DE KERKEN Kloof tussen de wal en de varende mens Onvoorstelbaar leeg is de aarde nog PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer De groene hel maatschappij GESLAAGD... dank zij RESA - HILVERSUM HERVORMD LIMBURG WENST GEOEFEND GEMEENTE-KADER VOEL U FRIS ALS EEN BLOEM TAMPAX 3. Het blanke mysterie van de Matto Grosso ZATERDAG 1 JULI 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT en de EEN EIGENAARDIGE BEZIGHEID Individueel gesprek blijft hoofdzaak Van New Orleans uit kan men alle werelddelen, Austra lië uitgezonderd, bezeilen. Vaste scheepvaartlijnen on derhouden met hun schepen verbinding met de meeste zeehavens ter wereld. Dit schrijft de gereformeerde koopvaardïjpredikant ds. J. Wristers, die nu met zijn ge zin ruim tien jaar in New Or leans heeft gewerkt voor de geestelijke verzorging van de opvarenden ter koopvaardij- We ontmoeten de bewoners der schepen dagelijks en lig gen hier midden in de baan, die zij op hun tochten be schrijven, zo vertelt hij in een artikel in de „Provinciale Kerkbode" van de provincie Utrecht. Er is een kloof tussen de wal en de varende mens aan boord. Ook tussen hem en de kerk. De door de zeevarende bewoonde wereld is onderverdeeld in dui zend-en-een „woonwijken", die on derling honderden, dikwijls dui zenden kilometers van elkaar zijn verwijderd. Ligt zo'n woonwijk toevallig in een haven dan nóg maken de werkzaamheden aan boord het meestal onmogelijk een groter aantal dan vijf of tien van hen bij elkaar te brengen. De een is op wacht, de ander slaapt en een derde is de wal op. Ook individueel is de man moeilijk te treffen. Neem bijv. een varend lid van onze kerken. Een paar we ken per jaar is hij thuis, als hij dan tenminste niet met vakantie gaat. De overige maanden van het jaar is hij op dit of dat schip, dat hier- of daarheen vaart, en in een haven nu eens aan deze dan aan die kade wordt gevonden; van daag, of morgen of misschien pas de volgende week. Onze post is om zo te zeggen een van de schakels tussen de aarde (de wal) en de onmetelijke ruim te (de wereldzee); een soort brug over de kloof, die beide scheidt, zonder welke levend contact met de zeevarende voor de kerk niet goed denkbaar is. Ruw genomen hebben we deze jaren een 4000 van zulke verbindingsbruggen herhaaldelijk beklommen en von den daarmee dan telkens toegang tot de verblijfplaats van 30 tot 60 bewoners. Met ons droegen we wat we uit Nederland aan goede lectuur kregen en losten het in hutten en messrooms, in gang, kombuis en aan dek. Het is dan dat het zoeken begint. Men weet van te voren meestal niet. wie men en óf men het treffen zal. (Advertentie) (Bekende Schriftelijke Cursus) Soestdljkefslraotwcg 83 Tet. 45432 Vraagf ons gratis prospectus voor: Onderwijle rs akte. H.8.S. Gymnasium. A-I.B.A. -Mulo A en 8. - Middelbare akten Frons, Duits en Engel;.-Nederlands M.O.A.-Wiskunde t.O. en M.O. A. Hoofdcorrespondent V.T.H - Praktijkdiploma - Boekhouden. - Middenstands diploma. - Franse, Duilse en Engelse Handels correspondentie, Scheepsbezoek is een eigenaar dige bezigheid. Soms kan men een halve dag op een schip door brengen, soms is het al met een uur weer afgelopen omdat de si tuatie er is als in een fabriek op hoogspanning. We kunnen ie mand voorbijlopen, die we graag hadden ontmoet en in een hut iets verder op 'n half uur verdoen, niet verder komend dan tot een praatje. Maar soms wordt dat praatje In eens tot een gesprek en heeft men het gevoel, dat een baan werke lijk gekruist wordt. Uit de hand druk kg het afscheid leest