DE KERKEN
maatschappij
Opbouwende kritiek
op Wereldraad
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
CETALAC
1 stuk Palmolive
bij 2tuben Colgate
Tandpasta
LEGER DES HHEEFT
OOK GEESTELIJKE TAAK
HET JASON-MYSTERIE
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1961
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
15
f Advertentie l
p-M
en de
GESPREK IN GENÉVE
Afgezien van de rooms-ka-
tliolleke en nog enkele niet
aangesloten orthodoxe ker
ken zijn er ook nog verschil
lende protestantse kerken,
gemeenten en kerkelijke ge
meenschappen die om princi
piële redenen niet zijn toege
treden als lid van de Wereld
raad van Kerken en die ten
dele ook zeer kritisch staan
tegenover de doelstellingen
van raad. Het Oecumenisch
Instituut Bossey bij Genève
heeft daarom vooraanstaande
persoonlijkheden „die hun
kritiek op oecumenische or
ganisaties openlijk hebben
geuit of zich van de samen
werking hebben teruggetrok
ken", uitgenodigd tot een
openhartig gesprek over „De
gemeenschappelijke christe
lijke taak in onze tegenwoor
dige wereld". Veertig van hen
hebben aan de uitnodiging
gevolg gegeven.
De meeste kritiek op de Wereld
raad werd uitgeoefend met be
trekking tot de opvatting die deze
heeft over het begrip „kerk". De
Wereldraad wordt gevormd door
kerkgenootschappen, waarvan er
vele duizenden leden hebben. De
critici waren echter van- mening
dat de meeste personen die als lid
van deze kerken staan ingeschre
ven, slechts in naam lid zijn, aan
gezien de ware kerk alleen door
hen wordt gevormd, die hun ge
loof persoonlijk belijden en er
kennen dat zij door het werk van
de Heilige Geest zijn wedergebo
ren.
Men had ook kritiek op het feit
dat de Wereldraad onder zijn le
den kerken heeft met sterk uit
eenlopende en zelfs tegenstrijdige
leerstukken, zoals bij voorbeeld
de kerken die met de staat zijn
verbonden en zij die beslist geen
staatsinmenging wensen.
Contacten afgekeurd
De talrijke informele contacten
die bestaan tussen de leiders van
de Wereldraad en die der Rooms-
Katholieke Kerk werden eveneens
afgekeurd.
Dr. H. H. Wolf, de directeur van
het Oecumenisch Instituut, deel
de mee dat de discussies bijzonder
openhartig zijn gevoerd en dat ze
zeer waardevol waren voor de op
lossing van verschillende vraag
stukken. Bovendien vestigden ze
er de aandacht op, dat de centrale
kerkelijke vragen des te beter
zuUeu worden begrepen naarmate
men er meer van doordrongen is
dat het de taak van de heden
daagse christenen is, te bouwen
op een gezonde bijbelse basis.
Onder de aanwezigen waren ds.
G. W. Kirby uit Londen, secreta
ris-generaal van het Evangelisch
Verbond, ds. R. Thaut, een Bap
tist, de directeur van de Federa
tie van Duitse Onafhankelijke.
Kerken, dr. Nórman Goodall uit
Londen, de secretaris van het Ge
zamenlijk Comité van de Wereld
raad van Kerken en de Interna
tionale Zendingsraad en bisschop
Ferdinand Sigg. van de bisdom
men Midden- en Zuid-Europa van
de Methodistische Kerk.
Generaal Wilfred Kitching, de in
ternationaal leider van het Leger
des Heils was in Nederland voor
een conferentie in de kweekschool
te Amstelveen met de leiders van
de Legerarbeïd uit een aantal
Europese landen.
Op deze conferentie is de arheid
van het Leger des Heils, en wel
in het bijzonder in Europa bezien.
De resultaten van het werk in
West-Europa blijven ten achter
hij die in andere continenten.
Op sociaal gebied is er niet meer
zoveel werk voor het Leger des
Heils, maar zo zei de generaal
tijdens een persconferentie „het
accent valt op de evangeliever
kondiging". „Wij zijn een geeste
lijke beweging en niet slechts een
organisatie, die zich bezighoudt
met sociale nood."
