'mingiarget
Indicator
Zeeuwse vond in Suriname haar
tweede vaderland
Koning Voivodu wil
eigen zigeunerstaat
Plannen voor Chili
krijgen vaste vorm
Uil de
wondere
wereld
van de
techniek
18
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG 13 OKTOBER 1991
radarstraal
De radarstraal tast
in één seconde de
omtrek af-
kristal dat
trillingen
omzet in'
elektriciteit
kristal dat
elektriciteit
omzet in
trillingen
[elektronisch aftrekken
versterker
BRIEVEN UIT SURINAME
Mevr. C. Tammenga-Bakker vertrok in
1889 met familie naar de West
(Van onze correspondent).
In de omgeving van Surinames hoofdstad Paramaribo wonen
nog diverse afstammelingen van de Nederlandse kolonisten, die
zich meer dan een eeuw geleden als boeren in dit land hebben
gevestigd'. De meesten van deze mensen zijn nog altijd als boer
werkzaam, maar het aantal jongeren dat in een ander beroep
een bestaan tracht te vinden, neemt de laatste tijd sterk toe.
En temidden van deze „boeroe's", zoals de Surinamer deze na
komelingen van dè oude kolonisten noemt, woont mevrouw
G. Tammenga-Bakker, een volbloed Zeeuwse. Hoewel dit krasse,
84-jarige oudje zelf geen afstammeling is van de Nederlandse
boeren, is zij toch ten volle in deze gemeenschap opgenomen,
omdat haar echtgenoot wel een „rasechte" boeroe was.
Mevrouw Tammenga-Bakker werd in
J877 te Colynsplaat geboren. Haar
vader, die in dienst was van de po
litie, bezat een avontuurlijke geest
en het is daarom niet verwonderlijk
dat hij solliciteerde, toen hem ter
ore kwam dat te Paramaribo een va
cature voor een inspecteur van politie
bestond. Bakker werd aangenomen
en zo vertrok de toen 12-jarige Geer
trui da Johanna met haar ouders en
broer en zuster naar de West. Het
gezin, dat inmiddels naar Leeuwarden
was verhuisd, ging nog eenmaal te
rug naar Zeeland om afscheid te
nemen van familie en vrienden en
scheepte zich daarna te Amsterdam
in op de Prins Maurits.
Na een voorspoedige reis, alleen In
de Golf van Biscaje spookte het een
beetje weet mevrouw Tamménga
zich nog te herinneren, kwamen ze
te Paramaribo aan. Ze kregen heel
toepasselijk een huis toegewezen in
het oude militaire fort Zeelandia en
haar vader diende tot aan zijn pen
sionering de heilige Hermandad van
Suriname. De familie heeft gedurende
die tijd niet steeds te Paramaribo
gewoond; ze verbleef ook enkele
jaren op fort Nieuw-Amsterdam,
waar Bakker was benoemd tot direc
teur van de strafgevangenis.
Na zijn pensionering ging de oud-
inspecteur met zijn gezin terug naar
Nederland. Alleen Geertruida, die in
middels in het huwelijk was getreden
en mevrouw Tamménga was gewor
den, bleef in Suriname achter. De
ouders van haar man Hendrikus Ja
cob Tamménga stamden uit de pro
vincie Groningen en hadden zich in
•1845 als boer in Suriname gevestigd.
Het verblijf in Nederland beviel va
der en moeder Bakker waarschijnlijk
minder goed, want na enige tijd
keerden zij met hun tweede dochter
terug naar Suriname en Bakker be
gon met enkele anderen éen fabriek,
waarin cocosnotenwerden verwerkt
in het district Coronie. Deze fabriek
ging echter tijdens de eerste wereld
oorlog wegens gebrek aan afzetmarkt
ter ziele. De ouders van mevrouw
Tamménga hebben tot aan hun dood
in de West gewoond en hebben ten
slotte in Surinames bodem een laat
ste rustplaats gevonden. Haar broer
heeft Suriname na de terugkeer van
het gezin naar Nederland nimmer
teruggezien. „Die is later chef van
het dienstpersoneel van het Rijksmu
seum te Amsterdam geworden", ver
telt mevrouw Tamménga met enige
trots.