men dan het gehalte van de ontmoe ting af. Naast het individueel treffen is er het spreken „in het openbaar". Een „dienst" kan je het niet noe men; daarvoor is het te weinig liturgisch, te veel geïmproviseerd en los van vorm. Gerekend kan worden op een gemiddelde van 10 20 pet. van de bezetting van een schip. Sinds we zes jaar ge leden hiermee begonnen, hielden we 300 van zulke samenkomsten met in totaal 2700 aanwezigen. Een eenvoudige rekensom beves tigt wat we hierboven schreven over de kleine groeperingsmoge lijkheden in de zeevaart. Hoewel we met deze samenkom sten en ook langs andere weg een bescheiden plaats in de Zoel windje waait in de oecumene „llust werkelijk het barre noord?' zo vraagt Goodwill in Hervormd Nederland naar aanleiding 1 het feit dat het vrywel voltallig moderamen van de Oecumenische lïaad van Kerken in Nederland gehoor heeft gegeven aan de uit nodiging de jaarvergadering te Utrecht bij te wonen van de Orga nisatie tot bevordering van het werk van de Internationale Raad van Christelijke Kerken (ICCC). Goodwill is blij met het „ongekend zoel windje (bedoeld is de ge noemde uitnodiging) uit een rich ting, waaruit tot nog toe alleen maar ijskoude vlagen van kritiek en afwijzingen waren opgesto ken". „Uiteraard kwamen bij deze eerste ontmoeting duidelijke me ningsverschillen en markante te genstellingen voor den dag. Maar een belangrijk winstpunt is reeds het gevoel van onbehagen, dat er twee zulke oecumenische licha men naast elkaar bestaan, tot nog toe zelfs tegenover elkaar. En dat men van de kant van de ICCC, althans hier in Nederland, een hand uitsteekt ter begroeting en kennismaking, is een gebaar, dat tot voor kort onmogelijk scheen en trouwens door niemand werd verwacht. Misschien is in Utrecht het ijs gebroken en wordt het zachter". scheepsgemeenschappen als zoda nig zoeken, blijft toch de arbeid der geestelijke verzorging veels zins hoofdzakelijk individueel. Ook hierin, dat ze altijd slechts schip voor schip tot stand kan komen. Op de classicale vergadering van de classis Maastricht der Neder landse Hervormde Kerk, kwam uitvoerig ter sprake de mogelijk heid om door een cursus mee te werken aan de vorming van een kader, dat in het werk van de gemeente actief kan zijn betrok ken. Een en ander naar aanleiding van een inleiding, die ds. J. Monteban van het Landelijk Open Deur-werk hield, waarin hij vertelde hoe men op verschillende plaatsen van het land bezig is-met tweejarige cur sussen, die aanvankelijk hoofdza kelijk waren bedoeld voor Open Deur-werkers, maar langzamer hand door hun opzet en program mering een bredere kring van ge meenteleden bereiken. De classis was unaniem van oor deel, dat het gewenst zou zijn ook voor Zuid-Limburg een dergelijke cursus te houden. Deze zou om streeks oktober kunnen starten en worden uitgevoerd door het Landelijk Open Deur-werk in sa menwerking met de stichting voor evangelisatie in het zuiden en het moderamen van de classis. Het programma van de cursus omvat allerlei onderwerpen, die voor de huidige situatie van de kerk en de wereld belangrijk zijn. Om een aantal dingen te noemen: de oecumene, de sekten, evange- listiek, geestelijke stromingen van deze tijd, ontmoetingen met de moderne cultuur, de wereld-gods diensten, Israël, bijbelkring-me thodiek en vele andere onderwer pen. Vakantief- deur op slot, dat is zéker, zo zéker als het is, dat U AKKERTJES moet meenemen voor een pijnvrije vakantie géén hoofdpijn, géén kiespijn. I FIJN DAT ER AKKERTJES Bevordering officier van korps