Bruine rand voor mevrouw Lotgering
foto voor „Het Pierementje"
C. Boekestijn doctor
letteren-wijsbegeerte
puik
pierement
voor
Vlissingen
ZATERDAG 7 OKTOBER 1961 P ROV IN OI ALB ZEEUWSE COURANT
CUM LAUDE GEPROMOVEERD
Proefschrift over migratie
uit de provincie Zeeland
(Van een speciale verslag
gever)
De heer C. Boekestijn uit
Amsterdam is gisteren aan
de Vrije Universiteit met het
predikaat cum laude gepro
moveerd tot doctor in de let
teren en wijsbegeerte. Dr.
Boekestijn, die over een week
een studiereis van een jaar
door Amerika zal maken, pro
moveerde op het proefschrift
„Binding aan een streek, een
empirisch onderzoek naar de
migratie en de animo voor
migratie uit de provincie
Zeeland onder jongere arbei
ders in Walcheren en Zuid-
Beveland".
De promotie liad plaats in het
Woestduin-centrum en werd bij
gewoond door vele familieleden en
bekenden van de jonge doctor.
De N.V. Koninklijke Maatschap
pij „De Schelde" uit Vlissingen
werd vertegenwoordigd door de
secretaris van de directie, mr. H.
Langman. Ook mr. J. F. Hornstra,
directeur van het Centraal Insti
tuut voor Christelijke Sociale Ar
beid, woonde de plechtigheid bij.
Met trots aanvaardde de heer
Boekestijn, geassisteerd door zijn
paranimfen drs. H. van den Berg
en ir. B. van der Lugt, uit han
den van zijn promotor, prof. dr.
H. R. Wijngaarden, de door hem
begeerd bul. Nadat zijn opponen
ten, o.a. dr. N. H. Frijda, drs.
Laansma en enige professoren,
onder wie prof. Vollenhoven en
prof. Kuiper, nader uitleg van eni
ge punten in de dissertatie hadden
gegeven, trok de senaat zich terug
in beraad.
Na enige ogenblikken noemde
de rector-magnificus, prof. dr.
H. Smitskamp het een eer om
mede te delen, dat de senaat
had besloten de titel van doc
tor cum laude te verlenen.
Vervolgens zette de promotor
prof. Wijngaarden, uiteen op
welke gronden de titel van doc
tor was gegeven. Hij roemde
de wijze waarop het proef
schrift was samengesteld.
„Het is een degelijk stuk werk",
zo zei hij. „Dat zal zelfs ieder blij
ken, die slechts oppervlakkig van
deze dissertatie kennis neemt. Dat
is echter niet de enige reden om
de titel van doctor te verlenen.
De heer Boekestijn", zo vervolgde
prof. Wijngaarden, „heeft een
moeilijke methodiek gebruikt;
een methodiek, die weliswaar in
het buitenland dikwijls wordt toe
gepast, maar zelden in ons land,
namelijk de matrijs-analyse. De
wijze waarop dit is gedaan dwingt
bewondering af. Bovendien is deze
lastige technische materie op een
duidelijke wijze gepresenteerd".
De jonge doctor geeft er blijk van
te beschikken over een scherp on
derscheid en hij heeft alles kri
tisch bekeken en beoordeeld.
Het is te hopen dat de Vrije Uni
versiteit in de toekomst nog dik
wijls gebruik kan maken van de
wetenschap, die de heer Boeke
stijn zich heeft verworven".
Na deze waarderende woorden
van de promotor was de plechtig
heid ten einde en werd een drukke
receptie gehouden.
Dr. Boekestijn studeerde indolo
gie en westerse sociologie aan de
R.U. te Leiden. Gedurende zijn
sociologische studie was hij werk
zaam bij de christelijke Aakbewe
ging en later bij de afdeling gees
telijke gezondheid van het Ned.