Paramaribo
Het oude Paramaribo herinnert
mevrouw Tamménga zich nog heel
goed. „De straten waren in mijn
jeugd zandpaadjes van nauwelijks
een meter breed", vertelt zij,
„overal zagen we in de stad grote
zwarte stïnkvolgels (zo worden
in Suriname de gieren genoemd),
Mevrouw Tammenga-Bakker, in 1877
geboren te. Colijnsplaul, woont at
ruim zeventig jaren in Suriname.
Met is mijn tweede vaderlmd ge
worden", zegt zij.
Een eenvoudig gedenkteken in liet
plaatsje Groningen aan de Saramac-
ca-rivier herinnert aan de komst in
Suriname van de Nederlandse boeren
in 181/5, een kolonisatie-poging, die
uitliep op een groot drama
die zochten naar lijken van dieren,
die in de straten lagen te ver
gaan". Ze herinnert zich nog als
de dag van gisteren hoe de eerste
fiets door de stad reed. „Zo'n hoge
met een heel groot wiel voor en
een lieel klein achter". Ook de
komst van de eerste auto wekte
de nodige sensatie. „Wij zijn er
allemaal hcengehold om het won
der te zien. Het is met de auto's
precies zo gegaan als het met de
raketten zal gaan: in het begin
durft niemand erin en later zie
je cr iedereen inzitten", merkt
ze filosofisch op.
„Maar kent "U de geschiedenis van
de oude Nederlandse kolonisten?",
vraagt ze plotseling en zich tot haar
schoondochter wendend: „Geef me
het boekje eens aan dat ter gelegen
heid van de 75-jarige herdenking is
uitgegeven". En dan vertelt ze de
geschiedenis van die oude Nederland
se boeren, die ze zelf zo vaak\uit de
mond van de boeroe's heeft gehoord.
Met haar rimpelige vinger wijst ze
de feiten aan, die staan beschreven
in het oude vergeelde boekje,
l'n het midden van het jaar 1845, zo
begint haar verhaal, verschenen 2
Nederlandse barken, de „Suzanua
Maria" eu de „Noord-Holland" voor
de monding van de Surihame-rivier.
Aan boord van de schepen bevonden
zich ruim tweehonderd mensen uit
verschillende delen van Nederland,
die zich als boeren in Suriname wil
den vestigen. De reis, die slechts 31
dagen had geduurd, was zeer voor
spoedig geweest en men was vol goe
de moed. Nog een paar dagen en men
zou aankomen op de in gereedheid
gebrachte gronden en bezit nemen
van de landhuizen, die voor hen wa
ren gebouwd.
Het wachtschip „Sincloro" van het
gouvernement zou de beide barken
naar de vestigingsplaats brengen, die
was gelegen aan de Saramacea-ri-
Vicr. De eerste teleurstelling ervoe
ren de kolonisten, toen bekend wei'd
dat de „Sindoro' 'was vertrokken en
de barken op eigen kracht naar de
plaats van bestemming moesten va
ren. Daardoor zou het laatste deel
van de reis in plaats van twee onge
veer tien dagen in beslag nemen. Er
werd gefluisterd dat de kolonisten
door. het Gouvernement in dc steek
waren gelaten en dat maakte de lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllil
stemming er niet beter op. In Suri
name kende men in die tijd nog de
slavernij (pas ojp 1 juli 1863 afge
schaft). Het werk op dc plantages
werd verricht door de negerslaven
en vele Europeanen achtten het ver
beneden de waardigheid van een
blanke om zelf deze arbeid te ver
richten. Zij waren dan ook helemaal
niet gelukkig met de aankomst van
de kolonisten, die zelf de handen uit
de mouwen wilden steken.
