Zeehengelen aan de Schelde: een vreedzame en stille wedstrijd Handelaar zwendelde met oude auto's PALTHE VAN KAART- NAAR VISCLUB WAS EEN HELE REIS ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1961' PROVINCIALE ZEBUWSE COURANT 13 VER VAN AUTO'S EN BROMMERS Wormen zijn te koop bij het vertrekpunt /a p één van onze christe- lijke feestdagen heerste er reeds vroeg in de morgen een grote drukte in het dorp wie nog te bed lag had al on telbare portieren hard horen dichtslaan en opgewekte con versatie in allerlei tongvallen vernomen. Bussen vol Belgen, oud, middelbaar en jong, kwamen aanblinken en er werden strohoeden, witte jur ken, vreemdsoortige maar ook fraaie sportkostuums ge zien en getoond. Gereedschap van allerlei lengte stak van onder grote en kleine armen; hier en daar werd op de grond iéts gedemonstreerd of recht geschikt en opzij ston den vrouwen druk en lachend te praten. Maar het vreemdst waren nog sommige stoepen, waar op een mannetje zat dat geen ijs of frites en ook geen pa ling verkocht, maarle vende wormen, van een uit zonderlijk groot formaat. Het waren dan ook zeewormen. Men kon ze per handvol aan schaffen, en zelfs kon men persoonlijk in het mandje grabbelen om zich van de bes te te verzekeren. De lucht hing zwaar over dit alles, en toen sloeg de torenklok negen uren. En vijf minuten later was de ganse markt verlaten en het dorp leek uitgestorven. Een hond met lange bruine flap oren bleef over, hij keek pein zend naar een stoep, waar één worm zich op zijn lot lag te bezinnen. Wie van al deze mensen nu de spo ten naging vond ze veel verder bij de grijze wijde Schelde weer te rug. Ze leken daar veel kleiner en ook het lawaai was er geringer, want autobussen en brommers blij ven aan de andere kant en ook waaien hier alle woorden toch voorbij. Ver aan de overkant wa ren de kranen van Vissingen te zien en heel vaag Middelburgs to ren. En onder onze voeten was de dijk, breed en zachtgroen. Daar waren op afstanden van een vijf tig meter paaltjes of keien gezet en zover het oog kon zien, tot in het volgend dorp, zaten de henge laars, niet alleen mannen, maar ook vrouwen, de ogen in de verte de handen om de knieën, óf bezig met aas en snoeren, en steeds de blik strak op de zee gericht. Want men spreekt hier van zee en niet van de Schelde. Het was voor wie er stil langs wandelde de meest vreedzame en meest stille wedstrijd ooit gezien. Er speelden kinderen op de dijk en vrouwen hre'den aan een lange trut, of lagen languit in het gras terwijl de wolken overvoeren. En in de verte, naar het westen, gleed de witte veerboot voorbij. Een kleine oude man. met bril en koordfluwelen pak onder een ge weldige blauwe paraplu begon op eens koortsachtig te draaien aan zijn molen en een jongen met band-om-de-arm draafde afwach tend naderbij. Tevergeefs. Een klein krabbetje zwaaide door de lucht, scheen geen schade van de haak te hebben bekomen, en wan delde dribbelend weg, nageschol- den door de hengelaar. „Krabbekes" „En dan te denken dan ik voor den concours twéé, twéé schone botten had" sprak hij. „Maar vanaf dat liet begon nietNiet met al. Al leen krabbekes en de gèrnaat, die zwemmen met dit weer, ze hangen nog aan je aas ook. Maar de paling op de bodem en geloof vrij dat ze er niet af zal komen. Het waait te veel en 't is te koud ook." Hij doet weer nieuwe fragmenten zeeworm aan zijn haken en stelt zich in postuur. We deinzen ach teruit als de nylonsnoeren door de lucht vliegen