BAÏAVUS
WH
Gram vlooienspeeksel
is onbetaalbaar
■HHI
PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer
De groene hel
Een plezierige
vacantiëdag be
hoeft niet bedor
ven te worden
door hoofdpijn!
KLMK1
ut de ETHER
RUIMTEREIS UITGESTELD
Hst blanke mysterie van de Matto Grosso
WOENSDAG 19 JULI 1961
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
15
EERSTE SPRONG IS NAAR DE DOOD
Ook radio-actieve
vlooien mogelijk
(Van onze speciale correspondent)
Dr. Ben Feingold, (le leider van de
afdeling allergie van de ziekenhui
zen 'der Kaiser-Stichting in Cali-
fornië, staan een miljoen gulden,
een laboratorium, een staf van
medewerkers en een periode van
zes jaar ter beschikking om zijn
grootste droom te verwerkelijken:
het winnen van één gram vlooien
speeksel! Deze geleerde wil n.l.
tot op de bodem doordringen in de
geheimen van de menselijke im
muniteit tegen ziekten. Wanneer
drie mensen door vlooien worden
gebeten, merken twee er niets
van, en slechts de derde reageert
door zich te gaan krabben. Hoe
komt het dat vele mensen tegen
irriterende of giftige invloeden,
tegen ziekten in het algemeen,
immuun zijn
De insectologen en chemici, die met
dr. Feingold samenwerken, hopen
ten minste een deel van de ant
woorden hierop te vinden, wan
neer ze het door vlooien tijdens
het bijten afgescheiden speeksel
kunnen onderzoeken. Het pro
bleem hierbij is echter deze af
scheiding in voldoende grote hoe
veelheid te verkrijgen, om een
analise mogelijk te maken. Na
langdurige onderzoekingen ont
dekte men dat vlooien door een
mooi muizenvelletje, dat wordt
gespannen over een koperen
schaal met een zoutoplossing zo
verrukt zijn, dat hun het water
in zekere zin in de mond loopt.
Door een bijzonder chemisch pro
ces kunnen minuscule hoeveelhe
den worden afgezonderd en verza
meld. Daar echter één vlo slechts
één vijfmiljoenste gram speeksel
produceert, zijn miljoenen vlooien
nodig om ook maar het aller
kleinste druppeltje van deze
vloeistof te winnen. Deze drup
peltjes willen de geleerden che
misch ontleden, ten einde het ac
tieve element te vinden dat leidt
tot de jeukprikkeling.
Daar de procedure voor het verza
melen van vlooienspeeksel zo
enorm langdurig is, probeert de
groep onderzoekers het thans, in
plaats van met „Eau de vlo" met
droog insectenpoeder en dan na
tuurlijk niet met een, dat tegen
vlooien is gericht maar met een
dat uit vlooien bestaat. Ook dit
poeder bevat de prikkelende stof,
waarbij reeds een honderdmïl-
joenste gram van het uitgedroog
de en gepulveriseerde vlooien be
staande extradt voldoende is om
een huidreactie te veroorzaken.
Schone vlooien
Om wetenschappelijk schone vlooien
te verkrijgen, waarvan de af
komst bekend is en waarvan men
weet dat ze geen ziektedragers
zijn, kweekt men de vlooien zelf.
Dr. Feingold is trots op zijn
„vlooienteelt", ook al is deze in
een onaanzienlijk, ouderwets aan
doend gebouwtje ondergebracht.
Zijn „vlooientheater" is een klein,
met temperatuur- en vochtig-
heidsmetingsapparatuur uitge
ruste ruimte, met op de deur het
bordje: verzoeke onze vlooien niet
te voederen.
„Het liefdeleven van vlooien begint
op deze vos", zegt de vlooienfar-
mer, en wijst op een ruime kooi,
waarin een vos een ongestoord be
staan leidt. „We hebben weliswaar
mensenvlooien nodig, maar jam
mer genoeg heeft nog geen ster
veling zich als een proefkonijn ter
beschikking gesteld". „Daarom
nemen wij vossenvlooien, die het
meest verwant zijn aan de men
senvlo". Voor bepaalde onderzoe
kingen zijn ook kattenvlooien te
verkrijgen. Daarom huizen ook
enkele katten in het laboratorium.
