ZELANVICA BARON BLUFF Plan voor paleonthologisch en archeologisch panorama in Assen De dichter bleef advocaat LIEBHERR RUILVERKAVELING „DE POEL": LANDSCHAPSCHOON BEHOUDEN MAANDAG 12 JUNI 1961 PROVINCIALS ZEEUWSE COURANT 9 Geboorteaaiikondiging onder glazen plaat DE TWEEDE VERDIEPING VAN HET Goethe-huis, aan de Grosse Hirschgraben, in Frank furt, is vooral merkwaardig om dat er van de persoonlijke sfeer, die de dichter en zijn ouders daar schiepen nog zoveel is ach tergebleven. Imponerend is de studeerkamer van „Her Rat" (Goethe's vader), met de stati ge bibliotheek en het schilde rijenkabinet. Goethe's moeder had een vriendelij ke kamer voor zichzelf en vlak daar naast is de kamer, waar zij haar zoon ter wereld bracht. Om de schrij ver en wetenschapsman te eren be vat deze kamer nu alleen het horst beeld,, dat Clauer van de jonge Goethe maakte en verder niets. Wer ken deed de dichter hier niet, want nog een etage hoger vonden we zijn kamer, met de karakteristieke sil houetten boven de uitgeklapte schrijftafel. Aan dit meubel schreef de dichter behalve zijn eerste opzet van de Faust ook „Götz von Ber- lichingen", „Die Leiden des jungen Werther" en „Clavigo". In deze kamer hangt de moeilijk te omschrijven sfeer, die iets te maken moet hebben met het geestelijk werk, dat hier verricht werd en dat dit ge bouw toch een diepere betekenis geeft dan de meeste geboortehuizen van grote mannen bezitten. Geen wonder, want een wezenlijk deel van Goethe's artistieke ontwikkeling speelde zich binnen deze muren af. Vier keer woonde de dichter in Frankfurt en daartussen liggen de perioden, die hij doorbracht in Leipzig. Straatsburg en Wetzlar, voor hij zich voorgoed in Weimar vestigde. Hier in het huis van zijn ouders, werkte Goethe ook als jurist, nadat zijn verzoek tot toe lating als lid van de balie was ingewilligd. Goethe had de brief hiervoor op zijn verjaardag in 1771 geschreven. Zelf zegt hij over die verjaardag (in „Dich- tung und Wahrheit"): ,.'s-Middags, klokslag twaalf, op de 28ste augustus 1749, kwam ik in Frankfurt am Main op de wereld". Daarna gaat hij uitvoerig in op het sterrenbeeld op zijn geboorte-uur. Zijn medeburgers moesten nog een paar dagen wachten, eer zij van zijn bestaan op de hoogte kwamen. Pas op 2 september verscheen er in de „Ordentlichc wöchentliche Frankfur ter Frag- und Anzeigungsnachrich- ten" een familiebericht, waarin „Rat" Goethe de geboorte van zijn zoon aankondigde. Een exemplaar van dit blad wordt zorgvuldig onder een glazen plaat bewaard. Burger tot 1817 IN VERSCHILLENDE opzichten heeft Goethe Frankfurt ook later vast gehouden. Tot 1810 bleef hij er als advocaat ingeschreven en hij bleef zelf burger van de stad tot 1817! Overigens waren de banden geleidelijk losser geworden, sinds zijn moeder in 1808 in het familie graf op liet Peterskerkhof rustte. Pas in 1814 vernieuwde de dichter het contact met zijn geboortestad. In de herfst van dat jaar is hij de gast op de romantische Gerbermolen, aan de Main, die tegenwoordig voor de Frankfurters een geliefd doel voor uitstapjes is. In die tijd was de mo len de zomerverblijfplaats van de bankier Jacob Willemer. Goethe leert er diens derde vrouw de dichter lijk begaafde Marianne in die tijd goed kennen. Zij zou het prototype worden van „Suleika" in zijns „West- östliche Diwan". waarin ook enkele van haar gedichten voorkomen. Met Marianne van Willemer brengt Goethe ook een tijd in Heidelberg door. Daar herinneren een gedenk bord in de slottuin en een „Goethe- bank" aan die periode, waarin zij samen veel in dit park wandelden. Veertig jaar vroeger liep Goethe over dezelfde paden, toen een afge zant