De conferentie van de Legerlei
ding heeft zich verder bezigge
houden met het bezoek aan de
openbare samenkomsten, met de
werving van officieren en hun
verdere ontwikkeling, de ontwik
kelingen in het jeugdwerk, met de
verhouding van het Leger des
Heils tot de kerken en de band
met de Wereldraad van Kerken.
Er is een verandering melkbaar
in de houding ten aanzien van de
kerken. Hield het Leger des Heils
zich vroeger wel eens te afzijdig
thans ziet men in dat men niet
buiten de eenheid van de kerken
kan blijven staan, al blijven de
eigen methoden gehandhaafd. Op
de komende Assemblee van de
Wereldraad van Kerken te New
Delhi zal een aantal afgevaardig
den, voor het merendeel uit lan
den in het Oosten, het Leger ver
tegenwoordigen.
Kerk van Lions
te koop
In een advertentie werd onlangs
prijsopgave verzocht voor het slo
pen van de hervormde kerk in het
Friese dorpje Lions. Het kerkje
verkeert in een toestand van ern
stig verval: de cementlaag over
de „oude Friezen" schilfert overal
af, de muren scheuren en verzak
ken en het regent steeds meer in.
Een restauratie zou anderhalve-
ton moeten kosten, maar Lions
telt slechts 35 zielen, van wie er
zes lidmaat zijn van de Hervorm
de Kerk
Samen met' het naburige dorp
Huins zijn het er nog maar zestig.
Bovendien heeft het weinig zin
om in Lions nog kerkdiensten te
houden: de kerk van Huins ligt
vlak bij. In Lions worden al sinds
een jaar geen diensten meer ge
houden.
Het kerkje staat weliswaar op de
monumentenlijst, maar de Rijks
dienst voor Monumentenzorg
schijnt zich met de sloop te heb
ben verzoend. De kerk heeft wei
nig monumentaals meer: de za
deldaktoren is in de vorige eeuw
vervangen door een spits. Zij is in
de -veertiende eeuw_op de terp van
Liens gebouwd als kerk van de
r.-k. parochie van Sint-Catharina.
In de loop der eeuwen is er veel
aan interieur en exterieur veran
derd, zodat er van het oude wei
nig meer over is.
Herv. knapenvereniging
in het goud
Deze maand is het veertig jaar
geleden dat. - in Nederland werd
opgericht de Bond voor Neder
landse Hervormde Knapenverenï-
gingen op Gereformeerde grond
slag. De kerkelijke herdenking zal
plaatshebben op zaterdag 16 sep
tember 1961 om half drie in de
St.-Laurenskerk te Rotterdam.
Voorganger in deze dienst zal zijn
het hoofdbestuurslid ds. ïl. E.
Ivuus te Linschoten.
KERKNIEUWS
Prof. dr. I. H. Enklaar
benoemd tot docent
Prof. dr. I. H. Enklaar, hoogleraar
in de kerkgeschiedenis aan de theo
logische hogeschool te Djakarta, is
in ons land teruggekeerd, omdat zijn
diensttijd in Indonesië is beëindigd
en hij als predikant van de pro
testantse kerk in Indonesië het eme-
rïtaats-recht heeft ontvangen.
Dr.' Enklaar is nu benoemd totdo
cent aan de zendings-hogeschool te
Oegstgeest en als predikant-direc
teur van het zendingshuis der Neder
lands Hervormde Kerk aldaar, ter
vervanging van ds. K. H. Jonkman,
die zich voorbereidt op praktische
zendingswerkzaamheden in Wcst-
Afrika.
Ds. Van Griethuysen
(Groede) in hel goud
Zondag 10 september zal het vijftig
jaar zijn geleden, dat ds. W. A. van
Griethuysen uit Oegstgeest, eervol
ontslagen predikant van de Neder
landse hervormde kerk en oud-pre
dikant-directeur van de Stads- en
Landsevangelisatie Silo te Brussel-
Laken in België werd bevestigd als
predikant.
Ds. Van Griethuysen werd op 22 ok
tober 1883 in de hervormde pastorie
van Haren geboren. Hij bezocht het
Athaeneüm te Antwerpen en stu
deerde aan de Université Libre te
Brussel, waar hij zijn kandidaats
examen wijsbegeerte en letteren af
legde en daarna theologie aan de
rijksuniversiteit te Utrecht.