Op 21 juni 1845 arriveerde de „Su-
ztfnna Maria" bij de aan de kolonis
ten toegewezen plantage „Voorzorg",
gelegen aan de Saramacca-rivier te
genover het plaatsje Groningen. Er
ontstond grote beroering onder de
kolonisten toen bleek, dat dc enige
voorbereiding die hier was getroffen,
bestond uit de bouw van 17 van bla
deren opgetrokken hutten, waarvan
er maar 9 enigszins bewoonbaar wa
ren. Geen vierkante meter van de
moerassige grond was bebouwd of
produktlef gemaakt: het^gehele ge
bied was overdekt met kappewerie
(dicht kreupelhout).
Aanvankelijk weigerden de aan
gekomen van boord te gaan, maar
ze hadden tenslotte geen keus.
Geen wonder dat weldra ernstige
ziekten uitbraken onder deze men
sen, die zonder tropenervaring en
zonder medicynen midden in de
rimboe waren afgezet. En toen
de „Noord-Holland" drie weken
later eveneens te „Voorzorg" ar
riveerde, waren daar reeds 10 ko
lonisten tén grave gedragen.
Zeeuwse Staten verkochten
1 in 16S2 Suriname 1
Zeeuwen hebben in de geschie
denis van Suriname een be
langrijke rol gespeeld. Het was
de Zeeuwse vlootvoogd Abra
ham Crijnsen, die in 1667 in
opdracht van de Staten van
Zeeland de toenmalige kolonie
op de Engelsen veroverde en m
voor het 'eerst onder Neder-
lands bestuur bracht. Crijnsen
herstelde het bij die gelegen- §l
heid vernielde fort Wïlloughby
bij Paramaribo en noemde het
voortaan fort Zeelandia, de
naam, die het nu als gevange-
nis dienst doende fort nog al-
tijd draagt. Suriname was met
deze verovering eigendom ge- M
worden van de Staten van Zee- n
land. Het gebied bleek echter
meer geld ie kosten dan op te
brengen, zodat cle bezitting m
in 1682 voor 260.000 aan de
West-Indische Compagnie werd
verkocht. M
De Nederlanders brachten hun
godsdienst mee naar Surina-
me. Reeds spoedig na hun ves-
tiging kwam de Gereformeerde
Staatskerk (na 1815 de Neder- n
duits Hervormde Kerk) tot
stand, waarvan cle ijverige
s Zeeuwse predikant Johan Bas-
sellers de eerste voorganger
was.
V erslagenheid
Later in het jaar kwamen nog twee
schepen met Nederlandse kolonisten
aan. Er heerste toen op „Voorzorg"
reeds een onbeschrijfelijke verslagen
heid, die zich spoedig ook van de
nieuwkomers had meester gemaakt.
Inmiddels was men zich te Parama
ribo ook eindelijk bewust geworden
van de onvoorstelbare nood waarin
de kolonisten verkeerden en tenslot
te zond men hulp in de vorm van
geneeskundigen en medicijnen. Maar
het was reeds veel te laat. Van de
384 aangekomen kolonisten bezwe
ken er 189 aan de oevers van de Sa
ramacca-rivier, van de overigen ble
ven cr slechts 11 gezond.
Toen dan eindelijk de ziekte-epide
mieën waren bedwongen en de boe
ren zich aan het land konden wijden,
deden zich nieuwe moeilijkheden voor.
Om hun produkten te kunnen verko
pen moesten deze naar de markt van
Paramaribo worden gebracht, maar
aangezien men anderhalve dag moest
varen om in de stad te komen waren
deze reizen veel -te kostbaar en te
tijdrovend. De toenmalige gouverneur
Van Raders heeft zich het lot van de
boeren aangetrokken en er voor ge
zorgd, dat voor hen betere tijden
aanbraken. Ze kregen toestemming
om zich op de vruchtbare terreinen
rondom Paramaribo te vestigen en
reeds in 1853 verlieten de laatste ko
lonisten de Saramacca-oevex's.
