Fotosquadron knipoogt naar de Deltawerken UITDAGING d DELE DANDELTJE vij 6 DONDERDAG 12 OKTOBER 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT YIDERE VINCERE EST Zien is overwin- 99 nen". De gulden letters van deze wapen spreuk hangen te trillen aan de wand van de hou ten vliegerskantine als met donderend geweld een RF-84F Thunderflash straaljager voorbijtaxiet. Foto-interpreteur, luitenant D. Muylwijk pauzeert midden in een gesprek abrubt een halve minuut en vat dan de draad van zijn verhaal weer op. Lang zaam sterft de herrie weg. Pijlsnel slingert een fotoverkenningsvliegtuig van het 306 squadron zich het luchtruim boven de Kop van Deeien in. Tussen zes enorme luchtcamera's stoelt een vlieger. Op zijn missie schiet hij soms zestig meter film per camera leeg naar de landstreek onder zich. De RF-8/fF Thunderflashhet foto- verkenningsvliegtuig van de Kon. Luchtmachtdat in gebruik is bij het 306 squadronéén der onderdelen van het Commando Tactische Lucht strijdkrachten. Het vliegtuig is voor zien van een aantal Fairchild came ra's, waarmee op verschillende wijzen luchtfoto's kunnen worden gemaakt. Een volledig uitgerust vliegtuig van dit type is, op voldoende hoogte vlie gend, in staat- een oppervlakte zo groot als Nederland in twee uur tijd* in beeld te brengen. Zo nu en dan komt een fotoverken ner uit zuidwestelijke richting aan stormen. Zijn operatieterrein lag dan boven Neerlands Deltagebied. Daar, waar speelgoedhijskranen kleine rookpluimen naar boven sturen, zoals een kettingroker steeds maar weer slierten blauwe rook laat opkringe- len. Wanneer de vlieger dan op de grond de witte helm losgespt en toe- gerende luchtmachttechnici, nog voor hij kan uitstappen de Thunderflash van de filmcassettes hebben bevrijd, staan er op de gevoelige platen ge gevens over zeestromingen, golf hoogten. Snel, snel, snel. Dat Is het devies van het 306 squadron. En in dat tempo worden in de mobiele foto-produktiesectie vlak bij de grote hangar de negatieven ontwikkeld. Vergezeld van een briefje, waarop staat vermeld op welke hoogte en onder welke hoek de foto's zijn genomen gaat de set naar het Waterloopkundig Laboratorium in Delft. Daar buigen zich dan enkele dagen later wetenschapsmensen over het werk, dat militaire vliegers bij uitzondering voor de civiele sector hebben opgeknapt.- Om de Deltawerken verantwoord te künnen uitvoeren wil rijkswaterstaat zijn hele werkgebied op de duim kennen. Ook de gedragingen van de altijd onberekenbare zee in de meest uiteenlopende typen weer. Men kent honderd-en-één methoden om het karakter van de zee in al zijn nukken en buien nauwkeurig op te tekenen. Om het golfpatroon en de hoogte van de golven stipt te kunnen vastleggen doktert een laboratoriumteam sinds 1958 aan een sys teem van luchtfoto's, dat de gedragingen van de golven, vooral wat betreft hun hoogte moet registreren. Het gaat daarbij om een verschil in hoogte van ongeveer twee meter gemiddeld. En dat moet dan met de lens van zo'n loOO voet worden „beschoten". rHet vliegtuig en (le camera's zijn ge- j inspecteerd, de vlucht kan beginnen. Kort en goed komt het dus neer op een precisiekarweitje. Een klusje, dat water- staatstheoretïci en laboratoriummensen een kolfje naar de hand zou zijn. Maar golven van een door storm opgezweepte zee laten zich niet van de kantoorkruk af meten. Wil men het „scenario" van de zee tussen de Deltamonding minutieus op celluloid vastleggen, dan moeten er „buitenopna men" worden gemaakt. Lang heeft men bij de meetkundige dienst van rijkswaterstaat over deze opgaaf nagedacht. Het hoofd van deze dienst van het Waterloopkundig La boratorium in Delft, ir. A. J. van der Weele, verdiepte zich in'de verschillende metho des, waarop men van het golfpatroon „de maat kon nemen1', de derde dimensie. In 1957 liep hij tegen een Amerikaans sys teem aan, dat vrij eenvoudig van opzet was, maar dat van de uitvoerenden nogal wat vergde. Vliegtuigen, die tegen een stootje moeten kunnen, een nauw luiste rende apparatuur, op de meest vreemde momenten met de toestellen paraat zijn Dat waren zo enkele voorwaarden, waar over de mannen van de K.L.M. al onmid dellijk het hoofd schudden. Daarom zocht de meetkundige dienst het in een andere richting. In hetzelfde jaar bracht een groep officieren van het 306 foto-squadron, destijds