Nadat de heer Van Griethuysen in
1910 door het provinciaal kerkbe
stuur van Friesland was toegelaten
tot de evangeliebediening werd hij
op 10 september 1911 bevestigd als
predikant van de hervormde ge
meente van Buurmalsen. Op 17 ok
tober 1920 verwisselde de jubilaris
deze gemeente met die van Groede.
welke gemeente in 1922 met die van
Nieuwvliet werd gecombineerd. In
deze gemeente kreeg ds. Van Griet
huysen in verband met zijn benoe
ming tot predikant-directeur van de
Stads-en Landsevangelisatie Silo te
Brussel meV ingang van 30 septem
ber 1930 eervol ontslag met de be
voegdheid van emeritus. Ds. Van
Griethuysen is te Brussel werk
zaam geweest tot 1 november 1951,
toen hij op achtenzestigjarige leef
tijd zijn ambtsbediening heeft neer
gelegd. Daarna keerde ds. Van
Griethuysen naar Nederland terug
en vestigde hij zich te Oegstgeest.
Tijdens zijn ambtsbediening te
Groede en Nieuwvliet was ds. Van
Griethuysen o.m. lid van het classi
caal bestuur van IJzendijke en prae
tor van de ring IJzendijke.
GEREF. KERKEN
Aangenomen naar Krabbendijke B.
Fidder, kand. te Emrnen, die bedank
te voor zeven andere beroepen.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Leiden: A. Hofman te
Zeist.
1888. De Mohïcanen hadden
overhaast de vlucht geno
men, toen de geheimzinnige
blauwe straal enkelen hun
ner -neergeworpen had.
Vanuit het struikgewas za
gen zij hoe de vluchtelingen
in de buik van het vreemde
metalen monster kropen en
de deur zich sloot. In plot
selinge opkomende woede,
schoten zij hun pijlen op die
deur af en slingerden hun
lansen er tegenaan, zodat
het kletterde. Binnen in
het ruimteschip boog Zil
vervos zich over df arm
van piloot Storm, waaruit
de gevederde schacht van een Mohicanenpijl
slak. Met een vaardigheid, die bewees dat hij
dergelijke karweitjes vaker bij de hand had
gehad, verwijderde hij de, pijl uit de wond. Hij
was vervuld van bewondering voor Het grote
bleekgezicht, dat de pijnlijké operatie door
stond, zonder een kik te geven, zoals een
echte, dappere roodhuid clat ook gedaan zou
hebben. Daarna nam Titia de geneeskundige
hulp van het jonge opperhoofd over, legde
desinfecterende watten op de wond en verbond
deze. Het was gelukkig slechts een vleeswond
en Arend voelde zich al 'n stuk beter, nu de
pijl uit zijn arm was.
Het japanse prinsje Hiro, het
zoontje van prinses Mitsjiko en
kroonprins Akihito van Japan,
moest met zijn ouders op de foto
tijdens een bezoek aan het va
kantieverblijf van de kroonprins
in de bergen bij Karuizawa. Het
prinsje toonde veel belangstel
ling voor de camera van de foto
graaf en leverde dus samen met
zijn moeder een dankbaar onder
werp voor de fotograaf, die ge
lukkig een tweede camera had
meegenomen
Zes gewapende Europeanen hebben
een inval gedaan in een ziekenhuis in
Algiers en twee Europese jongelieden,
die onder arrest waren om te worden
gehoord wegens een moord op een mo
hammedaanse politieman, meegenomen.
Ail ver t entte J
Verf met gemak en..
yan Ceta Bever
FEUILLETON
I Door JOHN NEWTON CHANCE
„Die poorten zijn met opzet zo ge
maakt", zei Norway. „En die wallen
ook. Ik zal het je wel eens vertellen."
De koplichten van d- nu tot staan ge
brachte auto beschenen fel de ruwe
inkervingen en 't zware ijzerbeslag-
van de poort. Norway liet de claxon
klinken, welks geluid twee- of drie
maal op verre afstand werd weer
kaatst. ..Houd je goed. kindlief", lach
te John kort. „Op dit uur ziet alles er
steeds het minst aanlokkelijk uit.
