ZEELAND ALS STUDIE-OBJECT VOOR
120 HAAGSE SCHOLIEREN
„Plan van Zeelandse regering?"
Een klaproos-reis naar
De omwonende Zeeuwen
vergeten in geen eeuwen
het klokkenspel
van het H.M.L....
Honderdtwintig scho
lieren, derde klassers
van het Haags Montessori
Lyceum hebben in de afgelo
pen week het „project" Zee
land bestudeerd. In groepen
van 10 hebben ze, vanuit hun
standplaats jeugdherberg
Domburg de provincie uitge
kamd. Sommigen maakten
een tocht met een vissersboot
mee, anderen leerden het
Zeeuwse water kennen op de
tonnenlegger „Terneuzen"
van het Loodswezen of in de
biologie-groep langs de zon
nige voorjaarsstranden. Na
tuurlijk gingen ze naar het
Veerse Gat om te zien hoe
daar een caisson werd ge
plaatst en weer anderen
trokken helemaal naar Tho-
len ter bestudering van de
landbouw.
De voorstelling, die deze jeugdige
Hagenaars van Zeeland hadden
was erg summier: een grote plat
te eentonige pannekoek met hier
en daar een boer op klompen.
Dorpjes en stadjesnou ja...
En een enkeling meende zelfs te
moeten oppassen om niet plotse
ling ergens in de moerassige
grond weg te zakken......
Hel viel dus allemaal nogal mee.
Het landschap bood bij nader in
zien meer afwisseling dan ze had
den vermoed, van wegzakken in de
grond was geen sprake en klom
pen zagen ze nu niet direct in heel
Zeeland. Een ongekende verras
sing was bijvoorbeeld Vlissingen
met zijn boulevard, de duinen
vormden onvermoede stukken na
tuurschoon en velen raakten on
der de indruk van de lange
Zeeuwse stranden. Veere was van
zelfsprekend prachtig en op een
modern bouwwerk als hotel „Bri
tannia" te Vlissingen had men na
tuurlijk helemaal niet gerekend.
De 120 jongelieden hebben Zee
land grondig onder de loep geno
men en van vele Zeeuwse zaken
weten ze waarschijnlijk nu meer
dan wij zelf.
Het was dan ook beslist geen
vakantiereisje. Nee, een week
van hard werken waaraan
vele voorbereidingen zijn vooraf
gegaan. Zo werd contact opgeno
men met Zeeuwse figuren uit ve
lerlei kringen. Figuren, die in de
afgelopen week hebben gefun
geerd als gids en die op alle
details van „studie-objecten" als
visserij, industrie, kunst en archi
tectuur, toerisme, de Schelde,
landbouw, waterstaat, biologie en
geschiedenis hebben gewezen.
De scholieren hebben al of niet
ijverig hun aantekeningen ge
maakt.
Aantekeningen die, rijkelijk geïl
lustreerd met velerlei plaatjes uit
foldermateriaal en andere Zeeuw
se boekwerkjes, vrijdag werden
uitgewerkt en later in ordners zul
len worden verzameld. Op die ma
nier moet er een boeiend werk
over Zeeland ontstaan: Zeeland,
gezien door een jonge Haagse bril.
Veerse Gat
p bovenstaande foto zien we,
nagenoeg de hele groep, ver
zameld aan de oever van hét
Veerse Gat, waarin zojuist door
rijkswaterstaat het derde tralie-
liggercaisson is neergelegd.
Nee, de operatie zei hen niet veel.
Het keurig neerleggen van het
grote betonnen gevaarte sprak
hen nauwelijks aan. Later, in de
excursie-zaal waar een en ander
nog eens op de waterstaatsma
quette werd overgedaan, begon
alles een beetje te dagen. „Maar
ze vertellen ons telkens weer het
zelfde", werd opgemerkt.
De biologie-groep kwam met een
enorme verzameling planten, bloe
men en schelpen terug uit het
Zeeuwse land en van de Zeeuwse
stranden. Schelpen die werden na-
getekend of voorzichtig opgeplakt
op de vellen papier die later het
boekwerk moeten vullen.
