carlier,
bijgenaamd „De Schaduw". Met hu
mor beschrijft Havank de avonturen
van deze super-speurder en ziin
boeken zijn niet alleen aantrekkelijk
door de vaak knappe intriges, maar
ook door de onderhoudende en lichte
stijl.
Vele detective-stories van Havank
werden door Bruna uitgegeven in de
Zwarte Beertjes pocket-serie, zo ook
„Spaanse pepers" en „Dodeman dol
lars".
Het verhaal van „Spaanse pepers"
speelt zich af op Mallorca, waar de
gehele dag de zon schijnt: het gaat
er dan ook heet aan toe. Er vallen
enkele doden en er worden moord
aanslagen gepleegd. In dit boek ma
ken we kennis met een avontuurlij
ke Nederlander, die de exotische
naam Don Queso draagt (het Spaan
se woord voor kaas), de ongelofelij
ke rijke Amerikaan Huffelsnuffer,
zijn ontrouwe echtgenote en vele an
dere merkwaardige figuren.
DE SLAG OM BIRMA (uitgave Ma-
raboe-reeks). Wat doet de soldaat
die in een kapotgeschoten tank een
schuilplaats zoekt en plotseling be
merkt dat dit verblijf wordt gedeeld
met een tijger? Hij blijft „ge
woon", zoals hij al maanden lang in
de martelende strijd van Birma „ge
woon" is. Want de strijd in Birma
tegen de Jappen was allereerst een
strijd tegen de jungle en de tropen-
ziekten. Nadat die was gewonnen,
kon men gemakkelijk met de solda
ten van de rijzende zon afrekenen.
Een boeiend boekje.
Aiinm lentwj
HARMONISCH !N SMAAK, AFWERKING EN VERPAKKING
6 Het Amerikaanse ministerie van bui
tenlandse zaken te Washington heeft de
beschuldigingen van de Cubaanse rege
ring als zou Amerika opnieuw een inva
sie op Cuba voorbereiden, volkomen on
waar genoemd. De perschef Lincoln White
verklaarde: „Ik kan IJ de verzekering
geven, dat deze beschuldigingen niet al
leen volslagen ongegrond zijn maar bo
vendien belachelijk".
Advertentie
1917. Sandra's mededeling
over een plotseling opdui
kend object maakte geen
bijzondere indruk op haar
twee metgezellen. Aange
trokken door de enorme
massa van de reus Jupiter,
zouden er wel meerdere ob
jecten rondvliegen, om uit
eindelijk te pletter te slaan
tegen dat ijzige oppervlak.
Iets anders werd het, toen
het meisje enige tijd later
meldde, dat de vlek op haar
scherm steeds even groot
bleef. Het echo-signaal werd
niet luider, maar ook niet
zwakker. Dat hield dus in,
dat het andere „object" iedere beweging van
de Pionier nabootste. Was het toeval Of...?
Piloot Storm liet het schip enkele vreemde
draaiingen maken, doch steeds met hetzelfde
resultaat. Dat andere „ding"bleef op gelijke
afstand Tenslotte stopte Arend iedere voor-
waarste beweging en liet de Pionier vrijwel
„stationair hangen." Er gebeurde niets
Geen hunner durfde zijn of haar gedachten uit
te spreken. Het leek immers te fantastisch
...En toen schoot het andere „ding" opeens 'n
stuk naderbij. Arend schakelde voor alle zeker
heid het krachtveld in en maakte toen brutaal
aezelfde manoeuvre. Daarna gebeurde lange
er lange tijd niets, tot het spelletje zich her
haalde. Maar nu konden de drie pioniers opeens
de vorm van het andere object goed op het
telescherm onderscheiden Het was een ander
ruimteschip
Nederlandse chansons
gebundeld
„Nederlandse chansons" is de titel
van een bij de N.V. Arbeiderspers te
Den Haag uitgegeven boek, waarin
liedjes zijn opgenomen van alle Ne
derlandse groten op dit gebied. We
noemen enkele namen: Clinge Doo-
renbos, Jules de Corte, Toon Her
mans, Wim lbo, Wim Kan, Tom
Manders, Wim Sonneveld, Louis Da
vids jr. en vele anderen. De samen
steller heeft van iedere chansonnier
of chansonnière een korte biografie
gegeven, hetgeen de waarde van het
boek verhoogt.