„Tegenwoordig", zo besluit mevrouw
Tamménga, „hebben een aantal boe
roe's een zekere welstand bereikt.
Sommigen bijvoorbeeld hebben ter
reinen, die in het uitbreidingsplan van
de stad lagen voor een redelijke prijs
aan het Gouvernement kunnen ver
kopen".
Op de vraag of het haar is bevallen
in het land, waarin ze al ruim zeven
tig jaar woont, antwoordt mevrouw
Tammenga-Bakker, dat Suriname
NAAR VOORBEELD VAN PALESTINA
„Grote Raad" in 1962
in Amsterdam bijeen
Zigeunerkoning Voidu Voivodu
de Derde roept zijn volk op
en het zal komen. Komen
naar Amsterdam, dat zich
reeds voorbereidt om de
„Grote Zigeunerraad" op een
van zijn belangrijkste bijeen
komsten in 1962 te ontvan
gen. De „Zwarte zwervers"
die allang geen zwervend
volk meer vormen, hebben
een belangrijk doel met dit
haar tweede vaderland is geworden
en ze aan het land is verknocht. Al
haar kinderen wonen hier en te mid
den daarvan slijt zy een zorgeloze
levensavond. Mevrouw Tamménga
heeft 2 zoons en 8 dochters ter we
reld gebracht, maar heeft reeds 4
dochters overleefd, „Hoewel ik nog
wel een eigen huis heb, verblijf ik de
laatste tijd om beurten bij mijn kin
deren, want ik wil 's nachts niet meer
alleen zijn",- vult zü aan.
Naar Holland heeft ze nooit echt
terug verlangd, omdat het grootste
deel van haar familie bijna altyd
met haar in Suriname heeft gewoond.
Naaste familie in Nederland heeft ze
niet meer. „Ja, nog wel wat neven en
nichten", zegt ze, „maar daarmee is
het contact reeds lang verbroken".
OM WERELDKAMPIOENSCHAP VOETBAL
Wedstrijden zullen worden
gespeeld in 4 stadions
Carlos Dittborn, voorzitter van het
Chileense organisatie-comité der
wereldkampioenschappen voetbal,
heeft in Londen plannen voor het
toernooi in Chili bekendgemaakt.
Dittborn heeft zittingen van de F.L
F.A. bijgewoond en heeft de voorbe
reidingen van de volgend jaar in
Chili te houden wereldkampioen
schappen besproken 'met het bestuur
van de F.I.F.A.
Er zal worden gespeeld in vier sta
dions: te Santiago, Ariea, Vina del
Mar en Rancagua. In totaal zullen
32 wedstrijden worden gespeeld,
waarvan 10 in de hoofdstad (alle
plaatsen in het stadion voor 77-.000
mensen zijn nu al uitverkocht), 8 te
Vina del Mar, 7 te Arica en 7 te Ran
cagua. Verwacht wordt dat de bru-
to-recette de. hoogste uit de geschie
denis der wereldkampioenschappen
zal zijn: 5.000.000 dollar plus 200.000
dollar aan t.v.rechten. Voor het ma
ken van radioverslagen behoeft niet
te worden betaald.
Het stadion te Arica, liet meest
noordelijk en het dichtst bij de grens
van Peru, telt 22.000 plaatsen. Daar
wordt het goed toeven voor dc ploe
gen, de officials en de journalisten,
want het is een vrijhaven.
Te beginnen op 30 mei en met de
finale op 17 juni, zal worden ge
speeld op de woensdagen, donder
dagen, zaterdagen en zondagen.
Iedere ploeg zal tyveemaal per
week spelen tijdens de achtstefi
nales. „Aanvankelijk waren we
van plan acht stadions te gebrui
ken, zoals in 1958 in Zweden ge
beurde, maar de aardbeving was
spelbreker. We moesten een der
de van het land weer opbouwen
en het zuidelijke deel viel uit".
