KASSEM !J k t grimmig naar het zuiden II OLIE: brandstof voor dei k ik DONDERDAG 20 JULI 196ï PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT 13 HET GRAS is altijd groener op buurmans land, zelf wan neer er geen gras is maar alleen verstikkend woestijn zand, lieet genoeg om er een ei in to bakken. Er is geen water om gras te laten groeien langs de grens tussen Koeweit en Irak maar onder het zand zit olie. De balans, waarop dit zwarte goud gewogen wordt, helt sterk over naar het kleine sheikdom Koeweit, genoeg om buurman Irak paars van nijd te doen zijn. Toen Iraks soldaat-premier Ab- del Karim Kassein de vorige maand luidruchtig zijn aan spraken op Koeweit bekendmaak te, ging liet echt niet om de paar duizend bewoners van Koeweit, die wellicht in een ver verleden dezelfde heerser hebben gehad als Irak. Het ging ook niet om die enkele duizenden vierkante mij len woestijnzand, die hun hitte liggen uit te stralen langs de noordelijke kust van de Perzische Golf. Kassems aanspraken golden olie, miljoenen tonnen voor miljoenen ponden sterling, meer dan zijn eigen land produceert. Irak zelf is bepaald niet doodarm voorzover het betreft de revenuen uit de olie. De inkomsten uit de olie bedroegen in 1960 meer dan 95 miljoen pond sterling 950 miljoen en zullen dit jaar waarschijnlijk de J00.000.000 overschrijden. Rijkste mensen ter wereld Maar Koeweit, niet meer dan een hoopje zand, vergeleken bij Iraks 444.442 vierkante mijl ruim 1.151.000 kni2 en zijn bevolking van 6,5 miljoen, verdient naar schatting 150.000.000 aan zijn olie. Zou men deze revenuen als het natïo- uale inkomen van Koeweits 320.000 inwoners beschouwen, dan zouden de Koeweitis de rijkste mensen ter wereld zijn. Zo gezien verbaast het ook niet, dat Irak de 5800 vierkante mijl 15.000 km2 sheikdom, die letterlijk drijven op wat waar schijnlijk 's werelds rijkste olie reserve is, graag als zuidelijkste „provincie" zou hebben. „De Republiek Irak strekt zich uit tot het zuiden van Koeweit. Wie hieraan iets in de weg legt zal de verliezer zijn en is een verrader", verklaarde Kassem op 15 juni, teneinde zijn aanspraken op Koe weits olie-milioenen te kunnen la ten gelden. Hij stelde, dat het ge bied, dat nu Koeweit is, eens door dezelfde Ottomaanse heersers werd bestuurd als Bagdad en dat het daarom altijd een „ondeelbaar stuk van Irak" is geweest en nog is. De premier ging zelfs zover om Koeweits vorst, Sheik Abdullah al-Salim Al Suban te „benoemen" tot „gouverneur" van de „Irakese provincie Koeweit". Slechts een week tevoren had de heerser over Koeweit van Groot- Brittannië zijn onafhankelijkheid verkregen, maar hi 1.haastte zich cei\ beroep té doen op de Britse v troepen teneinde zijn noordgrens te beschermen tegen Kassems aanspraken. Engelands „brandweer-brigade" rukte het land binnen, Kassem riep „Agressie!", president Gamal Abdel Nasser van de V.A.R. rea geerde kwaad op de Britse inter ventie. Precies als drie jaar gele den was het Irak weer gelukt het Midden-Oosten te verwikkelen in een internationaal politieke rel, die gevaarlijk dicht aan oorlog grensde. Voor de derde maal: olie En voor de derde maal in de jongste geschiedenis was het OLIE, die de crisis-branden voedde. Tien jaar geleden waren het Iran en de olie, die de zwetende Britse troepen naar de zomerhitte van de Perzische Golf brachten. In augustus 1946 al dirigeerde Groot-Brittannië een brigade In diase troepen, gesteund door Tom mies, naar de lraakse haven Bas- ra om vandaar uit de Britse olie- belangen en het personeel van de Anglo-Iranian Oil Company aan de andere kant van de grens, in Iran, te beschermen. Toen Kassems revolutionairen koning Feisal van Irak drie jaar geleden vermoordden en de lijken van 's konings aanhangers door de straten van Bagdad sleurden, be tekende dit een nieuwe crisis in het Midden-Oosten. Samen met de landing van Amerikaanse troe pen in Beiroet, die daar de Liba