SPAANSE SPRAAKKUNST (uitga
ve Prisma). Prof. di'. C. F. A. van
Dam, de leermeester onder meer van
prins Bernhard heeft een handig
boekje geschreven met de voornaam
ste taalregels en woorden van het
Spaans.
Voor hen die naar Spanje met vakan
tie gaan, is het boekje te uitgebreid.
Voor liefhebbers van deze Iberische
taal een uitstekende gids
NICK ALS CONTRASPION, (uitga
ve Maraboe-reeks). Een internatio
naal bekende geleerde is gekidnapt,
beschikkende over belangrijke ge
heimen. Nick Jordan krijgt op
dracht de bende te ontmaskeren en
hij doet dat op een heel spannende
manier, waar zelfs verkleedpartijen
aan te pas komen.
GEZOND LEVEN (prisma-boekje).
De Brabander Edmond Nicolas, le
raar en amateur-kok, heeft een
boekje geschreven over de geestelij
ke en lichamelijke hygiëne van man
en vrouw. Veel tips die wel niet al
lemaal door de lezer kunnen worden
gevolgd, maar die toch waardevol
zijn. Vooral de dagelijkse maaltij
den worden tabellarisch goed be
licht.
Verzorgde Phoenix-pockets
Wij willen In deze beschouwing de
aandacht vragen voor een aantal op
vallende herdrukken. In de eerste
plaats twee delen in de Meulenhoff-
pockets, namelijk dr. J. W. Berkel-
bach van der Sprenkel's „Oranje en
de vestiging van de Nederlandse
staat" en dr. A. Vloemans „Voorbe
reiding tot do wijsbegeerte". De be
werker van het eersto dr. J. S.
Bartstra zégt in de inleiding dat
het boek is als Berkelbach zelf was:
af, door en door betrouwbaar, glas
helder en bovenal eerlijk. Wat het
tweede betreft: dr. Vloemans is in
Nederland een befaamd auteur over
de wijsbegeerte. Deze „voorberei
ding"' krijgt in deze pocket reeds
haar zevende druk. Het boek werd
grondig bijgewerkt en herzien.
Het bijzonder aardige bundeltje
„Twaalf maal Reronymus" van Le-
onhard Huizinga verschenen in
1946 is thans als Salamander-poc
ket herdrukt. Het is min of meer het
werk van twee Huizinga's: profes
sor Huizinga tekende voor zijn zoon-
(tje) Leonhard de geschiedenis van
Hieronymus, waarna deze zoon in
middels ook vader geworden rond
de tekeningen een reeks verhalen
voor (en over) zijn dochtertje
maakt. Een kostelijk boekje. Als
pocketsalamander verscheen voorts
Max Dendermondes „De wereld gaat
aan vlijt ten onder", een aan de
science-fiction verwante roman van
grote kwaliteiten.
Waar kaarsen branden
is sféêr!
I GOUDA KAARSEN
FEUILLETON
Door JOHN NEWTON CHANCE
„Alles in orde?", vroeg hij.
Glimlachend knikte ze.
„Waar denk je aan?"
„Och, ik vroeg me alleen af, of we
hier ooit uit zouden raken".
„Een vrij doelloze overdenking. Je
gelooft eigenlijk helemaal niet dat
het lukken zal, wel?"
„O ja! Ik denk van wel, maar ik ben
alleen benieuwd hoe".
„Ik wed, dat je in elk geval één
ding wenst: „Was ik hier maar nooit
gekomen!'*
„Dat is het enige wat ik juist niet
wens. Ik heb nooit geweten, dat ie
mand zulke dingen konden overko
men en vraag me af, of het een ge
woonte zal worden en of ik voortaan
alleen naar opwindende avonturen
zal snakken".