„We stellen voor de achtste finales
te vetdelen in vier groepen van elk
vier ploegen. We zouden in iedere
groep een Amerikaans land willen
plaatsen en ook een Europese top-
ploeg. Ik geloof dat het niet ver
standig en niet eerlijk zou zijn om
bijvoorbeeld Brazilië, Spanje, Argen
tinië, Engeland of Portugal in één
groep onder te brengen. De loting
zal omstreeks februari in Santiago
plaatshebben", aldus Dittborn.
Hij zei dat de terreinen misschien
niet zo goed zullen zijn als Wembley
of Arsenal „zulk mooi gras had ik
nog niet gezien" maar evenmin
zullen ze slecht zijn. Dittborn ver
wachtte wat dat betreft geen klach
ten.
De pers zal op het gebied van plaat
sen, onderdak, vervoer, voorlichting
en communicatie goede faciliteiten
hebben. Zo worden bij de finaio 1500
plaatsen voor de pers gereserveerd.
De uitvoerige mededelingen die
Dittborn deed over de mogelijkheden
voor de pers, werden op zijn pers
conferentie met applaus ontvangen.
„Ik geloof dat de vroegere berichten
over de stand van zaken in Oliili een
slechte indruk hebben gegeven.
Wees gerust, we laten niets aan het
toeval over. Ik denk dat iedereen te
vreden zal zijn", aldus Dittborn.
Veil' deze haveningang
zal men op het radar
scherm het volgende
panorama beeld krijqeri.
De echo van de boot
vormt slechts een bé
wegend element tussen
veel stilstaande objer
ten.
Door een beeld een secon-
dc tr Dewaren tot het
I volqende beeld er i? en
dan dc- peelden van elkaar
at te trekken, houdt men
I slecht? het. pewe'qende
object over
buis met kwiktrlllingeri
"V
Als na één seconde het tweede beeld
is, trekt men elektrisch net vastgehouden
eerste beeld daarvan af. Slechts de t
ging vari de boot blijft over.
Het eerste kristal zet de elektrische
trillingen van het radarbeeld om in tril
lingen van het kwik in de buis. Zij lopen
naar het tweede, kristal, dat ze weer om
zet in elektrische trillingen.- Na verster
king gaan ze weer naar het eerste kris
tal, waarna de kringloop weer aanvangt.
congres: zij wensen door de
Verenigde Naties als een
zelfstandig volk te worden er
kend.
Als koning Voidu Voivodu de Derde
keerde hij naar Parijs terug, waar
hij al jaren als publicist en schil
der woont. Zeer bekend is onder
volkenkundigcn het zevendelige
werk „Historie van de symbolen,
overleveringen en gebruiken der
zigeuners", dat hij in het Frans
schrijft. Als „koninklijke hoog
heid" zal deze man met zijn zwar
te haar die omstreeks veertig
jaar geleden in een woonwagen
in Bessarabië werd geboren, zijn
ruim negen miljoen volksgenoten
samenroepen en hun naar een be
staan als zelfstandig volk leiden.
T emperameni
Voidu Voivodu HL is klein en slank
van gestalte, maar hij heeft een
buitengewoon bewegelijk tempe
rament. Men kon hem onlangs in
Jerusalem ontmoeten, waar hij
het proces-Eichmann bijwoonde.
Hij wilde kracht bijzetten aan de
eisen tot schadevergoeding, die de
zigeuners het Duitse volk stellen
voor het in de oorlog doorstane
leed.
Koning Voivodu droeg in Jerusalem
een grijze flanellen broek, een
wit overhemd en een bonte zijden
halsdoek. „Ja", zei hij trots, „mijn
titel kreeg ik In Ankara, doordat
ik van de kiesgerechtigde zigeu
ners uit de gehele wereld niet
minder dan 75.000 stemmen
kreeg. Mijn concurrenten kregen
maar 11.000 en 4000 stemmen,
daarom k'an ik mij zonder meer
koning van het hele volle noe
men".