en snorrend een veertig, vijftig meter verder in het water komen. De visser zet een gewoon gezicht, „t Is maar dat ge uw aas in het water weet te krij gen" zegt hij. „De rest is sjuust een beetje chance. De vis moet bijten, en daar kan je toch niets an doen. Aaa Hij meent de top van zijn een zelfstandig leven leidende hengel alweer te zien bewegen, maar laat zijn handen zakken. Hij schudt het hoofd, „Werpt ge vér, 't is niét, werpt ge dichtbij, 't zijn al krabbekes Na deze filosofische woorden zet hij zich onder zijn paraplu en wacht op de dingen die komen zullen. k Zij vijf en zeventig" merkt hij op. „Bij ons in Heyst doen we dat ook al eens. Ziet hier. „Hij trekt een papier uit zijn jas waarop blinkende foto's van .diners en cups, en vele pagina's druk, die onder meer melden dat in Zee- brugge de internationale zeehen- gelwedstrijd wordt gehouden en aat de burgemeester de vereniging „die niet op zijn lauweren rust maar dit jaar uitpakt met een groots toernooi, en die een sympa- tiek en wakkere vereniging is, wel gemeend feliciteert." Druk geloop Naast hem rijen zich vele soorten Zeeuwen van Krabbendijlte en van Dreischor, en er is een druk geloop van „officials"die pinnen, bordjes en nummers bij zich dragen. Hon derden meters verder is de voor zitter, In het dagelijks leven za kenman. Hij vertelt van zijn wed strijd, waarvoor hij dagen en deze nacht in touw is geweest met enke le helpers. Vierhonderd deelnemers zijn er vorig Jaar waren er méér uit alle windstreken, want hij trekt kaartjes van Nieuwnamen en van Arnhem, van Brugge en van Botterdam te voorschijn en dan nog van Sas van Gent en Ber gen op Zoom. „En daar zitten er van Blanken- berge en Boulogne, wij doen met hun wedstrijden ook altijd mee. Het zeehengelen komt enorm op. Er is geen sport waarbij een wed strijd zoveel werk tevoren geeft van al die inschrijvers moet een kaart worden gemaakt. Dan moe ten door loting de plaatsen worden aangewezen, en wilt ge wel gelo ven dat ge daar de ganse nacht mee doende zijt Dan zijn er nog de plaatjes en de pinnen (voor de vis) en ieder krijgt z" n nummer. Ja, iedereen mag deelnemen als hij maar met een werphengel of hen gel met één dobber vist. en met niet meer dan vier haken. Hij moet zich trouwens aan het reglement houden, dat bevoorbeeld het gc- reedhebben van reservehengels met aas eraan verbiedt. Daar hebben we nog last mee gehad een Fransman baalde op en wierp meteen een nieuwe hengel uit, dat is nu eenmaal verboden. De jury moet dan corrigeren, maar deze man nam het niet en liep nijdig weg dreigend dat hij niet weer zou komen. Zoiets gebeurt heel zelden." „Met wat voor aas vist u ?"- .Met alle soorten, maar meest met wor men. Je hebt dus deze hij plukt Zeehengelen: een gezonde sport een donkergrijs soort juniorpaling uit een doos en dan de „zagers", die hebben pootjes en ze zijn roder." Hij kijkt op en lacht met een. „Ja, u hebt zeker vanmor gen... Sommigen zoeken ze zelf, maar ze zitten hier een halve me ter onder de zeeklei en het is een enorm werk. De vrouwelijke deel nemers vinden het griezelig, die vissen met kunstaas. Of er veel vrouwen meedoen Zeker vier op de tien. En als zij zelf niet vissen komen ze vaak met de kinderen mee, zodat het gezin toch samen is. Wij vinden dit wel een voordeel van deze sport. Bij al die voetbal lers zitten de vrouwen en kinderen eeuwig alléén thuis. Dan de verscheidenheid van vis die hier gevangen wordtkabeljauw, schelvis, bot, tong, tarbot