Muyvesant
Dr. Otte was arts en
zendeling in China
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
Sport
De groene hel
Neem het uw winkelier
niet kwalijk..
Het blanke mysterie van de Matto Grosso
10
PROVINCIAL E ZEEUWSE COURANT
VRIJDAG IS AUGUSTUS 1961
IN VLISSINGEN GEBOREN
Een ziekenhuis
voor twee
halve centen
Vlissingen heeft tal van zeehel
den voortgebracht. Zij hebben
hun leven voor het vaderland
opgeofferd. Wie echter zijn le
ven waagt tot behoud van ande
ren is niet minder een held. Zo'n
held was de zendeling-arts dr.
Johannes Abraham Otte, gebo
ren te Vlissingen op 11 augus
tus 1861, dus juist een eeuw ge
leden. Zijn vader was bakker
van beroep.. Hij verliet Yerseke
en vestigde zich te Vlissingen
in de bakkerij op de hoek van de
St. Jacobsstraat, tegenover de
kerk, thans bewoond door de
bakker Bosselaar.
Zijn moeder heette Beenhakker, even
als Otte, een bekende Zuidbevelandse
familienaam. Zijn ouders hadden be
sloten hun kind aan de dienst des
Heren te wijden. Daar de bakkerij
niet te goed ging, vertrok het gezin
naar Amerika; Johannes bezocht het
Hope College in het stadje Holland.
Zijn toch al niet te sterke stem ver
zwakte door hevige aanvallen van
difteritis, zodat hij niet in de theolo
gie maar in de medicijnen ging stu
deren.
Een geestelijke opwekking onder
de studenten, waarvan Otte de
ziel moet geweest zijn, had ten ge
volge dat vele studenten de ge
lofte aflegden zich aan het zen
dingswerk in China te zullen wij
den.
Toen Ootte zijn studies voleindigd
had, kon hij door de zendingsvereni
ging wegens geldgebrek helaas niet
uitgezonden worden.
In Amerika leerde hij de heer Van 't
Lindenhout kennen, de bekende stich
ter van de weesinrichting te Neer
bosch. Deze was op een rondreis om
geld te verzamelen voor zijn stich
ting. Hij bracht Otte mee naar ons
land. Otte legde zich onder leiding
van de beroemde professor Donders
te Utrecht toe op de studie van oog-
Maanraket-motor gaf het
tijdens proef spoedig op
Op de Amerikaanse luchtmachtbasis
Edwards in Californië is een F-l ra
ketmotor beproefd. De motor is be
stemd om te worden ontwikkeld tot
de krachtbron om mensen en machi
nes naar de maan te sturen.
Het brullende monster stelde zijn
publiek echter teleur. Vast veran
kerd op een zware bok lag de motor
proef te draaien. Maar reeds na an
derhalve seconde werd het stil. Er
was een defect in het brandstofvoe
dingssysteem en bij elk defect scha
kelt de motor zichzelf uit.
De technici constateerden met toch
wel iets van voldoening, dat de mo
tor in die anderhalve seconde ruim
een miljoen pond stuwkracht had
geleverd.
Draaiend restaurant op
Londense televisiemasl
H Het Britse ministerie van m
openbare werken heeft bekend-
f§ gemaakt, dat er een draaiende n
vloer zal worden gebouwd in ee
het restaurant, dat gehuisvest
zal worden onder de top van de
nieuwe, 160 meter hoge televi-
siemast in Londen, die in 1963 n
M gereed moet komen.
De vloer van het restaurant g
zal met een „snelheid" van nog
jü geen twee meter per minuut
draaien, zodat de gasten in
ongeveer een half uur een keer
H rond zijn geweest en een com-
pleet panorama van Londen ee
nebben bewonderd. 3
ziekten, die veel in China voorko
men. Als hospitant bracht hij zijn
vakanties in Neerboseh door.
