DE KERKEN Snel gaar bordklaar Molenaar maatschappij In Frankrijk bloeit stukje oecumene TIWEZ PILOOT STORM ontvoerd in de stratosfeer INTERKERKELIJKE PSALTER IN DE FRIESE TAAL DE EMIGRATIE KAN LANGS KRONKELENDE WEGEN GAAN DE VERDWENEN MINIATUUR ZATERDAG 29 APRIL 1961 PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT tl de VLAKBIJ DUINKERKEN Hervormd predikant aan Cimade uitgeleend Ingeleid door zang van de Franse chansonnier Brei sprak onlangs ds. G. Allers, predikant te Con- decerqne-Branche bij Duinkerken, voor de N.C.R.V.-microfoon over zijn werk. Kende U Jacques Brei al? Het is één van de vele huidi ge Franse chansonniers. Maar liet is er een met een boodschap. De plaat, waarvan ik U het begin liet horen, doet U aanvankelijk vermoeden, dat U in de kerk bent. Maar wanneer U nader toehoort, dan zijn het de dingen van alle dag die hij bezingt. Die allerge woonste zaken: verdriet en vreug de, benauwdheid en blijdschap zet hij ik zou bijna zeggen te- fen een gewijde achtergrond, k weet het wel: alle vergelijking is gebrekkig. Maar als ik U mag vertellen over mijn werk in het kader van de Cimade. dan wil ik graag die vergelijking vasthou den, van die Franse chansonnier met zijn boodschap. Want de Ci made is een hedendaagse Fran- sese oecumenische hulporganisatie met eveneens een boodschap. Sinds 1939 heeft de Cimade vreug de en blijdschap willen brengen, daé.r waar verdriet en benauwd heid werden beleefd. Het begon met de geëvacueerden uit de Elzas. Het ging voort met hulp aan joden. Het zette door tot in de Duitse concentratiekam pen toe. Direct na de oorlog was de Cimade present in de verwoes te steden en hielp van Normandië tot Duinkerken de terugtrekkende bevolking huis en haard herbou wen. Dat was het verleden. Maar de alledaagse dingen van het héden zijn: de talloze vluchtelingen die op Frankrijk hun enige hoop heb ben gesteld om er een nieuw le ven te beginnen. Zij kloppen bij de Cimade aan. Een van de huidge Cimade-activi- teiten, in een situatie, waarover men niet in de krant leest, is de ónze. In Coudekerque-Branche, onderdeel van het „Groot Duin kerken". De Cimade heeft daar een evangelisatie-post, waarvan ik als Nederlands hervormd predikant voor buitengewone werkzaamheden, uitgeleend aan de Cimade de teamleider ben. Mag ik de zoëven gebruikte ver spel is op de achtergrond van alle Cimade-activiteiten De geschiedenis van onze post begon in 1945. Een stilzwijgend getuigenis zoals in andere ver woeste steden van Normandië tot Duinkerken. Stilzwijgend tot dat men de toenmalige teamlei der een Amerikaans predikant gelijking vasthouden en zeggen, dat de evangelisatiepost der Ci made te Coudekerque het orgel- de vraag stelde: waaróm ben je uit je rijke en verre land naar onze verwoeste stad gekomen? Waaróm wil je de Franse taal le ren spreken en onze misère delen, daar waar geen mens je daartoe dwingt Kijk, daar werd de kiem gelegd voor het duidelijk getuigenis, dat het inderdaad geen méns is die daartoe aanzette, maar de Heer van de wereldwijde kerk zélf. Die Heer heeft toegestaan, dat er zaad in goede aarde viel. Hij stond zelfs een kleine, maar rijke oogst toe. En nog steeds gaat Hij voort ons te gebruiken als een instrument dat zijn bedoeling met de mensen vertolkt. Frankrijk is in meerderheid r.-k.; de Cimade -evangeliepost staat in een moderne arbeiderswijk. Tot over onze oren zitten we in de problematiek betreffende Franse arbeidsverhoudingen en de vraag: hoé het vertrouwen te winnen van mensen die de na&m God nog wel kennen, maar Zijn kerk de rug hebben toegekeerd. Voor een van de kerk vervreemde arbeider maakt het hiér geen verschil meer of het een dominee dan wel een pastoor is die hem tegemoet treedt. Dringt het tot U door wat dat inhoudt? Dat houdt in dat de pastoor en ik, wanneer we ten minste iets anders willen doen dan elkaar vliegen af vangen, elkaar niet uit de voeten kunnen blijven. Dat is