De studiegroep „toerisme" bracht
onder leiding van een V.V.V.-des-
kundige onder meer bezoeken
aan hotel „Britannia" in Vlissin
gen en Miniatuur Walcheren in
Middelburg. Zoals „Britannia"
geweldig „meeviel", zo viel Mi
niatuur eigenlijk een beetje te
gen. Maar dat zal wei de „natuur
lijke" tegenstelling Madurodam-
Miniatuur zijn. Ja, „Britannia"
vonden ze geweldig. Mooi modern,
verdiepingen die alleen per lift te
bereiken zijn en kleurige, moder
ne mozaïeken. Maar over „Minia
tuur Walcheren" dachten sommi
gen van de groep anders dan de
Zeeuwen en de meeste toeristen.
„Wij zijn gewend aan „Maduro-
dam", verklaarden enkelen ons,
„daar beweegt veel meer en dat
vinden we nogal attractief".
Zo had iedere groep zijn bevindin
gen, maar die van de tien jonge
lui die als studie-object „kunst en
architectuur" hadden uitgekozen
zijn zeker het vermelden waard.
Deze groep bekeek natuurlijk het
Middelburgs stadhuis en het
abdijcomplex. Ook zou het een
wonder geweest zijn wanneer
men het schilderachtige Veere
had overgeslagen.
Vervolgens trokken ze naar de
abdij om er een rondgang te ma
ken via Provinciale Bibliotheek
(„daar hangen mooie wandtapij
ten") en provinciehuis.
Architectuur
De reacties op het provincie
huis waren vrijwel gelijklui
dend: niet mooi. „Waar
om hebben ze er geen modern
gebouw van gemaakt? Dat
kan toch makkelijk als het maar
goed is". Er waren er zelfs die
vonden dat er geen rijksdiensten
als rijkspolitie, waterstaat en
provinciaal bestuur in een abdij
thuishoren.
„Waarom zitten er geen monni
ken in?" werd ons gevraagd. We
legden uit dat bet klooster al lan
ge tijd geleden werd opgeheven
en reeds vierhonderd jaar lang
een centrum van het provinciaal
bestuur is. Iemand stelde voor het
stedelijk gymnasium in het abdij- i
complex onder te brengen, „dan j
kunnen al die officiële bureaus er i
uit!"
Ook heeft deze groep de Lange
Jan beklommen. Dat was „een
hele onderneming", maar boven
gekomen mochten ze zich vrije
lijk uitleven op de vele klokken
van het carillon. (We hebben de
indruk dat menige Middelburger
zich dit zal herinnerenIn
een zelfgemaakt gedichtje voor
hun bonte avond in de jeugdher
berg, die gisteravond werd gehou
den, schreef een van de meisjes
dan ook:
De omwonende Zeeuwen
vergeten in geen eeuwen
het klokkenspel
van het H.M.L.
En dat H.M.L. is dau natuurlijk
het Haags Montessori Lyceum.
Deze groep bezichtigde dus ook
het aloude Veere, rondgeleid door
Veere's burgemeester jhr. I. F.
den Beer Poortugael. Ze kwamen
zodanig onder de indruk van zijn
liefde voor de voormalige vissers
plaats dat een van de leerlingen
(weer een meisje) in haar bonte-
avondgedïcht schreef:
De burgerpa van Veere
die trachtte ons te leren
zijn gevels te waarderen.
Een reis naar Engeland gewon
nen! Ik kon mijn oren niet
geloven. „Meneer, knijp eens
in mijn arm, want ik geloof dat
ik droom", zei ik tegen de man
die het me kwam vertellen. „Je
hebt de prijs echt gewonnen door
dat je verleden maand hebt ge
collecteerd voor de Idaprooscollec-
te".
Die klaprooscollecte wordt gehou
den voor de mensen in Engeland
die in de oorlog familieleden heb
ben verloren. Met het opgehaalde
geld kunnen ze de graven op het
vaste land bezoeken. Ik werd dus
uitgenodigd door het British Le
gion voor een 5-daags verblijf in
Engeland.
Met 21 anderen twee uit elke
provincie stapte ik op het gro
te schip „Koningin Wilhelmina"
dat ons naar Harwich zou bren
gen. We maakten met elkaar ken
nis en we begrepen al gauw dat
het een leuke groep was.
Er stond op de Noordzee nogal
wat wind en de boot schommelde
flink. Een meisje dat naast me
zat kondigde aan de ze misselijk
werd en al vlug zag je de een
na de ander wit wegtrekken of
over de railing hangen, offerend
aan Neptunus.