rijkspolitie Bij koninklijk besluit is bevorderd tot officier der rijkspolitie eerste klasse, de officier der rijkspolitie tweede klasse C. W. Bloemers, ingedeeld bij de staf van de verkeersschool van het korps rijkspolitie te Bilthoven. KERKNIEUWS HEKV. KERK Beroepen te Hasselt J. W. de Bruin te Harderwijk; beroepen te Alkmaar (vacature G. C. Tromp) C. v. Leeu wen te Eist; beroepen te Assen W. C. Verstoep te Witmarsum. GEREF. KERKEN Beroepen te Dokkum G. Assies te Oostwolt; beroepen te Ee G. Sinia te Spijk; beroepen te Slootdorp A. Ver doorn, kandidaat te Voorschoten; be dankt voor Zuid-Beijerland A. Ver schoor te Vlissingen; beroepen te Rot- terdam-Hillegersberg B. G. Mees ten Oever te Wageningen; de classis Amersfoort heeft préparatoir geëxa mineerd en beroepbaar verklaard de heer C. W. Plooy, Hildebrandtlaan 10 te Soest, die terstond beroepbaar is; de classis Den Haag heeft préparatoir geëamineerd en beroepbaar verklaard de heren J. M. R. Dirmanse, Daguere- straat 28, Den Haag en A. J. L. Hoog kamer, Paul Gabrielstraat 158 Den Haag. Kandidaat Dirmanse kan nog feen beroep in overweging nemen, andidaat Hoogkamer is terstond be roepbaar; de classis Zeist heeft op grond van artikel 8 (bijzondere ga ven) préparatoir geëxamineerd en be roepbaar verklaard de heer J. Ro- waan, Louise de Colignyplein 28, Zeist, die terstond beroepbaar is. CHR. GER. KERKEN Beroepen te Nieuwe Pekela P. N. Rib- bers te Noordscheschut. DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP Aangenomen naar Veenwouden ZwaagwesteindeBuitenpost J. C. Beekhuis te Edam. GEREF. GEMEENTEN t Beroepen te Amsterdam en te Waar denburg G. Schipaanboord, kandidaat te Leiden; beroepen te Rotterdam ZuidwijkPendrecht L. Huisman, kandidaat te Zwijndrecht; beroepen te Vlissingen, A. Kok, kandidaat te Rotterdam. LANDBOUW EN BEVOLKINGSGROEI Jaarvergadering van C.B.T.B. In de jaarvergadering van de Chris telijke Boeren- en Tuindersbond in Leeuwarden heeft prof. dr. F. de Roos, hoogleraar aan de Vrije Uni versiteit te Amsterdam gesproken over „Landbouw en bevolkingsgroei". Hij begon met. het behandelen van twee vragen: „Zal er ruimte zijn voor de nog te verwachten bevolkings groei in het jaar 2000 zal de aarde naar wordt verwacht 6 a 7 miljard bewoners tellen en ons land 19 a 20 miljoen en zal die bevolkingsgroei geen ernstige aanslag betekenen op de beschikbare landbouwgrond? Zijn antwoord was niet pessimistisch: de aarde is nog „onvoorstelbaar leeg" en er is nog heel veel woeste grond, die in cultuur kan worden gebracht. Ook is het, voor zover onze kennis thans strekt, mogelijk de voedselpro- duktie nog belangrijk uit te breiden als het westen de onderontwikkelde landen daarbij helpt. Optimistisch was hij ook over de in vloed, die de bevolkingsgroei zal heb ben op het inkomen per hoofd der Mr. De Monchy ter aarde besteld Op de begraafplaats Oud Eik en Dui nen in Den Haag is donderdag on der bijzonder grote belangstelling het stoffelijk overschot van rar. S. J. R. de Monchy ter aarde besteld. Mr. De Monchy, die zondagavond is overle den, was oud-burgemeester van Den Haag. Hij is 82 jaar geworden. In de aula op de begraafplaats heeft de huidige burgemeester van Den Haag, mr. H. A. M. T. Kolfschoten gesproken. Hij zeide onder meer dat mr. De Monchy de zwaarste tijden heeft meegemaakt. Mr. Kolfschoten herinnerde eraan hoe mr. De Monchy op 29 juni 1940 anjerdag de burgerij der gemeente Den Haag aanmoedigde tot een demonstratie te gen de bezetter, ten koste van zijn ambt. Het oud-lid der Eerste