Instituut voor Praeventieve Ge
neeskunde te Leiden. Sedert 1957
is hij aan de Vrije Universiteit
verbonden als wetenschappelijk
medewerker A-oor de sociale psy
chologie. Zijn reis naar de Ver
enigde Staten werd mogelijk ge
maakt door de Nederlandse Or
ganisatie voor Zuiver Weten
schappelijk Onderzoek.
Een Vlissings zeilmaker,
de heer K. v. d. Gruiter
heeft uit liefhebberij een
straatorgel gebouwdVan
een Vlissings café kocht
hij enkele jaren geleden
een goeddeels versleten
en wat het soort orgel be
treft onduidelijk instru
ment. Uit een kelder diep
te hij een morsig front op
van een straatorgel. Daar
uit bouwde hij het orgel
„De Scheldeen het heeft
zulk een fantastisch
mooie klankdat de kring
van orgelvrienden voor
haar driemaandelijks or
gaan „Het Pierementje"
om een foto heeft ge
vraagd. De P.Z.C. heeft
die taak graag op zich ge
nomen. Zo maakten wij
een
Vrijdag hebben de deelnemers
aan de jaarlijkse rit van de
Jnternational Federation of
Veteran Car Clubszich verza
meld voor het Amsterdamse
R.A.I.-gebouw. Een bonte men
geling van zeer bejaarde voer
tuigjes voor de liefhebbers
om te watertanden zal van
daag naar Soestdijk trekken
om voor prins Bernliard te de
fileren alvorens de rally aan
vangt. De oudste wagen, de
Soame Steamcart, werd door
een A .P.-fotograaf in de gro
te hal van de R.A.I. vereeuwigd
(foto boven). De auto wordt
voortbewogen door stoom; het
kleine stoomketeltje inspireer
de de fotograaf tot een tweede
foto (onder)
Dezelfde moeilijkheid laat
zich voelen rond de bestem
ming van het orgel: de heer
Van de Gruiter zou waar
schijnlijk het liefst met het
instrument de straat op
trekken, niet uit winstbe
jag, maar zomaar om Vlis
singen, dat sinds de bewij-
dingsfeesten geen eigen or
gel meer heeft gehad, met
een stukje folklore te ver
rijken.
Het liefst zouden de heren
Jonkman en Van de Gruiter
„concerten geven voor lief
hebbers, 's avonds bijvoor
beeld in een park. Dat zou
voor de stad een stuk ro
mantiek zijn. We denken
ook aan zomershow en Avin-
kelweek, of eens naar „Der
Boede" als er animo voor
is".
Maar daaromtrent staat
nog niets vast. Voorlopig
staat het orgel in een pak-
huïsje aan de Hendrik
straat. Onder zeil. Klaar om
aan den Vlissingse A'olke ge
toond te worden.
Wie, o wie
A. P. JONKMAN
....wél draaiend
Foto's P.Z.C.)
Monteren, stemmen, afAver-
ken: alles deed de heer Van
de Gruiter zelf. Alleen voor
het „zware Averk" kreeg hij
assistentie A'an een andere
liefhebber, zijn Vlissingse
vriend A. P. Jonkman, die
thans zoveel als „beheer
der" van het orgel is.
Deze Aveek is het orgel
gereedgekomen. Nog
vrijwel niemand heeft
het gezien. Het staat wat
verdekt opgesteld in een
loods aan de Hendrikstraat.
Een enkele keer kan men
daar de heren Jonkman en
Van de Gruiter Arinden. Dan
onthullen zij het machtige
front van het onder zeildoe
ken schuilgaande orgel.
Dan draaien zij met over
gave de schaarse eerste
boeken, die zij voor hun in
strument hebben gekocht.
„Geen straatdeunen", ver
zekert Van de Gruiter voor
hij naar het wiel loopt,
„meer populair klassiek,
Strauss. Léhar en Verdi''.