Een goed gevoede vlooienmoeder
legt 800 eieren tijdens haar slechts
enige weken durende bestaan op
aarde.
De eitjes komen terecht in kleine,
met zaagsel on zand gevulde em
mers, waar zich de larven ontwik
kelen. Deze zwelgen later, tijdens
een slechts kortstondige gelukkige
periode van hun leven in gist, ge
droogd runderbloed en honden
voer. Na een week poppen zij zich
in. De „farmer" moet de poppen
zorgvuldig uit het zand verwijde
ren. Zodra de jong geboren vlooi
en uit de vlakke schalen waarin
de poppen worden gelegd, hun eer=
ste vreugdesprong maken, vallen
zij in een fles met een wijde hals.
die met veel list onder de schaal
werd aangebracht. En daar ein
digt dan hun korte, aan de we
tenschap gewijde leven.
Galgenmaal
Een kwart miljoen vlooien zijn voor
een gram vlooienpoeder nodig.
„Een aantal vlooien krijgen een
galgenmaal", vertelt dr. Feingold,
en hij wijst op een klein plastic
doosje, dat als een horloge aan
zijn onderarm is bevestigd. De
onderkant van het doosje is ge
maakt van nylon-gaas, waardoor
heen de vlo bijten kan. „Wij kun
nen dan, naast deze plek, onze
huid met het vlooienpoeder in aan-
Neem direct RhëUmin
Rheumïn-tabletten helpen snel,
zeker en bovendien veilig I Ook
door de gevoelige maag uitstekend
te verdragen. 20 tabletten 63 ct.
Een Brocades-product, dus:
vertrouw er op 1
Delegatie uit
N.-Guinea Raad
naar Nederland
Een delegatie uit de Nieuw-Guinea-
raad zal gedurende een maand van
omstreeks 22 augustus tot 23 sep
tember een bezoek brengen aan
Nederland. Zij zal bestaan uit me
vrouw Dorkas Tokoro-Hanasbey (par
ticulier) en de lieren M. W. Kaisiepo
(voorlichtingsambtenaar), N. Tang-
galima (bestuursambtenaar), H. F.
W. Gosewisch (particulier), V. P. C.
Maturbongs (bestuursambtenaar), A.
van Zeeland (bestuursambtenaar). D.
Walab (onderwijzer), M. Suwaij (on
derwijzer), M. B. Bamandey (assi
stent bevolkingsvoo» lichting) en T.
Mezetli (onderwijzer). De delegatie is
door de Nieuw-Guinearaad samenge
steld.
Chili zal niet deelnemen aan de confe
rentie van neutralistisehe landen, die in
september in Zuid-Slavië zal worden ge
houden. Cuba zal het enige Zuidaverikaan-
se land zijn, dat aan deze conferentie zal
deelnemen.
raking brengen en krabben om
het onderscheid tussen de beide
reacties te bestuderen".
Het volgend plan van de onder
zoekers is om de vlooien radioac
tief te maken. Men wil dan na
gaan hoe het vlooienspeeksel zich
in het menselijk lichaam ver
breidt. De regering heeft een aan
zienlijk bedrag voor deze experi
menten ter beschikking gesteld.
Waneer dr. Feingold en zijn staf
de oorzaken van de allergie en
van de immuniteit tegen vlooien-
beten hebben ontdekt, dan ho
pen zij de verworven kennis ten
behoeve van de mensheid op vele
verwante gebieden in de praktijk
te kunnen brengen.
HOOG EN LAAG WATER
20 juli
Vlissingen
Terneuzen
Hansweert
Zierikzee
Wemeldinge
-j- nap
uur- meter
6.39
7.04
7.36
8.04
8.27
1.8i
2.04
2.24
1.44
nap
uur meter
18.56. 1.62
19.21 1.80
19.44 1.96
20.10 1.14
20.41 1.38
nap
uur meter
0.40 1.85
2.02
2.15
1.53
1.75
nap
uur meter
12.47 1.53
1.19
1.35
13.09
13.40
13.38
13.54
1.70
1.83
1.23
1.42
DONDERDAG 20 JULI 1901.