en griet en nog wel meer. Bij de binnen visserij heb je veel minder moge lijkheden. En dan kun je op op zee het hele jaar vissen. Wie een keer op zee gevist heeft vindt het zoete water veel te tam. Wij willen nu nog met boten de zee op, zodat je verder uit kunt werpen. Uit Ant werpen kunnen we misschien oude reddingsboten kopen. Die zijn zeer zeewaardig." Vistuig Een in zich zelf gekeerde visser legt uit met welk tuig hij vist „met de werphengel, die dus geen dobber kent. Met behulp van de „molen" waarom het meterslange nylondraad gerold zit en drie of vier haken met een stuk lood „werpt" men z'n tuig het water in, zo'n 100 a 150 m. ver. Nu niet bij deze wind ben je blij met dertig meter." Het is te zien de golven rollen lawaaierig aan en aan op de bazaltkeien, in tegengestelde be weging tot de werprichting. „Ik ben met een voituur uit Oos tende gekomen" vertelt hij lang zaam. Het is bij ons zo schoon niet meer. Goed er is meer aangepast, wat zal ik zeggen, ge hebt villa's en den boulevard. Maar dit hier hij wijst vóór zich naar het einde loze woeste water en achteruit naar de hoge dijk waar niets te zien is dan een boerderijdak en wat bomen is kalm, dat doet de mens goed." Een Rotterdammer, drukbezet in de weekdagen, vertelt het óok „Als ik vis ben ik alles vergeten, ook dat ik op tijd thuis moet zijn en dat ik nog een transactie heb lopen. Je zit alléén aan het water, niet opgejaagd, en niet genood zaakt met iemand te praten of lawaai aan te horen, alleen maar turend over het water en met je eigen gedachten." Er is iets uitermate -ustgevend in het hier zitten de hemel boven je en wild varende wolken ver voor uit, geluiden van de meeuwen vlak naast ie. En hier aan de Schelde is het stil en wild. We praten nog even met de voor zitter, die met' blauwe ogen pein zend op het verre water kijkt. „Zijn de hengelaars daarnaast ook nog wel lid van andere verenigin gen Van de muziek nog wel eens. Praktisch niet van andere sportclubs. En heel merkwaardig is, dat je voetballen en hengelen nooit verenigd ziet." Hij moet al weer verder, er wordt met zwier iets opgehaald verderop. Het wa ter klotst tegen de stenen Daar ligt een tros bananen aangespoeld, van wie weet waar Groen zijn ze nog. De stem van een bestuurslid ver telt iemand anders „Van de zomer gaan we met z'n allen naar de wedstrijd in Zeebrugge. Vorig jaar was het in Boulogne. De vrouwen gaan ook mee. Vissen ze niet. dan winkelen ze wel. En an ders komen ze naar de zeedijk." Zover liet oog kan turen zitten de zwarte stippen langs de Schelde. Ze komen ieder op zijn manier tot zichzelf, en turen, en denken. Ze praten weinig. En voor hen is breed en geweldig het water de zee Eva Scaldis Hij kan lachen! Zijn regenjas ziet er'weer uit als op dc dag, dat hij 'm kocht, ener gaat geen druppeltje regen door! Gun Uw regenjas óók 'n KWALITEITS- BEHANDELING Regenjas (incl. waterdicht) 4.90 KERKNIEUWS HERV. KERK. Bedankt voor Zoetermeer (tweede pred. plaats) C. M. Vos te Benne- kom. GEREF. KERKEN. Examens: de classis 's-Gravenhage heeft praeparatoir geëxamineerd en beroepbaar verklaard de heren C. Gros, Voorburg, en E. D. J. de Jong, 's-Gravenhage. .Kandidaat Gros is terstond beroepbaar. Kandidaat De Jong heeft een beroep ontvangen van de kerk van 's-Gravenhage-Oost met de bedoeling hem af te staan als vlootpredikant. CHRIST. GEREF. KERKEN. Beroepen te Schiedam J. Keuning te Venendaal. LEZERS SCHRIJVEN De paardestaart De staart hoort bij