„Och", zei hij schouderophalend, „tot
op zekere hoogte gaat het je in je bloed
zitten. Eindelijk probeer je wel, het
wat rustiger aan te doen, maar lang
zamerhand word je weer ongedurig.
Dan schuif je in je kantoorstoel heen
en weer, staat eens op en loopt naar
het venster. Je ziet die hemel zich
oneindig ver uitstrekken, vrij, opwin
dend, adembenemend. Tenslotte loop
ie zonder hoed naar buiten, in de
hoop dat er iets zal gebeuren. En als
je er goed naar zoekt, vind je het
gewoonlijk ook'.
„Hm", zei Shirley, nog steeds door
de beukebladeren turend, „ik ben be
nieuwd of ik ook ongedurig zal wor
den, opstaan en naar het venster lo
pen om naar alle schoorstenen en alle
kerktorens te gluren. En", ging ze
vrijwel tot zichzelf voort: „ik ben
nog meer benieuwd of ik ooit hier
terug zal keren".
„Ze komen er aan", fluisterde Jason.
Beiden hielden zich muisstil dicht,
naast elkaar blijvend en zo goed mo
gelijk uitkijkend. Ze hoorden nu de
feluiden langzaam dichterbij komen:
et blaffen, het geroep over en weer,
't kraken van takken en nu en dan
ook fluiten om een afgedwaalde
hond tot de orde te roepen.
Jason wond het einde van 't snoer
om zijn handpalm en onderzocht of
het goed gespannen stond. Na een
blik op zijn polshorloge zei hij zacht
jes: „Nog vijftien minuten. Ze nemen
er de tijd voor. Doen het zo kalmpjes
aan alsof ze zeker van hun zaak
zijn".
Opnieuw stilte, alleen verbroken door
de nog zwakke geluiden uit het bos,
onderaan de heuvels. Shirley werd
onwillekeurig getroffen door de te
genstelling tussen het nijpende doods
gevaar en dit vreedzame oord van
bomen en varens, van lieflijke bloe
men en vrolijke zonneplekken, het
oord waar vogels hun hoogste lied
hadden gezongen tot de mens was
verschenen. Nu zwegen ze alle, bang
voor de rondstappende en kreten sla
kende achtervolgers.
„Zie je iets?" vroeg ze dicht aan
zijni oor.
Hij schudde het hoofd, doch bleef
op zijn hoede. Shirley zag de strenge
lijnen van zijn gezicht, strak en vast
beraden, maar toch bij het einde even
krullend, als de streep onder een
handtekening en als bewijs van on
verwoestbare humor.
„Nu zie ik iemand", zei hij opeens,
„heel in de verte. Hij loopt deze kant
uit en Jqjkt overal rond, blijkbaar
niet zeker van zijn zaak. Hoor je
dat? Hij heeft zijn hond gezegd te
gaan zoeken; de hond heeft er niet
veel zin in, maar zoekt tochZe
naderen. Er komt nog een man, maar
alleen nummer één heeft een geweer,
nummer twee enkel een soort staak
of stok, dat kan ik niet precies zien;
in elk geval Iets zwaars. Ja, ze ko
men dichterbij... stil nu. Ze lopen
hierheen en de hond gaat snuffelend
voorop. Nu staan ze stil; ruiken ze-
zeker de sigaretterook. Ja, ze turen
om zich heen; hij heeft de hond te
ruggeroepen. Neen, ze zetten hun
tocht voort en de hond komt jankend
op ons af. Nu dan, onze laatste
kans!"
Meteen rukte hij aan het snoer en
het schot maakte een oorverdovend
lawaai. De schoten die ze tot nu toe
hadden gehoord waren kinderspel bij
deze uitbarsting.
Shirley, dichtbij Jason op de uitkijk,
zag hoe de mannen beneden hen zich
eensklaps voorover wierpen. „Prach
tig!", grinnikte Jason. ,,'t Had hen
bijna geraakt!"
De op hun buik liggende mannen be
gonnen te fluiten en een hunner
schreeuwde iets, terwijl de honden,
door hun bazen teruggeroepen, lang
zaam kwamen aankruipen.