moeilijk, dat is delicaat, dat is precair, d.w.z. waarvoor Vijfde zendingsdag van Gereformeerde Gemeenten Maandag 1 mei houden de Gere formeerde Gemeenten hun vijfde zendingsdag in de Mërwedehal van de Kon. Ned. Jaarbeurs aan de Croeselaan te Utrecht. Deze landelijke toogdag begint 's mor gens om half elf en is gesplitst in een ochtend- en middagverga dering. Er zal onder meer worden gespro ken door ds. K. de Gier te 's-Gra- venhage, ds. A. Hofman te Zeist, ds. C. Molenaar te Moerkapelle, ds. P. Honkoop te Yerseke en door de zendingspredikant G. Kuyt te Katwijk. De heer Kuyt zal binnenkort als eerste zen dingspredikant van de Gerefor meerde Gemeenten naar Nieuw- Guinea worden uitgezonden, waar mee deze gemeenten tot de actie ve zending zullen overgaan. MOLENAARS kindermeel 4 variaties: veel gebeden moet worden. De pastoor en ik weten van elkaar dat we dat doen, ieder staande in zijn eigen kerk, er onder lij dend dat we soms in de praktijk néé tegen elkaar moeten zeggen. Maar dat is pas de ware dimen sie van de oecumene, die deel heeft aan het lijden van de Heer der wereldwijde kerk. In een interkerkelijke samen komst in de gereformeerde Park- kerk in Leeuwarden-Huizum, is het nieuwe Friese psalm- en ge zangboek aangeboden aan kerk en volk van Friesland. Dit Fries kerkboek is tot stand gekomen door de samenwerking van de deputaten van de particuliere sy noden Noord en Zuid van de Ge reformeerde Kerken in Friesland en de Commissie voor de Evan gelieverkondiging in de Friese Taal van de Hervormde Kerk in Friesland en is het eerste ge meenschappelijk kerkboek van hervormden en gereformeerden in Nederland. Het bevat behalve de psalmen en gezangen van de beide kerken in de berijming van de Friese dich ter Fedde Schurer, de Apostoli sche Geloofsbelijdenis, de belijde nis van Nicea, de wet des Heren en de samenvatting van de wet uit Mattheus, de Heidelbergse Cate chismus en het Onze Vader. Er zijn zevenduizend exemplaren op gelegd van het nieuwe kerkboek dat drie gulden kost. De kerkdienst in de Parkkerk, die werd uitgezonden door de N.C.R. V., droeg een feestelijk karakter. Hervormden en gereformeerden zongen samen, ondersteund door koor, orgel en trompet, de psal men en gezangen uit het nieuwe kerkboek. Samen zeiden zij staan de de Apostolische Geloofbelijde nis in hun hart na, en het eerste antwoord op de eerste vraag uit Zondag 1 van de Heidelbergse Catechismus: „Wat is uw enige troost beide in leven en sterven?" Samen baden zij het Onze Vader. Van Acker voorzitter Belgische Kamer De socialistische oud-premier van België A. van Acker is gekozen tot voorzitter van de Kamer van volks vertegenwoordigers. Hij is de opvolger van de liberale president, baron De Kronacker. Eerder deze week werd de (katho lieke) voorzitter van de Belgische se naat, P. Struye, herbenoemd. Kolonel Rothuizen neemt afscheid in Ermelo De kolonel der genie J. Rothuizen, die met ingang van 1 mei benoemd is tot territoriaal bevelhebber oost, heeft gisteren in zijn huidige functie van commandant legerplaats Ermelo, tevens commandant 41 pantser infanterie brigade, afscheid genomen van de onderdelen, die in de legerplaats gehuisvest zijn en van de deputatie van de onderdelen van 41 pantser infanterie brigade. In Hamburg is de vroegere comman dant van het concentratiekamp Fühlsbüt- tel, Willi Düsenschön, gearresteerd, ver dacht van moord in 1933. Hij was reeds 5 april voor deze zaak in hechtenis geno men, maar moest wegens gebrek aan be wijs worden vrijgelaten. Thans is een nieuw bevel tot inhechtenisneming uitge vaardigd. KERKNIEUWS GEK. KERKEN Examen: aan het zendingsseminarie te Baarn slaagde voor het zendings examen ds. C. M. Overdulve te Ant werpen. CHR. GER. KERKEN Beroepen te Vineland (Ontario, Ca nada) Old Christian Reform Church W. van 't Spijker te Drogeham. ZEEUWEN ALS EMIGRANTEN Wemeldingse familie molk koeien en deed kantoorwerk (Van onze