Hilversum I 402 m. 746 kc/s. 7.00 KRO.
10.00 NCRV. 11.00 KRO. 14.00—24.00 NCRV
KRO: 7.00 Nws. 7.15 Gram. 7.45 Morgen
gebed en overweging. 8.00 Nws. 8.18
Gram. 8.50 V. d. huisvr. 9.35 Waterfet.
9.40 V. d. kind. NCRV: 10.00 Gram. 10.15
Morgendienst. 10.45 Gram. KRO: 11.00
V. d. zieken.- 11.45 Gewijde muz. 12.00
Middagklok-noodklok. 12.04 Gram. 12.25
V. d. boeren. 12.35 Land- en tuïnb.meded.
12.38 Gram. 12.50 Act. 13.00 Nws. 13.15
Zonnewijzer. 13.20 Lichte muz. 13.40
Gram. 15.35 Gram. 16,00 Bijbeloverden-
king. 16.20 Kamermuziek. 17.00 V. d
jeugd. 17.30Gram. 17.40 Beursber. 17.45
1 Jazzmuz. 18.00 Metropole ork. 18.30 Vo
caal ens. 18.50 Rep. v. d. 10e Deutsche
Evangelische Kirchentag te Berlijn. 19.00
Nws. en weerbér. 19.10 Gram. 19.30 Ra
diokrant. 19.50 Pol. lezing. 20.00 Man en
paard, quiz. 21.20 Gram. 21.30 Gram.
met comm. 22.00 Kerkorgelconc. (Holland
Festival: Haarlemse orgelmaand 1961).
22.30 Nws. en SOS-ber. 22.40 Avondover
denking. 22.55 Boekbespr. 23.00 Gram.
23.30 Gram. 23.55—24.00 Nws.
HILVERSUM II. 298 m. 1007 kc/s. 7.00
AVRO. 7.50 VPRO. 8.00—24.00 AVRO.
AVRO: 7.00 Nws. 7.10 Gym. 7.20 Gram.
VPRO: 7.50 Dagopening. AVRO:
Nws. 8.15 Gram. 9.00 Gym. v. d. vrouw.
9.10 De groenteman.- 9.15 Gram. 9.40 Mor
genwijding. 10.00 Gram, 10.50 V. d. kleu
ters. 11.00 Kookpraatje. 11.15 Radïophïl-
harm. ork. en soliste. 12.00 Tiroler muz.
12.30 Land- en tuinb. meded. 12.33 Uit
het bedrijfsleven, lezing. 12.43 Gram. 13.00
Nws. 13.15 Mededed. en gram. 13.25
Beursber. 13.30» Lichte muz. 14.00 Kamer-
ork. en solist. 14.30 Gram. 14.40 V. d.
vrouw. 15.00 Pianorecital. 15.30 Gram.
16.00 Gram en: De reiziger uit de trein
van acht uur, hoorsp. 17.00 V. d. jeugd.
17,30 Jeugd en ritme. 18.00 Nws. 18.15
Gram. 18.25 Kamermuz. 18.59 Gesproken
brief. 19,00 Gram. 19.30 Gram. 19.50 Sport-
praatje. 20.00 Nws. 20.05 Holland Festival
1961: Residentie ork. en solist. 21.00
Pauze: Vreemde talenonderwijs in Ame
rikaanse taai-laboratoria, lezing. 21.15
Verv. v. h. concert. 22.15 Mannenkoor.
22.30 Nws. en beursber. 22.45 Act. 23.00
Sportact. 23.10 Lichte muz. 23.30 Nieuwe
gram. 23.55—24.00 Nws.
TELEVISIEPROGRAMMA'S.
NTS: 20,00 Journ. en weeroverz. VPRO:
20.20 Gesprek aan de schrijftafel, lezing.
20.30 Eindexamen Filmacademie 1961.
20.55 Speelfilm. 21.30—22.15 Literatuur,
blijspel.
VLAAMS BELGISCHE
T.V.-PRO G RA MM A'S.
