PAGIJm HAARMODE 1961: 3 „Stichting Kwaliteitsdienst" streeft naar doelbewust en modern kwaliteitsbeleid schitterend als een juweel C Golvende ponnie en steil nekhaar MAJORICA ontharing depilan ZATERDAG 22 JULI 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 15 Ivoor, goud,- zilvergrijs, rood (Van een medewerkster.) WI e w^en aannemen dat vrouwen van kappers houden van kappers, maar voor de rest is een kapper iemand die bemind wordt door niemand, en hij mag met Tijl Uilenspiegel zeggen, dat hij het er naai' gemaakt heeft ook. Zeker, we kunnen de kapper niet missen, maar hij is wèl vervelend. Met zijn eerst warm wassen van je haar, en dan een kouwe plens. Met zijn geplukhaar, tot je jezelf in de spiegel ziet als een vogelverschrikster. Met zijn krulspelden die als. bloedzuigers aan je hoofd huid plakken. Met z'n hete kap en met zijn mode-tijd schriften, waarin je altijd de levensgrote kleurenplaatjes ziet van vrouwen die toch mooier haar hebben dan je zelf hebt. Vandaar dat telkens en telkens weer vrouwen proberen het zon der kapper te doen: elk seizoen Want de o.b.-methode is beter om de volgende redenen: o.b. geeft Onmerkbare Bescherming: o.b. tampons, inwendig gedragen, voelt men niet, merkt men met. ziet men niet. Gemakkelijke toepassing: Bii o.b. tampons heeft men geen schuif- koker nodig. Men kan ze meenemen in het kleinste tasje er» na gebruik onge merkt wegdoen. Volkomen bewegingsvrijheid: Niet langer gehinderd door gordef, zwachtel of spelden, kunt u gewoon alles blijven doen: sport, fietsen, dan sen. uitgaan, baden enz. Onopvallend: o.b. tamponskunnenzichnietaftekenen onder dunne, nauwsluitende kleding of badpak. Absoluut safe: Men voelt zich overal en onder alle om standigheden veilig beschermd. Medisch verantwoord: Wetenschappelijk onderzoek in Ame rika en vele Europese landen heeft aan getoond, dat de o.b. methode aan alle eisen van de moderne hygiëne voldoet. tampons de moderne hygiëne Per pakje van 10 tampons voldoende voor maandelijks gebruik.. j Normaal f 1.-. Speciaal f 1.25 GRATIS V 8 Aan Drogerijen Mij., Mijdrecht a Gelieve mij in discrete blanco envelop te E renden gratis en franco, uw uitvoerige. I geïllustreerde brochure met proeipakje I I o.b. tampons. I I NaamI J StraatJ I WoonplaatsI opnieuw. We hebben het seizoen gehad van de chignon: zo'n on ding achter op je hoofd als een aan de zwabber geraakt alpino petje. We hebben het seizoen ge had van het rattekopje en het seizoen van de wapperende haar dos van Brigitte Bardot, en we krijgen nu het seizoen van de ru- ban: van het zijden lint, dat we om ons hoofd binden om ons haat te bedwingen. Dat vinden kappers allesbehalve plezierig en ze zijn dan ook vanuit Parijs al in tegen offensief gegaan, nog voor U zelfs wist, dat we het seizoen van de zijden haarband zullen krijgen. Ze hebben in Parijs de „Coupe Kris tal" gelanceerd en via de grote internationale kappersorganisatie wordt die coupe verspreid. Ook in Nederland, waar we de eerste „Kristalcoupe" al op een show ge zien hebben. Om te beginnen moet het haar kort zijn: midden op de kruin zeven tot acht centimeter, van achter vier centimeter, net als opzij, in de nek één centimeter het nekhaar is dus na zes nachten slapen al te lang, en U moet weer naar de kapper, die voor al zijn knipwerk zelfs een nieuw soort schaar heeft bedacht: de fileerschaar. Terwijl hij U er mee te lijf gaat, zal hij U gezellig keuvelend ver tellen, uw haar: dat haar is het meest elastisch en het sterkst als het kort is. Haar is ook het schoonst als het kort is, want haar trekt door statische lading vuil aan: hoe meer haar, hoe meer vuil. Als U even de tijd hebt (maar dat hebben we nooit bij de kapper) wil hij het zelfs wel even demonstreren: een doodgewone lange hoofdhaar trekt de rond dwarrelende stofjes