correspondent in Australië) Als mevrouw A. Donraads-Ruissen zegt, dat ze het met de emigratie niet zo gemakkelijk heeft gehad, dan is dat meer dan alleen maar een op merking. Want ze kan er genoeg over ver tellen, evenals haar echtgenoot, die allerlei voor hem vreemde werkjes heeft opgeknapt. Toen mevrouw Donraads de woning aan de Wilhelminastraat in Wemel- dinge verliet, zal ze niet hebben ver moed, dat ze nog eens koeien zou leren melken. een waardig slot van een verfijnd diner. Neem CHARME eens, vol-aromafisch, 22 cent. 1776. Hoewel liét onder zoek had uitgewezen, dat de atmosfeer op deze pla neet geen gevaar voor de heelalreizigers opleverde en zij dus veilig de lucht kon den inademen, hielden pi loot Storm en professor Dubois veiligheidshalve toch hun zuurstofhelmen maar op. Aarzelend betra den zij via een zonderlinge tóegangsbuis deze fantasti sche stad. Zij werden on middellijk getroffen door de weldadige temperatuur die er onder de grote koepel heerste. Ieder ogenblik ver wachten zij de bewoners op zich toe te zien komen, doch er gebeurde niets van dien aard. Nergens tussen of in die geheimzinnige gebouwen was enig teken van menselijk of ander leven te bespeuren. Dat deze stad het werk van mensenhanden moest zijn, bleek uit de afbeeldingen in reliëf die de twee mannen hier en daar opmerkten. Zelfs de professor stond voor raadselen, hoe wel hij onmiddellijk overal in de verlaten ver trekken begon rond te snuffelen. Het was moeilijk te constateren hoe lang geleden en om welke reden de bewoners hun stad verla ten hadden, mq,ar in ieder geval scheen die uittocht heel ordelijk en volgens een voor opgezet plan te zijn verlopen. „Alsof zij een paar uur geleden vertrokken waren", meende de professor. (Advertentie) de beschermende basis voor blijvende schoonheid Endocil vloeibare crème Endocil cleansing tonic Endocil dagcrème Endocil nachtcrème NGSPREPARATEN VAN ORGANON „Gelukkig maar, dat ik niet bang was van die beesten", zo bezag ze de zonnige kant van het geval. Wat doe je als emigrant, wanneer je huisvesting en werk moet hebben en een boerderij beide kansen geeft? De heer Donraads wist helemaal niets van de boerderij; als kantoor bediende stond hij buiten dat vak. Toch hielp hij braaf om de 60 koeien te melken op de boerderij, waar het echtpaar in Australië terecht was gekomen. Na de boerderij is het echtpaar op een groot vakantiecentrum gaan werken, dat beheerd wordt door een Nederlandse predikant, ds. J. Goud kamp. Er was een grote maatschap pij van Nederlandse oorsprong, die in het plaatsje Killarney Vale, dat op ongeveer 300 km afstand van Sydney in een mooi gebied ligt, een vakantiecentrum had ingericht, voor namelijk ook om het eigen personeel voor het bouwbedrijf een scholing te kunnen geven. Maar 's zomers ko men er vele duizenden vakantiegan gers, waaronder zich ook heel wat Nederlanders bevinden. Een andere bezigheid van de heer Donraads was verpleegwerk in een inrichting voor zenuwpatiënten. Kantoor Maar uiteindelijk is de heer Don raads toch weer op een kantoor terecht gekomen. Het kantoor van het bouwbedrijf „Cevil and Civic", dat eigenaar is van hét hiervoor genoemde bouwbedrijf en vakantieeentrum. „Je komt uiteindelijk toch wel op de goede plaats terecht", conclu deert de heer Donraads, die nu ruim tevreden is met het eind punt van zijn omzwervingen. Hetgeen tevens betekende, een definitieve huisvesting. Want al dat reizen en trekken was niede oorzaak van de noodzakelijk heid tót verkrijgen van huisvesting. Met twee kinderen is dat niet zo eenvoudig en worden vele deuren ge sloten. Maar in Sylvenia, dat één der voorsteden van Sydney is, werd een huis gekocht en daarmee waren de omzwervingen ook voor mevrouw Donraads ten einde. Het betekende uiteraard niet, dat ze zich op een rustig leventje instelde. Behalve haar eigen tweetal, hield ze namelijk ook nog kinderen van anderen bezig. Binnen het werk van dè