het paard. In uw blad van 14 september las ik de veroordeling voor het couperen van de paardestaart. Ik juich het toe, dat hiervoor gestraft wordt, maar betreur het dat die straf zo gering is. Het verbaast me dat de rechter denkt dat hij dit euvel de kop in kan drukken met f 100 boete. Mijns in ziens had dit minstens f 1000 moeten zijn om iets te bereiken. Ten eerste is het de wet overtreden en voorts is het een zeer pijnlijke dierenmis handeling. Er zou ook een strenge controle moe ten zijn, anders gaat men gewoon door. Middelburg. Een dierenvriend. ZEEUWEN ALS EMIGRANTEN De emigrant die de bordjes wist te verhangen (Van onze correspondent in Australië) „We missen bier zo onze club", is een klacht die vaak onder de immi granten gehoord wordt. Die club kan zijn van de klaverjassers, de scha kers, de biljarters of welk ander soort liefhebberij een mens er op na kan houden, maar de immigrant mist hem zodra hij in den vreemde komt; in elk geval de eerste tijd. Totdat hij de club ontgroeit of een andere lief hebberij vindt. En dat deed de heer Gravesteïn. De heer Gravestein woonde aan de Kasteelstraat in Vlissingen. Hij was monteur van beroep en dat is niet kwaad om mee te emigreren. „Ik was nog geen acht uur in het kamp, of ik had al een baan", vertelt hij, als hij het over zijn werk heeft. Daar over praat hij niet eens zo veel. Hij heeft het liever over de vissport, waar hij om zo te zeggen „weg" van is. „Hier in Australië kun je pas vis sen", getuigt hij. En dan te weten, dat hij in het oude vaderland nauwe lijks een hengel aanraakte „Om eerlijk te zijn, ik had er de kou niet voor over", luidt zijn bekentenis. Maar van die kou heb je in Austra lië geen last. Enthousiast verklaarde hij: „Het is hier de echte buiten sport, de grote liefhebberij". Nu is het ook de moeite waard om van die knapen van forellen, „schnapper" of welke andere vissoort ook te van- Erhard opvolger van dr. Adenauer De Westduïtse minister van defensie, Franz-Josef Strauss, een der invloed rijkste mannen uit het kabinet-Aden- auer, heeft woensdag tijdens een verkiezingstoespraak over de Beierse radio verklaard, dat als Adenauer zich uit de politiek zou terugtrek ken hij zal worden opgevolg door de minister van economische zaken, Ludwig Erhard. EIS: 1 JAAR MET AFTREK Verkocht auto's die niet zijn eigendom waren Wegens verduistering meermalen ge pleegd en oplichting heeft de officier va.i justitie bij de Amsterdamse rechtbank, mr. L. van den Berge, don derdag tegen de 43-jarige autohande laar E. van G. uit Nieuwer Anistel een jaar gevangenisstraf met aftrek, van het restant vier maanden voor waardelijk en toezicht van de reclas sering geëist. Bovendien vroeg de of ficier omzetting van de zes maanden, die dez/verdachte twee jaar geleden wegens identieke feiten voorwaarde lijk waren opgelegd. De verdachte had in vijf maanden tijd - - in de periode van december 1960 tot mei 1961 auto's, die hem in consignatie waren gegeven, ver kocht en de opbrengst niet afgedragen en had een financieringsmaatschappij bewogen hem f 1750 te verstrekken op een auto. die hem niet toebehoorde. De officier zei dat de rechtbank met deze zaak midden in de tweedehands autohandel is terecht gekomen „en dan nog wel in het deel, waardoor do autohandel een slechte naam heeft ge kregen." Verdachte noemde hij een „kwalijke appel in de handelsmand" en een fantast. Zelfs een dag voor zijn arrestatie vertelde ij de toezicht houder van de reclassering