van hertog Karl August hem Een hoekje van de kamer van Goethe's moeder. Aan de muur het -portret van de dichter, als jongeman. hier vond. Dit bezoek had verstrek kende gevolgen: Goethe verliet Hei delberg en ging mee naar Weimar. Wel was Goethe sinds 1771 als advocaat in Frankfurt ingeschre ven, maar het jaar daarop practi- zeerde hij al aan het Reichskam- mergericht in Wetzlar, een stad, die in vele opzichten nauw met hem en zijn werk verbonden is. Hij woonde er twee keer op no. 11: een maal aan de Gewandgas- se, de volgende keer Am Korn- markt. In de Pfaffengasse staat hier nog het „Lotte-huis", zo ge noemd naar Charlotte Buff, voor wie Goethe een hopeloze liefde koesterde. Daarbinnen staan nog rococo-meubelen, die haar va der, de drost van Wetzlar, in ge bruik had. Ook het sierlijke spi net, waarop zijn dochter haar slanke vingers plaatste, is er te vinden. Werther VAN LIEFDE tussen „Lottchen" en Goethe kon niets komen: „op 16 augustus las zij hem de les", zo schreef haar bruidegom de Hannoverse gezandschapssecretaris Joh. Chr. Kestnar in zijn dagboek, „en zij vertelde hem dat hij alleen op vriendschap mocht hopen en niets meer. Hij werd bleek en bijzonder terneergeslagen". Toch haalde Goethe uit deze geschie denis inspiratie. In zijn briefroman „Die Leiden des jungen Werthers" legde hij verband tussen zijn eigen ervaringen in Wetzlar en het lot van de secretaris Carl Wilhelm Jerusa lem. Deze had op 3 oktober 1772 vanwege een ongelukkige liefde met een pistool zelfmoord gepleegd. Nog steeds is in Wetzlar zijn eenvoudige kamer, met bed en schrijftafel in het „Wertherhuis" aan de Schiller- platz te zien. Het was naar dit huis dat de door Goethe's roman diep getroffen tijdgenoten in grote scha ren optrokken. Zij zagen er de kachel, waarin de ongelukkige jon geman zijn papieren verbrandde, de leunstoel, waarin hij zich-doodschoot en zelfs het pistool. DitPnad hij on der afgifte van een kwitantie van Kestner geleend, onder het voor wendsel dat hij op reis moest. Ook tegenwoordig zijn al deze „relikwie- en" aanwezig. Het dorp „Walheim" uit Wer ther" is eigenlijk Garbenheim, niet ver van de stad en het bal, waarover in het boek sprake is, had in de tegenwoordige school, in het nabije Volpertshausen, plaats. Charlotte Buff, die intus sen getrouwd was met Kestnar, voelde even weinig als haar man voor de plotselinge publieke be langstelling tengevolge van de Wertliergeschiedenïs en beiden waren blij op veilige afstand in Hannover te wonen. Zij zouden nooit meer naar Wetzlar terug keren SLOT VOLGT Het is gevaarlijk de eigen krachten te over schatten. Een goed voorbeeld is de geschie denis van de Armada in 1588. De expeditie tegen Engeland met een geiueldige Spaanse oor logsvloot liep op een volslagen mislukking uit. Nog voor deze vloot was uitgezeild werd aan haar reeds de naam „de onoverwinnelijke" gegeven! Kortgeleden is de literatuur over deze expeditie met twee boeken verrijkt, een van prof. Mattingly „The Defeat of the Spanish Armada" en een van prof. Lewis „The Spanish Armada". Beide boeken worden door mr. A. M. de Jong besproken in een zeer lezenswaardig artikel in het Tijdschrift voor Geschiedenis (1961, 2). Voor Mattingly is de onderneming een fase in de strijd tussen de Hervorming en de Contra-Reformatie. Filips n beoogde met zijn expeditie het uitroeien van het protestantisme in Engeland. De ondergang van de armada, eigenlijk het Spaanse woord voor oor logsvloot, versterkte het zelfvertrouwen van de protestanten in geheel Europa. „Zij hadden het gevoel gekregen dat God aan hun zijde stond." Met één ding is De Jong het met Mattingly niet eens, namelijk met