nog in Duitsland gestationeerd, een bezoek aan Delft. Er werd gepraat en gepraat. Het ene idee volgde op het andere, totdat uit het civiel-militaire contact de volgende op lossing was geboren. Twee „fotokisten" zouden achter elkaar vliegen en stereosco pische opnamen maken op precies hetzelf de moment. Het bepalen van dat ogenblik bleek niet zo eenvoudig als het in Delft werd beredeneerd. De straalvliegtuigen zouden 500 yards van' elkaar vandaan moe ten blijven. Bovendien kwamen er nog al lerlei menselijke factoren bij. Mannen in blauwe uniformen van het De pot Elektronisch Materieel van de lucht macht begonnen in 1958 te dokteren aan het systeem. Na enige tijd kwamen zij met een ingenieuze apparatuur voor de dag. Een „koppel" fotovliégtuigen zou het ob ject golven onder schot nemen. Eén van de twee fungeerde als moedervliegtuïg en via de radioverbinding de verkeerstoren werd dan even uitgeschakeld zou deze jager van het 306 squadron een elektrische impuls geven aan de camera van zijn „ka meraad", zodat de beide sluiters gelijktijdig naar het Deltagebied gericht open en dicht klikten. Voor de luchtmachtmannen was het een uitdaging. Hun taak is immers zo heel anders gericht. Squadroncommandant ka pitein B. van der Spek eist van zijn talc- tisch onderdeel, dat het hem binnen de kortst mogelijke tijd zo veel mogelijk ge gevens verstrekt over bepaalde vijandelijke eens gezocht. Hiaten in het systeem wor den opgespoord. Het principe van de ge lijktijdige „shot" staat of valt bij een goe de sychronisator in het zogenaamde moe dervliegtuig en de volgkist. Dit apparaat is opgebouwd uit transistoren en wie dat woord uitspreekt mag niet vergeten dal temperatuurverschillen daarbij een bij zonder belangrijke rol spelen. Eén keer hebben de vliegers een missie boven Zee land uitgevoerd, die min of meer acceptabel werd genoemd. Op het ogenblik zoeken de technici naar een betere synehronisator. Is die te vinden, dan gaat het golfmeten ver der. Op weg naar de „ideale benadering..." de winter van 1958-1959 werd de ijsgang op de grote rivieren onder schot genomen. Boven Noordwijk hebben de fotovliegtuigen eens de samenhang tussen windrichting en golfpatroon gefotografeerd. Dat gebeurde met behulp van rookpotten. Voor het In stituut tot bevordering van het onderzoek ten behoeve van het natuurschoon werden boven de Veluwe opnamen gemaakt van de flora en de fauna. En op de Plaat van Oudé Tonge en Tiengemeten hebben de vliegers zelfs tellingen van zeehonden ge houden. Een karweitje dat alleen aan straaljagers ïs .voorbehouden. „Het was al vaker geprobeerd", vertelt foto-interpre- objecten. „Tempo" is derhalve het wacht woord van dit wat afgezonderd op de vlieg basis Deelen gelegen groepje militairen. Het is de toverspreuk, waarmee men de RF-84F van top tot teen aankleedt voor zijn missie. Kort voor het moment van de start krijgt de vlieger zijn doel op. Intus sen brengen de technici de camera's in het toestel aan. Aan de Meteo: wordt de weers verwachting in het vijandelijke gebied op gevraagd. Die heeft het technisch personeel nodig voor het instellen van diafragma en belichtingstijd op de camera's. Er volgt een inspectie voor de vlucht en de „Thunder flash" zoekt met donderend geraas zijn doel op. Vreemd genoeg is wat de fotovlieger op zijn missie met eigen ogen waarneemt het belangrijkste. De mannen worden getraind op visuele verkenning. Wanneer het grond personeel aan de kim een stipje ziet ver schijnen en even later de fotovliegkist zich met een oorverdovend geraas op het beton zet, is het eerste wat de vlieger doet, aan tekeningen maken van wat hij heeft ont dekt. En zoals de jagerpiloot vertrouwt op zijn boordbewapening, zo steunt de foto vlieger op de produkten van zijn zes came ra's. Hij vertelt de foto-interpreteur van zijn bevindingen en de foto's de mobiele produktiesectie zorgt voor een bliksem snelle afwerking zijn van dit rapport als het ware het bewijs. Het ontwikkelen van de zestig meter lange films is secon- denwerk. Het hele „donkere-kamerproces'' vergt bij elkaar nog geen tien minuten. En in dit jachtige bedrijf dus legde de meetkundige dienst van rijkswater staat een „probleempje" neer, dat thuishoort in de categorie „ritselwerk". Een opdracht, waarbij het snelheidsdevies in botsing komt mét wat men zou kunnen noemen „spijkers op laag water zoeken1' van rijkswaterstaat. Maar in ieder geval' spijkers van vitaal belang. Spijkers, die in het planbord van de Deltawerken pas sen, zoals de zogenaamde plotten op de stafkaart van de Iuchtmachtgeneraal. In Deelen noemen ze het een „uitdaging", dat woord gébruikte althans luitenant Muylwijk. Maar laten we hem niet ver keerd begrijpenJ}een prettige uitdaging van de civiele sector", zegt hij heel beslist. En wie daarbij nu al naar praktische resul- taten durft te vragen is wél tvat voorbarig. De negatieven van de foto's die op de „Deltavluchten" zijn gemaakt icorden op gestuurd naar Delft en het 306 squadron krijgt een foutenlijst-je terug. Sinds 1958 zijn er veertien sortiesgemaakt. Maar nog steeds is het foutenlijstje terug gekomen. De meetkundige dienst legde de negatieven in een stellage, die precies de zelfde stand had als de vliegtuigen op hun „Delta-missie". Er werd gemeten: „nog een tiende seconde verschil", zo kregen de vlie gers in Deelen te horen. Inmiddels is deze toch ai zo kleine marge teruggebracht tot een honderdste seconde. Voor wetenschap pelijk werk is ze echt te groot. „We wil len tenslotte een ideaal benaderen". Uit de mond van een luchtmachtman, een mili tair uit een bikkelhard bedrijf klinkt het een beetje onwennig filosofisch. Maar nu Deelen eenmaal A heeft gezegd, zal B niet achterwege blijven. Als er één apparaat is, dat op de gekste ogenblikken twee vlieg tuigen kant en klaar kan hebben om op afroep naar een interessant stukje zee in de buurt van het Deltagebied te snellen, dan is dat het fotosquadron van de Ko ninklijke Luchtmacht. Voor de K.L.M. was deze eis te hoog. En daarom maakt men zich er Sn Deelen. niet met een Jantje van Leiden yan' af< Ei* wordt gezocht en' nog In een geel vlïegerspak holt luitenant Faas de hangar binnen. Hij heeft een blocnote met aantekeningen bij zich en wil graag even zien, wat zijn camera's hebben gezien. De Axelse jagerpiloot heeft er heel wat vlieguren opzitten. Met de P-24, de P-ll, de P-22. Hij weet van het hele handeltje alles af. Samen met de óf- licieren-vlieger S. Heyboer en J. de Jong helpt hij waterstaat een klein handje bij de beveiliging- van het gebied, waar ook hij eens achter een dijk in het Zecuws- Vlaamse land heeft gewoond. Helemaal naar wens gaat het nog niet. Maar alleen al met de opzet van het plan, deze dienst aan de burgerij, kweekt hij een stukje populariteit voor het squadron. De mannen van het laboratorium zijn kritisch tegenover hun militaire fotoleveranciers. Dat wel. Maar het 306 squadron laat niet met zich spelen. Leek het eerst een on mogelijke opgave, dat fotografisch vast leggen van de golfhoogte vroeger of la ter zal het een huzarenstukje worden van de luchtmachtmaimen. Ze beschikken over weerbare vliegtuigen, er staat altijd wel een koppel klaar op de vliegbasis Deelen, een klein groepje vliegers kent het klap pen van de Deltazweep. Alleen.,., de appa ratuur is op het ogenblik nog niet geper fectioneerd. Maar daaraan wordt gewerkt. Het 306 squadron traint zich in dit veeleisende rit selwerk. Ol> alle mogelijke manieren! In „Bloemkool-effect', zo noemen de vliegers van het luchtmacht foto- squadron dit loodrecht naarbeneden genomen overzicht van een dijkgat In 1953 stroomde westelijk van Sta- venisse het zeewater door deze qeui liet eilaiul binnen. Welke sporen het daar achterliet lean eigenlijk niets be ter dan een opname als deze laten teur Muylwijk. „Met een Pipercub en een Harvard. Maar als de dieren het vliegtuig hoorden aankomen, glipten ze vlug het water in. Dat doen ze nu ook nog wel, maar dan zijn ze inmiddels geteld...." In het foto-album over de „diensten aan de burgerij" prijken nu ook opnamen van de Deltawerken. De bouwput in het Haringvliet is meer dan eens onder schot genomen. Uit de rampdagen dateren unieke collecties verticaalopnamen. En ga zo maar door Toch is dit allemaal werk, dat ieder ander luehtfotobedrijf de luchtmacht kan nadoen. Alleen het meten van de golfhoogte dat is een precisiekarweitje, waarvan een feil loze apparatuur en een uiterst kritische blik de inzet moeten zijn. De venijnig snelle „Thunderflashes" zijn op de Kop van Deelen „stand by". Voor de veiligheid var de NATO- landen én voor de beveiliging tegen de zee.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 9