Winnen en verliezen
Jong fruitteeltgebied
groeit en bloeit
4
P.Z.C.-Z.L.M.-N UMMER
WOENSDAG 21 JÜNI 1961
"flermoedelijk van een man van een jaar of veertig", schatte
99 de deskundige toen wij hem een jaar of tien geleden een
schedel uit Wantjeskuup of deftiger Wantjeskuip lieten zien.
Deze kuip is een ingelopen inlaag ten westen van Colijnsplaat.
Men kan daar na stormachtig weer de resten van een vierkant
gebouw terugvinden, waaromheen inwoners van Noord-Beveland
lagen begraven. Resten van bewoning van dit eiland voor de
stormvloed van 1530.
VOOR 1530
Laten wij eens aannemen dat deze
veertiger leefde in de 15e eeuw
op een betrekkelijk klein stukje land.
Een landbouwer misschien, die hard
genoeg moest werken om zichzelf en
zijn gezin in leven te houden. Som
tijds werd hij naar de dijk geroepen,
want naar oud gebruik was hem een
stuk dijk bij zijn hoeve voor onder
houd toegewezen. Hij zag de nood
zaak van dit onderhoud wel in, maar
toch met tegenzin, want het hield
hem van zijn werk af. Wanneer ech
ter de noordwester storm over zijn
hof loeide, hield liïj even de adem in.
Hij kende de zwakke plekken in de
dijk, hij kende het onderlinge krakeel
over het onderhoud en hij wist dat
de grondbraken, wij zouden dijkval-
len zeggen, kwamen als een dief in
de nacht.
De kronieken verhalen telkens van
stormen en inundaties die
Noord-Beveland teisteren. Alleen de
meest catastrofale worden vermeld.
In zekere zin was men het gewend,
maar daarom waren de gevolgen niet
minder ernstig. In de 15e eeuw pro
beert men van hogerhand maatrege
len te nemen om tot gemeenschappe
lijk onderhoud en beheer van de dij
kage te komen. Processen volgen.
Het eiland was in drie districten ver
deeld, maar soms wilde men elkaar
niet bijspringen. „Wij hebben het
toen en toen ook alleen gedaan". Toch
was eendracht hard nodig. Want de
zee werd agressiever en de dijken
waren niet overal op goede hoogte
door klink en andere oorzaken.
Geleerden hebben aangetoond, dat de
zee perioden kent van stijgen en te
rugkeren, en dat hierin een bepaalde
wetmatigheid schuilt. Men denkt hier
bij aan perioden van enkele eeuwen.
In het begin van de 16e eeuw was de
zee zeer agressief en de toestand van
d dijken slecht. Er komen maatrege
len, maar zij komen te laat.
KWADE ZATERDAG
Kroniekschrijver Reygersberch
woonde te Kortgene in 1530. Hij
zal op vrijdag 4 november van dat
jaar met zorg naar de jagende wol
ken gekeken hebben. Des nachts wak
kerde de wind uit het noordwesten
nog aan. Later zal hij in zijn droge
stijl noteren: Op de vijfde dag van
slachtmaand (St. Felixdag) was er
een grote storm uit het noordwesten.
Op het midden van de dag was het
water zo hoog gekomen, dat het over
de dijken en in de straten van Kort
gene begon te stromen hoewel het
nog twee uur duurde eer het vol tij
was. En op dezelfde zaterdag, zoals
sommigen schrijven (aldus Reygers
berch), inundeerden in Holland, Bra-
Plattegrond van Colijnsplaat met voor
gronden en platen in 1625.
bant, Zeeland en Vlaanderen 404 pa
rochies, waarbij Zeeland, tezamen
met Holland, de meeste schade leed.
Twee jaar later herhaalde zich de
ramp: Noord-Beveland bleef drijven.
EEN ETENTJE
O chippers die in 1598 rond de schor-
ren van Noord-Beveland voeren,
merkten een ongewone bedrijvigheid.
Mannen met manden en kruiwagens
waren bezig grond aan te voeren. De
herdijking van een deel van het oude
land was van het plannenmaken in
het stadium van uitvoering gekomen.