en Tweede Kamer voor de voormalige liberale staatspartij, mr. W. C. Wendelaar heeft voorts namens de vele vrienden van de thans ontslapene gesproken. Een zoon bracht dank voor de vele blijken van medeleven. Verkenners van de burgemeester De Monchygroep vormden een erehaag bij de ingang van de begraafplaats. Aan het graf zongen „Die Haghe Sanghers" onder leiding van Jos Vranken Jr. „O Bone Jesu" van Pa- lestrina. De begrafenis werd onder meer bij gewoond door vele provinciale en ge meentelijke autoriteiten uit het ge- 0 De Westduitse bondsweer zal begin juli in totaal ongeveer 311.0000 man tellen, per 3 juli worden 36.000 dienstplichtigen de lichting 1940 opgeroepen en tege lijkertijd komen een vijfduizend vrijwilli gers met lang contract In dienst. 1828. Toen het vuur uitging zochten de vier avonturiers hun slaapzak in de stra- tocars op. De leuningen van de zitplaatsen werden ach terover geklapt, waardoor er vier comfortabele rust banken ontstonden. Buck en de professor waren weldra in diepe rust, maar Sandra en Arend praatten nog lan ge tijd na over hun kansen op een terugkeer en die van de ongelukkige Charley. Hoe dieper zij op het pro bleem ingingen, hoe meer zij ervan overtuigd raakten, dat er wel een mirakel mocht gebeuren, wilden zij ooit allemaal weer veilig bijeenkomen op hun oude, vertrouwde vliegbasis, Tarmac! De volgende morgen, zodra het licht was, zette men de tocht weer voort. Na een enigszins bergachtig gebied, bereikte men uitgestrekt vlak terrein. Uur na uur hobbelden de twee wagens over de eindeloze steppen, waar zo nu en dan grote kudden bisons voor hem op de vlucht sloegen. Eenmaal waren zij getuige van een duel tussen twee stieren en zó formidabel zagen de beesten er in hun woede uit, dat men maar met een wijde boog om de vechtjassen heenreed. Ein delijk zagen de reizigers ver voor zich uit de glinstering van glas! Het was de gezochte koepelstad bevolking. De bevolkingsgroei heeft een stimulerende invloed op de kos tenbesparende technische ontwikke ling. Daarbij onderscheidde prof. De Roos twee soorten technische ontwikke ling: die welke voortkomt uit de menselijke ontdekkingsdrang cn bij toenemende bevolking zal het aan tal ontdekkers ook groter worden en die welke verband houdt met de toeneming van de totale produktie: beter werkverdeling, produktiemetho- den en dergelijke. Sparen Er is dus een zeer positieve invloed van de bevolkingsgroei op het inko men per hoofd, zo zei prof. De Roos, maar daarbij moet wel de voorwaar de worden vervuld dat er voldoende kapitaal gevormd, dus voldoende ge spaard wordt. In Nederland en in de westelijke landen is dat geen knelpunt. Hij vreesde niet, dat voortgezette be volkingsgroei het sparen zal be lemmeren. Wel zullen dan de gro tere gezinnen met kleine inkomens minder kunnen sparen, maar en hier bracht hy de factor ijdel- heid ter sprake de mensen met de grotere inkomens zullen er minder behoefte aan hebben uit gaven te doen die hen van de lagere inkomensgroepen onder scheiden. en veel prettiger op moeilijke dagen Tam pax inwendige sanitaire bescherming verraadt noch zichzelf noch u! Het kan niet gezien of gevoeld worden wanneer 'i op z'n plaats zit. Het maakt het schrijnende ver band, de gordel, die hele omvangrijke last overbodig. Geen wonder dat miljoenen kieskeurige vrouwen cr niet over denken omïcts anders tijdens die „moeilijke dagen" tc gebruiken. Rustig cn kalm doet u al uw gewone bezig heden. (U kunt zelfs zwemmen terwijl u Tampax draagt 1) Problemen bij het weg doen verdw