aan. Intussen knipt hij en nadat U de martelingen van wassen, krullen en koken onder de kap verdragen hebt, komt het kunstzinnig werk. Het haar van uw kruin wordt naar voren verlegd en U krijgt zoiets als een ponny. Wat voor ponny hangt van uw leeftijd af. Teen agers krijgen over hun voor hoofdje een-heel korte ponny, zoiets als een kastrandje; de rest van hun haar wordt opzij een beetje bol opgekamd en clan achter hun oortjes wegge legd. Vrouwen met wat meer raffinement cn dat komt met de jaren hebben een veel langere ponny: haar dat over één oog valt, zoiets als een knots van een knipoog. Vrouwen, die er zich door ge hinderd voelen bij het kijken naar de televisie, mogen hun ponny ietwat opzij kammen, zodat ze net om een hoekje kunnen gluren. Dat is haar van voren; van achte ren krijgt het een scheiding en de lokjes worden zo ingewikkeld omhoog of opzij, van elkaar of naar elkaar toe in een golvend ovaal gekamd, dat U zou wensen dat U maar met een kapper ge trouwd was. Dat zijn de hoofdza ken. Varaties zijn er ook nog: het steile nekhaar als een soort kar telrandje en het hoog van het voorhoofd weggekamd haar met maar een paar sliertjes naar om laag bungelend. En voor de jeug dige branies het Betty Boop kap sel ofschoon je minstens veer tig moet zijn om nog te weten, wie Betty Boop was. Intussen verklaart dit allemaal nog niet de naam: Coupe Kris tal" en eerlijk gezegd kunnen wij die ook niet verklaren. We kunnen wel doorgeven wat het kleurengamma wordt van het kapsel: ivoor en goud en zilver grijs en wit en alle tinten rood, rose, oranje en bruin. Dat zijn de hoofdtinten, maar een coiffure mag ook wel een likje van het palet hebben: een vlekje purper, een drupje violet, een streepje groen, een vleugje blauw of een mepje zwart. Voor de avond bij voorbeeld hebben we rood gezien met een streepje blauw en dan ook nog een paar lichtvlekjes erin geborsteld. Een juweel, mogen we wel zeggen. Alleen benijd je als vrouw dan wel de kolibrie, die met zoiets geboren wordt. Een suède jasje dat zijn ..eerste fris- beid" verloren heeft, kan door middel van stoom weer aardig opknappen. Het is njet de bedoeling dat het kledingstuk boven kokende sloom wordt gehouden, maar dat het als het ware een „stoombad" krijgt. In de badkamer bijvoorbeeld, wan neer daar juist gedouched is, zodat de at mosfeer er nog tamelijk dampig is. Hang het jasje daar neer en laat het gerust en kele uren hangen; laat het dan drogen en borstel het zorgvuldig op. Door zo'n „schoonheidsbehandeling" knapt het kle dingstuk vaak aanzienlijk op. Een niet zo heel goedkoop, maar mis schien wel uiterst welkom cadeautje voor handwerkende grootmoeders is een „handwcrkloep". Oudere dames die het handwerk minnen, maar het fijne werk bijna niet meer kunnen zien doordat haar ogen niet meer zo best zijn, zullen veel plezier hebben van zo'n apparaatje, dat in diverse handwerkzaken (cn ook in sommige warenhuizen) te koop is. (Advertentie) PARELS-BIJOUX „Stralend klokje" niet te dicht bij kinderbedjes „Straling en stralingsgevaar" is een onderwerp, waarover tegenwoordig veel wordt gesproken en geschreven, en er is onder deze titel een boekje in de handel, waarin voor de leek de ge varen van radio-actieve straling op populaire wijze worden behandeld. Eén van de adviezen uit dit boekje betreft de zogenaamde „stralende klokjes", waarvan gezegd wordt dat slaapkamerklokjes een bepaalde hoe veelheid straling afgeven van hun wijzerplaat en wijzers: reden om deze lichtgevende voorwerpen niet te dicht bij een kinderbedje te zetten. Dit niet alleen vanwege de „uitwendige stra ling". maar ook met het oog op het feit dat kinderen graag allerlei dingen onderzoeken en bij het „demonteren" van zo'n klokje per ongeluk iets van het radio-actieve materiaal zouden kunnen binnenkrijgen. Zet