Op 25 juni 1598 schreven dijkgraaf
en gezworenen dat Godlof over enige
dagen de ring van de dijkage was
gesloten: de Oud-Noordbevelandpol-
der. De graaf van Hohenlohe trad
op als een van de voornaamste am
bachtsheren namens zijn vrouw, Ma
ria van Nassau, en zijn zwager, Phi
lips Willem. In 1600 kwam Hohen
lohe in hoogst eigen persoon een kijk
je op het eiland nemen. Er is toen bij
zonder goed gegeten: haard en
schouw waren door het grote vuur
en hitte zeer gebarsten en bedorven
(onkostenrekening)menu: schapen-,
rund- en varkensvlees, 2 hammen, 6
kapoenen, 2 hanen. 3 koppels konij
nen, witte en gele peen, rapen, „eert-
noten", appels, noten en kastanjes,
gember, wafelkens, ajuin, saucijzen,
rijst en melk overgoten met veel wijn
en bier.
WINST
In de 17e eeuw staat de landwinst
op de voorgrond. Noord-Beveland
krijgt dan al een stuk van zijn huidi
ge vorm. Het enige stadje op het ei
land, Kortgene, komt ook weer boven
water. De oude toren was blijven
staan, de nieuwe werd eromheen
gebouwd. Wat opvalt bij de dorpen,
vooral Colijnsplaat, is het meetkun
dig patroon volgens welke ze zijn op
gebouwd. De geest van de tijd, waar
in de wiskunde een grote plaats
krijgt. Hoe leeft de bevolking in de
dorpen? De kerkeraadsnotulen spre
ken van achterklap, echtbreuk, zon-
dagsontlieiliging enz., maar dat doen
de tegenwoordige notulen ook. Niets
menselijks vreemd. Het was een klei
ne gemeenschap op een klein stukje
land. De jeugd, maar ook de ouderen
zullen wel eens te weinig „levens
ruimte" gehad hebbenin 1642 wordt
er gesproken over het onbehoorlijk
dansen en springen en andere onge
regeldheden, die door jong en oud
bedreven werden in de meestoof te
Colijnsplaat op de dag des Heren.
VERLIES
e noordkant van Noord-Beveland
heeft eeji bijzondere plaats in de
geschiedenis van de waterstaat. Kij
ken we op de kaart dan zien we een
zeer gekartelde rand, met uitsteken
de dijkgedeelten, een teken dat hier
land verloren is gegaan. Trouwens
de „kuupen" of de inlagen wijzen er
op dat men hier eertijds het land
prijsgaf en terugviel op de achterlig
gende dijken. Polders gingen verlo
ren, dijkvallen traden onrustbarend
op, totdat men aan het eind van vori
ge eeuw een min of meer gesloten
oeververdediging had. wel niet vol
maakt, maar geruststellend. Gerust
stellend is eigenlijk een gevaarlijk
woord, want we denken wel eens te
snel de kracht van het water te ken
nen. Een jaartal, 1953, is voldoende
om ons iedere overmoed te ontnemen.
BALANS
Y\T ij behoeven hier niet de lof van
Noord-Beveland te zingen, dit
zal in deze dagen in vele toonaarden
gedaan worden. Noord-Beveland zal
door de dammen „ontdekt" worden.
Men kan het betreuren dat de rust
zal verdwijnen, maar de rust was
misschien ook wel eens te rustig.
Primair in het Drie-eilandenplan is de
veiligheid. Het toerisme zal bezit van
het voormalige eiland nemen en „het
klaaglijk geschreeuw van de zo be
weeglijke meeuw" zal dikwijls over
stemd worden door de geluiden die
drukbevolkte stranden kennen. De
verbetering van de waterbeheersing
in de polders zelf zal de landbouw, ^lïe
op hoog peil staat, ten goede komen.
De landbouw zal verder mechanise
ren. Of er industrie zal komen? Eén
ding is te hopen en we! dat er plaat
sen overblijven waar liefhebbers van
de natuur we denken hierbij aan
de avifauna - rustig kunnen genie
ten.
Traditionele rijtoer
Een van de onderdelen van
de Z.L.M.-manifestatie op
Noord-Beveland is de tradi
tionele rijtoer, die op vrij
dag' 23 juni wordt gehou
den. Om half tien vertrek
ken de deelnemers aan de
rijtoer -an Kortgene voor
de 42 km lange rit, die via
Kals, Colijnsplaat, Wissen-
kerke, Geersdijk en Kam
perland uiteraard in
hoofdzaak over de polder
wegen leidt naar het ten
toonstellingsterrein aan de
voet van de dam in het
Veerse Gat. Honderdtwintig
personenauto's en 25 bus
sen totaal circa 1500
deelnemers zullen aan
do start verschijnen.
Noord-Beveland van het Noorden uit
gezien. Gedeelte van de Oud-Noord-
Bevelandpolder (1598) met de in 1616
bedijkte Nieuw-N oord-Bevelandpolder.