Een ziek meisje, dat wist Jat Otte
zendeling in China wilde worden,
gaf hem eens haar twee halve
centen met de woorden: „Daar
moet U in China een ziekenhuis
van bouwen". Deze kleine gift in
alle onschuld geschonken, werd
gevolgd door grote gaven toen dr.
Otte spreekbeurten vervulde om
geld te verzamelen voor een zie
kenhuis in China. Ondanks vele
teleurstellingen heeft hij toch zijn
doel kunnen bereiken.
Na zijn huwelijk in 1887 vertrok hy
als zendeling-arts naar China.
Onder veel tegenwerking en vaak
met gevaar voor zijn leven heeft hij
te Anoy 20 jaar lang het evangelie
gepredikt en zieken genezen. Hij
stichtte daar een mannen- en een
vrouwenhospitaal. Zorgvuldig be
waarden hij de twee halve centen. Hij
heeft ze laten vergulden en droeg ze
steeds aan zyn horlogeketting.
Een in ons land gevormd Dr. Otte-
comité steunde zyn arbeid.
Na besmetting door een patiënt, die
longpest had, overleed hy aan deze
ziekte op 14 april 1910.
De herinnering aan hem wordt te
Vlissingen bewaard door een naar
hem genoemde straat.
1869. Het was voor piloot
Storm af en toe moeilijk om
zich te realiseren, dat hij in
een ver verleden vertoefde,
temidden van wilde India
nenstammen, die er stellig
geen idee van hadden, dat
binnen enkele eeuwen op de
ze plaats de reusachtige ste
nen wigwams zouden verrij
zen van een geweldige stad,
waarin mïllioenen bleekge-
zichten zouden wonen.
Hij stond hier immers we
derom aan de oever van de
Hudson. Zilvervos, die zich
helemaal niet met zulke ge
dachten bezighield, wees
naar de overkant en zei: „Mohiean!" Toen
wenkte hij Arend hem te volgen. Zij slopen door
het riet en geboomte langs de oever tot zij eer
plek bereikten, waar onder takken en bladeren
een flinke kano verborgen lag. Zonder verder
onnodig gepraat, maakten zij de boot vrij en
sleepten hem naar het water. De zon was achter
de horizon verdwenen en de avondnevels hingen
laag over de rivier, toen dé twee zonderlinge
metgezellen van de oever afstieten om zo stil
mogelijk naar de andere zijde te peddelen.
Zonder net minste geplas van de roeispanen
gleed de kano als een schim over de Hudson.
HOOG EN LAAG WATER
19 augustus
Vlissingen
Terneuzen
Hansweert
Zierikzee
Wemeldinge
6.45 1.75
7.11 1.93
7.41 2.11
8.19 1.30
nap
uur meter
19.01 1.57
19.27 1.75
19.50 1.90
20.19 1.14
0.52 1.74
1.14 1.91
1.45 2.04
1.30 1.41
1.57 20.43 1.38
13.00 1.51
13.21 1.68
13.53 1.81
13.42 1.23
14.01 1.41
KERKNIEUWS
NED. HERVORMDE KERK
Beroepen te Zoetermeer (tweede
pred. plaats), C. de Vos te Benne-
kom.
GEREF. KERKEN
Beroepen te Heium-Finkum J. Ro-
waan, kandidaat te Zeist.
GEREF. GEMEENTEN
Bedankt voor Norwitz (Ont. Can.) A.
Vergunst te Rotterdam-C.
(Advertentie)
Hij kan cr echt niets aan doen dat u niet steeds volop
Peter Stuyvesant bij hem kunt kopen.
De medewerkers in onze fabrieken doen al het mogelijke
(en soms het onmogelijke) om aan de steeds groter wordende
vraag naar Peter Stuyvesant te kunnen voldoen. Toch kan het
gebeuren, dat de voorraad van uw winkelier ontoereikend is.
Wanneer u dus een enkele keer teleurgesteld wordt,
verwijt hem dit dan niet; wij hebben hem dan niet tijdig
voldoende Peter Stuyvesant kunnen afleveren.
AUGUSTUS 1961
ri.