„O, dat weet ik wel. Maak je over mij
geen zorgen. Ik ben alleen matir wat
opgewonden."
Meteen ging een derpoorlduuren open
en trad een kleine man, wiens krom
me benen in een rijbroek staken, te
voorschijn. Hij nam zijn pijp uit de
mond en stopte ze haastig in de zak.
Toen tikte hij aan zijn lakense pet en
liep naar het zijraam van de auto aan
Norway's kant.
De man had een kaboutergezicht met
ogen als knopen en een soort perma-
ne.nte grijns, die zelfs in de verste ver
te niet voor een lach kon doorgaan.
..O, u is immers meneer Norway", zei
hij, andermaal aan zijn pet tikkend.
„Juist", antwoorde John. „Jij bent
zeker Jack Gedge Ik herinner me
je."
Gedge bleef een ogenblik voor zich uit
staren, sloeg toen een blik op Shirley
en raakte voor de derde keer aan zijn
pet. Ten slotte draaide hij zich om.
liep terug en opende de poort zo wijd
mogelijk.
Langzaam reed de auto 't binnenplein
op, een uitgestrekt plein, aan drie
kanten omgeven door hoge muren
aan de vierde zijde verrees het huis.
In de open deur gloeide geelachtig
licht als uit een reusachtige muil.
Achter hen sloegen de poortdeuren
met donderend geweld weer toe.
Norway stapte uit, gevolgd door Shir
ley. Een ogenblik bleef ze weifelend
staan en wierp toen een blik op haar
begeleider.
Deze staarde naar de deur alsof hij
haar totaal vergeten was. In zijn ogen
lag een zonderlinge, starre uitdruk
king de lijnen om zijn mond trokken
zich weer strak te zamen.
Ze voelde zich plotseling geheel alleen
en had moeite niet in tranen uit té
barsten, 't Was alsof hij een vreemde
was geworden, iemand die niets om
haar gaf... en erger alsof hij deze
nacht geleidelijk zo was veranderd.
Hoe dichter ze Combe waren gena
derd, hoe minder warmte er van hem
was uitgegaan. Shirley beefde van
angst en rilde over het gehele li
chaam. Zelfs de lucht, die ze inadem
de scheen kil en onheilspellend. Hij
ging haai' voor naar de open deur en
als een angstig kind snelde ze hem
achterna, volgde hem in zijn schaduw,
alsof dit het enigewas dat van de man
dié ze had liefgehad nog overbleef.
Weldra echter vertraagde een gevoel
van schaamte, van zelfverwijt haar
schreden. Toen hij de drempel had be
reikt, keck Norway eensklaps naar
haar om, maar ze las in zijn donkere
ogen geen spoor van genegenheid,
veeleer slechts plotseling opgekomen
vrees, alsof hij bang was dat ze de
vlucht had genomen. Daarvoor was
het echter te laat ze liep met hem
mee en samen betraden ze het enorme
stenen gebouw.
In de met plavuizen bevloerde hal
wachtten twee mensen, een man en
een vrouw, hen op. Ze stonden er stil
en oplettend, misschien wel eerbiedig,
met de rug naar het hoog Hangende
elektrisch licht. Shirley vond hun
houding kritisch en vijandig. Haar
stemming was zo gedrukt, dat zelfs
van de onregelmatig verspreide zwar
te trappen, die in de hal uitmondden,
een dreiging scheen uit te gaan. De
man van liet tweetal was groot, plomp
en fors. Hij droeg een kostbaar grijs
pak, dat hem los en gemakkelijk om
het lijf hing.Hij deed een stap vooruit,
terwijl de vrouw nog bleef waar ze
was. Zich tot Norway wendend, stelde
hij haar voor.
„Deze dame is mevrouw Darracot, uw
huishoudster", zei hij.
John en de vrouw gaven elkaar de
hand.
„Ik ben William Keep", voegde de
zware man eraan toe en sloeg toen
een blik op Shirley.
Deze had echter slechts aandacht
voor de vrouw, terwijl die John be
groette. Het was een donkere vrouw,
maar met zonderling lichtgroene ogen
zo licht en groen dat ze een boze
indruk maakten. Ook lag er iets be
grijpends en uitdagends in. Om haai*
weelderige mond speelde het begin
van een glimlach toen ze Norway wel
kom heette.