nese crisis kwamen regelen, was het de bedreiging van het commu nisme en niet de olie die fun geerde als de vonk, die het kruit vat in de lucht kon doen vliegen. De les van Mossadee Maar Iraks olierijkdommen vormden een deel van de inzet van Kassems revolu tionaire spel en na de revolutie heeft de lraakse leider er dan ook zorgvuldig op toegezien, dat in ternationale deskundigen in het land bleven, teneinde olie en daarmee het geld te laten stro men. Tot het tijdstip, dat hij zijn aan spraken op Koeweit openbaarde, had Kassem geen openlijke poging gedaan om de olie in zijn land, die geëxploiteerd wordt door de Iraq Oil Company en haar zuster ondernemingen, te nationaliseren. Zelfs toen de vorige maand de Koeweit-crisis uitbrak, waren of ficials van de I.P.C. te Londen er nog van overtuigd, dat Kassem de exploitatie van de olie in hun handen zou laten. Mossadeqs mislukte poging om Anderhalf jaar reeds loerlct de I.P.C. aan de bouw van een kunst matig eiland, ruim dertig kilome ter buiten de kust, midden in de Perzische Golf. Hier, in diep wa ter, kunnen straks supertankers meren om de olie er rechtstreeks iceg te halen. Een enorm werkschip voor het leggen van 32-duims pijpleidingen onder water werd speciaal voor de bouw van Iraks meest zuide lijke oliekraan van Texas naar de Perzische Golf gesleept. Wanneer het eiland gereed is zal de pröduk- tie-capaciteit in het zuiden van 12 tot 22 miljoen ton per jaar zijn vergroot. IRAKS soldaat-premier Ab del Karim Kassem bracht het Midden-Oosten weer eens in beroering door aanspraken te laten gelden op Koeweit, het miniatuur-sheikdom ten zuiden van zijn land. Deze crisis, hoe hij ook verloopt, heeft de vre de, hier toch al zo wankel, ver stoord. Achter die crisis staat het woord OLIE. Kassem en Irak hebben zelf al een grote rijkdom aan zwart goud. De inkomsten uit Iraks olie dekken een groot deel van de nationale begro ting, van de regering en van ontwikkelingskosten. Maar Koeweit met een bevolking van slechts 320.000 zielen is veel rijker. Koeweits olievelden zou den Irak tot het rijkste land van het Midden-Oosten maken. Kassems aanspraken zijn althans tijdelijk door de Britse interventie niet ge realiseerd. Of Kassem, dan wel andere jaloerse buren, zullen blijven trachten, een greep te doen naar Koeweits olie is een gemakkelijk te beantwoorden vraag. Het antwoord luidt „JA". In een exclusief artikel geeft United Press International correspondent Frank J. Coo per een beeld van Koeweits rijkdom aan olie en vertelt hij, hoe de verovering van Koeweit Kassems rijkdom en macht zou vergroten in een der politiek meest gevoelige gebieden ter wereld. tien jaar geleden de Perzische olievelden te nationaliseren, is een les geweest voor de leiders in het Midden-Oosten, die zeer wel be seffen, dat er internationale con necties en kennis nodig zijn om olie te verkopen. Op aandringen van Kassem ging de I.P.C. er echter toe over de ontwikkeling van de produktieca- paciteit in Irak te versnellen, daarmee het inkomen uit de olie voor de revolutionaire leider ver grotend. En al zijn er ook ge schillen geweest over de explora tie, de miljoenen tonnen olie zijn toch Kassem blijven voorzien van miljoenen ponden sterling per jaar. In 1959 bedroeg de olieproduktie van Irak 40.897.676 „long tons". In het afgelopen jaar steeg de produktie tot 46.534.398 „long tons" voor de drie verbonden maatschappijen, die in Irak wer ken: de I.P.C., de Basra en de Mosul Petroleum Companies. Steeds meer olie Zegslieden van de I.P.C. ver wachtten voor dit jaar een produktie van rond 70.000.000 ton. Hoeveel hiervan verkocht zal worden en hoeveel geld deze ver hoogde produktie de lraakse rege ring zal opbrengen zal afhanke lijk zijn van de situatie op de wereldmarkt. De inkomsten van de Republiek Irak, die vijftig pro cent ontvangt van de winsten der buitenlandse maatschappijen, be droeg in 1959 86.600.000 en steeg in 1960 tot 95.300.000. I.P.C.