HET INTERNATIONALE PASPOORT TOT ROOKGENOT
Oefenprogramma van
Zeeland Sport
Zondag a.s. speelt Zeeland Sport
op het terrein aan de Irislaan een
vriendschappelijke wedstrijd tegen
de sterke 3e-klasser Boeimeer uit
Breda.
Zondag 27 augustus gaan de suppor
tersvereniging van Zeeland Sport in
het le elftal gezamenlijk naar Bre
da. Om half één speelt Zeeland
Sport tegen het le amateurelftal van
N.A.C. als voorwedstrijd van de ere
divisie wedstrijd N.A.C.-Rapid J.C.
Na afloop wordt spelers en sup
porters door de supportersvereniging
een diner aangeboden.
Hontenisse voetbalt tegen
sterke Belgische veteranen
Zaterdag a.s. om half zes speelt de
voetbalclub Hontenisse tegen een
sterk Belgisch veteranen elftal, ge
naamd „Tub-Borgerhout", Dit is een
vereniging van ex-spelers van verte
genwoordigende elftallen, met ver
schillende vroegere A en B interna
tionalen en vele spelers van het Ant
werps elf-tal. Naar Kloosterzande kó
men onder meer doelman Lijtens, ex-
B internationaal speler van het Ant
werpse elftal; de speler met wereld
faam van enkele jaren terug „Torre-
ke" Lembrechts. Aernouts, 15 x
„Rode Duivel" George Mercie, Rik
Matthijs. v. d. Ven en andere
cracks. Dit elftal bestaat voor het
merendeel uit trainers. Men zal er
dus te Kloosterzande qua tactiek en
techniek iets van kunnen leren.
Dat spelers van zó'n klasse, al zijn
ze iets ouder, nog iets van voetbal
len kunnen heeft „Hulst" onder
vonden van een soortgelijk Rotter
dams veteranenelftal. „Hontenisse"
zal wel alle zeilen bij moeten zetten
om tot een draaglijk resultaat te ko
men.
Oost- en West-Duitsland
geen sportverkeer
De besturen van liet Westduitse
Olympisch comité en van de West-
Duitse sportfederatie, hebben in Düs-
seldorf besloten, voorlopig geen
Westduitse sportlieden aan wed
strijden in Oost-Duitsland te laten
deelnemen.
Na een vergadering, die enige uren
duurde, werd een communiqué ver
strekt, waarin werd gezegd, dat het
Westduitse Olympisch comité en
de Westduitse sportfederatie de door
de regering van Oost-Duitsland ge
troffen beperkende maatregelen ten
strengste afkeuren omdat deze be
palingen lijnrecht in tegenspraak
zijn met de menselijke en sportieve
principes. Zolang een normaal ver
keer tussen Oost- en West-Duitsland
niet mogelijk is, zullen de sportbon
den de atleten geen toestemming ge
ven aan wedstrijden in Oost-Duits
land deel te nemen, terwijl ook geen
Oostduitse sportmensen in West-
Duitsland zullen mogen starten.
De president van de Westduitse
sportfederatie, Willy Daume, sprak
eveneens zijn teleurstelling uit over
de uitwijzing van sportjournalisten
bij de selectiewedstrijden roeien in
Potsdam,
HENRI VAN WERMESKERKEN
55
Daarmee ontnemen we de jagers al
les. Maar wat wilden zij mij ontne
men? Maria. En trok ik zelf niet
door de pampa te voet?
Dan merk ik, dat één paard achter-
blhft. Nee, een muildier! Het strui
kelt, valt. We rennen voort. Ik weet
wat dit betekent. Wij waren daar om
singeld, de pijlen of doorns der Aikas
hebben het dier getroffen, terwijl wij
door hen heenbraken.
Wat is dat? Stopt Taipeke nu in
eens? Wij zijn juist op een heuvel en
in het sterrenlicht zie ik de pampa
voor mij.
Ook Paneho! Die is al dicht b(j my.
Hij kan hard lopen.