ijnen en het is bijzonder prettig te weten, dat uw handen nooit de Tampax zelf behoeven aan te raken. Maar de besie reden om Tampax tijdens warm weer te gebruiken, is misschien het feit, dat het ontstaan van geur absoluut wordt voor komen. Geen w onder, dat u zich zo fris als een bloem voelt. HENRI VAN WERMESKERKEN 18 Met een dergelijk schaartje knipte ik een vezel door, die van het dak om laag hing. Ineens praat alles door elkaar. Het geschenk valt in goede aarde... maar ik voel duidelijk dat er meer verwacht wordt. Ik vind het echter genoeg, laat alleen nog een stukje welriekende zeep achter en doe alsof ik de conversatie en het beleefd heidsbezoek geëindigd acht, door met een vriendelijk „Tot weerzien heren" heen te gaan. Als ik weer buiten sta, hoor ik hoe binnen alles verbaasd door elkaar heenkakelt.. Alleen de vrouwen zwijgen nu er mannen bij zijn. Ik keer terug naar mijn tent en de gehele dag gebeurt er niets... Alleen in de avond wordt er een jonge ge braden aap, die afgrijselijk stinkt, voor mijn tent gelegd. Er bestaat dus enige vriendschap... waarvan de bewijzen gedeeltelijk verdwijnen in de maken van Taipeke en Solimacos, Pancho wil er niet van eten. Het andere begraaft Taipeke onder de tent in de grond, want ze mogen niet zien dat hun geschenk niet ten volle geaccepteerd wordt. Van een tegenbezoek, waarop ik ge hoopt had, merk ik niets. „Geef hem broek", raadde Taipeke mij de volgende dag, toen ik mijn katoenen broek voor een schone ver wisselde, al was het alleen maar om het jeuken van mijn huid tegen te gaan. Die middag tref ik het hoofd van de huthij zit er alleen met de medicijnman. Ik heb het gevoel dat deze mij meer vijandig gezind is dan het hoofd. Als ilc' ga is Taipeke al weer naast mij en hij heeft Pan cho losgemaakt, die voortdurend naast mij loopt. Taipeke is sinds twee dagen zo goed als naakt. Dat schijnt hem beter te bevallen, of hij meent daardoor nader tot zijn stam te staan. Ik heb de broek bij mijen leg die voor hem Enige ogenblikken vertoont hij, die volgens Taipeke naar de naam Ay- yah moet luisteren, geen tekenen, om die op te nemen. Dan gaat Taipeke vooruitHij blaft iets, en nog niets. Het hoofd bijt iets terug, Tai peke begint zelf de broek aan te trek ken en weer uit te doen. Als Ay-yah merkt, dat er geen gevaar bij is, komt hij kalm nader. Bij de scène die dan volgt heb ik moeite mijn lachen in te houden...... Het hoofd, geholpen door de medi cijnman en Taipeke, probeert in de broek te komen. Hij valt tweemaal bij het aantrek ken, stapt dan ineens trots enige passen heen en weerde broek is hem te lang en te wijden als hij weer stapt, staat hij ineens zonder broek, die hem op de grote platte voeten zakt en valt voorover. Vreemd, toen merkte is voor het eerst dat hij gewoonlijk naakt loopt. Kleren móeten iets onzedelijks zijn. AY-YAH De medicijnman helpt hem op... Elk Europees mens zou gelachen hebben Ofschoon er veel mensen omheen staan, lacht hier niemand. Allen zijn in hoge ernst. Met een touw dat ik in mijn zak heb, wordt de broek vastgebonden. Het is ineens of ik Ay-yah een hoge de- coratic gegeven heb, want hij gaat ermee heen en weer lopen, trots als een pauw. In de ogen van alle on derdanen of wat zé dan ook zijn, want het schijnen hier zeer republi keinse toestanden, is diepe eerbied te lezen. Om mijn eigen hoogheid te tonen ga ik weer heen. Taipeke blijft ach ter... nu is het hoofd wel te spreken. Als Taipeke terugkomt, is er toch weer iets onrustigs in zijn gelaat. Ik heb hem gevraagd om het hoofd