Nederlandse gemeente in de Pres byterian Church van groot Sydney doet 't echtpaar Donraads veel voor de jeugd, waarbij vooral ook han denarbeid een rol speelt. Het helpt je, om je definitief in het nieuwe land thuis te voelen, zo vin den zij. Sylvenia is bovendien 'n zeer aantrekkelijk plaatsje, dat rijk met natuurschoon bedeeld is. De prachtig begroeide rotsen omslui ten de baaien en in de zomer is er alle gelegenheid voor zwemmen en beoefenen van de watersport. De huizen zijn schilderachtig tegen de berghellingen gebouwd. Zo heeft de heer Donraads in zijn emigrantenleven buiten zijn kantoor werk er aardig wat bij geleerd. Het melken van koeien heeft hem het minste kunnen bekoren maar daar is hij dan ook kantoorbediende voor. De ongeveer 250.000 beambten van de Westdultse gemeenten krijgen met terug werkende kracht tot 1 april ongeveer negen procent salarisverhoging en de on geveer 350.000 gemeentearbeiders rond twaalf procent. ■■■■FEUILLETON door Erich Kastner „Tot mijn spijt woon ik eerst sedert gisteren hier", zei de oude heer zacht moedig. „En ik ben helemaal alleen in huis. Wat mankeert dan wel die meneer op uw schouder. Is hij dood?" „Neen. Dronken'. „Zo, zo". „Moet ik meneer Storm in de brie venbus stoppen?" informeerde de toerist. „Of weet U wat beters?" De oude heer trad in de gang terug. ,,U zou hem misschien in de eetka mer op de canapé kunnen leggen" Hij ging voor. Helemaal achterin de gang sloeg een deur dicht. „Het tocht", verklaarde de oude heer. „Ik heb mijn kamer open gelaten". Hij opende een deur en maakte licht. Zij bevonden zich in dc eetkamer. De reusachtige man in het groene loden kostuum legde zijn last behoedzaam op do canapé en spreidde er een ka meelharen plaid overheen. Daarna trok hij zijn jas recht, blikte de ble ke Storm bezorgd in het gelaat cn meende: ,,'t Is te hopen dat hij mor gen op tijd aan 't station is". „Wil hij dan op reis gaan?" „Je zeker. We gaan samen naar Beriijn". „Ik zal de hospita er van op de hoogte stellen". De voorname oude heer glimlachte mild. „Zij zal de heer Storm zeker op tijd' wekken". „Daarvoor zal ik U zeer dankbaar zijn", antwoordde de toerist. „Het is namelijk van het grootste gewicht". „Zou ik mogen weten ..Neen", zei de man. „Meneer Storm weet het ook niet". Hij liep een weinig schommelend de kamer door en draaide zich om: „Dat weet ik zelf niet eens precies". Hij lachte, zwaaide zijn stok door de lucht en riep joviaal: „Leve de kunst!" Buiten in de gang botste hij tegen de kapstok aan. Daarna sloeg de deur in het slot. Nauwelijks was hij weg, of de eet kamer begon te leven. Op z'n minst een dozijn mensen stond om de ca napé, waarop de lieer Storm slui merde. Een pension, waarin slechts één oude heer aanwezig is, zal wel niet vaak zo bewoond zijn geweest. De oude heer had de donkere bril en een groot deel van z'n zachtmoe digheid afgelegd. „Wat is dat voor zwijnerij!" vroeg hij nijdig. Hij keek scheel van woede. „Wie kan mij dat verklaren!" „Ik", zei iemand. Het was mijnheer Philipp Achtel, de rode-wijn-specia- list. „Wel komt het haast?" ..Storm heeft toch aangepapt met de man, die in d'Angleterre naast Steinhövel's secretaresse zat. En voor de Amalienborg besloot hij hem toevallig weer te ontmoeten en hem dan onder de olie te brengen. Om wat meer te weten te komen". „En Mijnheer Achtel grinnikte: „En dat sciiijnt hij te hebben gedaan!" „En wie 'was de St. Bernhard, die Storm hier naar toe heeft gesleept?" Achtel zei: „Dat was nou die Külz. van wie we nog altijd niet weten, of hij werkelijk zo dom is als hij zich voordoet of zich maar zo houdt". „Drinken kan hij in ieder geval", beweerde iemand en lachte. Een andere pensiongast zei: „Ik vind dat schitterend: Storm wil de man te pakken nemen om hem uit te ho- 1 ren en in plaats daarvan brengt die hem over zijn schouders bij ons in huis. Als een postbode een pakje on der rembours!" „Ironie van het