Maria heeft zich al die tijd aan mij
vastgeklemd. Geen kreet van angst
over al dat vreemde, is haar ontsnapt.
Wij hebben drie paarden over en een
lastdier. Nee, daar is Taipeke al weer
bij ons.
Wij zijn reeds minstens drie, vier
iniji weg van de fatale plaats. Ik stop
en zie om! de vuren branden nog.
Geen schot klinkt meer. De pampa
is doodstil. Hebben zij elkaar uitge
moord? Nee toch, gestalten om het
vuur. Aikas.
Aikas? Ik begrijp ineens. Dom Pedro
en alle anderen zijn uitgedoofd, zoals
wij het zouden zijn geweest, als Tai
peke niet voor ons gezorgd had.
Ik wil hem danken, zie hem ineens
niet meer. Ja toch, hij ligt daar, is
langzaam van zijn paard gegleden.
Ineens is Maria bij hem. Dan ik.
In het vage licht zie ik zijn gelaat,
heel streng en ernstig. Langzaam
wijst hij naar zijn been. Daar heeft
hem iets geraakt, zegt hij. Een
doorn! Die is er meteen weer uitge
vallen onder het rijden Het ging door
de broek en dan even in de huid.
Hij kijkt me aan.
„Voorbij voor Taipeke", zegt hij stil.
Er is zulk een matheid in mijn leden,
dat ik bijna meen, ook getroffen te
zijn. Taipelcc werd gewond. Taipeke
zal sterven. Hij heeft zijn been ont
bloot en de plek met het zakmes, dat
ik hem indertijd gaf, opengejaapt.
Twee diepe kruiselingse sneden. Ma
ria is er al bij. Daar ligt ze die wonde
uit te zuigen en telkens het bloed weg
te spuwen. Golven bloed. Taipeke
sneed diep.
„Beste, beste jongen, Taipeke, je zal
beter worden", stamel ik...
„Het is misschien een tak geweest...
het kan niet, het mag niet. Ik kan je
niet missen."
Het is, als lag daar voor mij een
eigen broeder. Ik zou geen groter
smart kunnen voelen... Dat is het
grootste verlies, dat ons treffen kan.
Hier midden in de wildernis.
De wonde bloedt niet meer. Ik was
die met water na, en zie hoe Maria
nu ineens een snelle behandeling be
gint. Taipeke ligt achterover... als ik
goed naar hem zie, zijn zijn ogen al
dicht.
„Taipeke!" roep ik zacht.
Hij antwoordt niet... Wenkt alleen
met de band naar de -paarden en
wenkt door te rijden. Maar Maria is
bezig hem met de handkanten hard te
slaan onder de borst, daar waar het
hart zit. Dan slaat zij hem op de hals,
keert hem met kracht om en begint
in de rug.
Taipeke opent de ogen. Hij schrikt.
„Weg Dom Franco, Aikas zoeken!
Dom Franco weg, weg met paarden,
snel".
Angstig ziet hij de vlakte, door, zover
er iets. te zien is.
Neen, men zal wel eerst de doden on
derzoeken en pas later merken, dat ik
er niet bij ben. We hebben even tijd.
„Geen tijd. snel. Laat Taipeke maar,
toch dood".
Wat hij zegt is waar, maar ik kan
hem zo niet achterlaten. Haastig be
duid ik Maria liem op te tillen. Met
moeite krijgen wij hem op een muil
dier, binden hem aan de pakken vast.
Ik pak het halster in de ene, in de
andere arm moet ik Maria houden.
Maria neemt snel het halster.
Het gaat weer voort, nu niet in galop,
maar langzamer, in draf. Het is
moeilijk mij in evenwicht te houden
nu, want de pampa is oneffen. Mijn
paard werpt zijn benen links en
rechts. Er zijn meer paarden om ons
heen. Die volgen elkaar.