de opvatting dat in Engeland een gedenkpenning werd geslagen waarop in de rand tot uitdrukking komt dat Gods adem de vijanden heeft verstrooid of letterlijker: God blies en zij waren verstrooid. Dit opschrift komt in het Latijn voor op een penning geslagen in opdracht van de Staten van Zeeland naar aanleiding van de neder laag van de armada. Het is een van de fraaiste penningen die bij deze gelegenheid werden vervaardigd. Het bekende werk van Van Loon over de Nederlandsche historiepenningen zegt het als volgt: „De Zeelanders, aanmerkende de schrikkelijke schipbreuk der Spaansche oorlogsvloote, hebben ter gedachtenis daarvan, en in dankbaare erkentenis voor Gods betoonden bijstand, deczcn gedenk penning te Middelburg doen munten". Op de ene kant van de penning komt de Spaanse oorlogsvloot voor met een randschrift in het Latijn: Flavit Jehovah et dissipati sunt („De Heere heeft ge- blaazen en zij zijn verstrooid"), terwijl op de andere zijde een kerk wordt afgebeeld als zinnebeeld van de hervormde godsdienst, een kerk die „op eene steenrots onberoerelijk het geweld der slaande zeegolven tart". Met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijk heid, aldus De Jong, kan worden aangenomen dat deze penning de enige van de ter herdenking van de nederlaag van de armada van 1588 geslagen penningen is, die de door Mattingly aangehaalde spreuk tot opschrift draagt. Op geen der andere penningen komt een gelijkluidende spreuk voor, noch in het Latyn, noch in het Engels. De hierboven beschreven penning draagt het merkteken van de Munt te Middelburg. Idee van Haags elektrotechnicus (Van een onzer redacteuren) De 48-jarige Haagse elektro-technï- ker Ch. van Oostrom heeft het idee opgeworpen in de Drentse hoofdstad Assen een paleonthologisch en ar cheologisch panorama te gaan in richten, waarin de geschiedenis van het leven op aarde sinds ongeveer anderhalf miljard jaar in beeld ge bracht zal worden. Met financiële steun van rijk, de provincie Drente en gemeente Assen, alsmede van het particulier bedrijfsleven hoopt hij met de verwezenlijking van dit idee over reeds enkele maanden te beginnen. Geraamd wordt dat de uitvoering van het project dat wetenschappelyke en toeristische waarde zal moeten krij gen, een som van ongeveer twee en een half miljoen gulden zal vergen. Met het oog op de verwezenlijking is dinsdagmiddag in het geologisch instituut te Amsterdam opgericht de stichting tot vorming van een pa leonthologisch en archeologisch pano rama met als voorzitter prof. dr. G. L. Smit Sibinga uit Blaricum, als sec retaris dr. C. van Rijsinghe uit Den Haag, en als penningmeester de heer W. van Geleuken van der Brugge te Hunsel uit Den Haag. Voorts traden als leden o.m. toe, dr. Fop. I. Brou wer uit Haren, prof. dr. W. Glasber gen uit Amersfoort, Bert Garthoff uit Loosdrecht, prof. mr. P. S. Ger- brandy uit Den Haag, Jan P. Strij- bos uit Haarlem, .Tean Dulieu (Paulus de boskabouter) uit Wijster, dr. J. J. Barkman, prof. dr. J. R. van der Fliert uit Amstelveen en de heer J. van Duinkerken, directeur van de provinciale V.V.V. in Drente te As sen. Hoewel nog geen terrein volgens schatting tenminste acht hectare beschikbaar is voor de vestiging, hebben de architecten G. Rietveld, J. van Tricht en W. van Dillen be reids een voorlopig ontwerp van het panorama gemaakt, waarbij een in deling werd gemaakt volgens de ge ologische tijdrekening. Deze over de Aar.frlenue gehele wereld erkende „tijdklok" moet een universeel karakter aan het plan geven. Niet uit alle tijdvak ken is uiteraard materiaal voorhan den. Met moderne grondstoffen en hulpmiddelen zal daarom de inrich ting moeten