Van alle kanten, dichtbij en veraf,
werd nu geroepen en geschreeuwd,
in steeds toenemende mate. 't Bos
weergalmde ervan.
„Zo zijn haastig de kant vanwaar
het schot kwam uitgegaan", zei Ja
son zachtjes. „Zie je wel? Ze begin
nen een klopjacht in die richting,
maar voorzichtig aan. Ze weten nu,
dat we gewapend zijn. Kijk eens, is
dat niet grappig?"
Shirley voelde dat hij in stilte van
het lachen schudde en zag meteen
hoe de twee op hun buik liggende
kerels zich door het onderhout be
gonnen te wringen, terwijl ze andere,
nu verschenen mannen wenkten, dek
king te zoeken. Ook deze kropen
thans, met hun geweer in de aanslag,
langzaam verder. Blijkbaar op bevel
van nummer één verspreidden ze
zich waaiervormig en trokken lang
zaam, uiterst voorzichtig, het dicht
ste gedeelte van de bossen in.
Jason haalde vlug het snoer naar
zich toe. bond het geleidelijk om zijn
arm. Hij onderbrak dit werk even
om op zijn horloge te zien.
„Nog vijf minuten", zei hij. „Jammer
dat we niet nog een schot kunnen
lossen".
Dé laatste achtervolger was nu uit
het gezicht verdwenen en er heerste
volslagen stilte. Geen geblaf, geen
geroep, geen gefluit. De rust rondom
werd door niets of niemand ver
stoord.
„Ik wilde maar, dat de bus kwam",'
fluisterde Shirley.
„Die komt heus wel", stelde hij haar
gerust, terwijl hij over zijn schouder
naar de weg keek.
Andermaal stilzwijgen. Nergens enig
gerucht, alsof ook de dieren des
wouds wachtten op de dingen die ko
men moesten.
De minuten kropen voort en nog
steeds geen geluid van de zijde der
achtervolgers. Jason sprong overeind
en Shirley ging naast hem staan.
„Hij moet nu elke minuut komen",
zei hij, „maar misschien Is hij te
laat".
„Ja", knikte Shirley, „maar wc kun
nen hem in het dal horen aankomen.
Geluiden vermenigvuldigen zich".
Als om haar redenering te staven
klonk er plotseling een geluid, dat
zichzelf wel tien of twaalf keer ver
menigvuldigde. 't Begon met een
korte, verschrikte uitroep, een klank
van woede, het volgende ogenblik
door tal van andere gevolgd. Het ge
ritsel en geloop werd opnieuw duide
lijk hoorbaar. Een hond begon te
blaffen.
„Ze hebben het geweer ontdekt",
zuchtte Jason. „Nu zullen ze mis
schien meer notitie nemen van de
honden!"
„Ik heb het drie uur precies", zei
Shirley, geweldig in spanning.
„Ik ook", zei Jason, „kon ik die bus
maar uit do grond stampen!"
„Luister!" kreet ze eensklaps.
Boven het nijdige rumoer van de be
drogen achtervolgers klonk het re
gelmatig aangroeiende geluid van
een dieselmotor, die de weg door het
dal afkwam.
„Daar is hij!" zei Jason. „Kom
mee!"
Meteen nam hij haar bij de hand en
snelden ze te zamen het bos uit eu
de weg op. Nauwelijks hadden ze die
bereikt of ze zagen van linies een
man aankomen, geweer onder de
arm. Toen hij hen in het oog kreeg,
schrok hij op en hief het wapen om
hoog. Voor hij echter kon schieten,
kwam de bus uit een bocht te voor
schijn, zodat hij snel zijn moordtuig
weer liét zakken. Jason wendde zich
om en gaf het zware voertuig een
teken om te stoppen. De glinsterend
blauwe en aan de randen ver-
schroomde bus in liun ogen op dat
ogenblik iets uit een welbekende
maar lang vergeten wereld kwam
sissend en hijgend vlak bij het twee
tal tot staan.
(Wordt vervolgd),