Maria beduidt mij, dat ze wel op een
paard kan klimmen. Ze doet het. Met
beide handen houdt ze zich als een
kat aan zadel en manen vast. Maar
ik heb de handen vrijer, wc kunnen
iets sneller gaan. Bezorgd zie ik naar
Taipeke. Hij is goed vastgebonden.
Is hij misschien al gestorven? Nee,
ik zie dat hij een hand uitstrekt om
zich vast te houden.
Ja, die woestijn en pampa zijn wreed.
Wreed is de natuur. Men dringt niet
straffeloos door in de groene hel, het
land waaruit men niet terugkeert.
Men betaalt tol.
Doch tegelijk voel ik een ontzaglijke
vreugde, dat Maria niet is geraakt,
dat zij nog bij mij is en dat ik haar
verder kan voeren naar de civilisatie.
Nu zelfs gewapend met paarden, een
nooit gedroomde rijkdom.
Het komt er alleen nog maar op aan,
om afstand te maken tussen de Aikas
en ons. Zo groot mogelijk. Ze moeten
moe zijn, na zo snel trekken door de
woestijn en ha een verwoede strijd.
De vuren achter ons zyn er niet meer.
Arme Dom Pedro, hij was straks nog
zo zelfverzekerd en pralend. De Ai
kas kunnen snel gaan, maar niet zo
snel als paarden. Daar is de dag al,
het eerste gloren.
Hebben we zo lang gereden? Alle
drie zijn we een hoop ellende. De
paarden strompelden nog maar. Ma
ria hangt voorover op haar dier. Ik
geloof, dat wij in een droom gereden
hebben. Alleen Pancho is fris. Tai
peke ligt met open ogen naar de klei
ne maansikkel te zien, die langzaam
verbleekt.
Dat is zijn godin, die der Parintintins.
Hij leeft nog. Ik zoek een klein dal,
achter een heuveltop. Als ze ons in
halen dan zal de omsingeling er moei
lijk door worden, ik moet ze ver het
dal kunnen zien doortrekken. Daar
staat een boom, die zal schaduw ge
ven overdag. De tent hebben we
helaas moeten achterlaten.
Vooi'zichtig ieg ik Taipeke neer. Zijn
ogen staren mij mat en dof aan, als
leefde hij het gebeuren niet meer
mee, maar ze verlaten mij toch geen
ogenblik. Het is of hy nog eens poogt
mijn trekken mee te nemen naar zijn
verre, mooie eeuwige jachtvelden,
waarheen hij gaan zal.
Van het liggen op het paard is zijn
zijde doorgereden en bloedt. Hij voelt
het niet. Zijn lichaam is in een soort
verlamming. Alleen boven de heupen
niet. want hij beweegt een arm eu
veegt wat schuim van zijn mond weg.
Daar .in dat dal is water, ik zag bet.
Ik draag hem erheen, en ja, ik weet
niet beter, ik leg hem er halfweg in.
Er groeien enkele struiken en die zul
len hem schaduw geven. Ik bevestig
nog de paarden... Meer weet ik niet.
Als ik wakker word, zie ik Maria
over mij gebogen. Ze geeft mij te
drinken. Het is nacht... Dus heb ik zo
lang geslapen Ik spring overeind en
zie haar vreugde daarover. „Taipe
ke...?" vraag ik dadelijk. Zij wijst
naar het dal. Ik snel er heen. Hy is
iets beter, ziet mij aan en stamelt.
„Dom Franco."
„Taipeke! amigo! Goede vriend".
Het onderlijf ligt nog in bet water,
maar als ik eraan pak om hem op le
tillen, glijden mijn handen weg. De
benen zitten vol bloedzuigers. Ik
sleep hem eruit.
Zijn bovenlijf is werkelijk goed... al
leen de benen zjjn verlamd. De prik
moet door de broek, die toch ook was
van de dikke stof van Maria's offer
mantel, maar heel licht geweest zijn
en er meteen onder het rijden weer
uitgerukt zijn door de stof zelf, an
ders was hij reeds lang dood geweest.
Evenals het muildier, dat bijna on
middellijk viel.
(Wordt vervolgd).