19.30 V. d. jeugd. 20.00 Nws. en weer
overz. 20.30 Kunstprogr. 21.10 Rep. 21.45
Blijspel. 22.20 Nws.
FRANS BELGISCHE
T.V.-PRO GRAMMA'S.
19.30 De christenen in het sociale leven.
20,00 Journ. 20.30 Film. 20,55 Spel. 21.35
Film. Daarna: Journ.
President Kennedy heelt in de tuin
van het Witte Huis 1800 middelbare scho
lieren uit 51 landen ontvangen. De scho
lieren ondernamen een stormloop op het
staatshoofd om hem de hand te drukken
toen hij op het terras van de rozentuin
verscheen. Kennedy haastte zich weer
naar binnen om te voorkomen dat de ten-
gergebouwden onder zijn bezoekers onder
de voet zouden worden gelopen.
De ruimtevaart van de Amerikaanse
kapitein Virgil Grissoni Is wegens on
gunstige weersomstandigheden tot
vanmiddag 12 uur uitgesteld.
Het Amerikaanse bureau voor lucht
en ruimtevaart (N.A.S.A.) deelde
mee, dat boven de lanceerplaats, Ca
pe Canaveral, gisteren een dikke
laag wolken hing.
Het slechte weer zou niet van invloed
zijn geweest op de lancering zelf,
maar op de visuele waarneming van
de raket en de ruimtecabine. In het
doelgebied, op bijna 500 km van Cape
Canaveral, was het uitstekend, helder
weer.
6 De Westduïtse president, 'Heinrlch
Lübke, heeft ter gelegenheid van de
„14de juli" aan president .De Gaulle van
Frankrijk een boodschap gezonden. Hier
in spreekt hij de hoop uit dat de solida
riteit tussen het Franse en het Duitse
volk zal leiden tot „een onontbindbare
gemeenschep van de Europese volken".
1843. Het is lang geen klei
nigheid om opeens overge
plaatst te zijn naar een stad,
ettelijke eeuwen in de toe
komst, waar allemaal drei
gende mensen op je komen
toedringen. Weldra was pi
loot Storm omringd door
een kring van grimmige
mannen, die hem van alles
toeschreeuwden. Hun stem
men klonken hoog en schel
en de taal die zij spraken
leek niet veel meer op het
Engels dat men in de twin
tigste eeuw gebruikte. En
kele woorden kon Arend
echter wel thuisbrengen en
hun betekenis liet weinig tc gissen over. Al
leen reeds uit de manier waarop zij hem in
't gezicht werden geslingerd, kon hij conclu
deren, dat men hem als een ongewenste vreem
deling wenste te beschouwen. Een indringer,
een spion! Het gevoel van koud staal in zijn
nek wees erop, dat deze lieden van krasse
maatregelen hielden. Juist toen hij zich begon
af te "vragen hoelang drie minuten eigenlijk
wel kunnen duren, voelde hij zich weer opge
nomen in de tijdstroom en het laatste wat hij
zag, was een kring ongelovige, verbijsterde
gezichten van mensen, die opeens naar een
lege ruimte staarden!
Deze foto van Cape Canaveral toont
de Mercury-Redstone raket waarmee
Virgil I. Grissom voor een tocht
door de ruimte zal worden gelan
ceerd. De lange stalen arm met cabi-
ne, wqlke van rechts de ruimtecabine
bovenop de raket nadert, is gemaakt
om Grissom, als er op het laatste mo
ment iets fout sou gaan, een kans te
bieden te ontsnappen. Op de achter
grond staat de stellage welke wordt
gebruikt om het ruimteschip voor de -
reis voor te bereiden. De nood-douclie
(rechts voorgrond) wordt gebrvAht-..
als de Inensen, die de lancering voor
bereiden, onverhoopt worden overdekt
door de vloeibare brandstof van de
raket.
(Advertentie)
GK'Vetandig
HENRI VAN WERMESKERKEN
Water, water! Ik zou er nu een
moord voor doen. Ook op Taipeke.