Na zes uur varen arriveerden we
in Harwich, vanwaar we met een
erg ouderwetse trein naar Lon
den reden. Daar namen we onze
intrek in een prachtig hotel in
Kensington.
„Good morning lady, it's half past
seven". Zo begon de volgende dag
toen de telefoon naast mijn bed
rinkelde en ik met deze woorden
werd gewekt.
We hebben die morgen een prach
tige rondrit door Londen gemaakt.
Interessante plaatsen en gebou
wen hebben we bezocht ais Big
Ben, St. Pauls Cathedral, West
minster Abbey enzovoorts. We
hebben ook nog interessante men
sen gezien. „Links van U ziet U
een echte Engelsman", zei onze
reisleider op een gegeven moment,
alle hoofden gingen naar links.
Bedoelde man met bolhoed, para
plu en snor met omgekrulde pun
ten keek ons even verbaasd aan,
barstte toen in lachen uit en de
hele bus brulde, mee.
Wat is Londen toch een indruk
wekkende stad met zijn grote ge
bouwen en lichtreclames. Dat za
gen we pas goed toen we op een
avond op Picadilly Circus ston
den.
We hebben natuurlijk ook nog een
bezoek gebracht aan de klaproos-
fabriek. Dat was erg interessant.
Tafeltje aan tafeltje zaten daar.
oorlogsinvaliden met de hand
kloprozen en kransen te maken.
Voor het eten hoef je overigens
niet naar Engeland te gaan, want
dat is in ons land veel lekkerder
vind ik. Behalve dan die keer
toen we een diner in Windsor
Castle hotel gebruikten.
We hebben in Engeland een fijne
tijd gehad. We zijn fijn overal
naar toe geweest en we hebben
de grote gebouwen van Windsor
Castle gezien, waar toen juist
koningin Elizabeth logeerde. Ook
hebben we de grote gebouwen van
de Tower bezocht. Er stond een
Towerwachter voor, die door
iedereen werd gefotografeerd. De
man werd er gewoon zenuwachtig
van.
Jammer dat de tijd zo gauw om
vloog. Het was een heerlijke va
kantie.
Minnie Dronkers (16), Vlissingen
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiüiiiiiiiiiin
Als er iemand in
Nieuwdorp en om
streken een band
nodig heeft ter opluis
tering van een feest
avond, dan kunnen de
„Sing-Singers" meestal
wel op de uitnodiging
rekelten. „The Sing-
Singers", een ensemble
van vijf bescheiden
Nieuwdorpse amateur,
musici, bestaat in de
huidige vorm al onge
veer anderhalf jaar.
Vijf jonge Nieuwdor-
pers dus, en zoals we ze
op de foto zien( van
links naar rechts): de
baardige bandleider
trompettist-pianist Co
van de Weele, een 24-
jarige electriciën in het
dagelijks leven. Daar
naast zien we bassist
•iels 'n tran
sportarbeider die met
zijn 29 jaren wel de
nestor van de band mag
worden genoemd. In het
ge tint
merman-accordeonist-
gitarist Adri Otte wiens
16-jarige broer Jos
(leerling machinisten-
school) achter de drum
zit. Tenslotte helemaal
rechts Guus Blanken-
burgh (20) die als vo
calist-gitarist een be
langrijke functie in bet
«li ,e inneemt.
Guus Blankenburg!! en
Adri Otte behoorden in
dertijd tot de oprichters
van de band, een band
die de merkwaardige
naam van „Sing-Sin
gers" kreeg omdat aan
vankelijk in gestreepte
truien werd opgetreden.
Het publiek bracht deze
strepen al gauw in ver
band met het gevange
niswezen. later met de
bekende Amerikaanse
gevangenis „Sing-Sing"
in het bijzonder en zo
groeide de naam ..Sing-
Singers".