uit te horen over de blanke stam waarheen ik trekken wil Taipeke spreekt weinig en aarzelend. Ay-yah heeft gezegd dat die stam gevaarlijk is en dat het* beter is cl.at ik hier blijf... Het is hier goed... Na een aarzeling voegt Taipeke erbij dat hij meent dat het de geschenken zijn die Ay-yah trekken. Hij wil niet dat andere stammên ze ook krijgen. De blanke stam, waarvan zij dus het bestaan ook weten, woont vele dagreizen achter de pampa in de Matto Grosso. Een grote woestijn doorHet hoofd heeft ze nooit gezien, maar van trekkende India nen ervan gehoord. Zij zijn zeer wild en gevaarlijk, hebben zeer lange pij len en speren en blaasroeren, die heel ver dragen. Het hoofd wil dat ik bij hem blijf, Taipeke meent ook dat hij het wil. omdat deze stam nog eens een aanval vreest en de kracht van mijn sprekende speer, hij bedoelt het geweer, hem dan zal helpen. Ik zie aan Taipeke dat hij mij nog tegen meer dingen wil waarschuwen, maar hij doet het niet, omdat hij ze zelf vreest. In de nacht stopt hij al le hoeken van mijn tent goed toe, zet de andere tent er dicht bij en ik hoor hem 's avonds spreken in de Lindua geral met Solimacos, die zeer korte, bange antwoorden geeft. Ik besluit die nacht te waken. Aan de ene kant lijkt het me overbo dig, want al zou ik wakende overval len worden, de dozijnen speren en vele pijlen zouden ons in een ogen blik uitblussen. Om nog niet te spre ken van de giftige blaasroeren die zij blijken te voeren en die ik vroeger niet bij hen gezien heb. Taipeke heeft me verteld, dat ze die gewoonlijk alleen gebruiken voor vo geljacht en op klein gedierte, of op vijanden van zeer nabij. Pancho is naast me gekropen. Voelt hij ook iets gevaar Ik waak zolang ik kan... dan schijn ik te zijn ingeslapen. En het is dag, als ik weer ontwaak... Ik ruik dat Taipeke koffie zet en als hij met Solimacos spreekt is zijn stem weer wat vrolijker. Twee dagen gaan weer voorbij zon der dat er iets gebeurt en dat iets onze toestand verandert. Ik word ongeduldigHet is niet mijn bedoeling hier tc blijven... En dat schijnt wel de bedoeling van het dorpshoofd. Alle pogingen om meer te horen over stammen of een stam die naar het zuidwesten moet wonen en blank is. stuiten af op de onwilligheid van het opperhoofd. De anderen van de stam weten ook niets of schijnen niets te mogen z«g- gen. En zonder hulp zal ik de rivier nooit terugvinden. Ik heb daartoe de vierde dag een po ging gedaan... ben alleen met Pan cho en een geweer bij me naar de kant gegaan waar we vandaan zijn gekomen Niets wees meer op een pad. Zelfs kon ik geen sporen vinden dat er ooit iemand gegaan was. Het oer woud herstelt zich snel. Het kleine zijriviertje, dat langs het dorp stroomt, is bijna geheel dicht gegroeid met takken, die erover han gen, en toch kunnen er kano's varen, want die liggen op een stuk kale oe ver. De Parintintins schijnen dus twee manieren te hebben om naar de grote rivier te komen. Ik zal dat onthouden. Al hun kano's zijn hier gebracht. Niet de mijne. Toen ik daar stond en naar de kano's keek, kwamen er drie mannen die, met boog en speer gewapend, deden alsof zij op jacht gingen. Even daar na waren er nog maar twee... Een korte poos daarna verscheen Ay-yah in zijn nu al zeer vuil geworden broek. Dc man zei niets, blafte ook niet tot zijn mannen... het was een algemeen star zwijgen, dat ten slotte zo pijnlijk werd, dat ik maar terug keerde naar mijn tent. „Dom Franco meer geschenken!" zei Taipeke mij die middag. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 13