geschieden. Bij de vervaardiging van de -model len mag op de grootst mogelijke me dewerking uit wetenschappelijke kring worden gerekend. Nergens ter wereld bestaat nog een dergelijke opzet over het leven op aarde, zodat dit Asser panorama in derdaad uniek beloofd te worden. Juist Assen is als vestigingsplaats gekozen, omdat Drente primair was wat betreft de eerste vorming en be woning van ons land. En Drente biedt bijzondere recreatiemogelijkhe den voor het volgegroeide westen. Nog bevinden de plannen zich maar in een zeei* vroeg stadium van voor bereiding. Het nodige geld ervoor moet dan ook nog bijeen worden ge bracht. Teneinde het bedrijfsleven ervoor te interesseren staan er ver schillende initiatieven op stapel. De bedoeling is dat de heer Oostrom t.z. t. de directie van het panorama zal krijgen. In de Sowjet-Unie zal dit jaar een „vliegende schotel" in gebruik worden genomen, die 500 tot 600 passagiers met een snelheid van 100 km/u kan vervoeren, aldus bericht de Sowjetvoorlichtings- dienst. Het „vaartuig beweegt zich over een dun luchtkussen boven het water oppervlak. PLEIDOOI VOOR NATUURBESCHERMING Niet alleen op materiële aspecten letten Ir. W. THIJSEN van Staatsbosbe heer schrijft: Enkele malen is reeds geschreven over het gebied gelegen in de vier hoek 's Heer Arendskerke - Noord- dijk - 's-Gravenpolder - Goes. Een agrarisch „moeilijk" gedeelte van het mooie Zuid-Beveland. Moeilijk, omdat de werkende mens meer meent te kunnen verkrijgen van de natuur lijke hulpbronnen. Als mogelijke oor zaak voor de wrijving tussen de men selijke behoefte en de natuurlijke rykdommen kan in eerste instantie gedacht worden aan het niet of on voldoende aangepast zijn van de tot nu toe gevolgde landbouwsystemen aan het natuurlijke produktievermo- gen van de groeiplaats. Een groot gedeelte van de Poel, de naam zegt het al, wordt ingenomen door laaggelegen, vaak natte gron den, relatief rijk aan klei. Op de laagste plaatsen blijft het hemelwa ter staan, er vormen zich poelen. Kijkt men in de sloten, al op enige meters afstand van deze poelen, dan is het opmerkelijk hoeveel lager hier in het water staat. Hieruit blijkt, dat de grondwaterstand, als we deze bij benadering met het slootpeïl mo gen laten samenvallen, niet de kwaaddoener is. Waarom blijft het water dan staan? Omdat de bodem structuur, d.i. de rangschikking van de afzonderlijke bodemdeeltjes, zo dicht is dat het regenwater niet door kan sijpelen naar beneden. De gronden, die deze eigenschap hebben noemen we hier poelgronden. Hun structuur is slecht, vanuit het huidige agrarische standpunt bezien. Voedingsstoffen voor de planten zijn er doorgaans voldoende. Het verbeteren van een dergelijke bodemtype brengt zeer hoge kos ten met zich mee. Deze gronden zijn eeuwenlang in deze toestand HOOG EN LAAG WATER 13 juni Vlissingen Terneuzen Hansweert Zierikzee Wemeldinge rb nap uur meter 1.59 2.12 2.26 3.04 3.30 3.46 4- nap uur meter 14.23 2.05 nap uur meter 8.23 2.08 2.37 1.55 14.55 15.32 15.50 16.14 2.19 2.31 8.53 9.27 9.09 9.24 2.25 2.38 1.71 1.92 nap uur nieter 20.45 2.00 21.15 21.48 21.30 21.48 2.17 2.30 1.62 1.84 210. Nadat Bobby Staal zijn pu bliek en zijn omgeving in een staat van algehele ontreddering had gebracht, verdween hij opge togen tussen de coulissen, waar baron Bluff hem opwachtte. „Een geslaagde avond en een jo fel publiekje!" zei de zanger, te vreden zijn ordeloze kleding bekij kend. „HoewelVorig jaar leek het mij toch iets beter. Toen duur de het een maand voor de schouw burg weer opgekalefaterd was. Zou ik misschien naar «en nieuwe song moeten omkijken?" „Juist!" zei baron Bluff, terwijl hij zijn