Dan is dat water tegen mijn tong'
het weekt die Long, het koelt die tong,
cn mijn verhemelte waarvan de tong
losweekt. De eerste druppels zijn in
de keel, ze zakken weg
ik zie naar Pancho, die ligt te likken
onder mij, aan het water, dat langs
mij druppelt. Zijn zwarte tong krijgt
weer kleur. Niemand spreekt. Tai
peke heeft zijn arm om mij heen en
laat het water over mijn gezicht lo
pen, over mijn handen.
Zuinig toch met dat water. Het is wa
ter.
Niemand kan zich voorstellen wat
water is, en hoe zuinig men ermee
moet zijn.
Taipeke gooit het over mijn hoofd,
over mijn voeten, hij moet zeker zijn,
véél water te hebben. Het is koel...
het is leven. De zon komt op, maar ik
drink. Ik kan nu weer drinken al is
bel met kleine slokjes. Ik heb pijn in
de maag en het is'tegelijk een wel
daad
Taipeke heeft mijn gezicht en ogen
gewassen. Ik zie de dag en tegelijk
zie ik, dat het de rand der woestijn
is, die we toch bereiktenVerder
is alles weer pampa. Groene pampa,
levenna de dood in de dorre
woestijn. En daarachter een oerwoud.
De groene hel, maar voor ons dit
maal leven!
Dan op handen en voeten kruipen we
verder, naar die plek, waar Taipeke
het water vond. Nog geen moeras.
Maai' kleine holte, die Taipeke gegra
ven heeft vol met water.
Samen vergroten wij het gat. Eerst
een halve meter, dan meer. Ik heb er
Pancho ingelegd, zijn achterpoten
schijnen lam, want hij sleepte zich
voort.
Hij kijkt ine steeds maar aan. Hon
deogen! Mooi. Trouw... Nu is het gat
zo groot, dat ik er ook met mijn voe
ten bij in kan. Met mijn knieën. Nu lig
ik'er geheel in... In koel water, dat
uit de bodem siepelt en waarvan we
ook telkens weer drinken, ook al is
het troebel. Ook al heb ik Panebo er
in gelegd. Water Is water... Mijn hele
lichaam dorst ernaar.
De woestijn is achter ons.
Hier is nog pampa. Maar verderop
daar stijgt de bodem tot een heuvel
en daarachter zijn bergen met bomen
begroeid. Een der bergen heeft een
scherpe kop.
Wij zijn in het leven teruggekeerd.
Op de grenzen van het blanke
mysterie.
Reeds drie dagen hebben we gerust,
daar aan die bron vari ons leven. We
hebben een vijvertje gemaakt van
twee meter doorsnede om in te liggen
en te baden. Een ander wat verder
kleiner, om uit te drinken.
En we hebben maar een bezigheid...
te herleven.
Onszelf te verzorgen opdat we weer
mensen worden. Ik voel weer het
bloed, dat eerst in mij scheen te
schroeien, versterkend door mijn ade
ren lopen. Mijn hart, dat in de woes
tijn nog maar heel langzaam klopte,
doet het nu weer vlug. Misschien te
vlug en in koorts. Maar dat is herge
boorte. de genezing.
De natuur neeft ons het voedsel zelf
gebracht. Er stonden planten een
stuk verder, die eetbaar bleken en
geen slechte nawerking hadden. We
hebben de droge lappen vlees, die leer
leken en heel licht waren, in het wa
ter geweekt en toen langzaam met
kleine stukjes gegeten.
Er is ineens jolig een kléine neusbeer
voor ons verschenen, bijna net als de
vorige. Hij heeft ons verbaasd zitten
aankijken, tot mijn kogel zijn blijde
leven deed eindigen om het onze voort
te zetten.
We eten zijn vlees, rauw, met wat
zout.
Ik wilde vuur maken om hem te bra
den, maar Taipeke heeft lang en door
dringend gezien naar het bos in de
verte, de heuvelen en de bergen, en
mij gezegd het niet te doen. Hij had
ook niet gewild dat ik schoot.
Ja het is waar, we moeten nu weer
rekenen met mensen, met andere
vijanden dan de zon en de woestijn.
We waren te lang onbewust van ge
varen en éénzaam. De mens blijft toch
onze gevaarlijkste vijand. En hier is
weer water dus kunnen er mensen
leven.