Nee. de bandleden zijn
het er zelf niet helmaal
over eens „Maar we
laten het toch maar zo".
lllllllliillilllllllllllllllllllllllllllililllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllll
Voor de „Sing-Singers"
is er overigens emplooi
genoeg. Ze spelen hun
pittige dansmuziek op
feestavonden, bruilof
ten en partijen. Zo heb
ben we de groep ook
kunnen boren op de
door Dick Moermond
georganiseerde avonden
voor „Doe open" en
„Kongo". Ze zitten goed
in de instrumenten en
het repertoire groeit. Zo
hoorden wij. tijdens een
repetitie in het Nieuw
dorpse verenigingsge
bouw. na de stevige
herkenningsmelodie, 'n
goed swingend „Home
on the Range", een nog
wat rommelig „Bei mir
bist du schön" (met
goede trompetsoli van
Co v, Weele) en oen
pittig nummertje ge
ïmproviseerde rock 'n
roll. Alles bij elkaar ge
nomen is het een en
semble, dat bij goed re
peteren, heus wel een
vrolijke avond kan ver
zorgen.
iiniiiiiii'UiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniuiiiiiiiHiiuiiiiiii
Als vreemde eenden in de
overigens regenachtige
Zeeuwse bijl verzamelden
de 120 jonge Hagenaars zich
maandagavond in het dagverblijf
ia n Dombnrgs jeugdherberg
„Nieuw Walcheren" 'waar ze, na
een ongelofelijke herrie niet kop
jes thee enzovoorts naar E.T.I.-
directeur drs. M. C, Verburg luis
terden die in grote lijnen het on
bekende Zeeuwse gebiedsdeel ont
sloot.
Uitvoerig sprak de heer Verburg
over Zeèlands middelen van be
staan, verbindingen te land en te
water en culturele mogelijkheden.
Natuurlijk noemde hij het Delta
plan en achtergronden, de indus
trie niet zijn kerngemeenten en
toerisme en recreatie. „Wat we
len jullie van Zeeland?", vroeg
ile inleider, „Kceten, Mastgat,
Zijpe misschien?"
Nee, ook dot bleek onbekende
materie. „Middelburg", zei er
iemand. Juist, dat wisten zc dus
van Zeeland: Middelburg ligt er
in. De onbekendheid niet het te
verkennen gebied manifesteerde
zich voortdurend. Zo merkte de
heer Verbuig op dat de Zeeuwse
Volks Universiteit zorgt voor een
cyclus van goede concerten en to
neelvoorstellingen. „Daar gaat
dan wel ongeveer het denkend
deel der Zeeuwse natie heen", zei
de heer Verburg. „Dat zullen^ er
dan niet veel zijn merkte écn
van de jongelui in de zaal op
rpoen de heer Verbuig was uil-
I gesproken bleek de kennis
van Zeeland en de interesse
voor de eilandenprovineïe toch ge
groeid. Er volgde een stroom van
interessante vragen zoals
Wordt de Oosterscheldebrug
groter dan die van de Moer
dijk? (Antwoord: ja).
Kwam het plan voor die brug
niet van de Zeelandse rege
ring (Antwoord: het was
een plan van het Zeeuws pro-
vineiaal bestuur).
Js het risico van overstroming,
na voltooiing van het Delta
plan weg? (Antwoord: zo goed
als. Nu is ook de hulpverle
ning beter georganiseerd. De
B.B. werkt mee Daarop
volgde een homerisch gelach
uit 120 kelen.
Kan er niet een dam met slui
zen in de Westerschelde wor
den gebouwd voor een verbin
ding met Zeeuwsch-Vlaande
ren? (Antwoord: dat slikt
Antwerpen niet) waarop een
ander opmerkte dat zowel
Walcheren als Zeeuwsch-
Ylaanderen „van ons" zijn 'en
dat we hier toch dammen of
bruggen kunnen bouwen, zo
veel we maar willen. De heer
Verburg herinnerde cr echter
aan dat Noord-Nederland lang
geleden de Schelde 200 jaar
lang heeft afgesloten om Am
sterdam ten koste van Ant
werpen te bevoordelen. „Daar
is België nog steeds kwaad
over".
Wie betaalt dan het bagger-
werk in de Westerschelde?
(Antivoord: België).
Toen, aan het slot van dit bijzon
der interessante vragenuurtje een
lerares zich afvroeg of er, nu er
's zomers zoveel Duitsers naar de
Zeeuwse kust komen, toch nog
wel een plaatsje „voor ons" over
blijft, volgde er een stevig, in
stemmend applaus. Volgens de
lieer Verburg zal er voorlopig nog
fgenoeg plaats overblijven en wel-
icht komen er velen van de 120
jonge Hagenaars naar de Zeeuw
se stranden. We hebben tenminste
gemerkt dat er al heel wat waren
die daarvan de smaak te pakken
hadden.