-zegslieden verwachten, dat het lraakse aandeel in de op brengsten tegen het einde van dit jaar opnieuw met vijf miljoen pond sterling zal stijgen Er waren in 1960 in Irak 153 pro ducerende putten en de I.P.C. met zusterondernemingen hadden 248.629 voet ca. 82.876 meter geboord voor de exploratie en de verdere ontwikkeling van de bestaande putten. De exploratie raakte echter in april van dit jaar op het schema achter, toen de re- gering-Kassem beval, dat het zoe ken naar olie door de I.P.C. moest worden stopgezet. Onderhandelin gen over de exploratie welke rechten voor Irak zouden worden vastgelegd en hoe de exploratie- kosten van de I.P.C. zouden wor den betaald werden afgebro ken. Sindsdien is er niet meer ge boord voor exploratiedoeleinden en het onderzoekprogramma ligt nu drie maanden op het schema achter. De I.P.C. zei in het begin van juli, dat men bereid was, de onderhan delingen te hervatten op elk tijd stip, dat Irak daartoe bereid was, maar Irak deed geen stap om de discussie weer op gang ie bren gen. De afgebroken onderhandelin gen sneden de normale olie stroom in Irak niet af en de I.P.C. ging voort met het enorme, honderd miljoen pond sterling kostende uitbreidingsproject, dat enkele jaren geleden van start was gegaan. Koeweit aan de spits Gedurende 1960 produceerde de Kuwait Oil Company Ltd. 81.862.805 metric ton olie, twaalf miljoen metric ton meer dan in 1959. De produktie steeg in het eerste kwartaal van dit jaar opnieuw met 4,6 procent, een toename, waarmee Koeweit zijn plaats als leider onder de pro ducenten van het Midden-Oosten kan behouden. Bovendien zijn Amerikaanse en Japanse oliebelangen naar het zwarte goud aan het zoeken in Koeweits territoriale wateren en de Japanners hebben al acht put ten in produktie gebracht. Koe weit krijgt bovendien zijn deel van de meer dan 7.000.000 ton, die jaarlijks geproduceerd wordt in de neutrale zone tussen Koeweit en Saoedie-Arabië. .Voorzover de markt dit niet be- lemmert, zal Koeweits rijkdom uit de olie blijven toenemen omdat het onder het woestijnzand uitge breide oliemeren heeft. De Petro leum Press Service zegt, dat de reserves van Koeweit geschat worden op 62 miljard „barrel", tweemaal zoveel als de Verenigde Staten en daarmee de grootste re serve ter wereld is. Uitstekende haveninstallaties bij de stad Koeweit maken de export van de olie uit het sheikdom ge makkelijk en het voorziet groten deels in Groot-Brittanniës behoef te aan geraffineerde olie en in een flink deel van de behoefte van andere Westeuropese landen. Dit is de rijkdom, waar Kassem zijn oog op heeft laten vallen ten zuiden van zijn zanderige grens. Als het zelf wil ABDULLAH SALIM AL SABAH Niét voor plezier in de-olie Sommige waarnemers hebben het gevoel, dat Kassem. ten einde de steun van de bevol king te krijgen in een steeds moeilijker wordende politieke si tuatie in eigen land, op het ogen blik grote hoeveelheden van zijn eigen olie-inkomen besteedt aan openbare projecten, die er goed uitzien voor het moment, doch weinig zekerheid bieden voor de toekomst. De tijd zou wel eens kunnen komen, dat Irak een gro te behoefte heeft aan de hogere inkomsten, die het zou kunnen verkrijgen uit de olievelden van zijn „provincie Koeweit". Maar Kassem is niet de enige, die in deze Arabische wereld afgun- tige blikken werpt op Koeweits olie. De V.A.R. verlangt al lang naar een deel van de olierijkdom men van het kleine sheikdom en er zijn geruchten, dat Koeweit bereid zou zijn zijn rijkdom te de len met zijn minder fortuinlijke Arabische buren. Gegeven de Arabische verlangens naar Koeweits olie, gegeven ook Groot-Brittanniës duidelijke vast beslotenheid zijn eigen oliebelan gen daar te beschermen, is er een goede kans, dat Koeweit in staat zal zijn, zijn onafhankelijkheid te bewaren zolang als liet dat zeil wil.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 5