dergelijke slaapkamerklokjes dus liefst op een veilige afstand van het kinderbed, luidt het advies! OZOliU) tOt OZOUM) Er zijn volop tomaten, en die tomaten bieden zoveel mogelijkheden tot variatie, dat ze eigenlijk wel op elke dag van de week in een andere „gedaante" ter tafel zouden kunnen verschijnen. Een luxueus tomatenhapje kan (voor de visliefheb- bers!) gemaakt worden van vier tomaten en een half blikje krab. De vruchten worden uitgehold en van binnen met wat peper en zout bestrooid; de krab wordt vermengd met een sausje van slasaus'of mayonaise, verdund met wat olie en 'azijn en gekruid met een beetje peper en zout en wat paprikapoeder. Vul de toma ten met het mengsel en geef ze als voor gerecht, als koffietafel-hapje of als on derdeel van een hors d'oeuvre. 0 De jupon, het korte onderrokje dat vooral in de zomer veel gedragen wordt, kan na het wassen gemakkelijk worden opgeborgen, wanneer in de rand twee lusjes worden genaaid. Het rokje kan dan onder een japon of rok aan een kleer hanger worden opgehangen: op die ma nier kreukt het niet en we besparen er tevens ruimte mee. Sommige lingerie-fa brikanten zijn trouwens zo attent om hun jupons bij de fabricage al van zulke lusjes te voorzien. Nog een „rok-tip": zet de lussen van een rok eens middenvoor en middenachter, inplaats van op de zij naden. Als die rok aan de achterzijde een loopplooi heeft, blijft die namelijk hier door beter en langer „in de plooi". (Advertentie.) Een „bloemlezing uit de zomermode" voor het jonge meisje, met als pièce-de-milieu een jurkje van gestreepte zijde in de Meuren wit en lindegroen, dat geschapen lijkt voor een zo merse dansavond, maar ook in het straks weer beginnende winterseizoen nog wel eens uit de kast gehaald zal worden voor een feestavondje. Daarnaast een aantal kleurige acces soires: schoenen en tas die bij elkaar horen en gemaakt zijn uit zwart lakleer en zwart-wit geruite stof, een enorme kleu rige strandtas van schotsgeruite stof met een paar bijpassende ballerina's, en ter completering van een sportief ensemble een gestreepte tas met een paar groflinnen veterschoentjes. EXPOSITIE IN „BOUWCENTRUM" OVER KWALITEITSZORG (Van onze redactrice) Het woord „kwaliteit" komt men vele malen tegen in de overvloed tan materiaal, die tot 15 september in liet Rotterdamse Bouwcentrum te be zichtigen is in het kader van de „Expositie Kwaliteitszorg 1961". Want kwaliteit is een begrip, dat een steeds grotere betekenis krijgt in deze tijd van hoge welvaart; met die welvaart immers stygen automatisch de kwaliteitseisen, en met die eisen groeit ook de kwaliteitszorg in het Ne derlandse bedrijfsleven. „Kwaliteit": het is een begrip dat niet uitsluitend van deze moderne tijd is, want in wat men met een fraai woord „het ambachtelijk tijdperk" noemt, kende men het ook al. Maar het grote verschil met die tijd is, dat lcwali- teitsprodukten toen een voorrecht waren voor de enkeling. Tegenwoordig zijn kwalitcitsprodukten er voor de massa, en wat meer is: die massa eist waar voor baar geld en wordt steeds kritischer ten aanzien van de pro- dukten, waaraan zij dat goede geld uitgeeft! schema's te zien op de expositie in Rotterdam, die gehouden wordt onder het motto „Meer door beter". De ten toonstelling is, in samenwerking met het ministerie van economische za ken, opgezet door de „Stichting Kwa liteitsdienst voor de Industrie", een instelling die, om het even letterlijk uit de statuten te citeren, als doel heeft „de bevordering van het kwali teitsbewustzijn in de Nederlandse in dustrie en de verhoging van de pro- duktiekwaliteit der industriële pro- dukten". Een doelstelling dus, die wel heel duidelijk het welzijn van de Ne derlandse consument op het oog heeft! Om die uiterste kwaliteitszorg te Nederland, zo zeggen ingewijden