Men lette op d,e fraaie kav elver deling
I IIIIIIIIIIIIIIIIIIIM
g Noord-Bevelaml is een jong fruitteeltgebied in opkomst. Hoe-
wel de landbouw op dit eiland superieur is aan de fruitteelt,
1 is. met name de appel- en pereteelt niet onbeduidend. Wel is
1 een groot gedeelte van het boomgaardenareaal tijdens de
1 ramp van 1953 verloren gegaan, maar inmiddels is door nieu-
i we aanplanten het verloren gegane terrein reeds herwonnen.
j§ Nu Noord-Bevelund met sterke dammen aan Walcheren en
1 Zuid-Beveland is verbonden, openen zich nieuwe perspectic-
g ven voor de fruitteelt. De voorzitter van de afdeling Noord-
Beveland van de Nederlandse Fruittelersorganisatie (N.F.O.)
de heer J. A. van Oeveren is van mening, dat de fruitteelt
1 over tien jaar hét drie- tot viervoudige van de huidige omvang
J zal bedragen.
In de dertiger jaren tijdens de crisis is de fruitteelt op Noord-
Beveland op gang gekomen. Met name de teelt onder glas tomaten
en druiven werd aangepakt. Daarnaast begonnen verscheidene boe
ren een klein gedeelte van hun landbouwgrond met fruitbomen in te
planten. Kort voor de ramp bedroeg het fruitteeltareaal rond 130 ha,
maar door de overstroming ging circa 60 ha verloren. Verscheidene
landbouwers hebben de boomgaarden gelaten- voor wat zij waren, maar
anderen hebben zich met vernieuwde energie op de teelt van fruit
geworpen. Het resultaat is thans, dat het areaal op Noord-Beveland
weer ruim 130 ha bedraagt. De heer Van Oeveren verwacht, dat lang
zamerhand meer landbouwers op de fruitteelt zullen overstappen.
„Ik ken enkele boeren, die voornemens zijn op korte termijn tien tot
vijftien ha met fruitbomen in te planten", vertelde hij. Het areaal
omvat in hoofdzaak appels en peren, met daarnaast nog enige teelt
van zwarte bessen.
TOEKOMST
„In de toekomst /.al hier meer kléin-fruit, zoals bessen en frambozen,
worden geteeld", voorspelde de N.F.O.-afdclingsvoorzitter. Uitbreiding
van de teelt van appels en peren wordt gedeeltelijk tegengehouden
door de zo veel omstreden vestigingseisen. Het feit, dat de veiling in
Goes thans gemakkelijk is te bereiken vindt de heer Van Oeveren een
winstpunt.
Overigens heeft dc fruitteelt op Noord-Beveland jarenlang met grote
problemen te kampen gehad, met name wat betreft de watervoorzie
ning. Voor het bespuiten van de bomen is zoet water nodig en dat heeft
tot, .1953 ontbroken op Noord-Beveland. Het enige zoete water op
Noord-Beveland was tot vóór 1953 het regenwater. Voor de bespui
tingen in de fruitteelt waren echter zulke grote hoeveelheden nodig
5000 liter vo'or het bespuiten van 1 ha vruchtbomen dat men nooit
genoeg regenwater kon opvangen. Het is dan ook herhaaldelijk voor
gekomen, dat door bcspuitingen met brak water veel bladverbranding
optrad.
De heer Van Oeveren heeft in 1943 met enkele andere fruit
telers zelfs een wichelroedeloper naar Noord-Bevel and laten
komen. Deze zou wel eens aanwijzen, waar zoet water was te
vinden. Hij wees inderdaad enkele plaatsen aan, maar toen
men begon te boren trof men op twee meter diepte slechts en
kele honderden liters zoet water aan en op een diepte van 20
meter bleek het grondwater nog zouter dan de zee. „De wi
chelroedeloper kostte ons f 500.om over het boren maar
niet te spreken. Resultaten bleven echter uit", aldus de heer
Van Oeveren. Vaak ook lieten de fruittelers ee nvrachtauto
met zoet water (2000 liter) van Z.-Beveland komen, maar
de kosten van f 35,— per vracht liepen toch wel wat al te
hoog op. Maar sedert Noord-Beveland voor 100 op het net
van de waterleiding is aangesloten zijn alle zorgen verdwe
nen. „Jammer, dat we het leidingwater niet voor beregening
mogen gebruiken, want dat' zouden we in droge iaren nog be
tere resultaten kunnen behalen", betoogde de N.F.Ü.-voorzit-
ter.