Onwillekeurig voelde Shirley in deze
vrouw een vijandin, maar opeens zag
ze Will Keep zo brutaal, bijna onbe
schaamd naar haar kijken, dat het
bloed haar naar de wangen steeg.
„Mag ik jullie mijn verloofde, juf
frouw Grey, voorstellen zei John.
Shirley gaf beiden 'n hand. De hand
druk van mevrouw Darracott was kil
en afwijzend, terwijls Keep's wonder
lijk kleine en zachte hand een ogen
blik weifelend en onbehaaglijk die van
het meisje vasthield. Ze trok haar
hand vlug terug en probeerde zich bij
de omgeving en de mensen aan te
passen. Och ze verbeeldde zich zeker
allerlei wat hen betrof omdat zijzelf
uit haar gewone doen was. Zo zag
overal in feite niet bestaande vijan
digheid en minachting, die ze slechts
voor zichzelf moest voelen.
„Ik heb wat eten klaar gemaakt", zei
mevrouw Darracott en liet er, zich tot
Shirley wendend op volgen Ik zal
Gedge vragen, wat vuur in uw kamer
aan te leggen."
„O, geeft u zich geen moeite, me
vrouw Darracott", antwoorde Shirley.
„Het is al zo laat."
De „huishoudster" was al onderaan de
trap, maar keerde zich even om.
,,'t Kost niet veel tijd", verzekerde ze.
„Het spijt me, dat er niet eerder voor
is gezorgd, maar we wisten niet, dat
U zou komen."
In de nu volgende onbehaaglijke stilte
hoorde men enkel de zachte, gelijk
matige voetstappen van de vrouw op
de trap naar de boven heersende duis
ternis. Het leek Shirley of haar hart
stil stond. Dit scheen haar het ergste
van alles.
Willard Keep zag haar aan alsof hij
haar stemming aanvoelde en begreep.
John Norway daarentegen bleef stug
en onvriendelijk naar de trap staren,
maar nam absoluut geen notitie van
Shirley.
De elektrische lampen aan de zolde
ring verspreidden een steeds zwakker
licht. Shirley wenste heimelijk, dat ze
maar helemaal uitgingen, zodat ze de
afschuwelijke omgeving niet meer zou
zien en alleen met haar ellende zou
blijven.
En John scheen niets te begrijpen, he
lemaal niets. Zag niet eens naar haar
haar om
„De dynamo raakt defect", zei Wil
lard Keep met een blik op het nu rood
achtig schijnsel. „Ik heb de smid
gevraagd, of hij morgenochtend eens
aankomt." Meteen stak hij een hand
uit en nam haar zo vriendelijk bij de
arm, dat ze een ogenblijk dankbaar
naar hem opkeek. „U zult wel trek
hebben, juffrouw Grey", zei hij. „Ga
mee naar het haardvuur en eet iets."
Shirley gevoelde in hem een bondge
noot tegen de vijandigheid van me
vrouw Darracott en Norway's koele,
om niet te zeggen ijzige houding. Ze
liep met de forse Keep een gang in,
alsof ze blij was. dat hij haar een
ogenblik van de kille, sombere figuur,
nog kort geleden John Norway, be
vrijdde.
Intussen slechts een ogenblik, want
Norway volgde hen, zwijgend en in
gedachten verdiept.
Ze kwamen in een grote stenen keu
ken, waar 'n enorm houtvuur brand
de; de vlammen leken steeds helderder
op te laaien naarmate het elektrisch
licht verzwakte.
Op een houten tafel was eten klaar
gezet, terwijl boven het vuur een ijze
ren ketel pruttelde.
„Ik heb geen trek", zei Shirley opeens,
meteen Keep's arm van zich afschud
dend, alsof ze op het punt stond weg
te lopen.
Toen zag ze. hoe John haar verbaasd
of was het vertoornd gade
sloeg
„Nu, dan een kop thee", klonk de wat
dof-stroperige stem van Willard Keep.
„Ik weet het beste wat goed is zo mid
den in de nacht. Kijk maar
(Wordt vervolgd);