song aanreikte. „Maar lang hoeft U niet te zoeken, jongeman. Dit is precies de song die U zoekt en waarvan al bij voorbaat vaststaat, dat hij het komend® songfestival zal winnen! Het is een gevoelig lied, dat indruk zal maken op de tere teeners-ziel..." „Op de wat...?" vroeg Bobby on gelovig. Toen begon hij mompe lend te lezen en na enkele minu ten zinnen achaterda hij het uiU* geweest. Ze zijn als het ware in volledige rust gekomen. Men zou op deze gronden gewassen moe ten verbouwen, die met een ge ringe hoeveelheid bodemlucht toch voldoende kunnen produceren. Een voorbeeld van een dergelijk gewas is de populier. F,en ruilverkaveling beoogt de kos ten, nodig voor de produktie van een eenheid opbrengst, te laten dalen. Ook al zou men de maximaal moge lijke opbrengst in de toekomst gedu rende onoverzienbare tijden weten te verkrijgen, ook dan nog is deze op brengst gedurende lange tijd een fractie van de gedane investeringen. Met andere woorden, het zal lang duren voordat men kan zeggen, dat de kosten om een dergelijke van na ture moeilijke grond in orde te bren gen, eruit zijn. Deze kosten zijn zo hoog, dat „de Poel" niet in optima forma opgeknapt zal worden. Dit im pliceert tevens, dat de verlaging van de produktiekosten geringer zal zijn dan men we}, zou wensen. Anderzijds bestaat een ruilverkave ling niet alleen uit grondverbetering. Ook de ligging van de kavels van de afzonderlijke eigenaren zal verbeterd worden, slechte wegen zullen verbe terd worden, nieuwe wegen zullen worden aangelegd. Boerderijen zullen op elektriciteit en waterleiding wor den aangesloten enzovoort. Kortom, het plezier in het werken op het land zal worden vergroot. Daarbij komt dan een, hier niet maximaal moge lijke, daling van de produktiekosten. Hiervoor zal de boer moeten betalen. Maar ook de Staat draagt bij in de kosten. Dit laatste nu houdt tevens in, dat zij de zorg op zich neemt voor het voortbestaan van het ple zier in het werk van de boer, omdat zij zorgt, dat hij kan werken in een hem vertrouwde omgeving. Een om geving, waar vaak zijn vader en zijn grootvader ook al hebben gewerkt. Een omgeving, waar historische waarden hun beslag hebben gekre gen in de vormen van het landschap. -Ganzen Het landschap van „de Poel" met zijn hier en daar wat bultige graslanden, waar 's winters duizenden wilde gan zen leven. Ze zijn even vertrouwd met dit landschap als met de men sen die er wonen. In het voorjaar trekken ze weg om plaats te maken voor de bonte kieviten, de jodelende wulpen enzovoort. Juni is de maand van de bloei van de meidoorn. Hele hagen zijn dan omgetoverd in witte kragen. In deze hagen broeden talrijke klei ne zangvogels, die ze een doeltref fende beschutting geven. Even doel treffend als voor de vogels zijn ze voor de mens als de storm over het land giert. Dan breken ze de wind en verminderen in sterke mate zijn kracht. Het vee profiteert er ook van. Het behoud van deze vertrouwde ele menten in het landschap, de aankle ding van de werkkamer van de boer, is niet in geld uit te drukken. Dit is ook het geval met het plezier dal men heeft van elektriciteit en waterleiding. Maar deze laatsten kos ten geld om ze te krygen, terwijl het behoud van de ganzen, de prach tige meidoornhagen, de broedende kieviten enz. alleen bereidheid vraagt. Bereidheid om het erfgoed van de voorvaderen in ere te houden, om het leven in samenhang te willen zien met dat van de omgeving. Een ruilverkaveling mist zijn doel als alleen de materiële aspecten van het landgebruik bij de uitvoering betrok ken zouden worden. ROND GOETHES HERREZEN HUIS (II)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 7