op het terrein van de kwaliteitszorg, heeft steeds baanbrekend werk op dit gebied gedaan. De Nederlandse in dustrie besteedde (en besteedt nog steeds!) heel veel zorg, kennis en er varing aan het kwaliteitsvraagstuk, al wordt hieraan onmiddellijk toege voegd, dat er anderzijds soms nog bij zonder weinig sprake is van een doel bewust kwaliteitsbeleid. „MEER DOOR BETER". Wat er gedaan wordt, wat er in het verleden reeds gedaan werd en hoe de Nederlandse industrie het begrip „modern kwaliteitsbeleid" in de prak tijk tracht te brengen, is aan de hand van diverse produkten, maquetten en kunnen bereiken, heeft de Kwaliteits dienst een uitgebreid programma. Ze geeft bijvoorbeeld lezingen voor be drijven en voor diverse gezelschap pen; ze organiseert zogenaamde in formatiecursussen voor verschillende industriële takkenze heeft een oplei ding voor „kwaliteitsanalisten", ze verricht researebwerk in literatuur betreffende het onderwerp kwaliteits beheersing. Ze geeft ook een speciaal tijdschrift uit dat „Sigma" heet en waarin deskundigen beschouwingen wyden aan alle facetten van de kwa liteitszorg. Dit alles zoveel mogelijk in samenwerking met organisaties en instellingen van liet Nederlandse be drijfsleven. De tentoonstelling in Rotterdam heeft ook nog een min of meer historisch tintje; het beginpunt wordt namelijk gevormd door een terugblik op het al eerder genoemde „ambachtelijk tijd perk" toen de kwaliteit slechts voor enkelen was. Men ziet er een en an der uit de tijd, toen de grondslagen voor het hedendaagse industrieleven werden gelegd, en men heeft dit ge deelte van de tentoonstelling geïllu streerd door een aantal interessante oude documenten, daterend uit de tij den toen het met de sociale verhou dingen nog maar een droevige boel was en de arbeider een onevenredig- zware bijdrage in het geheel moest leveren. Om van de navrante illustra ties van het kinderarbeld-probleem uit die tijden nog maar te zwijgen... Via sociale bewustwording, hogere produktiviteit, ontwikkeling van de techniek, wetenschappelijke be drijfsorganisatie ziet men dan op deze tentoonstelling de ontwikke lingsgang uitgebeeld naar de he dendaagse industrie, die elke con sument van een produkt verzekert waaraan zoveel mogelijk kwali teitszorg is besteed. Met die ont wikkelingsgang ging parallel een toenemend kwaliteitsbewustzijn de afnemer ging eisen stellen, hij werd kritisch, lastig énmach tig! Dank zij die eisen en die kri tische instelling ontstond dan weer het begrip „nazorg-kwaliteit", dat voorlichtingswerk en service aan consumenten en detaillisten om vat, en waarin ook de analyse van klachten en de resultaten van die analyses tén aanzien van ontwerp en produkt zijn opgenomen. Deze „Expositie „Kwaliteitszorg" Is niet alleen een interessante samen vatting van wat er in Nederland'op het gebied van kwaliteitszorg zoal wordt verricht; ze is ook een spre kend voorbeeld van dc invloeJ, die de consument, dank zij zijn kritiek kan hebben op de kwaliteit van bet pro dal dat hij koopt of straks gaat kopen. En welke huisvrouw (want in de praktijk is zij immers vaak „de consument") wil niet graag kwali- teitsprodnbten voor haar geld in deze dure tijden? Hit is eigenlijk bedroevend hoe ave rechts de meesten van ons zijn opgevoed. Ik bedoel niet zozeer dat onze ouders hardnekkig probeer den ronde kinderen in vierkante ga ten te stoppen. Maar dat wij altijd maar gedwongen werden vooruit te zien, de toekomst in de gaten te hou den. met fikse pas op te marcheren naar een ver verwijderd doel, enkel bereikbaar door de tolhekken van examens en diploma's. En geen enkele levenswijze volwas sene zei ooit tegen ons: Sta eens even stil en kijk om je heen met je onte vreden ogen van amper zestien jaren. Dit, wat je nu ziet. de wereld waarin jij leeft is