In Israël maakte Voidu Voivodu een
studie van de vestigingsproblemen
in een pas ontstane staat, van de
mogelijkheden van gezamenlijke
landbouwbeoefening en de aan
wending van herstelbetalingen
van de Bondsrepubliek Duitsland.
Bovendien schiep hij gelegenheid
voor de immigratie van veertig
jonge zigeuners, die in de Israëli
sche kibboets de methode van een
nieuwe gemeenschap zullen bestu
deren. Op de vraag, waé-r zijn
toekomstige staat zal zijn gesi
tueerd, hulde Jano Rotaru zich in
een volledig stilzwijgen. „Ik heb
weliswaar ons land al ontdekt,
maar het ogenblik is nog niet ge
komen om dé naam daarvan aan
de openbaarheid prijs te geven.
Eerst moet de UNO erkennen, Uaf
wij een volk zijn met alle ken
merken die een volk eigen zijn.
De zigeuners over de gehele wcr
reld stammen van één ras af, heb
ben dezelfde taal en cultuur en
ook dezelfde godsdienst."
Als men opmerkt, dat er toch rooms-
katholieke, evangelische en Mo
hammedaanse zigeuners zijn,
glimlacht de zigeunerkoning: „Al
die godsdiensten nemen zij al
leen voor het uiterlijk aan. Maar
in hun hart dienen zij allen de
God der zigeuners, die eigenlijk
dezelfde God is als uw God, want
in wezen is er maar een God".
Jano Rotaru beweert, dat de
meeste Europese landen-de zigeu
ners reeds de facto als gelijkge
rechtigd volk hebben erkend. Al
leen in de communistische landen
heeft hij nog niet de nodige stap
pen kunnen ondernemen. Hoewel
hij in nauw contact staat niet de
daar levende zigeuners.
Op het moment werkt hij aan het
zevendelige historische bóelt,
waarmee hij het nationale verle
den van zijn volk afdoende wil
bewijzen.
Dansende beren
Voidu Voivodu IH zelf komt uit het
volk. Zijn vader bereisde de Bal
kan met een beer, die kon dan
sen. Hij, de zoon werkte als klei
ne jongen aan de voorstellingen
mee met trommelen en geldinza-
melen. Af en toe ging hij naar de
lagere school en eindelijk zelfs
naar een Roemeens gymnasium
Maar het "zigeunerbloed dreef
hem weer naar de woonwagen.
Zo kon men hem nog voor het
uitbreken van de tweede wereld
oorlog met. dansende beren zien
rondgaan en jongleurstukjes zien
verrichten.
Maar daarna begonnen voor Rotaru
de moeilijke jaren in de Duitse
concentratiekampen, waarin ook
de zigeuners als „minderwaardig
volk" moesten worden vernietigd.
In ontelbare gesprekken met joden
ontwikkelde Jano Rotaru deze
theorie: volgens de mondelinge
overlevering waren de zigeuners
de nakomelingen van aartsvader
Abraham, met. wie zij van Ur der
Chaldeën naar Kanaün trokken.
Later trokken zij met Jaeob naar
Egypte; vandaar dat zij iu het
Engels nu nog „gypsies" worden
genoemd. Met Mozes keerden de
ze nakomelingen naar Zuid-Pales-
tiua terug, en daarna verspreid
den zij zich over het Arabisch
sehier.eilaud en over do kust vau
Oost-Afrilca.
In hoeverre dit verhaal historisch
juist is kan de koning ook niet
zeggen. Nochtans voelt hij zich
sterk verbonden niet (iet joodse
volk. Dat toonde hij na de bevrij
ding uit het concentratiekamp
toen hij zich bij dc eerste emigran
ten naar Palestina aansloot.
Nü probeert hij naar Palestijns voor
beeld, ook voor de over de gehele
wereld verstrooide zigeuners „er
gens" een eigen staat te stichten.