nog dat alles goed ging. Hij heeft het zelfs gepresteerd om aan dc eigenaar van een auto, die hij (de verdachte) inmid dels had verkocht, te vertellen, dat de wagen was gestolen." Mr. van den Berge zei tenslotte de te eisen straf tevens als waarschuwing te bedoelen „aan het adres van de velen, die zich in deze branche met duistere prak tijken bezighouden." De heer Gravestein met zijn hengel op de rotsen. gen. „En je hoeft hier niet bang te zijn voor ondermaatse vis", merkt de heer Gravestein op. Vissen uit heimwee Hoe de heer Gravestein er toe kwam, te gaan vissen? Eigenlijk uit heimweer „Vooral toen ik nog weinig of niets van de taal kende, had ik het te kwaad", bekent hij. Merkwaardig genoeg praat zijn echtgenote daar niet over. „Met zes kinderen om je heen, heb je geen tijd om te piekeren; en bo vendien was ik geen lid van de kaartclub", voegde zij er lachend aan toe. Maar goed, toen ze zo'n maand of zes in kamp en hostel hadden doorgebracht, adviseerde ze zelf haar echtgenoot om te gaan vis sen. „Ik zag dat hij zenuwachtig werd en dat het mis ging", zegt ze, „in het kamp waren mensen met een auto die mijn man aan boden met hen mee te rijden naar de rivier of naar zee". En zo, min of meer geduwd door zijn echtgenote, kwam de heer Gravestein in aanraking met de visclub. „Daar genieten we nu zelf van mee", aldus mevrouw Gravestein. Want er is inmiddels een eigen auto gekomen en op mooie dagen die er veel zijn! gaat het hele gezin Gravestein mee uit vissen. „Ik werk hier met genoegen. Dat is vroeger wel eens anders geweest", bekent de heer Gravestein. „Als het 's winters zo regende of koud was, las ik altijd met verlangen over Aus tralië en de zon. Dat gaf eigenlijk wel de doorslag bij ons. Heus, het is vaak moeilijk geweest, maar mjjn vrouw hielp me er bovenop, al viel het voor haar ook niet mee". De vakbond had het de heer Grave stein ook niet moeilijk gemaakt. Zijn werk kende hij, over de taal is hij bij een examen een keer gestrui keld. Maar zijn werkgever, die een groot expeditiebedrijf had, gaf hem een steuntje: Dat wil zeggen: de overuren waren voor hem. „Die man moet nog op de been geholpen wor den". placht de baas te zeggen. „We hadden dan ook geen cent~toen we hier kwamen", bekent de heer Gra vestein. Nu heeft hij een moderne woning in een der voorsteden van Melbourne, niet te ver van het strand. „Twee maal in de week heb ik nog mijn overuren, maar vrijdag avond is het afgelopen. Dan begint het weekeinde, tijd voor de vissport", zo verklaart hij. Een enkele keer trekt hij met de vrienden van de club ver weg, op de forellenvangst, maar gewoonlijk is het de zeevisserij en dan staat de heer Gravestein, zoals duizenden Australiërs dat doen, op een rots blok aan de kust. Het is dan wel op- nassen, want de golven zijn verra derlijk en menig- onvoorzichtig vis serman werd door een onverwachte golf meegesleurd. Maar de heer Gravestein heeft in de loop der ja ren die gevaren leren onderkennen. ..Tk heb er nn graag de kaartclub voor ingeruild", luidt zijn verklaring. In het theatei „Tusclunslei" in Amsterdam heeft Ü.KJi. prinses Beatrix donderdagavond de Ne derlandse première bijgewoond van de film ,J2xodus". welke een klein onderdeel van de joodse tra gedie in de tweede wereldoorlog behandelt. Foto: de prinses wordt na haar aankomst door de am bassadeur van Israël in Neder land dr. H. A. Cidor het theater binnengeleid.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 13