het gelukkigste oord dat denkbaar is. Want morgen is het al veranderd en dat zal doorgaan tot er niets meer van te herkennen is. Zo herinnerde ik mij onlangs met een schok, hoe ik als zestienjarige op stille zomermiddagen, als ik het trammetje had gemist dat wij van de stad waar ik schoolging naar mijn woonplaats zou terugvoeren, kalm de tas op mijn heup placht te hijsen om de tocht alvast halverwege te voet te maken. Van de halte waar ik uit de stads tram stapte moest ik dan eerst een rokerig viaduct passeren en een eind door een rumoerige wat vervallen buitenwijk wandelen, tot ik onver wacht op een brug boven een brede poldertocht Stond. Voor mij uit begon de landweg met twee rijen dichtbelommerde bomen. Links glinsterde de vaart met een molen in het verschiet. Rechts lag de haven vol beurtschepen met vro lijk beschilderde rompen en wappe rend wasgoed. Maar verderop, links en rechts van de brede, rustige weg, strekten zich de zomerse weilanden vol boterbloemen en zuring en ma delieven. Dï volgende tram zou eerst drie kwartier later passeren, de wandeling tot het volgende dorp op de route duurde een half uur. Alle reden om van het mooie weer te genieten, temeer als men met zes tien jaren een lange schooldag in een bank gesleten heeft. Dus wandelde ik getroost door de late middagzon naar het villadorp, temidden van het weldadig zwijgen der zomerse weiden. Aan de einde, links, rees het groene decor van een statig bos, waarboven het torentje van eeD historische bui tenplaats piekte. Als ik mijn ogen sluit, kan ik, na zoveel jaren, het klokje in dat torentje nog fijn en duidelijk vijf maal horen klepelen. Want ook de weg lag daar zo rustig verlaten alsof er niemand enige be hoefte aan snelverkeer had. En dat was toen heus al uitgevonden, zij het op bescheiden schaal. Af en toe woei de reuk van munt en vlier naar mij toe, en bij tijden plompte een kikker over mijn be stofte schoenen heen in de sloot terug. Ik geloof niet dat ik op zulke mo menten nu zo uitgesproken geluk kig was. Niemand, vermoed ik, verkeert in de zevende hemel op zijn zestiende. Ik zal mij veeleer wel ge- ergerd hebben aan diezelfde stoffige schoenen met hun onelegant model, die zware schonkige tas en de slun gelige regenjas die je bij een hitte- ;olf nog verplicht was mee te sle pen. Geluk was een vaag ding in de toe komst. een staat die allereerst te ma ken had met volwassenheid, diplo ma's, eigen verdienste en vooral an dere kleren. Weilanden, bomen, rust en zomerse geuren waren vanzelf sprekende zaken die eeuwig bleven bestaan, net als de vriendschap in onze poëzie-albums. Ik heb enige jarèn geleden diezelfde route nog eens gelopen, van het zwartberookte riadukt tot dezelfde oude uitspanning in het villadorp. De brug was er nog, de poldertocht blikkerde en men had zelfs de molen als een curiositeit gespaard. Maar dadelijk over de brug begon nen de huizen. Hoge huizen links, met stenen buitentrappen, vol luid ruchtige kinderen en moderne, over laden winkels volgeplakt met uit verkoopplakkaten. Rechts, direct aan de haven, rezen moderne fabrieks gebouwen van glas en beton en vlak daarop begonnen weer de hui zen, de huizen. Er was geen ontkomen aan de ste nen. nergens brak een groene plek open als een brokje herinnering. Als het oude fijne klokje er nog hing achter de verre bomen was het nu onhoorbaar door het verkeerslawaai. En voortlopend over het eindeloze trottoir, reikhalzend naar de oude uitspanning onder de bomen, als die er nog stond, begreep ik hoé geluk kig ik destijds had behoren te zijn als ik het maar beseft had Het is wel een verzuim om bij onze dochters te achterhalen. SASKIA. (Advertentie) Modem, snel en mHd, veilig en reukloos: van Hamol uit Zwitsedond »vbe 1.50-2.95

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 17