Hij zegt het op een toon,
Avaaruit zoveel klinkt als:
„Wij zijn orgelvrienden en
we houden het fijn". En
thousiast werpt hij zich
vervolgens op het draaien
van Verdi's slavenkoor, een
uitputtende bezigheid,
Avaaruit hij lachend te voor
schijn komt, met op het ge
zicht een trek van verwach
ting, zo van „Nou, én?"
't Was geweldig. Het orgel
heeft een magnifieke klank,
zelfs als het door het inge
bouwde elektromotortje
wordt aangedreven.
Draaien is vanzelfsprekend
mooier. Maar de heer Van
de Gruiter is niet te bewe
gen zich al draaiende te la
ten kieken. In bedekte ter
men beeft hij zich daar
al een beetje over uitgela
ten. Zelf is hij zo gek van
het orgel, dat het hem niets
zou kunnen schelen. Maar
je moet ook rekening hou
den met andere mensen.
Kortom: de burgerlijke
moraal komt om de
hoek kijken je kunt
toch niet op straat aan een
orgel staan draaienDe
ingewortelde gedachte dus,
dat een orgeldraaier een
sjappie zou zijn.
/N HET Middelburgse hotel „De Burg"
huisde deze week een kritische gaste:
de fameuze schrijfster en spreekster
over keukengeheimpjes mevrouw R.
Lotgerïng-Hillebrand. Het was chef-kok
E. Visser (foto), die in de weinig benij
denswaardige positie verkeerde: hij
moest de hapjes voor mevrouw Lotge
ring bereiden. Hij heeft het geweldig
gedaan. De bekende culinaire specialiste
plaatste maar één opmerking en deze
was nog discutabel. Het ging over een
eend, een hele eend, die naar de smaak
van mevrouw Lotgering wat te bruin
was gebakken. „Die heeft te lang in de
oven gezetenverklaarde ze als in een
radiopraatje. Maar het bijbehorende
sausje was voortreffelijk....
(Foto P.Z.C.)
UIT LIEFHEBBERIJ dus. Zeven jaar had het or
gel doelloos en ongebruikt in een café aan het Bel-
lamypark gestaan. Het was noch een dans-, noch
een café-orgel. Het was eigenlijk alleen maar oud
en verwaarloosd. Vijftien maanden lang beet Van
de Gruiter zich vast in het orgel. Hij sloopte en
sleutelde, tot hij tenslotte het ontredderde middel
punt was van pijpen, stangen, trommeltjes en een
hoeveelheid metaal.
Toen begon de zeilmaker
met als enige erva
ring het herstel van
een paar harmoniums
een niemv orgel te constru
eren. Hij veranderde de
partijen en bomvde nieuAve
registers bij, zodat het or
gel dat hij „De Schelde"
zou noemen tenslotte over
289 fluiten beschikte.
Ergens in een Vlissingse
kelder wist hij nog ccn
verwaarloosd front van
een oud Mortierorgel te lig
gen. Dit verzaagde en ver
timmerde hij tot een nieu
we voorgevel, waarop be
halve de naam „De Schel
de" en enkele typisch Vlis
singse voorstellingen de
molen aan de Oranjedijk
en de thuisvaart van een
spriet-hoogaars de in
tussen bekend geworden
naam van de orgelbouwer
verscheen: ..Gavioli, Paris
Gavioli, Italiaan van origi
ne, begon in de negentiende
in TTrnnkriik met de
gon, Avas over de herkomst
van het instrument niets
bekend. Tot hij de blaas
balg uit elkaar schroefde.
In het hout stond het: „Ga
violi, Paris"; intussen was
het de zeilmaker aan de
hand van in het inwendige
gevonden boeken en ge-
K. VAN DE GRUITER
289 fluiten.
ER den, dat het instrument om-
eeuw in Frankrijk met de
vervaardiging van allerlei
soorten orgels, die letterlijk
en figuurlijk een goede
klank hadden.
Toen de heer Van de Grui
ter met het demonteren be-
schriftjes duidelijk gewor-
streeks de eeuAArwisseling
hij neemt aan in 1898
moet zijn gebouwd.