Er zijn groene blaadjes aan de bo
men en die eet ik, om tegelijk met het
rauwe vlees vitaminen naar binnen te
krijgen.
Pancho heeft mij twee dagen hevige
zorg gebaard.
Ofschoon hij de hele dag in het wa
ter lag. bleef zijn achterlijf stijf en
lam. maar vanmorgen zag ik. dat hij
probeerde zich met een achterpoot tc
krabben. Zijn ogen zijn nooit van mij
af. Hij wordt weer hond. We moeten
proberen weer mensen te worden. De
soort van supermensen die het niet
betere wapenen dan Indianen het te
gen meer kunnen opnemen. Ik heb
een gevoel van grote dankbaarheid
dat Taipeke, ondanks de vermoeienis
sen en de dorst, toch alles alleen heeft
meegesleept, tot hij in de nacht de
grassprieten aan zijn voeten voelde,
die hem zeiden, dat we gered waren,
dat de woestijn achter ons was.
Ik heb hier drie dagen zo goed als
naakt aan de poel geleefd, nu begin
ik mijn kleren weer te ordenen. Ik
snijd er de rafels af, naai hier en daar
knopen aan. waarvan ik er nog zes
over heb. Ik reinig de geweren van
zand, dat er overal tussen zat, en zie
de brownings na tot alles weer in
orde is.
Mens en wapenen.
Wij horen bij elkander. Taipeke, Pan
cho, ik... en onze Europese moord
tuigen tevens. Die geven veiligheid,
macht.
Iedere dag voel ik meer mijn krach
ten terugkomen. Ik maak wandelin
gen in de buurt, vond zelfs een zure
vrucht aan een boom, die fris smaak
te en enigszins op 'n peer leek in
smaak, maar heel zuur en in vorm
op een mispel. Ik heb er eerst een
klein stukje van gegeten en toen dit
feen nadelige gevolgen had. 's mid-
ags meer. 'Zo leert men de wilder
nis kennen.
Wij hebben de tijd aan onsde
woestijn ligt achter ons. En het land
van het blanke mysterie vóór ons.
Alles bewijst dat wij geheel uit de
dorre zone weg zijn.
De zon ishiér minder heet, er is
vocht in de lucht, het moet hier zelfs
geregend hebben voor enige dagen.
In de middag trekken donderkoppen
zich samen boven het gebergte. En
verdwijnen weer
In de bergen heeft het zeker gere
gend. Ze zijn drie dagmarsen van ons
af. maar wij hebben wel wat anders
acht»r ons. Er zullen mensen zijn en
vijanden, maar alles beter dan dat
niets in de woestijn.
Hoe ze ons ontvangen zullen? Beter
dan de woestijn.
Als Pancho genezen is. gaan we er
binnen.
Het is als een wonder nu weer te
gaan door de groene pampa, die wij
voor dc woestijn zo haatten om zijn
dorheid.
Wij gaan met zorg en bijna weten
schappelijk. De eerste dag hebben wij
slechts vijf kilometer afgelegd, 's
morgens drie en s middags twee kilo
meter. Dan waren we al weer moe. En
Pancho ging ook moeilijk. Telkens
zakte zijn achterlijf weer onder hem
weg, als van een jonge hond, die de
hondeziekte heeft. Hij had ook het
minste water gehad.
Maar overigens is hij heel helder en
bij. Zijn neus is weer voortdurend in
de lucht, zijn oren spitsen rich bij elk
geluid, en als ik tot hem spreek,
kwispelt hij.
Taipeke is een Indiaan. Die heeft ont
beringen gekend in zijn leven. Het is,
of hij nu alles vergeten is. We zijn
allebei broodmager geworden, maar
hem staat dat goed. Hij lijkt enkel
pees en spier. Van zijn fijne botten
is nog weinig te zien.
Hij gaat dè eerste dagen naakt,
draagt rijn kleren als een bundeltje
op zijn rug. Er is niet veel van over.
Maar kleren zijn het toch en hij wil
als wij Indianen vinden, superieur
zijn en in kleren verschijnen.
(Wordt vervolgd).