noodlot", zei Philipp Achtel zalvend. „Stilte!" beval de oude, voorname heer en trad dicht op de canapé toe. „Eén ding kan ik jullie wel zeggen. Als het mocht blijken, dat Storm stommiteiten heeft uitgehaald, dan kan hij iets beleven wat hij niet nog eens beleven zal!" Storm draaide zich op de andere zij de en zei eensklaps heel hard: „Proost kleine Küuz!" .AFSCHEID VAN KOPENHAGEN De daarop volgende middag was Külz als eerste aan het station. Hij patrouilleerde in de hal op en neer en keek uit naar juffrouw Trübner en naar de heer Storm. Bovendien had hij het soort dorst, dat men nadorst pleegt te noemen en zou graag in de stationsrestauratie zijn gegaan om een glas bier te drinken. Op zijn minst één glas! Doch hij waagde het niet de ingang van het vierde perron, als- zijn post te verlaten en blokkeerde of hij op wacht stond. Bij de hoofd ingang verscheen een grote groep he ren, met koffers, plaids en tassen. Mijnheer Karsten. die ook van de partij was, zei: „Daar staat onze Ti- roler al". Daarop verwijderden enkele van zijn begeleiders zich en wandelden langs slager Külz door de ingang van het perron. Papa Külz merkte begrijpelijkerwijze niets van dit alles. Hij merkte slechts op. dat Storm en juffrouw Trübner niet kwamen. „Dat ontbrak er nog maar aan", dacht hij. „Het draait er nog op uit dat ik alleen naar Berlijn reis! Dat heb je dan voor al je goe digheid! Wat moet ik eigenlijk al thuis doen! Emilie en de kinderen weten nu dat ik niet in Bernau bij Selbmann ben, maar in Denemarken. Wanneer zouden ze die kaart met dat prachtige havengezicht gekregen heb ben?" Op dit ogenblik schoot hem te bin nen. dat nij de kaart helemaal niet op de bus had gedaan, maar in Hotel d'Angleterre had laten liggen. „Ik doe ook alles verkeerd!" dacht hij te leurgesteld. „Dat is de verkalking. Nou, een mens kan niet eeuwig blij ven leven!" Toen onderbrak hij abrubt het denk proces, want in de hal verscheen juf frouw Trübner. En ze kwam niet al leen, maar liep tussen twee grote, stérke mannen, die stijve, zwarte hoe den droegen en ook verder beant woordden aan de voorstelling, die men gewoonlijk van rechercheurs in bur ger maakt. Oskar Külz gaf zich krampachtig moeite juffrouw Trübner. zoals afge sproken, niet te kennen. Dit viel hem zo moeilijk, dat hij gemakshalve be sloot niet naar haar te kijken. Aan de andere kant was het noodza kelijk de jonge dame in het oog te houden. Want hoe moest ir'j het ant- ders klaarspelen tegelijk met haar door de ingang te dringen. Hij hief zijn koffer op, pakte zijn stok steve- ger vast, hield zich bereid en gluurde zo onopvallend mogelijk over zijn schouders. De juffrouw nam juist met een vrien delijk hoofdknikje afscheid van haar beide begeleiders. Külz schoof dus breed naar ,de per roningang en zette om tijd te win nen de koffer neer. „Een ogenblik, controleur", zei hij tot de ambtenaar achter het loket. „Ik moet alleen nog maar m'n kaartje zoeken". Hij woelde in ettelijke zakken,' hoewel hij zijn biljet allang gevonden had en draaide zich vlug om. „Nou, daar komt ze dan eindelijk!" dacht hij. Juffrouw Trübner stond nu achter hem. Külz reikte de controleur zijn kaartje, voelde hoe hem een pakje in zijn andere hand werd gedrukt, greep het onhandig vast. nam het ge knipte kaartje in ontvangst, pakte de koffer op, verloor zijn wandelstok, bukte zich er naar en drong zich eindelijk door de controle. De heer Karsten, die achter hen beiden aan liep, onderdrukte met moeite een dui vels lachje. Op het vierde perron was veel be drijvigheid, Külz had 't heimelijk ontvangen pak je opgeborgen en de koffer zorgvul dig afgesloten. Het pakje was wel is waar licht geweest, maar de koffer was opeens zo zwaar, alsof zij twee centenaars woog! Külz stapte langs de trein en zocht een derde klas wa gen. „Hallo!" riep iemand achter hem. Het was mijnheer Storm. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1961 | | pagina 13